Dit hoofdstuk is onderverdeeld in twee paragrafen. De eerste paragraaf gaat nader in op de bijstelling van de lopende begroting. Gedacht kan hierbij worden aan de effecten van de meicirculaire 2025 en aan de indexering van budgetten en lokale lasten. De tweede paragraaf beschrijft het nieuwe beleid dat in deze kadernota wordt gevraagd. Definitieve besluitvorming over dat nieuwe beleid vindt plaats in de begroting 2026.
3. Actualisatie begrotingsbeeld
3.1 Bijstelling lopende begroting
Terug naar navigatie - 3.1 Bijstelling lopende begrotingAls startpunt voor het meerjarig perspectief van de kadernota 2026 geldt de eerste bestuursrapportage 2025. Die burap laat in het jaar 2026 een negatief saldo zien van afgerond € 518.000. In deze kadernota wordt het jaar 2029 toegevoegd. Dat jaar laat een positief resultaat zien van € 496.000.
Nu het startpunt helder is, wordt bekeken welke ontwikkelingen het begrotingsbeeld beïnvloeden. Die ontwikkelingen zijn in de onderstaande tabel samengevat. Na de tabel worden de ontwikkelingen nader toegelicht.
Bijstelling lopende begroting (x € 1.000) | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|
Resultaat 1e burap 2025 | -518,0 | 534,5 | 1.355,3 | 496,4 | |
Bijstelling lopende begroting | |||||
Bijstelling meerjarige investeringsplannen | pm | pm | pm | pm | |
Tekort wegen agv prijsstijgingen en uitkomst inspecties | pm | pm | pm | pm | |
Tekort beheersintensieve verlichting | pm | pm | pm | pm | |
Bijdrage gemeenschappelijke regelingen | 328,4 | 290,8 | 181,7 | 98,6 | |
Indexering belastingen | 282,7 | 292,4 | 286,3 | 286,3 | |
Bijstellling groen budgetten | -507,0 | -457,0 | -362,0 | -332,0 | |
Gevolgen meicirculaire 2025 | 3.620,2 | 3.343,6 | 1.622,0 | 1.741,8 | |
Resultaat kadernota na bijstelling van lopende begroting | 3.206,3 | 4.004,3 | 3.083,2 | 2.291,1 | |
Bijstelling meerjarige investeringsplannen
Geconstateerd is dat de investeringen die zijn opgenomen in het meerjarig investeringsplan niet actueel zijn. In de loop naar de begroting 2026 worden de investeringen geactualiseerd. De financiële gevolgen worden meegenomen in de begroting 2026.
Tekort wegen agv prijsstijgingen en uitkomst van inspecties
In het eerste en tweede kwartaal vindt de tweejaarlijkse inspectie van de wegen plaats. De uitkomst van deze inspectie, in combinatie met bovengenoemde algemene ontwikkelingen, kan leiden tot een structureel tekort. Omdat de weginspectie op het moment van voorbereiding van deze Kadernota nog loopt, kan er nog geen bedrag worden genoemd. Bij de begroting zal dit worden verwerkt.
Tekort beheerintensieve verlichting
Er zijn extra middelen voor ‘beheerintensieve verlichting’ nodig. Het betreft enkele objecten die in verhouding tot de reguliere openbare verlichting onderhoudsgevoelig zijn en meer kosten met zich meebrengen. Voorbeelden zijn de objecten op Vogelsvalderenweg (heiligenbeelden) en Echterbaan (tunnel met ledwand). Beide plekken zijn onderdeel van de Beekdaelenroute. Voor een aantal objecten is groot onderhoud nodig. De benodigde extra middelen worden nog in kaart gebracht en zullen in de begroting aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Bijstelling gemeenschappelijke regelingen
In de raadsvergadering van 15 april en 27 mei jl zijn diverse begrotingen en begrotingswijzigingen van verbonden partijen aan de gemeenteraad voorgelegd. Een groot deel van de bijdragen kan de gemeente dekken door inzet van de stelpost die in de begroting is opgenomen voor loon- en prijsstijgingen. Per saldo bedraagt het voordeel in 2029 nog ongeveer € 100.000.
Indexering leges en belastingen met inflatie
De beheerders van het gemeentefonds rekenen met een prijsstijging van 2,6% voor het jaar 2026. Het is gebruikelijk dat de opbrengsten van de leges en van de lokale belastingen met hetzelfde percentage worden geïndexeerd. Dat leidt tot een stijging van de inkomsten met een bedrag van afgerond € 290.000.
Bijstelling groenbudgetten
De kwaliteitsniveaus voor het beheer en onderhoud van het groen zijn in 2022 vastgelegd in het Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR)-beleidsplan. Voor Groen is de differentiatie in onderhoudsniveaus het grootst: centra en gemeentelijke begraafplaatsen op niveau A, sportaccommodaties en woonkernen op B, en onder andere het buitengebied en holle wegen op C. Om te kunnen voldoen aan verschillende wettelijke taken (denk aan het beheer van bomen) en het door de gemeenteraad vastgestelde onderhoudsniveau zijn extra middelen nodig. Dit heeft met name te maken met prijsstijgingen zoals deze worden uitgelegd in paragraaf 5.3.1 van deze kadernota. In totaliteit is een bijstelling van de begroting nodig van afgerond € 900.000. Van dat bedrag kan € 560.000 worden gedekt door inzet van het budget dat de gemeente in de begroting beschikbaar heeft voor prijsstijgingen. De netto bijraming bedraagt dus nog afgerond € 340.000.
Het grootste deel (ca € 590.000) is nodig voor het beheer van bomen. De meerjarige contracten met aannemers op dit onderdeel liepen af in december 2024. Een nieuwe aanbesteding is tijdig in de markt gezet, maar heeft niet geleid tot een gunning, simpelweg omdat de enige partij die had ingeschreven ver boven het (oorspronkelijke) beschikbare budget zat. Het betreft een wettelijke zorgplicht die we moeten invullen. De werkzaamheden betreffen het reguliere snoeiwerk en boomveiligheidscontroles. Daarnaast is er van het totaal benodigde extra budget een relatief klein deel nodig om dode en zieke bomen te vervangen.
Naast het beheer van bomen is er nog een aanpalend probleem, te weten namelijk de cyclus waarmee we het huidige areaal bosplantsoenen snoeien. Deze cyclus is momenteel twintig jaar, gebaseerd op het contractueel vastgestelde bewerkingspercentage van 5% areaal per jaar. Zowel uit berichten vanuit de huidige aannemers als uit FIXI-meldingen van inwoners, hebben wij geconstateerd dat deze cyclus te lang is. Om deze te kunnen verkorten (dus: vaker dan eens in de twintig jaar te kunnen snoeien in de bosplantsoenen), zijn extra middelen nodig. Het betreft € 100.000.
Vanuit de WSP zijn medewerkers gedetacheerd die worden ingezet voor het onderhoud van de begraafplaatsen en de extra groenonderhoud gerelateerde klussen vanuit FIXI-meldingen in de openbare ruimte. In de afgelopen periode heeft er een forse loonkostenstijging plaatsgevonden door de inflatie. Het benodigde bedrag betreft € 120.000
Op de gemeentelijke begraafplaatsen bestaat de noodzaak om kleinschalige renovaties uit te voeren om het vastgestelde kwaliteitsniveau A te kunnen borgen. Uit een inventarisatie blijkt dat er op een aantal locaties geen goede vakaanduiding is en budget voor kleinschalige herstelwerkzaamheden ontbreekt. Om de begraafplaatsen te laten voldoen aan de normen is het noodzakelijk te beschikken over een structureel budget voor kleine herstelwerkzaamheden. Het betreft € 25.000.
Bij grootschalige civieltechnische onderhoudswerken wordt er ingezet op vergroening dit betekent dat er ontwerp- en beplantingsplannen moeten worden opgesteld. In verband met gebrek aan capaciteit en interne middelen op het gebied van hard-/software is inhuur van adviesdiensten noodzakelijk, het benodigde bedrag betreft € 40.000.
Tot slot, in de openbare ruimte rond waterbuffers en bij accommodaties bestaat uit veiligheidsoogpunt de noodzaak om hekwerken en de afrasteringen te herstellen of te vervangen. Tot op heden is dit niet apart opgenomen in de begroting, maar incidenteel gedekt. Dat is een onwenselijke situatie, het benodigde bedrag betreft € 25.000.
Uitkomsten meicirculaire gemeentefonds
De meicirculaire geeft de gemeente een compensatie voor de kortingen die het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in de algemene uitkering. Die compensatie bedraagt voor de gemeente afgerond € 800.000. Het accres bedraagt in de meicirculaire ongeveer € 600.000 structureel. Samen met een aantal kleinere positieve mutaties bedraagt het structureel voordelige effect van de meicirculaire in totaal dus ongeveer € 1,6 miljoen per jaar.
Ook voor de taakstellingen op jeugd worden gemeenten deels gecompenseerd, maar die compensatie is slechts tijdelijk voor de jaren 2026 en 2027. Het bedrag dat daarmee is gemoeid bedraagt afgerond € 2,0 miljoen. Vanaf het jaar 2028 komen de ingecalculeerde bezuinigingen die door de zogenaamde hervormingsagenda moeten worden gerealiseerd weer terug. Daarmee blijft de gemeentelijke bezuinigingsopgave op jeugd grotendeels gelijk, al krijgen gemeenten meer tijd om deze te realiseren.
3.2 Nieuw beleid kadernota 2026
Terug naar navigatie - 3.2 Nieuw beleid kadernota 2026Er is geïnventariseerd welk nieuw beleid de komende jaren op ons afkomt. De beleidsontwikkelingen zijn in aantal beperkt. In de onderstaande tabel zijn deze vermeld.
Een nadere toelichting op de uitrol van de pilot straatcoaches is opgenomen in paragraaf 5.2.2 van deze kadernota. Het overige nieuwe beleid is beschreven in paragraaf 5.3.2. Definitieve besluitvorming vindt plaats met de vaststelling van de begroting 2026.
Nieuw beleid kadernota 2026 | Eenmalig | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Uitrol pilot straatcoaches | 0,0 | -106,0 | -106,0 | -106,0 | -106,0 | |
Uitvoeringskosten economie | 0,0 | -24,5 | -24,5 | -24,5 | -24,5 | |
Aanvullen budget voor strategische grondaankopen | -460,0 | -14,0 | -14,0 | -14,0 | -14,0 | |
Voorbereidingskosten kindcentrum Puth | -120,0 | -3,7 | -3,7 | -3,7 | -3,7 | |
Werkkrediet ontwikkelen woningbouwlocaties | -100,0 | -3,1 | -3,1 | -3,1 | -3,1 | |
Verwacht resultaat voorjaarsnota ministerie financien | -680,0 | -151,2 | -151,2 | -151,2 | -151,2 |
De eenmalige kosten die zijn gemoeid met de voorbereiding van het kindcentrum in Puth kunnen worden voldaan door inzet van de reserve die is gevormd voor onderwijshuisvesting. De kredieten voor strategische grondaankopen en voor het werkkrediet voor het ontwikkelen van woningbouwlocaties kunnen worden gedekt door inzet van de reserve nog te bestemmen.
3.3 Resultaat kadernota
Terug naar navigatie - 3.3 Resultaat kadernotaDe ontwikkelingen die zijn beschreven in de paragrafen 3.1 en 3.2 leiden tot het onderstaande geprognotiseerde begrotingsresultaat:
Resultaat kadernota 2026 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
---|---|---|---|---|
Gepresenteerd resultaat volgens paragraaf 3.1 | 3.206,3 | 4.004,3 | 3.083,2 | 2.291,1 |
Nieuw beleid volgens paragraaf 3.2 | -151,2 | -151,2 | -151,2 | -151,2 |
Resultaat kadernota als geen maatregelen worden doorgevoerd | 3.055,0 | 3.853,1 | 2.931,9 | 2.139,8 |
Verwacht wordt dat de gemeente in alle jaarschijven zwarte cijfers schrijft.