Vertreksituatie
Als vertrekpunt voor het opmaken van de begroting voor het tijdvak 2026-2029 wordt uitgegaan van:
• de regelgeving van het Besluit Begroten en Verantwoorden;
• de richtlijnen van de Provincie (begrotingsbrief).
Loonkosten
• Op basis van formatieplan aangevuld met actuele ontwikkelingen.
• Het principe van de communicerende vaten wordt toegepast.
De budgetten voor doorontwikkeling organisatie, tijdelijk personeel en loonkosten worden bestempeld als budgetten die met elkaar verwant zijn. Dat betekent concreet dat als sprake is van een overschot op het ene budget en een tekort op het andere budget die budgetten met elkaar worden verrekend. Als per saldo sprake is van een overschrijding dan wordt de reserve doorontwikkeling organisatie ingezet. Bij een overschot wordt die reserve juist gevoed.
Deze systematiek biedt de mogelijkheid om de budgetten flexibel aan te wenden zonder dat dit tot jaarlijks schommelingen in de budgetten leidt. Hierbij geldt voor de betreffende reserve een plafondbedrag van € 500.000.
Voor 2026 wordt de indexering aangehouden van 1,8% conform prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (bron CPB/CEP/meicirculaire 2025).
Prijzen
• Geraamd wordt in constante prijzen.
• Voor prijsstijgingen is een stelpost opgenomen van 2,6% (Bron: consumentenprijsindex volgens mei circulaire 2025).
Subsidies
Voor de subsidiëring van verenigingen wordt een stelpost opgenomen met als basis het subsidietotaal 2025 verhoogd met het genoemde prijsindexcijfer.
Gemeenschappelijke regelingen/verbonden partijen/professionele instellingen
• De begroting van de betreffende partijen zijn overgenomen tenzij ervaringscijfers anders uitwijzen.
• Voor de subsidiëring van professionele instellingen wordt in 2026 uitgegaan van het prijsindexcijfer conform de meicirculaire 2025 tenzij anders is overeengekomen met de professionele instelling.
Onvoorzien
Voor onvoorziene uitgaven is een post opgenomen van 50 duizend euro.
Rente
• Voor het aantrekken van leningen wordt een rente gehanteerd die is gebaseerd op het actuele renteniveau op de kapitaalmarkt.
Belastingen en heffingen
• De lokale heffingen en de overige leges zijn gebaseerd op een zo hoog mogelijke kostendekkendheid.
• Voor inflatoire bijstelling is gerekend met 2,6% (Bron: consumentenprijsindex volgens meicirculaire 2025).
Algemene uitkering uit het gemeentefonds
• De circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. september 2025 is bepalend voor de begroting 2026 en de meerjarenbegroting.
Investeringsprogramma’s
• De kapitaallasten van investeringen die vervanging behoeven worden ten laste gebracht van het begrotingsresultaat. Op die manier wordt geborgd dat vervanging kan plaatsvinden zonder dat dit leidt tot schommelingen in het vermogen of in het begrotingsresultaat.