7. (Verplichte) paragrafen

7.1 Inleiding paragrafen

Intro

Terug naar navigatie - Intro

Naast de programma’s zijn gemeenten verplicht om zeven programma-overstijgende paragrafen in de begroting op te nemen. Dat is vastgelegd in de financiële spelregels waar gemeenten zich aan moeten houden (het besluit begroting en verantwoording BBV). De onderwerpen die zijn beschreven in de paragrafen laten zich vaak niet vangen in een enkel programma. 

De paragrafen zijn belangrijk voor een verbetering van het inzicht in de financiën en het beleid van de gemeente. De paragrafen zijn om verschillende redenen opgenomen:

  • Het onderwerp heeft een grote financiële impact.
  • Het onderwerp heeft een grote politieke betekenis.
  • Het onderwerp is van belang voor de uitvoering van de programma’s.

Naast de verplichte zeven programma-overstijgende paragrafen is de paragraaf duurzaamheid in deze begroting opgenomen. Dat onderwerp heeft immers grote (financiële) impact en is maatschappelijk en politiek van belang.

7.2 Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen op hoofdlijnen. Hiermee ontstaat inzicht in de lokale lastendruk, die van belang is voor de integrale afweging tussen beleidswensen enerzijds en de daarvoor te verwerven inkomsten anderzijds. Deze paragraaf bevat tevens het beleid van de gemeente over de lokale heffingen en kwijtschelding.

Overzicht van de lokale belastingen

Terug naar navigatie - Overzicht van de lokale belastingen

In 2025 worden diverse inkomstenverhogende maatregelen getroffen om tot een structureel sluitende begroting te komen. De ozb-opbrengst wordt de komende 3 jaar extra verhoogd met in totaal 10%. De leges worden verhoogd tot 75% kostendekkendheid en de afvalstoffenheffing tot 100%. Voor wat betreft de toeristenbelasting vindt een tariefsverhoging plaats tot het gemiddeld in Zuid-Limburg gehanteerde tarief in 2024.  

De opbrengst lijkbezorgingsrechten is, in afwachting van een geactualiseerde beheersverordening (raad december 2024)  geïndexeerd met 3,4% en de opbrengst rioolheffing is gebaseerd op de verwachte (toekomstige) kosten inzake riolering. 

In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen van de opbouw van de in de begroting geraamde lokale belastingen, heffingen en retributies (bedragen in duizenden euro's).

Overzicht lokale heffingen (bedragen x € 1.000) 2025 2026 2027 2028
Ozb eigenaren woningen 6.622 6.835 7.048 7.048
Ozb eigenaren niet-woningen 1.115 1.151 1.187 1.187
Ozb gebruikers niet-woningen 826 853 879 879
Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten 5.723 5.716 6.044 6.043
Rioolrechten 6.304 6.565 6.825 7.085
Leges bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen 956 956 956 956
Secretarieleges 784 910 1.009 772
Aansluiting riolering 32 32 32 32
Aanleg inritten 21 21 21 21
Grondzaken 4 4 4 4
Marktgelden 4 4 4 4
Toeristenbelasting 363 363 363 363
Begrafenisrechten 128 128 128 128
Totaal 22.882 23.538 24.500 24.522

Opbouw lokale belastingen en heffingen

Terug naar navigatie - Opbouw lokale belastingen en heffingen

Uit onderstaande tabel volgt dat het grootste deel van de inkomsten uit lokale heffingen bestaat uit de onroerendezaakbelasting (37,4%), afvalstoffenheffing (25,0%) en rioolrechten (27,6%).

Belastingsoort % bedrag x 1.000)
Onroerende zaakbelasting 37,4% 8.563
Afvalstoffenheffing 25,0% 5.723
Rioolrechten 27,6% 6.304
Bouwleges 4,2% 956
Secretarieleges 3,4% 784
Overige 2,4% 552
Totaal 100,00% 22.882

Ontwikkeling van lokale lasten

Terug naar navigatie - Ontwikkeling van lokale lasten

In onderstaande tabel worden de woonlasten van een gemiddeld huishouden in 2025 afgezet tegen de woonlasten in 2024:

Woonlasten 2024 2025
OZB 368,37 393,46
Afvalstoffenheffing 342,55 355,47
Rioolheffing 324,77 351,24
Totale woonlasten 1.035,69 1.100,17

In het vervolg van deze paragraaf worden de ontwikkelingen van de lokale lasten toegelicht.

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen (OZB)

De onroerendezaakbelasting is een belasting die wordt geheven over, zoals de naam al zegt, onroerende zaken. Deze belasting is van de lokale heffingen de grootste inkomstenbron. Met de opbrengst uit de OZB kan de gemeente onder andere uitgaven op het gebied van veiligheid, onderhoud openbaar groen en voorzieningen bekostigen. Zo draagt de OZB bij aan het voorzieningenniveau binnen de gemeente.

Er zijn drie groepen die een aanslag OZB krijgen:

  1. Eigenaren van woningen
  2. Eigenaren van niet-woningen (bijvoorbeeld bedrijfspand)
  3. Gebruikers niet- woningen

Gebruikers van woningen (bijvoorbeeld huurders) ontvangen geen aanslag ozb.

De te betalen ozb wordt berekend als percentage van de WOZ-waarde van de woning of niet-woning. De WOZ-waarde (waardering onroerende zaken) wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. Om het tarief (percentage) van de OZB voor het komende belastingjaar te bepalen, wordt de verwachte ozb-opbrengst gedeeld door de totale WOZ-waarde van alle onroerende zaken binnen de gemeente Beekdaelen. De raad kan ervoor kiezen om de opbrengst te verhogen (naast de inflatiecorrectie). Tijdens de raadssessie van 23 september jl. is afgesproken om de ozb-opbrengst, naast indexering met 3,4%, verdeeld over de komende 3 jaar te verhogen met 10%. Voor 2025 leidt het voorstaande tot een verhoging van de gemiddelde lastendruk met afgerond € 25. 

Deze extra verhoging draagt mede bij aan de (inkomstenverhogende) maatregelen die de komende jaren als noodzakelijk worden beschouwd om te komen tot een structureel sluitende begroting. 

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor de inzameling van het afval van huishoudens. De dienstverlening met betrekking tot afvalinzameling wordt  uitgevoerd door de GR Rd4. De kosten die gemoeid zijn met de inzameling en verwerking van afvalinzameling worden betaald uit de opbrengst van de afvalstoffenheffing.  Voor de opbrengst uit de afvalstoffenheffing geldt dat deze niet meer dan kostendekkend mag zijn; de gemeente mag dus niet meer in rekening brengen dan de kosten die zij voor het inzamelen van afval maakt. Als na afloop van het dienstjaar blijkt dat er sprake is van meer opbrengsten dan kosten dan wordt deze meeropbrengst toegevoegd aan een voorziening afvalstoffenheffing. De voorziening kan ingezet worden op het moment dat de kosten in enig jaar de opbrengsten overschrijden óf ter demping van het tarief in een volgend jaar. 

In 2024 bedroeg het kostendekkingspercentage van de afvalstoffenheffing 93,2%. In de raadssessie van 23 september jl. is afgesproken om vanaf 2025 kostendekkende tarieven te heffen. Ter demping van de lastenstijging wordt een bedrag van € 330.000 ingezet uit bovengenoemde voorziening afvalstoffenheffing.   

Het vaste deel van de afvalstoffenheffing bedraagt voor 2025 € 281,52 (was € 274,08); de stijging blijft dus beperkt tot € 7,44 per aansluiting (= 2,71%). De diftar (tarief per lediging) blijft ongewijzigd en dat geldt ook voor de poorttarieven van het milieupark.  

Belastingsoort tarief 2024 tarief 2025
Vastrecht 274,08 281,52
Diftar aanbieden container restafval 140 lt 7,00 7,00
Diftar aanbieden container restafval 240 lt 10,00 10,00
Diftar aanbieden container gft-afval 140 lt - -
Diftar aanbieden container gft-afval 240 lt - -

Onderstaande tabel geeft inzicht in de kostendekkendheid van afval:

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing begroting 2025
Kosten taakvelden:
2.1 Verkeer en vervoer -56.025
6.3 Inkomensregelingen -193.000
7.3 Afval -4.360.126
Inkomsten taakveld(en), excl heffingen 1.100
Netto kosten taakvelden -4.608.051
Toe te rekenen kosten:
Overhead -311.579
BTW -803.628
Totale lasten -5.723.258
Opbrengst heffingen 5.723.258
Dekkingspercentage 100,0%

Uit bovenstaande tabel valt af te lezen dat het dekkingspercentage 100% is (was 93,2% in 2024). In 2023 is het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid (tijdelijk) losgelaten. Bij de berekening van het tarief voor 2025 is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de voorziening afvalstoffenheffing in te zetten.    

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

De gemeente heeft bij wet een zorgplicht voor drie beleidsvelden op het gebied van water. Doel van de rioolheffing is om geld vrij te maken voor onder meer:

  • de afvoer van afvalwater;
  • de afvoer van regenwater (ook wel hemelwater genoemd);
  • het kwaliteitsbeheer van grondwater.

De rioolheffing is een bestemmingsheffing. Dit betekent dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 is de verplichting om een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) op te stellen vervallen. In de memorie van toelichting bij deze wet is echter wel aangegeven dat het opstellen van een omgevingsprogramma voor riolering en water belangrijk is. Op 31 oktober 2023 is daarom het Water- en rioleringsprogramma Beekdaelen 2024 - 2027 door de raad vastgesteld. Dit programma geeft inzicht in de kosten van de invulling van de gemeentelijke zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater en vormt de basis voor de berekening van het tarief rioolheffing.

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel (€ 216,96) verhoogd met een bedrag geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. Voor het bedrag per m3 afgevoerd water geldt onderstaande staffeling:

Van 1 m3 tot en met 300m3 € 134,28
Van 301 m3 tot en met 3.000 m3 € 134,28 basistarief, vermeerderd met € 120,84 per eenheid van 300m3, waarmee de hoeveelheid van 300m3 wordt overschreden
Van 3.001 m3 tot en met 6.000 m3 € 1,222,32 basistarief, vermeerderd met € 93,96 per eenheid van 300m3, waarmee de hoeveelheid van 3.000m3 wordt overschreden
Boven de 6.000 m3 € 2.162,52 basistarief, vermeerderd met € 67,08 per eenheid van 300m3, waarmee de hoeveelheid van 6.000m3 wordt overschreden


Voor een huishouden/bedrijf met een waterverbruik tot en met 300m3 wordt de aanslag € 351,24 (vastrecht € 216,96 en op basis van waterverbruik € 134,28). 

In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de mate van kostendekkendheid rioolheffing:

Kostendekkendheid rioolheffing begroting 2025
Kosten taakvelden:
2.1 Verkeer en vervoer -93.375
6.3 Inkomensregelingen -215.000
7.2 Rioleringen -4.961.699
7.4 milieubeheer -14.000
Inkomsten taakveld(en), excl heffingen 529.011
Netto kosten taakvelden -4.755.063
Toe te rekenen kosten:
Overhead -844.547
BTW -704.749
Totale lasten -6.304.359
Opbrengst heffingen 6.304.359
Dekkingspercentage 100,0%

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

De verhoging van de tarieven toeristenbelasting 2025 maakt onderdeel uit van de inkomstenverhogende maatregelen om te komen tot een structureel sluitende begroting. De tarieven toeristenbelasting zijn gelijkgetrokken tot de gemiddelde tarieven 2024 in Zuid-Limburg.

Investeringen in de Beekdaelenroute, de Parkstadroute en Knopen Lopen én diverse gebiedsontwikkelingen rechtvaardigen, naast de gemiddelde Zuid-Limburgse tarieven, deze tariefsverhoging.

In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de tarieven in afgelopen jaren weergegeven: 

Soort 2022 2023 2024 2025
Mobiele onderkomens: per persoon/per overnachting € 0,80 € 0,85 € 0,90 € 1,55
Overige accommodaties: per persoon/per overnachting € 1,35 € 1,40 € 1,45 € 2,00

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een groot aantal taken. Een deel van deze taken wordt in de vorm van een dienst door bewoners of bedrijven individueel afgenomen. Om gemeenten tegemoet te komen in de kosten die zijn gerelateerd aan deze taken, betalen afnemers van deze gemeentelijke diensten leges. Wie de leges betalen, is afhankelijk van het type dienst dat wordt afgenomen. In veel voorkomende gevallen zijn het inwoners die betalen voor een paspoort, een rijbewijs of een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie. Het kunnen echter ook projectontwikkelaars zijn die een aanvraag indienen voor een omgevingsvergunning.

De tarieven voor de diverse diensten zijn opgenomen in de legesverordening, welke jaarlijks door de raad wordt vastgesteld. Om de diensten van de gemeente en de bijbehorende tarieven inzichtelijk weer te geven, is de tarieventabel bij de legesverordening ingedeeld in 3 hoofdstukken, die zijn onderverdeeld in paragrafen.

Het totaal van de opbrengsten uit de leges mag niet meer dan 100% kostendekkend zijn. Het is wel mogelijk dat een opbrengst voor een dienst hoger is dan de kosten voor deze dienst, maar dat deze opbrengst een verlies op een andere dienst compenseert (waar dus de opbrengst lager is dan de kosten voor de dienst). Dit wordt kruissubsidiëring genoemd. Kruissubsidiering tussen de diverse paragrafen binnen één hoofdstuk is toegestaan. Tussen de drie hoofdstukken is dit ongewenst.

Volgens de afspraak tijdens de raadssessie van 23 september jl. worden de legestarieven 2025 verhoogd tot een kostendekkingspercentage van 75%. Bij de berekening van deze kostendekking blijven de kosten en opbrengsten van  de verstrekking van reisdocumenten, rijbewijzen , beschikkingen in het kader van de Wet op de Kansspelen en Verklaringen van geen bezwaar buiten beschouwing. Voor deze documenten worden jaarlijks maximale tarieven vastgesteld en opgenomen in de tarieventabel van onze legesverordening.  Om te komen tot de gewenste kostendekkendheid is het noodzakelijk om de tarieven als volgt te verhogen:

hoofdstuk 1 algemene dienstverlening: 23,64% (meeropbrengst incl. hoofdstuk 3 € 115.000)

hoofdstuk 2 dienstverlening en besluiten in het kader van de omgevingswet: 82,63% (meeropbrengst € 570.000) 

hoofdstuk 3 dienstverlening vallend onder de dienstenrichtlijn en niet vallend onder hoofdstuk 2: 41,03% (meeropbrengst zie hoofdstuk 1) 

De totale verhoging ad € 685.000 (€ 115.000 + +€ 570.000) betreft een brutobedrag. Na aftrek van de eveneens verhoogde afdracht van rijksleges (€ 50.000) en de voor 2025 gehanteerde inflatiecorrectie van 3,4% (€ 49.000) is er sprake van een extra netto-opbrengst van € 586.000.

In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de mate van kostendekkendheid leges:

Kostendekkendheid leges begroting 2025 kosten opbrengsten kostendekking
hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Burgerlijke stand 69.881 33.035 47,27%
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart 562.430 436.960 77,69%
Rijbewijzen 219.570 175.548 79,95%
Verstrekkingen uit de basisregistratie personen 38.688 30.045 77,66%
Overige publiekszaken 2.226 1.544 69,36%
Bijzondere wetten 97.458 91.260 93,64%
Diversen 1.636 1.052 64,30%
totaal titel 1 991.889 769.444 77,57%
hoofdstuk 2 Omgevingswet
voorfase 411.905 88.255 21,43%
activiteiten met betrekking tot bouwwerken 840.588 858.321 102,11%
activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed 2.028 456 22,49%
aanlegactiviteiten 20.278 9.055 44,65%
totaal titel 2 1.274.799 956.087 75,00%
hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
Horeca 18.172 14.122 77,71%
Winkeltijdenwet 682 214 31,38%
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 872 458 52,52%
totaal titel 3 19.726 14.794 75,00%
totaal kostendekkendheid 2.286.414 1.740.325 76,12%

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

Burgers die niet in staat zijn de gemeentelijke belastingen te betalen, kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding. De gemeenteraad bepaalt voor welke belastingen kwijtschelding mogelijk is en de voorwaarden waaronder kwijtschelding plaatsvindt. De gemeenteraad is hierbij gebonden aan wettelijk voorgeschreven regels. Op enkele onderdelen kan de raad afwijken van de landelijke regels, De raad kan bepalen:  

  1. Voor welke gemeentelijke belastingen kwijtschelding wordt verleend.
  2. Of daar geheel of gedeeltelijk kwijtschelding voor wordt verleend. Gedeeltelijke kwijtschelding houdt in dat slechts een deel voor kwijtschelding in aanmerking komt (bijvoorbeeld 50% van de aanslag).
  3. Welke kwijtscheldingsnorm wordt toegepast.
  4. Welke vermogensnorm wordt gehanteerd. 
Kwijtschelding 2025
Rioolheffing 100%
Afvalstoffenheffing (vast bedrag per perceel) 100%
Afvalstoffenheffing (diftar) max. € 55 per jaar

Bij het vaststellen van het recht op kwijtschelding worden de kosten van levensonderhoud op 100% van de bijstandsnorm gesteld. Voor de vermogensnorm geldt dat hiervoor de maximaal toegestane norm wordt gehanteerd. 

Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - Lijkbezorgingsrechten

Voor het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen en de tarieven lijkbezorgingsrechten geldt sinds 2021 de geharmoniseerde verordening en tarieventabel. De tarieven 2025 worden ten opzichte van 2024 verhoogd met 3,4% inflatiecorrectie. 

7.3 Weerstandsvermogen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het weerstandsvermogen geeft antwoord op de vraag in hoeverre een gemeente in staat is om nog niet afgedekte risico’s op te vangen door het vormen van een risicobuffer (weerstandscapaciteit). 

Om een goede inschatting te kunnen maken van het weerstandsvermogen is het van belang dat een vorm van risicomanagement wordt toegepast. Risicomanagement betekent dat risico’s die spelen in de organisatie continu en systematisch worden doorlopen met als doel een balans te vinden tussen het nemen en het beheersen van risico’s. In het eerste jaar na de fusie is de gemeente gestart met risicomanagement. Het beleid is vastgesteld en vormt de basis voor de paragraaf weerstandsvermogen in de begroting en het jaarverslag.  De gemeente gaat in 2023/ 2024 aan de slag met een volledig nieuwe risico inventarisatie. De uitkomsten van die inventarisatie alsmede de nieuwe nota risicomanagement kan de raad in de vergadering van februari 2024 tegemoet zien.

Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn op te vangen c.q. de risico´s in financiële zin af te dekken. Het betreft kosten die onvoorzien, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. 

In het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) is niet voorgeschreven welke bestanddelen behoren tot de weerstandscapaciteit. De gemeente Beekdaelen hanteert de volgende bestanddelen:

Nr Bestanddeel Incidentele weerstandscapaciteit Structurele  weerstandscapaciteit
1. Algemene reserve

€ 4.402.035

0
2. Stille reserves pm 0
3. Begrotingsruimte 2024 0 0
4. Onvoorzien 0 € 50.000
5. Onbenutte belastingcapaciteit 0 € 1.195.000
  Totaal € 4.402.035 € 1.245.000

In de tabel maken wij onderscheid in een structurele en een incidentele component van de weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit betreft het vermogen van de gemeente om onverwachte tegenvallers in de begroting op te vangen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de voortzetting van gemeentelijke taken. De incidentele weerstandscapaciteit is de ruimte die de gemeente heeft om onverwachte eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat deze invloed hebben op de voortzetting van gemeentelijke taken. 

1.    Algemene reserve
De algemene reserve is het deel van de reserves waar geen claim op ligt. De omvang van die algemene reserve bedraagt voor de gemeente Beekdaelen afgerond € 4,4 miljoen. Daarnaast beschikt de gemeente nog over een ‘reserve nog te bestemmen’. Die reserve wordt door de gemeente niet gerekend tot het weerstandsvermogen. Toch is ook die reserve ‘claimvrij’. Het bedrag in die reserve bedraagt ruim € 14 miljoen euro. 

2.    Stille reserves
Als activa onder de opbrengstwaarde of niet zijn gewaardeerd is sprake van een stille reserve. Voor de bepaling van de weerstandscapaciteit is van belang dat de activa waarin een stille reserve besloten ligt direct verkoopbaar zijn. Niet direct verkoopbare activa blijven voor de berekening van de weerstandscapaciteit buiten beeld. Bij verkoop ontstaan winsten die eenmalig vrij inzetbaar zijn. Gemeenten kennen twee soorten stille reserves. Dit zijn stille reserves in financiële vaste activa (deelnemingen, aandelen) en stille reserves in de materiële vaste activa (bijv. gronden niet ingebracht in de grondexploitatie, panden etc.). 

3.    Begrotingsruimte
Als de begroting en meerjarenraming sluiten met een positief saldo, is sprake van begrotingsruimte. Die ruimte is er in deze begroting niet.

4.    De post onvoorziene uitgaven              
Het totaalbedrag van de post onvoorzien bedraagt € 50.000 en is naar rato van de lasten verdeeld over de verschillende programma´s. Gezien de geringe omvang van het bedrag draagt deze post niet substantieel bij aan de weerstandscapaciteit.

5.    Onbenutte belastingcapaciteit
Hieronder wordt verstaan de mogelijkheid die de gemeente heeft om de belastingen te verhogen. Bij tarieven waar kostendekking een rol speelt is van onbenutte belastingcapaciteit sprake voor zover nog geen volledige kostendekking wordt gerealiseerd. Aan de hoogte van de overige tarieven is theoretisch geen bovengrens gesteld. De gemeente kan deze echter niet tot in het oneindige verhogen. Bij deze heffingen zal de raad zelf een grens moeten aangeven. 

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Risico’s
In deze paragraaf worden de geïnventariseerde risico’s beschreven. Het betreft risico’s die als meest belangrijk worden ervaren. Van ieder risico is becijferd welk bedrag voor dat risico moet worden toegevoegd aan de weerstandscapaciteit. Dat bedrag wordt berekend aan de hand van de formule kans * impact. Onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de betreffende risico’s:

Geactualiseerd risicoprofiel gemeente Beekdaelen
Nr. Risicothema Risicobeschrijving Risicocategorie Was Wordt Mutatie incidenteel = (risico*kans)*1, structureel = (risico*kans)*3 = Toelichting
1 Eenmansfunctie in organisatie Gezien het feit dat de gemeente 'middelgroot' is, is nog steeds op een aantal plekken sprake van 'eenmansfunctie'. Dat vormt een risico voor wat betreft de continuiteit, maar vormt ook een risico voor zover het gaat om processen die om functiescheiding vragen Financieel, Organisatorisch - - - nvt Het risico wegens het feit dat in onvoldoende mate sprake is van functiescheiding is niet te kwantificeren. Het risico op gebrek aan continuiteit wordt ingeschat op structureel 1,5 fte (€ 120.000). De kans op 50%. Betreffende kosten kunnen worden geput uit de reserve dat in het leven is geroepen voor personele aangelegenheden. De uiteindelijke impact voor de weerstandscapaciteit is derhalve nihil.
2 Cybercriminaliteit Hierbij kan worden gedacht aan hackers die systemen platleggen of data stelen, phishing of ransomware etc Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk 100.000 100.000 - (500.000*20%)*1 Geschat wordt dat de impact groot is (€ 500.000), maar dat de kans dat het zich voordoet niet zo groot is (20%).
3 Datalekken bijv. als gevolg van verlies, diefstal, onbewust handelen/nalatigheid of handelen met onvoldoende kennis. Politiek/ maatschappelijk -
4 Uitval ICT Uitval van ICT. De afhankelijkheid van de beschikbaarheid van de ICT voor de gemeente en haar inwoners en organisaties is groot. Voor het maken van afspraken tot aan het aanvragen van nieuwe documenten dient de ICT in werking te zijn. Het effect van dit risico is belemmering van de bedrijfscontinuïteit en dienstverlening waardoor de inwoners en organisaties niet juist, - volledig en/of tijdig kunnen worden geholpen. Financieel, Organisatorisch 80.000 80.000 - (160.000*50%)*1 De impact wordt ingeschat op een bedrag van € 160.000 (uitgaande van een uitval van 16 uur per jaar en 240 medewerkers binnendienst). De kans wordt ingeschat op 50%
5 Mislopen of lager vaststellen van subsidies Het risico bestaat dat voor projecten geen of geen volledige subsidieaanvraag wordt ingediend. Ook kan het voorkomen dat een subsidie lager uitvalt dan van tevoren verondersteld. Financieel, Politiek/ maatschappelijk 150.000 180.000 -30.000 ((6.000.000*30%)*10%)*1 Het totaal geraamde bedrag aan subsidies bedraagt € 6 mln. Ingeschat wordt dat het risico 30% is dat 10% van de subsidie niet wordt ontvangen. De mutatie wordt veroorzaakt doordat het totale bedrag aan subsidies is toegenomen.
6 Gebrek aan medewerking stakeholders in projecten Het komt regelmatig voor dat de gemeente projecten opstart die alleen kunnen slagen als derde partijen participteren. Dat zorgt ervoor dat de gemeente (deels) afhankelijk is van de medewerking die dergelijke partijen leveren. Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk 100.000 100.000 - ((100.000.000*1%)*10%)*1 Het totale bedrag dat in de begroting is opgenomen voor projecten bedraagt ruim 100 miljoen euro. Ingeschat wordt dat de kans 10% is dat 1% van de projecten in gevaar komt.
7 Lagere SPUK- uitkering sport Bij de realisatie van beleidsontwikkelingen op het gebied van sport wordt veelal rekening gehouden met een zogenaamde SPUK- uitkering van het rijk. De gemeente loopt het risico dat betreffende uitkeringen lager uitvallen. Financieel, Politiek/ maatschappelijk 25.000 6.350 18.650 ((127.000*10%)*50%)*1 De totale SPUK- aanvraag bedraagt € 127.000. Ingeschat wordt dat de kans 50% is dat 10% niet wordt ontvangen. De mutatie wordt veroorzaakt doordat de aanvraag van de SPUK uitkering lager is dan vorige jaren.
8 Grondexploitatie Binnen de grondexploitatie spelen diverse risico's. Twee keer per jaar (bij het opstellen van de jaarrekening en de begroting) worden risicoanalyses geactualiseerd. Financieel, Politiek/ maatschappelijk - - - Het bedrag is niet te kwantificeren
9 Organiseren Oud Limburgs Schuttersfeest (OLS) De gemeente Beekdaelen organiseert in het jaar 2024 het OLS. De kans is aanwezig dat de gemeente in het uiterste geval een extra financiele bijdrage dient te leveren. Financieel, Politiek/ maatschappelijk 10.000 10.000 - (50.000*20%)*1 Ingeschat wordt dat de kans 20% is dat de gemeente € 50.000 extra dient bij te dragen
10 Procedures en claims Het risico dat de gemeente met (gerechtelijke) procedures en claims wordt geconfronteerd, neemt met name door algemene economische en maatschappelijke ontwikkelingen toe. Los van de grotere procedeerbereidheid van burgers is ook de laagdrempelige rechtsbescherming tegen hen onwelgevallige besluiten of tegen het nalaten bepaalde besluiten te nemen een aspect dat ertoe leidt dat gemeenten meer gerechtelijke procedures zullen moeten doorlopen. In geval dat beleidsmatig juridische stappen worden ondernomen kan de uitkomst hiervan zijn dat de gemeente niet in het gelijk wordt gesteld en dat er een claim of claims volgen. Ook valt te denken aan grote incidenten c.q. calamiteiten, crisissen of rampen waarbij de gemeente in gebreke wordt gesteld. Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk 18.000 18.000 - (30.000*20%)*3 Ingeschat wordt dat het bedrag dat is gemoeid met het risico structureel € 30.000 is. De kans wordt ingeschat op 20%
11 Bevolkingszorg In tijden van incidenten (met een grote impact op de samenleving), crisissen of rampen worden de gemeentelijke processen Bevolkingszorg genoemd. Aan deze processen, denk bijvoorbeeld aan het opvangen van burgers, zijn kosten verbonden. Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk - - - Het betreffende risico is niet te kwantificeren
12 Integriteitsschending Het risico op een procedure met betrekking tot integriteit schendingen. Deze dienen conform landelijke richtlijnen worden gemeld. De Wet Huis voor Klokkenluider (WHvk) is ter zake leidend. Het uitgangspunt van de WHvk is dat een werknemer eerst intern melding doet van een vermoeden van een misstand. Wordt naar aanleiding hiervan niet naar behoren gehandeld dan kan hij of zij bij het huis van de klokkenluiders (Hvk)melding doen. De wet bepaalt dat de adviestaken en de onderzoekstaken in de bedrijfsvoering van het Hvk zorgvuldig gescheiden zijn. De kosten van een dergelijk onderzoek komen voor rekening van de gemeente. De hoogte van de kosten is afhankelijk van het aantal onderzoeken. Fraude, Organisatorisch - - - Het betreffende risico is niet te kwantificeren
13 Hervormingsagenda jeugd Het is op dit moment onduidelijk hoeveel extra kosten moeten worden gemaakt door gemeenten om de hervormingsagenda te implementeren. Financieel, Organisatorisch 50.000 50.000 - (100.000*50%)*1 Ingeschat wordt dat de kans dat de kosten € 100.000 bedragen 50% is.
14 Klimaatveranderingen Vanwege toename van broeistofgassen (zoals CO2) in de atmosfeer stijgt de temperatuur op aarde en hebben we te maken met extreme weersomstandigheden. Door de huidige klimaatveranderingen bestaat het risico dat de geplande kosten van onderhoud van gemeentelijke eigendommen toeneemt. Hevige regenval in korte tijd kan met name in het Heuvelland zorgen voor schade aan (holle) wegen, watergangen, taluds en afwatersystemen in de vorm van uitspoeling, verstoppingen. Vaak is acuut ingrijpen door de gemeente noodzakelijk om vervolgschade te voorkomen. Financieel, Politiek/ maatschappelijk 49.500 49.500 - (330.000*5%)*3 Het risico wordt ingeschat op 5% van het structurele bedrag voor wegen en rioleringen ad € 330.000 per jaar.
15 Stikstofproblematiek In het kader van de stikstofproblematiek nemen de voorbereidingskosten en uitvoeringskosten van reconstructieprojecten toe, afhankelijk van de aard, omvang en locatie van de werkzaamheden ten opzichte van Natura 2000 gebieden. Tijdens de voorbereidingsfase bestaat de kans op aanvullende advies en vergunning trajecten om de uitvoering van projecten mogelijk te maken. Financieel, Politiek/ maatschappelijk 45.600 45.600 - ((608.000*0,25)*30%)*1 Voor de periode 2024 – 2027 is uitgegaan van 76 projecten die op voorhand niet kunnen worden geschaard onder “onderhoud” c.q. ongewijzigde functie volgens de handleiding m.b.t. de stikstof. Bij een deel van die projecten dient meer te gebeuren dan een globaal vooronderzoek. Uitgegaan wordt van 25% van die projecten. De kosten hiervan zijn in orde van grootte van € 8.000 per project. De totale inpact bedraagt dan € 608.000 (€ 8.000*76) De kans wordt ingeschat op 30%
16 Nadeelcompensatie regeling projecten Door de huidige financiële situatie n.a.v. de nasleep van de corona pandemie, de huidige oorlog en recente jurisprudentie is de kans aanwezig dat steeds meer ondernemers zich gaan melden en een beroep doen op nadeel compensatie. Zowel bij reguliere onderhoudswerken als reconstructies in de openbare ruimte. In het geval dat een aanvraag positief wordt beschikt zullen de financiële consequenties via de reguliere burap met uw raad worden gedeeld. Juridisch, Organisatorisch 160.000 160.000 - (200.000*80%)*1 Gelet op de aard en omvang van de geplande projecten wordt het risico ingeschat op een bedrag van € 200.000,-. Dit bedrag is gebaseerd op een risicopercentage van 2% over de gezamenlijk, jaarlijks geschatte projectomvang van € 10.000.000,- uitvoeringskosten. De kans wordt ingeschat op 80%
17 Laagconjunctuur en renteontwikkeling Een daling van de conjunctuur brengt risico's mee voor Beekdaelen, doordat onder meer de bedrijvigheid afneemt, werkloosheid stijgt met als gevolg daling van inkomsten voor de gemeente dalen en grotere (financiële) druk, waardoor de gemeentelijke doelstellingen onvoldoende worden gerealiseerd. Ook speelt het risico op een stijging van de rente bij het afsluiten van leningen. Financieel, Politiek/ maatschappelijk 621.000 310.500 310.500 (345.000*60%)*3 Naar de huidige inzichten dienen extra leningen te worden aangetrokken. Een stijging van 0,5% van de kapitaalmarktrente leidt tot een stijging van de rentelasten met ongeveer 345.000 euro. De kans wordt ingeschat op 30%. De mutatie wordt veroorzaakt doordat de kans kleiner is op een stigende marktrente nu de rente aan het dalen is.
18 Open einderegelingen Op het gebied van de sociale zekerheid zoals bijstandsuitkeringen, bijzondere bijstand en uitkeringen als gevolg van de Wet maatschappelijke ondersteuning en Jeugdzorg loopt de gemeente Beekdaelen het risico dat in verband met de open einderegelingen de ontvangen rijksbijdragen onvoldoende zijn. Indien tekorten ontstaan zal de gemeente uit eigen middelen moeten bijpassen. Tevens toepasbaar op andere domeinen. Financieel 567.000 567.000 - (378.000*50%)*3 Het totale bedrag dat is gemoeid met de open einderegelingen bedraagt ruim 25 miljoen euro. Indien de regelingen, bovenop de reguliere index, voor de helft stijgen met 3% is daar een bedrag mee gemoeid van 378 duizend euro. Wij achten de kans dat zich dat voordoet 50%.
19 Gegevensbescherming Het risico dat de gemeente Beekdaelen de regels voor gegevensbescherming overtreedt. In dit geval kan de Autoriteit Persoonsgegevens de gemeente een last onder dwangsom opleggen. Of het risico op het verlies van gegevens, uitval van ICT, of het door onbevoegden kennisnemen of manipuleren van bepaalde informatie, welke ernstige gevolgen kan hebben voor de bedrijfsvoering, maar ook kan leiden tot imagoschade. Fraude, Organisatorisch 360.000 360.000 - (3.600.000*10%)*1 De omvang van de dwangsom die door de Autoriteit Persoonsgegevens aan gemeenten maximaal wordt opgelegd bedraagt 4% van de jaaromzet. Voor Beekdaelen betekent dat een bedrag van € 3,6 miljoen euro. De kans dat het zich voordoet is relatief klein (10%).
20 WMO Het risico op een financieel nadeel voor de gemeente met betrekking tot de eigen bijdrage. Financieel 22.500 16.250 6.250 (32.500*50%)*1 Het totale bedrag aan geraamde eigen bijdrage is 325 duizend euro. De kans dat die eigen bijdrage 10% lager wordt dan geraamd schatten wij in op 50%. De mutatie wordt veroorzaakt doordat het geraamde bedrag aan eigen bijdrage lager is dan eerder geraamd.
21 Aanpassingsvermogen De vorming van de nieuwe organisatie vereist aanpassingsvermogen en veranderbereidheid. Indien deze onvoldoende aanwezig zijn loopt de gemeente risico dat doelstellingen onvoldoende worden behaald. Een logisch gevolg van de recente fusie is dat processen en systemen nog onvoldoende zijn ingericht, wat risico's kan opleveren voor de gemeente. Organisatorisch, Politiek/maatschappelijk - - - (2.800.000*10%)*1 De eenmalige kosten die worden gevraagd in het ontwikkelplan bedragen 2,8 miljoen euro. Gebleken is dat die middelen toereikend zijn.
22 Inkoop en aanbesteding Het risico dat de gemeente Beekdaelen loopt op inkoop- en aanbestedingstrajecten, omdat vereiste kennis en vaardigheid op dit vlak noodzakelijk is. Financieel, Politiek/ maatschappelijk, Organisatorisch, Juridisch, Fraude 100.000 100.000 - (1.000.000*10%)*1 Als de gemeente schadeclaims dient te betalen dan gaat het om grote bedragen. We schatten de impact op 1 miljoen euro. De kans is relatief klein dat een dergelijke claim dient te worden betaald. Het risico schatten wij in op 10%.
23 Burgers Het risico dat burgers zich onvoldoende gekend en minder dichtbij voelen met de gemeente en er minder aandacht is voor de burger. Politiek/ maatschappelijk pm pm - n.v.t Dit risico is slechts beperkt materieel. Het betreft vooral een imagorisico.
24 Informatievoorziening Niet beschikbaar zijn en/of onvoldoende effectief gebruik van bestuurs/managementinformatie, waardoor sturing op doelstellingen wordt belemmerd (van bestuurlijk tot operationeel niveau). Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk 90.000 90.000 - (100.000*30%)*3 We schatten in dat met het betreffende risico een bedrag is gemoeid van jaarlijks 100 duizend euro. De kans dat het zich voordoet schatten wij op 30%.
25 Vergrijzing medewerkersbestand/ arbeidsmarktkrapte Het risico op onvoldoende capaciteit (kennis en omvang) in huis voor uitvoering van de taken over 5 tot 6 jaar als gevolg van de vergrijzing van het medewerkersbestand, mede in relatie tot de arbeidsmarktkrapte. Financieel, Organisatorisch 77.700 77.700 - (111.000*70%)*1 Wij schatten in dat de kans of de impact niet wezenlijk afwijken ten opzichte van de inschatting die is gegeven in de begroting 2023.
26 Verbonden partijen Het risico dat participatie in verbonden partijen niet alleen voordelen oplevert, maar ook financiële en bestuurlijke risico’s en onvoldoende grip op verbonden partijen. Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk 166.385 143.250 23.135 (286.500*50%)*1 De totale gemeentelijke bijdrage aan verbonden partijen bedraagt 19,1 miljoen euro. Wij schatten de kans 50% dat die bijdragen bij de helft van de verbonden partijen 3% hoger uitvalt. De mutatie wordt veroorzaakt doordat het geraamde bedrag aan bijdragen aan verbonden partijen lager is dan bij de jaarrekening.
27 Illegale dumpingen Het risico en de daarbij behorende (opruim- en sanerings-) kosten van illegaal gedumpte partijen drugs- en asbesthoudend afval. Financieel 60.750 60.750 - (22.500*90%)*3 De afgelopen jaren is sprake van een stijging van de kosten wegens afvaldumpingen. Het gemiddelde bedrag over de afgelopen jaren bedraagt 40,9 duizend euro. Wegens de stijgende tendens wordt het bedrag van de impact ingeschat op 50,0 duizend euro. In de begroting is 27,5 duizend euro geraamd waardoor nog een bedrag van 22,5 duizend euro als risico resteert. We schatten in dat de kans op dit structurele risico 90% bedraagt.
28 Ondermijning Aanpak op ondermijning kan risico's opleveren doordat dit leidt tot hogere kosten. Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk pm pm - n.v.t Dit risico kan niet worden gekwantificeerd.
29 Taakstellingen Het risico dat taakstellingen die in de begroting zijn opgenomen niet of niet helemaal worden gerealiseerd. Financieel 138.000 138.000 - (230.000*20%)*3 In de begroting is voor een bedrag van 230 duizend euro aan taakstellingen opgenomen. Uitgaande van een kans van 20% dat die taakstellingen niet worden ingevuld bedraagt het bedrag van het risico 138 duizend euro.
30 Prijsstijgingen Het risico dat de hoge indexeringen bij structurele infrastructurele werken aanhouden en werken hoger worden aanbesteed. Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk 400.000 400.000 - Schatting De inschatting is dat de prijsstijgingen grotendeels kunnen worden opgevangen binnen de huidige beschikbare budgetten. Het geschatte totale restrisico bedraagt 400.000 euro.
31 Energiekosten De markt voor gas en elektriciteit is nog steeds flink in beweging met name als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Dit brengt onzekerheid over de prijzen met zich mee die de gemeente ook raken Financieel 165.000 165.000 - (550.000*30%)*1 De verwachtte energiekosten bedragen in 2023 € 1,3 mln. In de begroting 2024 is €0,750 mln. begroot. Het risico bedraagt aldus € 550.000. De kans wordt ingeschat op 30%
32 Risico's Nuinhofwijk Het risico dat de gemeentelijke kosten voor de Nuinhofwijk hoger uitvallen dan vooraf gedacht Financieel, Politiek/ maatschappelijk 375.000 375.000 - (750.000*50%)*1 Ingeschat wordt dat de kans 50% is dat het tekort op het poject 750.000 of minder bedraagt.
33 Risico's Masterplan Schinveld Het risico dat de gemeentelijke kosten voor het masterplan Schinveld hoger uitvallen dan vooraf gedacht Financieel, Politiek/ maatschappelijk - 141.000 -141.000 (470.000*30%)*1 Ingeschat wordt dat de kans 30% is dat het tekort 10% bedraagt van het aandeel van de gemeente in het project (€ 4,7 miljoen)
34 Extra bijdrage zorgaanbieder Het risico dat de gemeente een financiele impuls dient te geven in de exploitatie van een zorgaanbieder Financieel, Politiek/ maatschappelijk pm pm pm pm Dit risico kan niet worden gekwantificeerd.
35 Risico op financiele tekorten Het risico dat tekorten in de gemeentebegroting niet tijdig worden opgelost Financieel 300.000 300.000 - (1.000.000*30%)*1 Ingeschat wordt dat de kans 30% is op een tekort van € 1 miljoen dat niet meteen is opgelost.
36 Uitstel doordecentralisatie beschermd wonen Door de val van het kabinet is de besluitvorming omtrent de doordecentralisatie beschermd wonen doorgeschoven naar het nieuwe kabinet. Financieel 170.600 170.600 - (853.000*20%)*1 Mocht de invoering van de nieuwe regeling per 1 januari 2026 niet haalbaar zijn (maar wel per 1 januari 2027) dan leidt dit voor onze gemeente tot een financieel nadeel van in totaal € 853.000 over de periode 2026-2028. |Ingeschat wordt dat de kans 20% bedraagt dat het risico zich voordoet.
37 Stelpost onderschrijding btw- compensatiefonds In de begroting wordt er vanuit gegaan dat het bedrag dat de gemeente in 2023 extra heeft ontvangt omdat gemeenten landelijk minder declareren uit het btw- compensatiefonds structureel ook vanaf het jaar 2025 extra wordt ontvangen. Financieel - 70.300 -70.300 (140.600*50%)*1 Het bedrag van de stelport is € 703.000. We schatten de kans op 50% dat de gemeente hier 20% minder van krijgt. De mutatie wordt veroorzaakt doordat dit het eerste jaar is dat het risico wordt beschreven.
38 Desintegratiekosten uittreding uit RWM Per 1-1-2025 treedt de gemeente Beekdaelen uit RWM. Politiek, Financieel - 32.000 -32.000 (40.000*80%)*1 Ten tijde van het opstellen van de begroting bedraagt het verschil tussen de waarde van het aandelenkapitaal van Beekdaelen in RWM en de verwachte desinegratiekosten ongeveer € 40.000. We schatten de kans op 80% dat het risico zich voordoet.
39 Meerkosten veiligheidsregio agv toekomstige nieuwbouw/ grootschalige verbouw De veiligheidsregio is voornemens te investeren in nieuwbouw/ grootschalige verbouw. Financieel - 295.680 -295.680 ((2,2 mln * 5,6%)*80%)*3 De verwachte meerkosten voor de deelnemers bedragen naar de huidige inzichten vanaf het jaar 2036 € 4,4 miljoen. Tot het jaar 2036 is sprake van een ingroeimodel. Om die reden wordt de impact geschat op € 2,2 miljoen. Het aandeel van Beekdaelen bedraagt 5,6%. We schatten de kans op 80%.
TOTAAL 4.402.035 4.612.480 -210.445

In de tabel is voor een aantal risico’s becijferd welk bedrag in de weerstandscapaciteit moet worden gestort om het risico te ondervangen. Daartoe is gebruik gemaakt van de formule ‘kans * omvang’. Hierna vindt een korte toelichting plaats op de begrippen kans en omvang.

Kans

Voor de beoordeling van de kans van optreden van het risico worden 5 klassen gebruikt. Het referentiebeeld dat erbij genoemd staat kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het bepalen van de kans. Aan deze referentiebeelden zijn kanspercentages gekoppeld. Bijvoorbeeld als een risico zich eenmaal in de tien jaar voordoet is de kans op optreden 10%. Hetzelfde geldt als een risico zich eenmaal per jaar kan voordoen, dan wordt de kans vastgesteld op 90% (bij 100% is het immers geen risico meer).

 

Klasse Referentiebeelden Kwantitatief
1 < of 1 keer per 10 jaar 10%
2 1 keer per 5-10 jaar 30%
3 1 keer per 2-5 jaar 50%
4 1 keer per 1-2 jaar 70%
5   1 keer per jaar of >  90%

 

Risicomanagement

Terug naar navigatie - Risicomanagement

Naar de huidige inzichten is de beschikbare weerstandscapaciteit in de begroting niet toereikend om de risico’s te kunnen opvangen. Op basis van berekeningen die hebben plaatsgevonden bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit afgerond € 4.612.480. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt afgerond € 4.402.035. De weerstandsratio (die wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit) bedraagt daarmee minder dan 1,0. 

In de nota weerstandsvermogen en risicomanagement is, voor wat betreft de weerstandsratio, als beleidsuitgangspunt vermeld dat het weerstandsvermogen in ieder geval een ratio dient te hebben tussen 1,0 en 1,4 (oordeel ‘voldoende’). De ratio bedraagt op dit moment € 4.402.035/ € 4.612.480 = 0,95. Dit betekent dat de huidige weerstandscapaciteit niet toereikend is. Er dient een bedrag van € 210.445 te worden bijgestort. 

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Geprognosticeerde balans per 01-01 ( bedragen x € 1.000)

ACTIVA 2025 2026 2027 2028 PASSIVA 2025 2026 2027 2028
VASTE ACTIVA VASTE PASSIVA
Immateriële vaste activa 3.019 841 801 762 Eigen vermogen 83.101 80.352 78.238 76.439
Begrote resultaat 0 -590 41 590
Materiële vaste activa 123.917 151.785 169.847 173.231
Totaal eigen vermogen 83.101 79.762 78.279 77.029
Financiele vaste activa 6.578 6.223 5.846 5.468 Vreemd vermogen
Voorzieningen 14.781 16.008 16.208 17.086
Lange vreemd vermogen 29.994 54.382 73.289 76.613
Totaal vaste activa 133.514 158.849 176.494 179.461 Totaal vaste passiva 44.775 70.390 89.497 93.699
VLOTTENDE ACTIVA VLOTTENDE PASSIVA
Voorraden 762 741 720 705
Uitzettingen < 1jaar 3.038 0 0 0 Korte schulden 7.186 7.186 7.186 7.186
Liquide middelen 2.101 2.101 2.101 2.101 Overlopende passiva 12.801 12.801 12.801 12.801
Overlopende activa 8.448 8.448 8.448 8.448
Totaal vlottende activa 14.349 11.290 11.269 11.254 Totaal vlottende passiva 19.987 19.987 19.987 19.987
Totaal activa 147.863 170.139 187.763 190.715 Totaal passiva 147.863 170.139 187.763 190.715

Bij de vernieuwing van het BBV is, op basis van advies van de commissie Depla, voorgeschreven dat er in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen in de begroting. Het betreft de volgende kengetallen:

1A Netto schuldquote
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
2 Solvabiliteitsratio
3 Grondexploitatie
4 Structurele exploitatieruimte
5 Belastingcapaciteit

In de onderstaande tabel zijn de ratio’s gepresenteerd voor de jaren 2024 tot en met 2027. Vervolgens worden deze nader toegelicht.

Omschrijving rekening 2023 begroting 2025 mrj 2026 mrj 2027 mrj 2028
1A Netto schuldquote 3,03% 27,13% 53,26% 70,91% 74,47%
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor vertrekte geldleningen 3,66% 21,88% 48,26% 66,26% 70,16%
2 Solvabilileitsratio 64,78% 56,20% 46,88% 41,69% 40,39%
3 Structurele exploitatieruimte 4,01% 7,82% 0,89% 1,55% 2,00%
4 Grondexploitatie 1,58% 4,74% 5,04% 5,01% 5,00%
5 Belastingcapaciteit 104,74% 110,68% 110,68% 110,68% 110,68%

1A Netto schuldquote
Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. 

1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te krijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote weergegeven (netto schuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. 

2 Solvabiliteitsratio 
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De formule die wordt gehanteerd om deze ratio te berekenen is als volgt: eigen vermogen/ vreemd vermogen.

3 Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting OZB. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. 

4 Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten in de begroting.

5 Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Met belastingcapaciteit wordt bedoeld de woonlasten van een meerpersoonshuishouden in het begrotingsjaar ten opzichte van het landelijk gemiddelde in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar uitgedrukt in een percentage. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in de gemeente.
Op basis van de cijfers van Coelo bedraagt het landelijk gemiddelde van de woonlasten in Nederland in 2024 van vergelijkbare gemeenten op basis van inwoneraantal € 994. De cijfers over 2025 zijn nog niet bekend. Uitgedrukt in een percentage ten opzichte van 2024 is dit 110,68 %. Dit betekent dat de woonlastendruk in de gemeente Beekdaelen ruim 10 % hoger zijn ten opzichte van het landelijk gemiddelde 2024.

Beoordeling onderlinge verhouding tussen de kengetallen
Het is niet mogelijk een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van een gemeente. Daarom dienen ze te worden voorzien van een adequate toelichting. De waarden van de kengetallen kunnen worden ingedeeld in drie categorieën: categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest, en categorie B is neutraal.

Op basis van onderstaand overzicht en op basis van het weerstandsvermogen kan worden geconcludeerd dat de gemeente Beekdaelen in het jaar 2025 een stabiele financiële positie heeft. Er bevinden zich 5 onderdelen in de categorie A (minst risicovol) en 1 onderdeel in de categorie C (risicovol). 

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C Gemeente Beekdaelen
1A Netto Schuldquote <90% 90-130% >130% 27,13% A
1B Netto Schuldquote gecorrigeerd <90% 90-130% >130% 21,88% A
2 Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20% 56,20% A
3 Structurele exploitatieruimte begroting >0% 0 <0% 7,82% A
4 Grondexploitatie <20% 20-35% >35% 4,74% A
5 Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105% 110,68% C

7.4 Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Een groot deel van het gemeentelijk vermogen is geïnvesteerd in kapitaalgoederen. Onderhoud en beheer van deze kapitaalgoederen zijn van belang om kapitaalvernietiging te voorkomen en de veiligheid te waarborgen. Daarom gaan we uit van risico gestuurd assetmanagement. Waarbij onze focus ligt op  cyclisch en curatief onderhoud. Daar waar mogelijk nemen we steeds vaker preventieve conserverende maatregelen om de toekomstige beheerkosten te beperken.

Met het beheer en onderhoud van onze wegen, civiele kunstwerken, riolering, openbaar groen, openbare verlichting en gemeentelijke gebouwen is een grote inzet van middelen gemoeid. De lasten van deze kapitaalgoederen zijn onderdeel van de diverse programma’s. Deze paragraaf geeft een integraal inzicht in de kaders, ontwikkelingen, onderhoud en kosten over de programma’s heen. 

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

In 2025 wordt het groen beheer en onderhoud verder vormgegeven op basis van de vastgestelde beeldkwaliteit- niveaus en de pilots op het gebied van burgerparticipatie in de groencontracten. Hiermee wordt op de in 2022 ingeslagen weg verder gegaan.

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen
Kengetallen Beekdaelen Totaal
Wegen algemeen (km) 378,7
Asfalt (m2) 1.515.680
Elementen (m2) 947.791
Beton (m2) 65.804
Half/onverhard (m2) 10.598
Totaal (m2) 2.539.873

Gemeente Beekdaelen beschikt over 347 kilometer geasfalteerde wegen, 25 kilometer betonwegen en 340 kilometer wegen bestaande uit elementenverhardingen. De totale oppervlakte van de verharde wegvakonderdelen is, naar boven afgerond, 2.550.000 m2. Deze gegevens wijzigen in principe niet, tenzij deze ontstaan als gevolg van een herinrichting, wegverbreding, reconstructie of uitbreiding van het wegennet.

Het beoordelen van de wegen en het toekennen van een kwaliteitsniveau wordt uitgevoerd conform de richtlijnen van het CROW te weten onderhoudsniveau (beeldkwaliteit) A+, A, B, C en D (wettelijk minimum). Gemeente Beekdaelen heeft vastgesteld dat alle wegvakken worden onderhouden op kwaliteitsniveau C. Het algehele kwaliteitsniveau, thans gebaseerd op de in 2020 uitgevoerde weginspectie, is zorgelijk.
11% van de wegvakken heeft kwaliteitsniveau D en 15% kwaliteitsniveau C, dit zit voornamelijk in de asfaltverhardingen.

Er was voor de jaren 2022, 2023, 2024 en 2025 een structureel begrotingstekort om alle schades die tijdens de inspectieronde in 2020 zijn geconstateerd te herstellen. Via een krediet is voor de bovengenoemde jaren jaarlijks 1,2 miljoen euro beschikbaar gesteld om het achterstallig onderhoud weg te werken.

Tijdens de in maart 2023 uitgevoerde weginspectie is een kleine verbetering zichtbaar, namelijk: 10% van de wegvakken heeft kwaliteitsniveau D en 8% kwaliteitsniveau C. In het eerste kwartaal van 2025 staat opnieuw het uitvoeren van de 2-jaarlijkse inspectie van de wegvakonderdelen gepland.

•    Kwaliteit:  
Bij de harmonisatie van het beheer van de openbare ruimte is het gewenste kwaliteitsniveau van de wegen volgens de CROW-publicatie vastgesteld op onderhoudsniveau C; sober maar doelmatig en veilig. Herijking van het beleid wegen is als onderdeel van het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte verder uitgewerkt. Hierbij is een financieel plan opgesteld om het fors aanwezige achterstallig onderhoud terug te dringen. Verder is invulling gegeven aan de motie upgrading van de trottoirs en het opwaarderen van fietspaden.

Door het tijdig uitvoeren van onderhoud is de veiligheid en kwaliteit van het kapitaalgoed gegarandeerd en wordt kapitaalvernietiging voorkomen. Het onderhouden van wegen ouder dan 50 jaar wordt weinig succesvol geacht omdat vaak de gehele constructie inclusief de funderingslaag versleten is.

   Financiën: 
De kosten die nodig zijn op grond van de beleidsplannen zijn opgenomen in de gemeentebegroting. Door de komst van het Covid-19 virus en de oorlog in Oekraïne hebben zich prijsstijgingen voorgedaan. Naast het het niet jaarlijkse indexeren hebben deze ontwikkelingen een negatief effect op de besteedbare budgetten.

Civieltechnische kunstwerken

Terug naar navigatie - Civieltechnische kunstwerken
Kengetallen Beekdaelen Totaal
Kunstwerken 222

Bij de harmonisatie van het beleid openbare ruimte is in het beheerplan Civiele Kunstwerken 2021-2025 vastgesteld dat de civiele kunstwerken sober, doelmatig en veilig onderhouden worden op kwaliteitsniveau C. Onderhoud van de civiele kunstwerken wordt meegenomen als onderdeel van het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte. In 2025 zal gestart worden met het actualiseren van het beheerplan Civiele Kunstwerken voor de periode 2026-2030.

Op basis van de actuele kwaliteit van de civiele kunstwerken is recent een Meer Jaren Onderhoud Planning (MJOP) opgesteld voor het planbare onderhoud voor de komende 10 jaar. Middels een nog op te stellen investeringsraming over de komende 50 jaar kan een indicatie van de vervanging (het planjaar en inschatting van de kosten) worden verkregen. De uitwerking van het MJOP zal in 2025 plaatsvinden.

•    Kwaliteit:
De uit te voeren inspectiewerkzaamheden om de kwaliteit van de civiele kunstwerken vast te stellen worden conform CUR Aanbeveling 117:2020 categorie B2 “toestandsinspectie” uitgevoerd. Voor het beheer van de kunstwerken zijn door het kennisinstituut CROW, NEN en CUR diverse richtlijnen opgesteld, die landelijk door de meeste gemeentelijke organisaties worden gebruikt. De inspectiewerkzaamheden kennen een terugkomende cyclus van 5 jaar.

•    Financiën: 
De kosten voor het planbare onderhoud zijn opgenomen in de jaarlijkse gemeentebegroting. Vervangingsinvestering(en) zijn hierin niet inbegrepen.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

 

Kengetallen Beekdelen Totaal
Riolen (km) 299
Hoofdgemalen (stuks) 28
Persleidingen (km) 19
Pompunits (stuks) 128

   Kwaliteit: 
Op basis van het dagelijks beheer en onderhoud, bestaande uit reiniging en inspectie en de in het beleids- en uitvoeringskader vastgestelde doelstellingen wordt de kwaliteit van het rioleringssysteem in beeld gebracht. Aan de hand van de kwaliteitsbeoordeling wordt bepaald of renovatie, vervanging of nader onderzoek benodigd is. Deze cyclus is momenteel verankerd in het Water- en rioleringsprogramma 2024-2027 (Wrp, voorheen Gemeentelijk Rioleringsplan GRP). Het Wrp 2024-2027 is in oktober 2023 vastgesteld in de gemeenteraad.  Onder de Omgevingswet is  de verplichting vervallen om een GRP op te stellen. In de memorie van toelichting van de Omgevingswet is echter wel aangegeven dat het opstellen van een omgevingsprogramma voor riolering en water belangrijk is. Gemeenten zijn onder de Omgevingswet nog steeds verplicht om invulling te geven aan hun gemeentelijke watertaken en de financiën voor de rioolheffing te verantwoorden. 

•    Financiën: 
In oktober 2023 is het Water- en rioleringsprogramma 2024-2027 door de gemeenteraad vastgesteld.  In  het Water- en rioleringsprogramma (Wrp) is het kostendekkingsplan geactualiseerd.  De budgetten die volgen uit het Wrp zijn in deze gemeentebegroting opgenomen.

Openbaar groen

Terug naar navigatie - Openbaar groen

•    Kwaliteit:
De Raad heeft op 15 december 2021 de in onderstaande tabel vermelde gebiedsfuncties en kwaliteitsniveaus voor het groenbeheer vastgesteld. 

Gebiedsfunctie Beeldkwaliteitsniveau
Centrum winkelgebied A
Gemeentelijke begraafplaatsen A
Vijver en waterpartijen B
Sportaccommodaties (excl. speelvelden) B
Woonkernen B
Bedrijventerreinen B
Hoofdwegen buitengebied C
Recreatieve wandelpaden/Beekdaelenroute C
Buitengebied C

 

Het beheer van de bomen wordt uitgevoerd op basis van de voorschriften die zijn opgenomen in het Handboek Bomen 2018. In 2025 wordt gestart met het 3-jaarlijks cyclisch beheer van de bomen in de kernen Schimmert, Hulsberg, Wijnandsrade en Nuth.

De kwaliteit van de kleine landschapselementen staat door het gebruik en weersinvloeden onder druk. Voor het behoud van deze waardevolle en karakteristieke landschapselementen wordt gestart met het opstellen van een beheersplan op basis van het in Q1-2025 vast te stellen beleid (groenstructuurplan).

In het kader van openbaar groen worden de volgende onderwerpen opgepakt onder programma 3:

  • Holle wegen
  • Ecologische gazons
  • Bomenvervangingsplan
  • Groot onderhoud beplanting

 

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

 

Kengetallen Beekdaelen Totaal
Aantal armaturen 8.812

Gemeente Beekdaelen wil bewust omgaan met het verlichten van haar openbare ruimte waarbij sociale veiligheid, verkeersveiligheid, comfort en sfeer geborgd moet blijven. Dit houdt in dat er naast de functionaliteit van de verlichting rekening gehouden wordt met de omgeving en de negatieve effecten zoals energieverbruik, kosten en lichtvervuiling. Vanwege de ambitie naar reductie van CO2-uitstoot wordt de verlichting kritisch bekeken vanuit het energieverbruik en de nuttige lichtopbrengst die hieruit voortkomt. De visie op openbare verlichting is gericht op het “niet verlichten tenzij”.

De laatste jaren is in toenemende mate het zogenaamde dimverlichting toegepast. Dit houdt in dat alle lampen de hele nacht blijven branden, maar op een geprogrammeerd tijdstip wordt het lichtniveau gereduceerd (dimregime).

In de gemeente Beekdaelen bevinden zich 8.603 masten en 8.812 armaturen, vrijwel overal voorzien van LED armaturen.
Het verlichtingsareaal wordt op basis van leeftijd vernieuwd waardoor het van belang is inzicht te hebben in de plaatsingsdatums. De armaturen bereiken conform het beleid met 20 jaar, en de masten met 40 jaar het einde van de technische levensduur.

•   Kwaliteit: 
Het ombouwen van het areaal naar LED verlichting binnen het beschikbare investeringsbudget voor het overgrote deel afgerond. Maatwerktoepassingen, denk hierbij aan afwijkende armaturen en aanstraalverlichting van gebouwen, worden in het vierde kwartaal van 2024 uitgevoerd.
Met het ombouwen van het gehele areaal naar LED verlichting wordt voor de komende 5 jaar slechts beperkte vervanging van masten en armaturen verwacht.

2025 is het jaar waarin de bestaande, en deels verlopen, onderhoudscontracten voor de openbare verlichting worden vernieuwd. Het verLEDden van de openbare verlichting zorgt hierbij voor een financieel voordeel omdat, onder andere, geen jaarlijkse inspectieronden meer nodig zijn.

•    Financiën: 
De kosten voor het energieverbruik en het beheer en onderhoud zijn opgenomen in de gemeentebegroting. Ditzelfde geldt ook voor fondsvorming van de toekomstige vervangingen na het bereiken van het einde van de ontwerplevensduur van masten en armaturen.

Gemeentelijke gebouwen

Terug naar navigatie - Gemeentelijke gebouwen

 

Kengetallen Beekdaelen Totaal
Aantal gemeentelijke gebouwen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is voor het onderhoud 67
  • Beleid/Beheer:

    Het beleid voor beheer en onderhoud is gericht op de bouwkundige en technische instandhouding van het in eigendom zijnde vastgoed gedurende de reële levensduur. In de raadsvergadering van 19 december 2023 is een nieuw Meerjaren onderhoudsprogramma (MJOP) 2024-2033 vastgesteld door de raad. Dit onderhoudsprogramma voorziet in een planning van het technische en preventieve onderhoud plus de vertaling ervan in benodigde middelen. De gemeente actualiseert iedere 4 jaar dit MJOP. De werkzaamheden die voor 2025 zijn opgenomen in het huidige MJOP worden uitgevoerd. Van de 67 gebouwen zijn 19 gebouwen niet opgenomen in dit MJOP. Het gaat hierbij om gebouwen die op de nominatie staan om te worden verkocht of gesloopt. Maar ook gebouwen waarbij de toekomstige bestemming nog niet duidelijk is. Bij deze gebouwen wordt alleen het klachtenonderhoud uitgevoerd en de eventuele wettelijke verplichtingen. 

    In relatie tot dit MJOP wordt ook inzichtelijk gemaakt wat de kosten zijn voor de verduurzaming van ons gemeentelijk vastgoed; het zgn. DMJOP (duurzaamheidsmeerjaren onderhoudsplan). De verduurzamingsopgave komt voort uit de wettelijke verplichting om in 2040 energieneutraal en in 2050 gasloos te zijn. Door inzicht te verschaffen in deze totale kostensom kunnen gedegen keuzes gemaakt worden in het kader van het strategisch accommodatiebeleid.

     

  • Kwaliteit:

Het huidige beleid voor bouwkundig en technisch beheer en onderhoud is gebaseerd op de systematiek van NEN 2767 minimaal onderhoudsniveau 3. Deze systematiek betreft een landelijk erkende normering voor bouwkundig en technisch onderhoud. Het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Beekdaelen voldoet aan de bovenstaande norm. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.

 

  • Financiën:

De kosten voor groot, dagelijks en klachten onderhoud worden gedekt uit de Voorziening onderhoud gebouwen MOP.  Tot en met 2033 wordt nu jaarlijks een bedrag opgenomen van €1.652 duizend euro hetgeen toereikend is.  De kosten voor het klachten onderhoud en wettelijke verplichtingen bij de gebouwen die niet zijn opgenomen in het MJOP worden gedekt uit de Voorziening onderhoud gebouwen. Het komend jaar wordt hiervoor een bedrag van €200.000 opgenomen hetgeen vooralsnog toereikend is.

Indien de gemeente om wat voor reden dan ook besluit gebouwen die niet zijn meegenomen in het MJOP niet af te stoten blijft de onderhoudsplicht op deze gebouwen bestaan. Maar ook door diverse toekomstige ontwikkelingen zullen enkel gebouwen weer in een nieuw MJOP moet worden opgenomen waardoor deze voorzieningen moet wordt bijgesteld. 

7.5 Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De financieringsparagraaf is een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Daarnaast is het doel van deze paragraaf om de financiële positie van de gemeente op basis van het Treasurystatuut te evalueren. De centrale doelstelling van het treasurybeleid is het beheren van de financiële geldstromen en het beperken van de financiële risico’s voor de gemeente. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO). Deze wet regelt, dat de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente uitsluitend de publieke taak dient en geschiedt binnen de financiële kaders van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. In deze paragraaf zullen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde komen:

  1. Risicobeheer
  2. Gemeentefinanciering
  3. EMU-saldo

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

 

1. Risicobeheer

Een belangrijk onderdeel van de treasury functie is het beschermen van gemeentelijke vermogens- en renteresultaten tegen ongewenste financiële risico’s.
In het Treasurystatuut wordt onderscheid gemaakt in de volgende financiële risico’s:
•    renterisico
•    kredietrisico
•    intern liquiditeitsrisico
•    valutarisico

In dit hoofdstuk worden bovenstaande risico’s nader toegelicht met de bijbehorende beheersingsmaatregelen.

7.5.1    Renterisico 
De gemeente kan zowel op de kortlopende als op de langlopende schulden renterisico lopen. Renterisico ontstaat door fluctuaties in de rentelasten (bijvoorbeeld door renteherziening of herfinanciering). De overheid heeft in de wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) twee instrumenten gedefinieerd om de renterisico’s die de gemeente loopt te beperken, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De kasgeldlimiet heeft tot doel beperking van renterisico op de kortlopende schuld en de renterisiconorm beperkt de renterisico’s op de langlopende schulden.

Kasgeldlimiet (renterisico kortlopende schuld)

Het is voor gemeenten aantrekkelijk om financieringsbehoefte op te vangen met het aantrekken van kort geld, omdat de rente op kort geld lager is dan op langlopende leningen. Echter veel kort geld aantrekken, brengt hogere (rente)risico’s met zich mee, omdat in de regel de rente op kort geld sterker aan fluctuaties onderhevig is. De kasgeldlimiet is een door de wet FIDO voorgeschreven sturings- en verantwoordingsinstrument ter beperking van dit renterisico op de korte schuld. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal van het jaar 2025.

De kasgeldlimiet ziet er voor het jaar 2025 als volgt uit:

Overzicht liquiditeitspositie (bedragen x € 1.000)
(3) Netto vlottend (+) of Begrotingstotaal Perc. Regeling Ruimte
Ultimo (1) Vlottende schuld (2) Vlottende middelen overschot middelen (-) 8,5% KGL
K3-2023 3.407 9.894 -6.487 116.451 9.898 -16.385
K4-2023 6.810 8.058 -1.248 116.451 9.898 -11.146
K1-2024 8.127 11.140 -3.013 116.451 9.898 -12.911
K2-2024 8.803 18.047 -9.244 116.451 9.898 -19.142
Gemiddelde -4.998
Kasgeldlimiet (KGL) 9.898
Ruimte onder de KGL 14.896
Onderschrijding van de KGL -14.896
Begrotingstotaal 2025 116.451
Percentage regeling 8,5%
Kasgeldlimiet (KGL) 9.898

Renterisiconorm (renterisico van de vaste schuld)

In de wet FIDO is de renterisiconorm opgenomen als instrument om het (rente)risico op de langlopende leningenportefeuille te beperken. Met de renterisiconorm wordt getracht een optimale opbouw van de langlopende leningenportefeuille te bereiken door spreiding van de looptijden en renteherzieningen. In de volgende tabel wordt het renterisico voor 4 jaren (2025-2028) in kaart gebracht en wordt berekend als percentage (20%) van het begrotingstotaal van het jaar 2025

Tabel Renterisiconorm en renterisico's van de vaste schuld (bedragen * € 1.000)
Stap Variabelen 2025 2026 2027 2028
1 Renteherzieningen 0 0 0 0
2 Aflossingen 2.449 3.274 3.584 3.588
3 Renterisico (1+2) 2.449 3.274 3.584 3.588
4 Renterisico 23.292 23.292 23.292 23.292
5a = 4 > 3 Ruimte onder renterisiconorm 20.843 20.018 19.708 19.704
5b = 3 > 4 Overschrijding renterisiconorm 0 0 0 0
Berekening renterisiconorm
4a Begrotingstotaal 2025 116.461 - - -
4b Percentage ministeriële regeling 20%
4 = (4a x 4b/100) Renterisiconorm 23.292

7.5.2    Kredietrisico
Het kredietrisico is het risico, dat een geldnemer niet of niet-tijdig aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen.  Bij het verstrekken van leningen, uit hoofde van de publieke taak, worden zekerheden of garanties geëist.

7.5.3    Intern liquiditeitsrisico 
Het intern liquiditeitsrisico is het risico, dat de gemeente loopt naar aanleiding van wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjarig investeringsplanning, waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen. Het intern liquiditeitsrisico wordt beperkt door monitoring en planning van de treasury activiteiten op de korte en lange termijn in de P&C-cyclus (begroting, burap en jaarrekening). 

7.5.4    Valutarisico
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Gemeentefinanciering

Financieringsbehoefte
De gemeente Beekdaelen maakt gebruikt van de zogenaamde totaalfinanciering. In deze begroting is uitgegaan van een financieringsbehoefte over de jaren 2025 t/m 2028 van in totaliteit € 53,7 miljoen. Volgens opgave van de BNG per 4 september 2024 bedraagt het rentepercentage 3,05 % voor een langlopende geldlening met een looptijd van 25 jaren. 
In deze (meer)jaren begroting is rekening gehouden met de rentelasten voor de benodigde financiering. Afhankelijk van de voorgang van de realisatie van de investeringen zal in het jaar 2026 of later een lening worden aangetrokken om in de financieringsbehoefte te voorzien. Een bijstelling van de rentelasten zal middels de tussentijdse rapportages plaatsvinden. 

Leningenportefeuille
In 2023 zijn 3 langlopende geldleningen aangetrokken met een totaalbedrag van € 25 miljoen en stortingsdata in 2024 en 2025. Begin 2025 wordt het restantbedrag van € 8 miljoen euro ontvangen. Een overzicht van de leningportefeuille treft u in onderstaand overzicht  aan. De laatste lening in het overzicht is een doorgeleende lening aan een woningstichting.

 

Leningportefeuille (x € 1.000) Oorspr. Ingang Afloop Rente Schuld Weging
T.b.v. gemeente:
NWB 3.000 01-02-2005 03-02-2025 3,88 150 0,5%
BNG 3.000 02-01-2006 02-01-2026 3,62 300 1,0%
BNG 3.000 23-06-2006 23-06-2026 0,56 300 1,0%
BNG 3.000 01-05-2007 01-05-2007 3,98 450 1,5%
BNG 4.538 26-09-2001 26-09-2026 5,45 363 1,2%
BNG 2.269 18-12-2001 26-09-2026 5,16 182 0,6%
BNG 3.000 11-12-2002 01-06-2027 4,84 360 1,2%
BNG 3.000 08-12-2003 08-12-2028 4,87 480 1,6%
BNG 3.000 23-02-2006 23-02-2031 3,79 840 2,8%
BNG 4.000 16-05-2022 16-05-2037 1,69 3.467 11,6%
BNG 3.000 16-05-2022 16-05-2042 1,82 2.700 9,0%
BNG 3.000 16-05-2022 16-05-2047 1,86 2.760 9,2%
BNG 9.000 02-01-2024 02-01-2049 3,27 9.000 30,0%
BNG 8.000 01-07-2024 01-07-2049 3,235 8.000 26,7%
Subtotaal t.b.v. gemeente 54.807 29.352
T.b.v. woningstichting:
BNG 935 03-05-2010 01-05-2040 4,45 643 2,1%
Subtotaal t.b.v. woningstichting 935 643
Totaal 55.742 29.995 100,0%

Rente begroting 2025
De gemeente trekt zowel kortlopende als langlopende leningen aan om te voldoen aan haar financieringsbehoefte. Er zijn hierbij twee soorten financiering te onderscheiden:
1.    Projectfinanciering: er wordt een externe lening aangetrokken ten behoeve van de financiering van één specifiek project, één specifieke activiteit.
2.    Totaalfinanciering: er wordt een lening aangetrokken om aan de financieringsbehoefte te voldoen, maar er staat geen specifieke activiteit tegenover. De lening maakt deel uit van de totaalfinanciering van de gemeente.

Om een volledig beeld te krijgen van de exploitatie van de verschillende taakvelden, dienen alle baten en lasten, voor zover mogelijk, toegerekend te worden aan de activiteiten binnen een taakveld (projecten, investeringen, etc.). Hieronder vallen ook de kosten (rentelasten) van de leningen. Deze kosten zijn immers aangetrokken om de verschillende activiteiten (al dan niet direct) te financieren. 
 
De rentelasten van projectfinanciering kunnen redelijk eenvoudig toegerekend worden aan het taakveld, waarop de activiteit betrekking heeft. Bij de totaalfinanciering is er geen direct verband tussen de lening en de activiteit. Om de rentelasten van de leningen toch evenredig toe te kunnen rekenen aan de diverse activiteiten, is een verdeelsleutel opgesteld: het omslagrentepercentage. Op basis van dit percentage wordt de rente van de totaalfinanciering doorbelast aan taakvelden, waaronder de diverse activiteiten vallen.
Dit percentage is bij de begroting berekend en komt voor de jaren 2025, 2026, 2027 en 2028 uit op resp. 0,5% , 0,8%, 0,8% en 0,8%.

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

In de volgende tabel is het EMU-saldo voor de jaren 2025-2028 weergegeven. 
In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art. 19) is de verplichting vastgesteld, dat de gemeenten ramingen van het EMU-saldo dienen te verstrekken.

De begroting van de gemeente Beekdaelen is opgesteld conform een stelsel van baten en lasten. Het EMU saldo gaat niet uit van baten en lasten, maar gaat uit van ontvangsten en uitgaven van de gemeente, berekend op transactiebasis en overeenkomstig de voorschriften van het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie.
Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Aan dit maximale tekort van 3% hebben, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel.

Tabel EMU-saldo (bedragen * € 1000)
Omschrijving 2025 2026 2027 2028
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves -2.749 -2.704 -1.759 -1.031
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 2.745 3.170 3.409 3.531
Dotaties aan voorziengen ten laste van de exploitatie minus vrijval van voorzieninggen ten bate van de exploitatie 3.149 2.721 2.723 2.753
Bruto investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 47.112 23.025 8.679 10.524
Lasten op balanspost voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen 885 1.356 1.009 1.435
Verwachte boekwinst bij verkoop effecten 0 0 0 0
Berekend EMU-saldo -44.852 -21.193 -5.314 -6.705

7.6 Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeente Beekdaelen heeft een deel van de uitvoering van het gemeentelijk beleid en taken ondergebracht bij zogenaamde verbonden partijen. Deze partijen spelen dan ook een belangrijke rol bij de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen. De gemeente blijft daarbij wel verantwoordelijk voor de uitvoering en het realiseren van het beleid en het behalen van de gemeentelijke doelstellingen. In deze paragraaf besteden wij aandacht aan deze verbonden partijen. 

Wat zijn verbonden partijen

Terug naar navigatie - Wat zijn verbonden partijen

Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft.

  • Van een bestuurlijk belang is sprake indien de gemeente rechtstreeks invloed heeft op de besluitvorming binnen de verbonden partij, bijvoorbeeld door een zetel in het bestuur en/of door stemrecht.
  • Van een financieel belang is sprake als de gemeentemiddelen aan de verbonden partij ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van die partij of wanneer financiële problemen bij de verbonden partij kunnen worden verhaald op de gemeente.

Wanneer aan beide voorwaarden is voldaan, is er conform de regels van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) sprake van een verbonden partij. Voorbeelden zijn BV-en, NV-en, corporaties, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen.

Waarom samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Waarom samenwerkingsverbanden

De gemeente kan diverse redenen hebben om samen te werken. Zo kan een gemeente samenwerken om bijvoorbeeld schaal- en efficiencyvoordelen te bereiken, kennis te delen, complexe en specialistische taken te laten uitvoeren, risico's te spreiden of om een maatschappelijk initiatief te ondersteunen. Ook uitbreiding van het aantal taken en de complexiteit ervan zijn overwegingen om samenwerking te zoeken en verbanden aan te gaan. Op een groot aantal terreinen, zoals sociale zaken, gezondheidszorg, brandweer en veiligheid, het sociaal domein (WMO, jeugdzorg en participatie), hebben gemeenten nadrukkelijk de samenwerking gezocht. Dit is vaak in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.

Aan de andere kant brengt samenwerken ook risico's met zich mee. Ondanks dat de gemeente een deel van de uitvoering van haar beleid bij een partner heeft ondergebracht, blijft zij wel verantwoordelijk voor het uitgevoerde beleid. Daardoor kan de gemeente aanzienlijke maatschappelijke, financiële en fiscale risico's lopen wanneer een partij in financiële problemen komt of zijn taken niet goed uitvoert. Het is daarom van belang dat deze verbonden partijen goed functioneren en de doelstellingen binnen de gegeven financiële én beleidsinhoudelijke kaders realiseren. Vanuit gemeentelijk perspectief is de noodzaak om de verbonden partijen goed te monitoren en zo nodig bij te sturen dan ook groot. Voor de gemeenteraad is informatie over de verbonden partijen om twee redenen van belang: 
•    De partijen voeren taken uit die in het verlengde van de gemeentelijke doelstellingen liggen; 
•    Het functioneren van de partijen heeft consequenties voor de gemeentelijke begroting.

Grip op verbonden partijen

Terug naar navigatie - Grip op verbonden partijen

Meer dan in het verleden werken gemeenten zoals Beekdaelen regionaal samen in verbonden partijen zoals gemeenschappelijke regelingen. Duidelijk is dat het aangaan van dergelijke regionale samenwerkingen ook betekent dat directe invloed en zeggenschap minder wordt. De behoefte om grip op deze verbonden partijen te hebben én te houden neemt daardoor steeds meer toe. Dat geldt ook voor het versterken van de onderlinge samenwerking.  Om meer grip te krijgen op de monitoring en sturing van verbonden partijen wordt door Beekdaelen en bijna alle andere gemeenten in Zuid-Limburg sinds 2021 de ambtelijke werkwijze ‘Samen Grip Op Verbonden Partijen’ gehanteerd. Centrale rol hierin is weggelegd voor het zogenaamde ‘adoptiemodel’. Dit model houdt in dat een SGOVP-gemeente een bepaalde gemeenschappelijke regeling waaraan zij deelneemt ‘adopteert’ en voor wat betreft het streven naar meer de grip op die verbonden partij optreedt als kartrekkende ‘primus inter pares’ namens de andere aan die verbonden partij deelnemende SGOVP-gemeenten. Zo kan meer gebruik worden gemaakt van de bij bepaalde SGOVP-gemeenten aanwezige specifieke kennis t.a.v. die verbonden partij, zodat de andere deelnemers wat dat betreft niet opnieuw het wiel hoeven uit te vinden. Door deze ambtelijke werkwijze worden reeds aan de voorkant ambtelijk de krachten zoveel als mogelijk gebundeld om meer invloed en grip op de eventuele risico’s van verbonden partijen te krijgen. Los van deze ambtelijke SGOVP-werkwijze is het in dit kader van belang te wijzen op de per 1 juli 2022 gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze wijziging heeft als doel om de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen én de kaderstellende- en controlerende rol van gemeenteraden te versterken, waardoor voor de gemeenteraden meer mogelijkheden worden gecreëerd om zelf invloed uit te gaan oefenen op verbonden partijen zijnde gemeenschappelijke regelingen.  Deze wetswijziging kan in drie categorieën worden onderverdeeld:

1. Wijzigingen die de positie van gemeenteraden bij besluitvorming in gemeenschappelijke regelingen versterken;
2. Wijzigingen die zien op de introductie van aanvullende controle-instrumenten voor gemeenteraden t.a.v. gemeenschappelijke regelingen, en 
3. Wijzigingen die zien op het verbeteren van de positie van gemeenteraden met betrekking tot het functioneren van een gemeenschappelijke regelingen.

Als gevolg van ons huidige dualistische bestel ligt de kaderstellende en controlerende taak bij de gemeenteraad. Dat is niet anders voor wat betreft gemeenschappelijke regelingen waaraan een gemeente deelneemt. Door de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen is het expliciet aan de gemeenteraden om hiermee aan de slag te gaan en om in samenspraak met het bestuur van een gemeenschappelijke regeling relevante keuzes te maken met betrekking tot het versterken van hun kaderstellende en controlerende rol richting diezelfde gemeenschappelijk regeling. De implementatie van de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen is voor 1 juli 2024 afgerond, 

Bezuinigingsopgave Gemeenschappelijke Regelingen

Gelet op de knellende financiële kaders van de gemeenten (m.n. als gevolg van de lagere bijdrage uit het Gemeentefonds vanaf 2026) worden de gemeenschappelijke regelingen gevraagd ook hun verantwoordelijkheid te nemen. In de zienswijzebrieven ten aanzien van de ontwerpbegrotingen 2025 van alle gemeenschappelijke regelingen heeft de gemeenteraad al een passage gewijd aan dit uitgangspunt.  Er is een structurele taakstelling voor de verlaging van de gemeentelijke bijdragen van minimaal 5% bij elke GR neergelegd.

Daarbij is een aantal suggesties om te besparen ter overweging meegegeven:

  1. Centralisatie/intensieve samenwerking PIOFACH-taken
  2. Beperking personeelskosten
  3. Schrappen van reserves
  4. Kritische reflectie nut en noodzaak activiteiten en handelingen

Overzicht van verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht van verbonden partijen
Type Naam
Gemeenschappelijke regelingen WOZL (Werkvoorzieningsschap Oostelijk Zuid Limburg)
WSP  (Werkgeverservicepunt Parkstad Limburg)
Veiligheidsregio Zuid-Limburg
GGD Zuid-Limburg
ISD-Kompas
Omnibuzz
RUD Zuid-Limburg (regionale uitvoeringsdienst)
BsGW (Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen)
Het Gegevenshuis
Reinigingsdiensten Rd4
Stadsregio Parkstad Limburg
Solido
Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad voor opvang en beschermd wonen i.h.k.v. de WMO 2015
Centrumregeling inkoop Jeugdzorg Regio Zuid-Limburg
GR subsidiëring anti-discriminatievoorziening Limburg
  Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad
Vennootschappen en coöperaties N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Enexis Holding NV
CSV Amsterdam B.V.
Rd4 NV
Watermaatschappij Limburg N.V.
Nazorg Limburg B.V.
IBA-Parkstad B.V.
WoonWijzerWinkel Zuid Limburg B.V.

In onderstaande tabel wordt de gemeentelijke bijdragen 2025-2028 per verbonden partij weergegeven (bedragen in euro's)

 

Naam GR 2025 2026 2027 2028
WOZL 3.829.000 3.528.000 3.193.000 2.988.000
WSP Parkstad 294.000 243.000 214.000 178.000
Veiligheidsregio Zuid-Limburg 2.995.000 2.995.000 2.995.000 2.995.000
GGD 2.538.000 2.538.000 2.538.000 2.538.000
Kompas 12.325.000 12.325.000 12.325.000 11.562.000
Omnibuzz 950.000 950.000 950.000 950.000
RUD 781.000 781.000 781.000 781.000
BsGW 680.000 656.000 647.000 644.000
Gegevenshuis 531.000 531.000 531.000 531.000
Rd4 4.103.000 4.103.000 4.103.000 4.103.000
Parkstad Limburg 544.000 544.000 544.000 544.000
Solido 1.027.000 1.027.000 1.027.000 1.027.000
Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad voor opvang en beschermd wonen i.h.k.v. de WMO 2015 0 0 0 0
Centrumregeling inkoop Jeugdzorg Regio Zuid-Limburg 158.000 158.000 158.000 158.000
GR subsidiëring antidiscriminatievoorziening Limburg 20.000 20.000 20.000 20.000
Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad 233.000 233.000 233.000 233.000

Detailinformatie per verbonden partij

Terug naar navigatie - Detailinformatie per verbonden partij

Voor een actueel overzicht van het openbaar belang, de gemeentelijke visie op de verbonden partij, de actuele beleidsvoornemens omtrent de partij, de verwachte ontwikkelingen ten aanzien van het gemeentelijke belang en de financiële positie verwijzen wij naar de bijlage “Toelichting op de verbonden partijen”.

7.7 Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Grondbeleid
De gemeente Beekdaelen heeft een  (uniform) vastgesteld grondbeleid. De gemeente hanteert situationeel grondbeleid. Op deze wijze wordt door middel van het grondbeleid geanticipeerd  (voor de komende vier jaar) op de ruimtelijke opgaven. Het grondbeleid is daarnaast vastgesteld in de geest van de inwerking getreden Omgevingswet.

Beschouwing actuele stand van zaken grondexploitatiecomplexen

Het gaat hier onder meer om de grondexploitaties in ontwikkeling . Een grondexploitatie is het financiële en inhoudelijke kader –vastgesteld door de Raad- waarbinnen (haalbaar gebleken) plannen en projecten worden uitgevoerd. Als gevolg van de krimp en vergrijzing/ontgroening ligt er een gewijzigde vraag. Er is een grotere behoefte te bespeuren aan eenpersoonshuishoudens/kleine huishoudens en senioren- en levensloopbestendige woningen. De gemeente Beekdaelen wil daarop inspelen. De ontwikkeling van woningbouw en bedrijventerreinen is van belang. Het is niet eenvoudig om te kwantificeren wat de financiële consequenties voor de gemeenten zijn.

Korte beschouwing actuele stand van zaken grondexploitaties

Terug naar navigatie - Korte beschouwing actuele stand van zaken grondexploitaties

Het plangebied Centrum III in de kern van Schimmert heeft sinds 2011 een woonbestemming met 96 harde bouwtitels. Vanwege ongunstige marktomstandigheden is het vigerende plan nooit tot concrete ontwikkeling kunnen komen.
In maart 2022 is besloten tot een integrale planherziening voor deze inbreidingslocatie, uitgaande van een woningbouwprogramma, dat beter aansluit bij de huidige behoefte aan betaalbare woningen en uitgaande van een planopzet, die beter aansluit bij de hedendaagse eisen v.w.b. duurzaamheid en de klimaat-adaptieve aspecten (groen in de wijk, waterhuishouding, warmtestress, natuur-inclusief bouwen).
De planuitwerking van het woningbouwplan Centrum III is inmiddels nagenoeg voltooid. Alle benodigde onderzoeken zijn uitgevoerd en verwerkt in het voorliggende plan. 

Het ontwerp bestemmingsplan in december 2023 in procedure gebracht. Er zal eind 2024 of begin 2025 een raadsvoorstel voor de vaststelling van het bestemmingsplan Centrumplan III en vaststelling grondexploitatie geagendeerd worden. Omdat er momenteel nog aanvullend ecologisch onderzoek plaatsvindt is het nu nog niet mogelijk om aan te geven wanneer het voorstel precies geagendeerd kan worden.
De gemeentelijke cofinanciering van € 250.000 voor de verkregen subsidies van de provincie (KLC) en het rijk (WBL5) zal meegenomen worden in de grondexploitatie.  

Niet in exploitatie genomen bouwgronden (NIEGG)

Terug naar navigatie - Niet in exploitatie genomen bouwgronden (NIEGG)

Tijdelijke woningen Amstenrade
De voormalige gemeente Schinnen heeft eind 2018 besloten een perceel (kadastraal bekend gemeente Schinnen sectie H nummer 304) nabij de Hommerter Allee aan te kopen met als doel hier tijdelijke woningbouw mogelijk te maken. Inmiddels is gebleken dat het moeilijk is om de businesscase voor tijdelijke woningen rond te krijgen. Daarom heeft het realiseren van permanente woningen op deze locatie de voorkeur. In 2025 zal o.a. deze locatie tot ontwikkeling worden gebracht, waarbij een goede stedenbouwkundige inpassing en een goede balans van doelgroepen sleutelbegrippen zijn.

Bedrijventerrein Rode Beek
Het concept-bestemmingsplan resp. gebied waarbinnen dit bedrijventerrein is gelegen valt onder het door de rijksplanvormer opgenomen gebied waar ook de zogenoemde invliegfunnel in verband met de aanwezigheid van de NAVO-vliegbasis Geilenkirchen is voorzien. Uw raad heeft enkele malen het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld om deze ontwikkeling mogelijk te maken, waarbij, met gewijzigde planregels, alsnog aan de gestelde verplichting zou worden gedaan (ondanks het niet-intekenen van een invliegfunnel).  Hiertegen heeft de minister van defensie steeds beroep tegen ingesteld bij de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak. Destijds, op 13 september 2021 heeft u besloten om de procedure niet langer door te zetten omdat de aanleiding waarvoor dit bestemmingsplan dient, niet meer actueel is. 

De minister is ook tegen dit laatste  besluit van september 2021 in beroep gegaan en op 15 juni 2022 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wederom uitspraak gedaan.  Door de afdeling is geoordeeld dat de gemeente  aan zet is.  Het besluit inhoudende dat de gemeenten nu geen planologische actie meer hoeft te ondernemen is daarmee door het hoogste  rechtsorgaan ter zijde geschoven. Bij RIB van 28 juni (Z/21/166947, nr.. 308496) bent u hierover ingelicht. Op 4 oktober 2022 heeft uw raad in dit traject vervolgens besloten om geen besluit te nemen en daarmee ook geen invliegfunnel in te tekenen in het plan. 

Als onderdeel van de gesprekken die bestuurlijk worden gevoerd met defensie is afgesproken dat juridische procedures met betrekking tot dit bedrijventerrein nu niet aan de orde hoeven te zijn.  Als onderdeel van de revitalisering van de kern Schinveld wordt wederom ingestoken op ontwikkeling van dit terrein (alsnog mogelijke verplaatsing bedrijf uit kern Schinveld). 

7.8 Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De bedrijfsvoeringsparagraaf van deze begroting geeft inzicht in de beleidsvoornemens omtrent onze bedrijfsvoering, die gericht is op het adequaat uitvoeren van de programma’s uit deze begroting en de continuïteit van de gemeentelijke organisatie. Hoe beter de gemeentelijke organisatie op orde is, des te beter de organisatie gesteld staat voor haar publieke taak.

Personeel en organisatie

Terug naar navigatie - Personeel en organisatie

Arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim
Ook in 2025 hebben we de veiligheid, gezondheid en het welzijn van alle mensen die bij de gemeente Beekdaelen werken hoog in ons vaandel staan. We blijven inzetten op een beleid dat ten minste voldoet aan de wettelijke eisen uit de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit en nadere regelgeving. Naar aanleiding van de uitgevoerde Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) is een Plan van Aanpak opgesteld en lossen we de geconstateerde knelpunten zoveel als mogelijk op, ook in 2025. Ook het optimaliseren van verzuimgerelateerde processen gaat in 2025 onverminderd door. We zijn per 1 juli 2024 overgestapt naar een nieuwe Arbodienst waarmee we een concreet stappenplan hebben opgesteld met als doel ons verzuimpercentage nog verder te verlagen. 

Doorontwikkeling organisatie
We spreken niet meer van doorontwikkeling maar van ontwikkeling. De ingezette koers van verbeteringen en versterkingen van de ambtelijke organisatie is immers een continu proces. We doen dit vanuit de overtuiging dat het continu blijven investeren in de organisatie tot een versterking van de dienstverlening naar de inwoners van Beekdaelen en een steeds beter draaiende interne organisatie leidt. De gekozen aanpak om de ambtelijke organisatie verder vorm te geven volgens het principe van zelforganisatie blijft hierin leidend. De Management & Organisatiefilosofie waarin de uitgangspunten en de kernwaarden van onze organisatie zijn geformuleerd wordt in 2025 herijkt en aangepast aan de huidige en toekomstige ontwikkelingen waar onze organisatie voor staat. Om de leer- en weerbaarheid van de medewerkers te vergroten organiseren we in samenwerking met UMIO University Maastricht de leergang ‘Strategisch Denken anno 2024 en verder’. Daarnaast volgen we een traject waarbij onze manier van communiceren en de schrijfstijl wordt aangepast de huidige aan tijd. Het begeleidingsproces om zelforganisatie en het zelf organiserend vermogen van teams te stimuleren  wordt vormgegeven door interne coaches in plaats van externe coaches. Vanuit het cultuurtraject DNA Beekdaelen wordt ingezet op de kernwaarde innovatie waarbij de toepassing en de (on)mogelijkheden van kunstmatige intelligentie in onze organisatie worden onderzocht. 

 

Informatisering en automatisering

Terug naar navigatie - Informatisering en automatisering

In 2025 bouwen we verder aan onze informatiehuishouding. De meeste actiepunten nemen meerdere jaren in beslag. De belangrijkste actiepunten in 2025 zijn:

  • Invoeren ICT-aanpassingen als gevolg van de Wet digitale overheid om ervoor te zorgen dat inwoners en ondernemers veilig en betrouwbaar kunnen inloggen en zaken kunnen doen met de overheid;
  • Optimaliseren, toegankelijk en gebruiksvriendelijker maken van website en applicaties die onze inwoners uitnodigen om snel en makkelijk hun zaken te regelen met de gemeente (project Digitoegankelijkheid);
  • Vaststellen beleid digitaal duurzame informatiehuishouding gemeente Beekdaelen;
  • Herijken van de informatievisie van de gemeente Beekdaelen;
  • Opstellen beleidsplan voor de invoering van AI (kunstmatige intelligentie) en uitvoeren pilot om AI verantwoord in te zetten zodanig dat deze de gemeentelijke taken optimaal ondersteunt;
  • Optimaliseren van het informatie- en archiefbeheer (Archiefwet, Interbestuurlijk Toezicht) en realiseren van duurzame toegankelijkheid van digitale overheidsinformatie (meer-jarentraject);
  • Invoeren ICT-aanpassingen als gevolg van de Wet open overheid (Woo) en zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is;
  • Moderniseren van bedrijfsapplicaties, invoeren van de verplichte maatregelen als gevolg van wet- en regelgeving en aansluiten op landelijke standaarden en voorzieningen waaronder het landelijk programma Common Ground om de informatievoorziening eenvoudiger, slimmer en flexibeler in te richten;
  • Invoeren data gedreven werken (meerjarig traject);
  • Verder moderniseren van de gebruikerswerkplekken;
  • Verder verfijnen van de inrichting en werking van de ICT-systemen  t.b.v. de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging;
  • Aanbesteden en implementeren van enkele bedrijfsapplicaties waarvoor het contract expireert;
  • Bevorderen van de digitale vaardigheden van medewerkers voor een efficiënt en doelgericht gebruik van (nieuwe) ICT-systemen waaronder MS365;
  • Onderzoeken van mogelijkheden voor verbetering en doorontwikkeling van de toekomstige ICT-dienstverlening.

Planning en control

Terug naar navigatie - Planning en control

Centrale doelstelling van alle activiteiten die in het kader van de planning en control cyclus worden uitgevoerd is het ‘in control’ raken, zijn en blijven van de organisatie. We zijn als gemeente in control als we een redelijke mate van zekerheid hebben over het bereiken van:

De strategische ambities;
De programmadoelen en effecten;
Effectiviteit en efficiëntie in de bedrijfsprocessen;
Betrouwbaarheid van de financiële informatieverzorging;
Naleving van relevante wet- en regelgeving.

Wat gaan we daarvoor doen?

We gaan aan de slag met kritisch prestatie indicatoren (kpi's). Daarbij wordt onderscheid gemaakt in going concern kpi's en growing concern kpi's. De going concern kpi's, die de prestaties meten van reguliere taken van de gemeente, krijgen een plek in de planning & control documenten van de gemeente. Over de growing concern kpi's wordt gerapporteerd via aparte raadsvoorstellen van beleidsontwikkelingen terwijl monitoring van die kpi's plaatsvindt via de projectenrapportages in de buraps. We starten de growing concern kpi's met een pilotproject.

Tot nu toe heeft de gemeente geen doelmatigheidsonderzoeken verricht in het kader verordening artikel 213a. In 2024 gaat de gemeente hiermee aan de slag. Verwacht wordt dat de uitkomsten van het onderzoek in 2025 aan de raad kunnen worden aangeboden.

Procesbeheersing

Terug naar navigatie - Procesbeheersing

Wij achten het van belang dat de gemeente in control is. Concreet betekent dit dat de vooraf vastgestelde doelstellingen met betrekking tot werkprocessen, projecten of beleid tijdig en met de overeengekomen kwaliteit en inzet worden gerealiseerd. 
Om als organisatie in control te zijn (en te blijven) zijn de meest risicovolle processen inclusief de risico’s in workshop verband beschreven. Ook zijn beheersmaatregelen geïnventariseerd en geïmplementeerd die de kans op risico’s verkleinen. De geformuleerde beheersmaatregelen worden doorlopend bespreekbaar gemaakt en waar nodig aangescherpt.

Informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging

Bij al onze oplossingen gaan we uit van privacy en security by design en privacy security by default: vanaf het ontwerp tot en met borging, gebruik en beheer. Voor elk project, elke rapportage of dashboard leggen we vast wat we willen weten (doelen en stuurgegevens), welke gegevens hiervoor nodig zijn en wie deze gegevens nodig heeft. We gaan uit van dataminimalisatie en wegen het gebruik van (persoons-)gegevens zorgvuldig af. We spreken spelregels af over het gebruik van rapportages, dashboards, data en algoritmes en documenteren en archiveren deze op de juiste wijze. Ook scherpen wij onze maatregelen verder aan in lijn met de landelijke ontwikkelingen en normenkaders voor informatieveiligheid en privacy. Voor de DigiD audit voeren wij de verplichte nieuwe normen en aanvullende maatregelen in. We actualiseren het informatiebeveiligingsbeleid en maken een actueel uitvoeringsplan. We houden medewerkers op de hoogte van de permanente risico’s en gevaren op het gebied van informatieveiligheid en privacy. Wij zetten het programma informatiebewustzijn (i-Bewustzijn) voort via e-learnings en kennistesten. De contacten met de Informatiebeveiligingsdienst scherpen we  verder aan. Dit geldt ook voor de maatregelen om risico’s voor informatieveiligheid en privacy te vermijden dan wel te mitigeren. We gaan door met de verdere implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) die vanuit rijkswege continue geactualiseerd  wordt met aangescherpte richtlijnen (NIS-2). Zo blijven we ook aansluiten bij de nationale en internationale standaarden voor informatieveiligheid en privacy. We richten het  nieuwe Information Security Management System (ISMS) / Privacy Management Systeem (PMS) en zo in dat we beter grip houden op de veiligheids- en privacy-risico’s, de maatregelen hierop kunnen afstemmen en gerichter op de uitvoering van deze maatregelen kunnen sturen; en dat we vanuit één bron transparant verantwoording kunnen afleggen. 

Gegevensbescherming

Terug naar navigatie - Gegevensbescherming

Door de invoering van de EU-verordening Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) in mei 2018 zijn organisaties steeds bewuster geworden van het belang van gegevensbescherming. De afgelopen jaren heeft de gemeente veel energie gestoken in het borgen van de AVG in de organisatie, om vertrouwelijke gegevens van burgers en bedrijven te beschermen en ook aantoonbaar te voldoen aan de privacywetgeving. In 2025 gaan wij verder met een AVG privacy volwassenheidsmeting,  het AVG evaluatie- en actualisatieplan, informeren en adviseren van de gemeentelijke afdelingen over hun AVG verplichtingen en andere unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen. Daarnaast de benodigde ondersteuning bieden aan de domeinafdelingen door o.a. het privacy bewustzijn verder verhogen via workshops, e-learning en actieve voorlichting, helpen bij uitvoeren van (Pre-) DPIA’s (Data Privacy Impact Assesments) etc. Daarnaast gaat het nieuwe PMS (Privacy Management Systeem) de gemeente digitaal verder helpen om aantoonbaar te voldoen aan de vereiste AVG documentatieplicht c.q. verantwoordingsplicht in het kader van de jaarlijkse planning- en control cyclus.  In het kader van de Wet politiegegevens zal beleid vastgesteld worden en de daarbij behorende instructies. Ook zal er beleid opgesteld voor de implementatie van artificial intelligence. 

Communicatie

Terug naar navigatie - Communicatie

Zoals vastgelegd in het coalitieprogramma en de communicatievisie werken wij voortdurend aan het verbeteren van de gemeentelijke communicatie. Dit is een continu ontwikkelproces waarbij ons communicatielandschap steeds verandert, ons speelveld complexer wordt en de samenleving meer en meer om verbinding vraagt. Communicatie vervult hierin een sleutelrol. 

Ook in 2025 staat een goede informatievoorziening met leesbare en begrijpelijke teksten en duidelijke reacties op verzoeken centraal. Onze communicatie instrumenten worden verder doorontwikkeld. Denk aan de vernieuwing van onze huisstijl, het verder uitbouwen van onze digitale nieuwsbrief, het vernieuwen van het intranet voor onze medewerkers en het actiever benutten van onze social media. Gelijktijdig wordt in zowel grootschalige als kleinschaligere projecten op het gebied van zowel het ruimtelijk als sociaal domein gewerkt aan het profileren van Beekdaelen. Op de voor hen juiste momenten, via de juiste middelen en over de onderwerpen waarin zij interesse hebben wordt gericht met onze doelgroepen gecommuniceerd. Hierbij zijn wij omgevingsbewust en bieden wij ruimte voor eigen initiatieven en digitale participatiemogelijkheden. 

Uiteraard merken wij op dat wij ook in 2025 alert inspelen op de politiekgevoelige en maatschappelijke ontwikkelingen die zich op dat moment voor doen.

7.9 Wet open overheid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De projectgroep “Van Wob naar Woo” heeft gezamenlijk met Native Consulting een impactanalyse opgesteld. Deze impactanalyse vormt de basis om te starten met de fasegewijze ontsluiting van de onderstaande informatiecategorieën, die actief openbaar dienen te worden gemaakt.

Het betreft de volgende 11 categorieën:
•    Wet- en regelgeving
•    Organisatiegegevens
•    Raadsstukken
•    Bestuursstukken
•    Stukken van adviescolleges
•    Convenanten
•    Jaarplannen en –verslagen
•    Wob/Woo-verzoeken
•    Onderzoeken
•    Beschikkingen
•    Klachten


Deze informatiecategorieën worden vanaf 2024 gefaseerd ingevoerd, waarbij diverse stukken die onder de eerste vier genoemde categorieen vallen reeds online (website en Woo-index) te raadplegen zijn. De verplichte openbaarmaking van voormelde vier categorieën is per 1 november 2024 ingegaan.
Verder maken we sinds 2024 gebruik van de anonimiseringstool Datamask. Deze tool draagt er zorg voor dat persoonsgegevens in opgevraagde documenten handmatig worden geanonimiseerd.
Wat willen we bereiken?
Verdere uitrol van de gefaseerde invoering van de actieve openbaarmaking van de bovenstaande informatiecategorieën, wat in 2025 en de daaropvolgende jaren volgens planning gaat plaatsvinden.

7.10 Duurzaamheid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In Beekdaelen werken we aan een duurzame en toekomstbestendige gemeente waar mensen gezond en veilig kunnen wonen en werken.  In 2020 heeft de gemeenteraad unaniem de Duurzaamheidsvisie ‘Beekdaelers samen aan zet!’ vastgesteld. Deze visie kwam tot stand in samenwerking én samenspraak met onze inwoners, bedrijven en maatschappelijke partners. Zoals de titel van onze visie al aangeeft, is het realiseren van deze ambities niet alleen een gemeentelijke, maar met name een brede maatschappelijke opgave. Iedereen in Beekdaelen heeft hiermee te maken en de consequenties zijn voor iedereen voelbaar.

In de visie staan de ambities van de raad op hoofdlijnen. Deze zijn:
1.    De Beekdaelers centraal te stellen (participatieve aanpak).
2.    In 2040 energieneutraal te zijn (energietransitie & warmtetransitie).
3.    Beekdaelen groen en klimaatbestendig te maken (vergroening en klimaatadaptatie).
4.    De grondstofkringlopen te sluiten (circulaire economie).

Duurzaamheid loopt als rode draad door al het gemeentelijk handelen. Dat betekent dat bij interventies afgewogen wordt in hoeverre deze bijdraagt aan een duurzaam Beekdaelen op sociaal, economisch en fysiek gebied. Duurzaamheid stopt niet bij onze gemeentegrenzen. Afhankelijk van het onderwerp werken we in regioverband samen aan een duurzamer Beekdaelen, zowel binnen regio Parkstad, regio Zuid-Limburg en over de landsgrenzen.

De Beekdaeler staat centraal

Terug naar navigatie - De Beekdaeler staat centraal

In Beekdaelen vinden wij het belangrijk dat iedereen mee kan doen bij het halen van onze duurzaamheidsambities. Dat geldt vóór, tijdens én na de uitvoering. Beekdaelers staan centraal op het gebied van duurzaamheid binnen onze gemeente. Door inwoners te stimuleren en te faciliteren willen we zo veel mogelijk impact creëren en innovatieve ideeën een kans geven.

Op dit moment organiseert Beekdaelen verschillende vormen van participatie om inwoners te betrekken bij de realisatie van onze ambities. Zo kan binnen Beekdaelen gebruik worden gemaakt van de Duurzaamheidstafel en Stimuleringslening Duurzaamheidsprojecten of bij te dragen aan ImpulZ Energiecoöperatie Beekdaelen.

Tot slot stimuleren en faciliteren we inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Hiervoor is het regionaal energieloket de WoonWijzerWinkel Limburg en energiecoöperatie ImpulZ opgericht. Wij als gemeente, de WoonWijzerWinkel en energiecoöperatie ImpulZ zetten zich in om iedereen in Beekdaelen te stimuleren en faciliteren op het gebied van duurzaamheid.
Kortom: door op verschillende niveaus en op verschillende wijzen Beekdaelers centraal te stellen bij het thema duurzaamheid, willen we samen zo veel mogelijk impact creëren. 

Acties in 2025:

  • Verstrekken Duurzaamheidsleningen aan bedrijven en maatschappelijke organisaties
  • Het lokaal promoten van de WoonWijzerWinkel
  • Het continu monitoren en verbeteren van het aanbod van de WoonWijzerWinkel
  • Woningen verduurzamen aan de hand van het Isolatieproject Parkstad
  • Ecologische compensatiemaatregelen treffen voor verduurzaming van onze woningen
  • Faciliteren en begeleiden van de Duurzaamheidstafel
  • Samenwerken met ImpulZ Energiecoöperatie Beekdaelen
  • Inzet van energiecoaches door Beekdaelen met ImpulZ Energiecoöperatie Beekdaelen
  • Meer communicatie met inwoners over verduurzamingsmogelijkheden   

Energietransitie

Terug naar navigatie - Energietransitie

Samen met de ander Parkstadgemeenten is de uitgesproken om in 2040 een energieneutrale gemeente te zijn. Dit betekent dat alle energie die we in Beekdaelen gebruiken, op een duurzame manier opwekken. 
We zetten in om een groot deel van onze energie efficiënter in te zetten en te besparen.
Wat we niet gebruiken hoeven we ook niet op te wekken. Het restant aan energieverbruik dat dan overblijft, wekken we duurzaam op. Hiervoor kijken we allereerst naar alle daken maar ook naar ons buitengebied. Hierin ligt voor Beekdaelen een grote uitdaging gezien haar waardevolle landschap.
We zijn op weg om de verschillende doelstellingen waar te maken maar op het gebied van energiebesparing- en opwekking zal nog veel moeten gebeuren. 


Acties in 2025:
•    Verstrekken Duurzaamheidsleningen aan bedrijven en maatschappelijke organisaties
•    Het lokaal promoten van de WoonWijzerWinkel.
•    Het continu monitoren en verbeteren van het aanbod van de WoonWijzerWinkel
•    Faciliteren en begeleiden van de Duurzaamheidstafel
•    Samenwerken met ImpulZ Energiecoöperatie Beekdaelen
•    Inzet van energiecoaches door Beekdaelen met ImpulZ Energiecoöperatie Beekdaelen
•    Meer communicatie met inwoners over verduurzamingsmogelijkheden   

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - Klimaatadaptatie

De klimaatverandering stelt nieuwe eisen aan het beheer van de openbare ruimte. Zo krijgen we vaker te maken met zeer intensieve regenbuien en langdurig droge periodes. Dit heeft invloed op het ontwerp en beheer van de openbare ruimte, waaronder riool- en watersysteem, de inrichting van wegen, gebouwen en groenvoorziening.  In (boven)regionaal verband wordt samengewerkt aan het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA), waarin ambities zijn opgenomen om te zorgen dat Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht. Met Waterschap Limburg blijven we samenwerken binnen de aanpak ‘Water in balans’. In Beekdaelen is specifiek gewerkt aan actualisatie van het Gemeentelijk rioleringsplan (dat heeft geresulteerd in een vastgesteld Water- en rioleringsprogramma 2024-2027) en is een hemelwaterverordening en aansluitverordening riolering vastgesteld.  Als onderdeel hiervan zetten we in op het afkoppelen van regenwater, het verwerken van water op eigen terrein en het verminderen van verhard oppervlak. 

Aankoop gronden Jabeek/ Süsterseel

Terug naar navigatie - Aankoop gronden Jabeek/ Süsterseel

Het college en raad hebben werken naar lokale gezamenlijke energieopwekking, zo ook met de buurgemeenten Gangelt en Selkant. De eerste aanzet hierin is verricht middels de aankoop van grensoverschrijdende landbouwgrond nabij Jabeek/Süsterseel. Gemeente Beekdaelen heeft hierbij het perceel aan de Nederlandse kant, gemeente Gangelt heeft het perceel aan de Duitse kant. De aankoop van deze gronden is in Q1 van 2024 bekrachtigd vanuit de gemeente Gangelt.

Vanuit deze eigendomspositie worden de verschillende energieopwekmogelijkheden en lokale behoeften in kaart gebracht. Er vinden daarom ook afstemming met Provincie Limburg en gemeenten Gangelt, Selfkant plaats.

De verwachting is dat het nog enige tijd zal gaan duren alvorens er concreet met de aanleg en bouw van de energieopwekinstallatie(s) kan worden gestart. Tot die tijd zal de grond tijdelijk en zo renderend mogelijk worden uitgegeven.

Regionaal Energiebedrijf in Parkstadverband

Terug naar navigatie - Regionaal Energiebedrijf in Parkstadverband

In Parkstadverband wordt samen de energiecoöperaties - waaronder de Beekdaelse Energiecoöperatie ImpulZ - gewerkt aan het opzetten van een regionaal Energiebedrijf binnen Parkstad. 

Het doel van dit regionale energiebedrijf is om binnen de regio zowel zo veel mogelijk opwek van duurzame energie te realiseren maar ook levering van deze energie aan inwoners, bedrijven en de Parkstadgemeenten zelf, mogelijk te maken. 

De voordelen van dit regionale Energiebedrijf zijn:
-    Revenuen van grootschalige opwek komen ten goede aan de lokale bevolking
-    Versnelling  van opwek duurzame energie (vanwege lokaal profijt: meer draagvlak)
-    Versterking van de lokale energiecoöperaties
-    Meer onafhankelijk worden van de internationale energiemarkt (bevordering autonomie)
-    In de toekomst mogelijk directe levering tegen kostprijs+

Een kwartiermaker onderzoekt en weerlegt aan de gemeenten en energiecoöperaties de mogelijkheden van projecten binnen dit Energiebedrijf weer. Hierop wordt lokaal invulling gezocht om Beekdaelen te laten genieten van de genoemde voordelen.