2. Begrotingsresultaat en vermogen

2.1 Inleiding

Terug naar navigatie - 2.1 Inleiding - Inleiding

In de kadernota 2026 is aangekondigd dat het begrotingsbeeld kantelt. Vooral als gevolg van keuzes die al bij de vaststelling van de begroting 2025 zijn gemaakt schrijft Beekdaelen weer zwarte cijfers. De in deze begroting gepresenteerde resultaten liggen in lijn met de resultaten die eerder in de kadernota 2026 zijn gepresenteerd.

Toch is sprake van een tweetal grotere mutaties. Een voordelig effect wordt veroorzaakt doordat de septembercirculaire 2025 voor de gemeente gunstig uitpakt. Dat heeft vooral te maken met een foutieve aanname die is gehanteerd bij de hoeveelheden die de basis vormen voor de omvang van de algemene uitkering.

Daarnaast zien we dat het afgesloten CAO voor gemeenteambtenaren leidt tot een extra belasting van het resultaat. De stijging van de loonkosten kan niet worden opgevangen binnen de compensatie die het rijk daarvoor biedt in de algemene uitkering. 

In het vervolg van dit hoofdstuk wordt de financiële positie van de gemeente verder uitgewerkt. Gestart wordt met een samenvatting. Daarna volgt een meer gedetailleerde uiteenzetting.

2.2 Financiële samenvatting en leeswijzer

Terug naar navigatie - 2.2 Financiële samenvatting en leeswijzer - 2. fin samenvatting en leeswijzer

Als startpunt voor de presentatie van het meerjarig perspectief van de gemeente wordt de eerste bestuursrapportage 2025 genomen. Vanaf het moment van vaststelling van de eerste burap 2025 hebben ontwikkelingen plaatsgevonden die het noodzakelijk maken het perspectief te actualiseren. Deze ontwikkelingen zijn samengevat in de onderstaande tabel.

Onderstaand treft u een samenvatting aan van de opbouw en de financiële uitkomst van de begroting 2026. Per regel wordt verwezen naar een hoofdstuk. In dat hoofdstuk treft u een uitgebreide toelichting aan. Een verkorte toelichting volgt na de onderstaande tabel (+ = positief voor het resultaat, -/- = negatief voor het resultaat).

Verwachte ontwikkeling resultaat 2026-2029 (in duizenden €) § 2026 2027 2028 2029
Resultaat na eerste burap 2025 -518,0 534,5 1.355,3 496,4
Bijstellingen lopende budgetten 2.3 4.157,9 3.157,6 1.090,3 1.942,4
Nieuw beleid begroting 2026 2.3 -142,3 -142,3 -142,3 -142,3
Resultaat begroting 2026 3.3 3.497,6 3.549,8 2.303,2 2.296,5
Indicatief toekomstig verloop resultaat door:
Toekomstige raadsvoorstellen 2.4 -1.222,0 -1.440,1 -1.771,1 -1.818,3
Resultaat begroting na toekomstige raadsvoorstellen 2.275,6 2.109,8 532,1 478,3
Geinventariseerde bezuinigingen 2.4 225,0 698,5 698,5 735,5
Resultaat als alle bezuinigingen worden doorgevoerd 2.500,6 2.808,3 1.230,6 1.213,8

In paragraaf 2.3 wordt het begrotingsbeeld geactualiseerd. De meicirculaire en de septembercirculaire 2025 worden daarin onder andere meegenomen alsmede het nieuwe beleid dat wordt gevraagd in de begroting 2026. Het begrotingsbeeld laat in alle jaren positieve bedragen zien.

De komende jaren komt een aantal grotere opgaven op de gemeente af. Die hebben invloed op het toekomstig begrotingsresultaat. Om die reden is in paragraaf 2.4 inzichtelijk gemaakt welke raadsvoorstellen de komende periode nog gaan komen, waarvan we weten dat deze financiële gevolgen hebben. Diezelfde paragraaf beschrijft welke aanvullende bezuinigingen kunnen worden doorgevoerd om het begrotingsresultaat te verbeteren. Zowel de toekomstige raadsvoorstellen alsook de inventarisatie van mogelijke bezuinigingen zijn puur informatief opgenomen in deze begroting. Hierover wordt (nu nog) geen besluitvorming gevraagd.

Voordat de financiële positie verder wordt toegelicht treft u onderstaand een infographic aan die laat zien hoe de financiën van de gemeente zijn opgebouwd.

2.3 Actualisatie begrotingsbeeld

Algemeen

Terug naar navigatie - 2.3 Actualisatie begrotingsbeeld - Algemeen

Dit hoofdstuk is onderverdeeld in twee paragrafen. De eerste paragraaf gaat nader in op de bijstelling van de lopende begroting. Gedacht kan hierbij worden aan de effecten van de circulaires die we in 2025 van de beheerders van het gemeentefonds hebben ontvangen of aan de indexering van budgetten en lokale lasten. De tweede paragraaf beschrijft het nieuwe beleid dat in deze begroting wordt gevraagd. 

2.3.1 Bijstelling lopende begroting

Terug naar navigatie - 2.3 Actualisatie begrotingsbeeld - 2.3.1 Bijstelling lopende begroting

Als startpunt voor het meerjarig perspectief van de begroting 2026 geldt de eerste bestuursrapportage 2025. Die burap laat in het jaar 2026 een negatief saldo zien van afgerond € 518.000. In deze begroting wordt het jaar 2029 toegevoegd. Dat jaar laat een positief resultaat zien van € 496.000. 

Nu het startpunt helder is, wordt bekeken welke ontwikkelingen het begrotingsbeeld beïnvloeden. Die ontwikkelingen zijn in de onderstaande tabel samengevat. Na de tabel worden de ontwikkelingen nader toegelicht. 

Nr Bijstelling lopende begroting (x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Resultaat 1e burap 2025 -518,0 534,5 1.355,3 496,4
Bijstelling lopende begroting
1 Vastgestelde begrotingswijzigingen in raad september 2025 -41,6 -41,6 -41,6 -41,6
2 Bijstelling meerjarige investeringsplannen en rentevoordelen 502,6 354,2 -32,2 162,7
3 Bijraming achterstallig onderhoud wegen agv prijsstijgingen 0,0 0,0 0,0 0,0
Hogere toevoeging aan voorziening achterstallig onderhoud -2.000,0 0,0 0,0 0,0
Aanwending reserve nog te bestemmen 2.000,0 0,0 0,0 0,0
4 Tekort beheersintensieve verlichting -111,0 -18,0 -18,0 -18,0
5 Bijdrage gemeenschappelijke regelingen 328,4 290,8 181,7 98,6
6 Indexering belastingen 282,7 292,4 286,3 286,3
7 Bijstellling groen budgetten -507,0 -457,0 -362,0 -332,0
8 Reele effecten mei- en septembercirculaire 2025 4.623,5 4.191,8 2.313,7 2.885,9
9 Jaar uitstel doordecentralisatie beschermd wonen -226,8 -511,6 -114,6 0,0
10 Wijziging toerekening perceptiekosten BsgW -229,0 -229,0 -228,9 -228,9
11 Bijstelling personeelslasten -365,6 -664,4 -738,3 -747,7
12 Verlagen budget duurzaamheid in verband met onderuitputting 25,0 25,0 25,0 25,0
13 Dienstverleningsovereenkomst Historisch Centrum Limburg (HCL) -34,0 -48,3 -68,9 -92,7
Overig: -89,2 -26,7 -111,8 -55,0
Resultaat begroting na bijstellingen 3.639,9 3.692,1 2.445,5 2.438,8

1. Vastgestelde begrotingswijzigingen in raad september 2025
Zoals aangegeven is het startpunt voor de toelichting van het meerjarig perspectief de eerste bestuursrapportage 2025. Deze is vastgesteld in de raadsvergadering van juli 2025. Sindsdien heeft de raad in de raadsvergadering van september 2025 een voorstel aangenomen dat verband houdt met aanvullende kredieten die nodig zijn door een actualisatie van een aantal projecten op het meerjarig infrastructuur programma (MIP). De jaarlijkse kosten van dat voorstel bedragen ruim € 41.000.

2. Bijstelling meerjarige investeringsplannen en rentevoordelen
Het meerjarig infrastructuur programma (MIP) is, zoals afgesproken met de gemeenteraad, tussentijds (ambtelijk) geëvalueerd in het voorjaar van 2025 en in het najaar 2025 voor een deel geactualiseerd. Uit deze tussentijdse evaluatie en actualisatie komen projecten naar voren waarvoor extra middelen nodig zijn. Daarnaast is kritisch bekeken wanneer de betreffende investeringen tot uitvoering komen. Die meer realistische planning leidt tot rentevoordelen die de eerder genoemde nadelen als gevolg van de actualisatie van de MIP- projecten nagenoeg neutraliseren. 

3. Bijraming achterstallig onderhoud wegen agv prijsstijgingen
In het eerste kwartaal 2025 hebben tweejaarlijkse weginspecties plaatsgevonden naar het onderhoudsniveau van de gemeentelijke wegen. Geconstateerd is dat de staat van de wegen aanmerkelijk is verbeterd ten opzichte van eerdere inspecties. Meer informatie hierover is terug te vinden in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen die als hoofdstuk 7.4 is opgenomen in deze begroting.

Tegelijktijdig moet worden geconstateerd dat het bedrag dat voor achterstallig onderhoud beschikbaar is gesteld bij de vaststelling van het IBOR beleidsplan moet worden geïndexeerd. Ook voor wat betreft het aanpakken van het achterstallig onderhoud worden we geconfronteerd met extreme prijsstijgingen van ruim 40% ten opzichte van het bij het IBOR gehanteerde prijspeil jaar 2021. Het bedrag dat daar extra voor nodig is bedraagt eenmalig € 2.000.000. Dat bedrag wordt onttrokken uit de reserve nog te bestemmen en gestort in de voorziening achterstallig onderhoud voor wegen.

4 .Tekort beheersintensieve verlichting
Er zijn extra middelen voor ‘beheerintensieve verlichting’ nodig. Het betreft enkele objecten die in verhouding tot de reguliere openbare verlichting onderhoudsgevoelig zijn en meer kosten met zich meebrengen. Voorbeelden zijn de objecten op Vogelsvalderenweg (heiligenbeelden) en Echterbaan (tunnel met ledwand). Beide plekken zijn onderdeel van de Beekdaelenroute. Voor een aantal objecten is groot onderhoud nodig.

5. Bijdrage gemeenschappelijke regelingen
In de raadsvergadering van 15 april en 27 mei jl zijn diverse begrotingen en begrotingswijzigingen van verbonden partijen aan de gemeenteraad voorgelegd. Een groot deel van de bijdragen kan de gemeente dekken door inzet van de stelpost die in de begroting is opgenomen voor loon- en prijsstijgingen. Per saldo bedraagt het voordeel in 2029 nog ongeveer € 100.000.

6. Indexering belastingen
De beheerders van het gemeentefonds rekenen met een prijsstijging van 2,3% voor het jaar 2026. Het is gebruikelijk dat de opbrengsten van de leges en van de lokale belastingen met hetzelfde percentage worden geïndexeerd. Dat leidt tot een stijging van de inkomsten met een bedrag van afgerond € 290.000.

7. Bijstelling groen budgetten
De kwaliteitsniveaus voor het beheer en onderhoud van het groen zijn in 2022 vastgelegd in het Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR)-beleidsplan. Voor Groen is de differentiatie in onderhoudsniveaus het grootst: centra en gemeentelijke begraafplaatsen op niveau A, sportaccommodaties en woonkernen op B, en onder andere het buitengebied en holle wegen op C. Om te kunnen voldoen aan verschillende wettelijke taken (denk aan het beheer van bomen) en het door de gemeenteraad vastgestelde onderhoudsniveau zijn (zoals aangekondigd in de kadernota 2026) extra middelen nodig. In totaliteit is een bijstelling van de begroting nodig van afgerond € 900.000. Van dat bedrag kan € 560.000 worden gedekt door inzet van het budget dat de gemeente in de begroting beschikbaar heeft voor prijsstijgingen. De netto bijraming bedraagt dus nog afgerond € 340.000.

Het grootste deel (ca € 590.000) is nodig om aan de wettelijke zorgplicht voor het beheer van bomen te voldoen. Daarnaast zijn er extra middelen nodig (€ 100.000) voor het op orde brengen van de cyclus van het snoeien van het huidige areaal bosplantsoenen. Voor het onderhoud van gemeentelijke begraafplaatsen zijn ook extra middelen nodig (€ 120.000) in verband met fors gestegen loonkosten van de aldaar werkzame WSP-medewerkers. Daarnaast zijn er voor de gemeentelijke begraafplaatsen, om kwaliteitsniveau A te kunnen borgen, middelen nodig voor kleinschalige renovaties en ontwerp- en beplantingsplannen (samen € 65.000). Tot slot, in de openbare ruimte rond waterbuffers en bij accommodaties bestaat uit veiligheidsoogpunt de noodzaak om hekwerken en de afrasteringen te herstellen of te vervangen. Tot op heden is dit niet apart opgenomen in de begroting, maar incidenteel gedekt. Dat is een onwenselijke situatie, het benodigde bedrag betreft € 25.000.

Met de door de raad vastgestelde middelen voor het groenonderhoud vindt het groenonderhoud op kwaliteitsbeeld plaats. De aannemers voldoen in algemene zin aan hetgeen is overeengekomen. Er zijn echter mogelijkheden voor inhoudelijke verbeteringen. Om die reden onderzoeken we of we vanaf 2028 opnieuw met het huidige systeem van aannemers willen werken of niet. Het “inbesteden” van het groenonderhoud wordt nadrukkelijk bekeken. Dit betreft zowel een inhoudelijke toets als een financiële doorrekening. De raad is uiteindelijk in positie om te bepalen of we dit vanaf 2028 in eigen beheer gaan doen, of, al dan niet in aangepaste vorm, in de markt wegzetten. In beantwoording van technische vragen rondom de Kadernota is door het college het volgende aangegeven: “We streven ernaar om dit gesprek tussen raad en college over dit onderdeel bij de begrotingsbehandeling in het najaar al aan te gaan.” Dit is niet haalbaar; de business case is op dit moment nog in ontwikkeling. De eerste indicatie is dat er geen financiële besparing mee gerealiseerd kan worden, maar dat er wel degelijk een kwaliteitsverbetering kan zijn voor onze inwoners. Uitgangspunt is dat we dit proberen te realiseren met het totaal aan middelen voor groenonderhoud zoals dat nu in de meerjarenbegroting is opgenomen. Zodra er een sluitende business case is, zal het college deze met de gemeenteraad bespreken.

8. Reële effecten mei- en septembercirculaire 2025

Meicirculaire 2025
De meicirculaire geeft de gemeente een compensatie voor de kortingen die het afgelopen jaar hebben plaatsgevonden in de algemene uitkering. Die compensatie bedraagt voor de gemeente afgerond € 800.000. Het accres bedraagt in de meicirculaire ongeveer € 600.000 structureel. Samen met een aantal kleinere positieve mutaties bedraagt het structureel voordelige effect van de meicirculaire in totaal ongeveer € 1,6 miljoen per jaar.

Ook voor de taakstellingen op jeugd worden gemeenten deels gecompenseerd, maar die compensatie is slechts tijdelijk voor de jaren 2026 en 2027. Het bedrag dat daarmee is gemoeid bedraagt afgerond € 2,0 miljoen. Vanaf het jaar 2028 komen de ingecalculeerde bezuinigingen die door de zogenaamde hervormingsagenda moeten worden gerealiseerd weer terug. Daarmee blijft de gemeentelijke bezuinigingsopgave op jeugd grotendeels gelijk, al krijgen gemeenten meer tijd om deze te realiseren.

Septembercirculaire 2025
De septembercirculaire 2025 leidt tot voordelen voor de gemeente. Dat heeft vooral te maken met een foutieve aanname die is gehanteerd bij de hoeveelheden die de basis vormen voor de omvang van de algemene uitkering.

9. Jaar uitstel doordecentralisatie beschermd wonen
De decentralisatie van de rijksmiddelen t.b.v. Beschermd Wonen is weer uitgesteld. De ingangsdatum was gepland per 1 januari 2026. We gaan er voorshands van uit dat invoering per 1 januari 2027 mogelijk is.

Het grillige verloop van de mutaties heeft te maken met het feit dat bij de overheveling (decentralisatie) van de rijksbijdrage bescherm Wonen door het Rijk een ingroei variant wordt gebruikt. Na 4 jaar gaat het volledige budget naar de individuele gemeenten. In deze vier jaar ontvangt de centrumgemeente Heerlen ook nog een gedeelte van de rijksgelden.

Onderstaand de geraamde bedragen voor de gemeente Beekdaelen (bedragen * € 1.000):

Omschrijving 2026 2027 2028 2029
A. Begroting 2025 227 738 853 853
B. Begroting 2026 0 227 738 853
C=B-A Verschil (nadeel) - 227 -511 -114 0

 

10. Wijziging toerekening perceptiekosten BsgW
Recent hebben wij informatie ontvangen van BsgW waarin zij informatie geven over de manier waarop de exploitatiebijdrage die wij aan hen betalen het best kan worden toegerekend naar de verschillende belastingtaken. De kosten van waarderen worden hierbij helemaal toegerekend aan de onroerend zaakbelasting en de overige kosten naar rato van de opbrengst per belastingsoort. 

Het vorenstaande heeft tot gevolg dat, ten opzichte van de eerder door de gemeente gehanteerde systematiek, nu meer wordt toegerekend aan onroerend zaakbelasting, en juist minder aan rioleringen en aan afval. Dat heeft een negatief gevolg voor het begrotingsresultaat, maar juist een gunstig effect op de tarieven afvalstoffenheffing en rioolheffing.

11. Bijstelling personeelslasten
Per 1 april 2025 is een nieuw CAO voor gemeenten van kracht. De looptijd is twee jaar met een loonafspraak van 6,7% en € 35 nominaal. Dit betekent een geleidelijke loonstijgingen van ongeveer 7% tot 8,5% in de lagere loonschalen in de periode tot en met 31 maart 2027. De betreffende stijging heeft tot gevolg dat de personeelskosten dienen te worden bijgeraamd. 

12. Vrijval niet benutte deel budget voor duurzaamheid
In de gemeentebegroting is een post voor duurzaamheid opgenomen die is bedoeld voor het opstellen van plannen en communicatie. Gebleken is dat dit budget de afgelopen jaren slechts voor de helft wordt aangesproken. Die betreffende budgettaire ruimte wordt weggehaald.

13.  Dienstverleningsovereenkomst Historisch Centrum Limburg (HCL)
De gemeente Beekdaelen sluit een nieuwe dienstverleningsovereenkomst (DVO) met het Historisch Centrum Limburg (HCL) voor het beheer en toezicht op haar archieven. Het HCL draagt daarmee in ieder geval de komende acht jaar zorg voor het veilig bewaren en toegankelijk maken van zowel fysieke als digitale archieven van de gemeente.

De kosten voor de gemeente stijgen om twee redenen:
Ten eerste wordt er vanaf 1 januari 2026 door het HCL een risico-opslag gehanteerd voor DVO-partners, wat leidt tot hogere tarieven ten opzichte van deelnemers aan de Gemeenschappelijke Regeling. Over deze ontwikkeling en over de meerkosten die dit tot gevolg heeft is de raad geïnformeerd via een RIB met wensen en bedenkingen op 29 maart 2024.

Ten tweede zal de gemeente gebruik moeten gaan maken van het eDepot van het HCL voor het duurzaam beheren van digitale archieven. Dit brengt extra structurele kosten met zich mee, onder andere door de initiële opname van grote hoeveelheden digitale data. Het betreft hier een wettelijke verplichting.

Door deze twee afzonderlijke oorzaken nemen de structurele lasten voor archiefbeheer toe.

2.3.2 Nieuw beleid begroting

Terug naar navigatie - 2.3 Actualisatie begrotingsbeeld - 2.3.2 Nieuw beleid begroting

Er is geïnventariseerd welk nieuw beleid de komende jaren op ons afkomt. De beleidsontwikkelingen zijn in aantal beperkt. In de onderstaande tabel zijn deze vermeld (bedragen in duizenden euro's).

De eenmalige kosten worden, met uitzondering van de voorbereidingskosten kindercentrum Puth, gedekt uit de reserve nog te bestemmen. De kosten voor het kindcentrum komen uit de reserve onderwijshuisvesting. In deze begroting wordt de raad gevraagd in te stemmen met het betreffende nieuwe beleid.

Nieuw beleid begroting 2026 § Eenmalig 2026 2027 2028 2029
Weerbaarheid/veerkracht 3.3.2 -100,0 -3,7 -3,7 -3,7 -3,7
Uitrol pilot straatcoaches 4.3.2 0,0 -106,0 -106,0 -106,0 -106,0
Uitvoeringskosten economie 5.3.2 0,0 -24,5 -24,5 -24,5 -24,5
Voorbereidingskosten kindcentrum Puth 5.3.2 -120,0 -4,4 -4,4 -4,4 -4,4
Werkkrediet ontwikkelen woningbouwlocaties 5.3.2 -100,0 -3,7 -3,7 -3,7 -3,7
Totaalbedrag nieuw beleid begroting 2026 -320,0 -142,3 -142,3 -142,3 -142,3

2.4 Toekomstige raadsvoorstellen en bezuinigingsopties

2.4.1 Toekomstige raadsvoorstellen

Terug naar navigatie - 2.4 Toekomstige raadsvoorstellen en bezuinigingsopties - 2.4.1 Toekomstige raadsvoorstellen

Onderstaande tabel bevat een opsomming van de beleidsinitiatieven die binnenkort worden verwacht en die een relatief grote financiële impact hebben. In de tabel is bij ieder beleidsinitiatief vermeld in welke paragraaf van deze begroting een nadere toelichting is opgenomen. De bedragen in de tabel zijn in duizenden euro's.

Toekomstige ontwikkelingen met financiele impact Jaar § Eenmalig (D) Dekking (E) Netto (D-E) 2026 2027 2028 2029
Datagedreven werken 2026 3.3.2 183,6 0,0 183,6 110,1 137,6 163,3 189,5
Onderwijshuisvesting school Merkelbeek (rente) 2025 4.3.3 7.300,0 7.300,0 0,0 269,4 269,4 269,4 269,4
Onderwijshuisvesting school Puth (rente) 2027 4.3.3 4.900,0 4.900,0 0,0 0,0 0,0 180,8 180,8
Uitvoeren accommodatiebeleid 2026 ev 4.3.3 pm pm pm pm pm pm pm
Waaronder: Park de Oirsprong 2026 3.100,0 500,0 2.600,0 0,0 175,0 175,0 175,0
Waaronder: transitie accommodatiebeleid gemeenschapshuizen 2025/2026 800,0 800,0 0,0 24,4 24,4 24,4 24,4
Gemeenschapsvoorziening Sweikhuizen (rente) 2026 5.3.3 825,0 0,0 825,0 30,4 30,4 30,4 30,4
Meerjarig onderhoudsplan gebouwen duurzaamheid 2025 5.3.3 pm pm pm 700,0 700,0 700,0 700,0
Uitbreiding standplaatsen woonwagens 2025 5.3.3 320,0 0,0 320,0 11,8 11,8 11,8 11,8
Ontwikkelplan Nuth (rente) 2027 5.3.3 6.100,0 3.385,0 2.715,0 0,0 0,0 100,2 100,2
Gebiedsontwikkeling Doenrade 2025 5.3.3 pm pm pm pm pm pm pm
Waaronder: voorbereidingskrediet 150,0 150,0 0,0 4,6 4,6 4,6 4,6
Gebiedsontwikkeling Maatschappelijke hart Merkelbeek 2026 5.3.3 pm pm pm pm pm pm pm
Mobiliteitsplan 2026-2030 2026 ev 5.3.3 0,0 0,0 0,0 10,7 26,3 50,7 71,6
Aanleg parkeerplaatsen Quabeeksweg 1 Bingelrade 2025 5.3.3 157,0 0,0 157,0 10,6 10,6 10,6 10,6
Intensiveren ongediertebestrijding 2026 5.3.3 0,0 0,0 0,0 50,0 50,0 50,0 50,0
Beperkte ondersteuning beheer parochiële kerkhoven 2026 5.3.3 0,0 0,0 0,0 pm pm pm pm
Totalen 23.835,6 17.035,0 6.800,6 1.222,0 1.440,1 1.771,1 1.818,3

2.4.2 Potentiële besparingen

Terug naar navigatie - 2.4 Toekomstige raadsvoorstellen en bezuinigingsopties - 2.4.2 Potentiële besparingen

Zoals in de kadernota 2026 aangegeven kunnen nog aanvullende bezuinigingen worden getroffen om ervoor te zorgen dat de financiële positie verbetert. In de onderstaande tabel treft u een overzicht aan van die aanvullende bezuinigingsopties. In de vermelde paragrafen is een nadere toelichting opgenomen.

Overzicht bezuinigingsmogelijkheden § 2026 2027 2028 2029
Kostendekkend tarief bezorging reisdocumenten 3.3.3 0,0 0,0 0,0 37,0
Uitvoeringskosten participatiewet 4.3.4 0,0 0,0 pm pm
Onderhoud terreinmeubilair op C-niveau 5.3.4 0,0 14,8 14,8 14,8
Beëindiging beheeractiviteiten op terreinen derden 5.3.4 0,0 8,7 8,7 8,7
Voordelen investeringen in duurzaamheid naar gemeente 5.3.4 0,0 pm pm pm
Temporiseren/ rekening houden met afstoten gebouwen in het
duurzaam meerjarig onderhoudsplan gebouwen (DMJOP). 5.3.4 225,0 225,0 225,0 225,0
Temporiseren/ rekening houden met afstoten gebouwen:
accommodaties 5.3.4 0,0 450,0 450,0 450,0
Waarvan: mogelijk nodig voor investeringen in Park de Oirsprong 0,0 175,0 175,0 175,0
Verlagen bijdrage gemeenschappelijke regelingen met 5% 6.3.2 pm pm pm pm
Kostendekkend maken begraafrechten 6.3.2 pm pm pm pm
Totaal effect bezuinigingen 225,0 698,5 698,5 735,5

2.5 Reëel en structureel evenwicht

Berekening

Terug naar navigatie - 2.5 Reëel en structureel evenwicht - Berekening

Om vast te kunnen stellen dat er sprake is van structureel evenwicht dient het begrotingsresultaat gecorrigeerd te worden voor incidentele lasten en baten. Voor een specificatie van de incidentele lasten baten wordt verwezen naar de bijlage 8.6 "Overzicht van incidentele baten en lasten".

Structureel evenwicht (bedragen x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Begrotingsresultaat 3.497,6 3.549,8 2.303,2 2.296,5
Correctie incidentele lasten en baten -173,5 -173,5 0,0 0,0
Resultaat na correctie incidentele lasten en baten 3.324,1 3.376,3 2.303,2 2.296,5

2.6 Reserves en voorzieningen

Inleiding

Terug naar navigatie - 2.6 Reserves en voorzieningen - Inleiding

In deze paragraaf wordt ingegaan op de reserves en voorzieningen van de gemeente Beekdaelen voor het begrotingsjaar 2026. Voor het jaar 2026 worden de mutaties beschreven van achtereenvolgens de algemene reserve, de bestemmingsreserves en de voorzieningen. Voor een meerjarig overzicht wordt verwezen naar bijlage 8.9 ‘staat van reserves en voorzieningen’.

Het deel van de reserves waar de gemeente nog vrij over kan beschikken bedraagt naar de huidige inzichten afgerond € 15,3 miljoen ultimo 2026. 

Algemene reserve

Terug naar navigatie - 2.6 Reserves en voorzieningen - Algemene reserve

De algemene reserves van de gemeente bestaat uit de reserve weerstandcapaciteit en de reserve nog te bestemmen. De algemene reserves worden nu toegelicht.

  • Reserve weerstandscapaciteit
    Beleid over de omvang van de reserve weerstandscapaciteit ligt vast in de nota integraal risicomanagement en weerstandsvermogen. De omvang van deze reserve is gekoppeld aan de noodzakelijke omvang van het weerstandsvermogen.
  • Reserve nog te bestemmen
    Deze reserve kent weliswaar een bufferfunctie maar hoeft bij een toereikende  reserve weerstandscapaciteit niet als zodanig te functioneren. De reserve is daarom vrij besteedbaar. 
Algemene reserve (bedragen x € 1.000) begin 2026 bij 2026 af 2026 eind 2026
Reserve weerstandscapaciteit 4.612,5 - 304,8 4.307,7
Reserve nog te bestemmen 17.160,2 330,5 2.200,0 15.290,7
Totaal algemene reserve 21.772,7 330,5 2.504,8 19.598,3

Hierna worden de belangrijkste toevoegingen en onttrekkingen toegelicht:

Toevoegingen:
In de paragraaf weerstandsvermogen is becijferd welk bedrag in de reserve weerstandscapaciteit moet worden gestort om de in de genoemde paragraaf onderkende risico's te kunnen ondervangen. Op grond van de meest actuele berekeningen kan een bedrag van € 304.800 vrijvallen uit de reserve weerstandscapaciteit. Dat bedrag wordt, samen met nog een aantal andere kleinere mutaties, toegevoegd aan de reserve nog te bestemmen.

Onttrekkingen:
De reserve nog te bestemmen neemt af met € 2,2 miljoen. Die aanwending betreft voor een bedrag van € 2,0 miljoen een overboeking van de reserve nog te bestemmen naar de voorziening voor achterstallig onderhoud wegen. Die extra toevoeging is nodig in verband met prijsstijgingen. Een nadere toelichting is terug te vinden in paragraaf 2.3.1 van deze begroting.

Daarnaast worden de middelen van een tweetal nieuwe beleidsontwikkelingen overgeboekt van de reserve nog te bestemmen naar de bruteringsreserve. Het betreft een werkkrediet ten behoeve van de ontwikkeling van woningbouwlocaties ad € 100.000 en een krediet voor weerbaarheid/ veerkracht ad € 100.000. Meer informatie over dat nieuwe beleid is respectievelijk terug te vinden in de paragrafen 5.3.2 en 3.3.2 van de voorliggende begroting.

Bestemmingsreserves

Terug naar navigatie - 2.6 Reserves en voorzieningen - Bestemmingsreserves

Het totaal van de bestemmingsreserves bedraagt per 1 januari 2026 € 70,4 miljoen.

Bestemmingsreserve (bedragen x € 1.000) begin 2026 bij 2026 af 2026 eind 2026
Bruteringsreserve 48.573,6 200,0 3.030,4 45.743,2
Reserve niet bestede middelen voorg.dienstjaren 2.381,6 - 36,0 2.345,6
Reserve organisatie ontwikkeling 500,0 - - 500,0
Reserve landschapsfonds 315,8 - - 315,8
Geclaimde reserve 62,7 - 18,8 43,9
Reserve onderwijshuisvesting asielzoekerskinderen 512,2 - 48,0 464,2
Reserve onderwijshuisvesting 17.910,0 - 287,0 17.623,0
Reserve onderhoud gebouwen niet in MJOP 169,1 173,5 200,0 142,5
Totaal bestemmingsreserves 70.425,1 373,5 3.620,2 67.178,3

Gedurende 2025 nemen de bestemmingsreserves per saldo af met € 3,2 miljoen. De geraamde aanwendingen zijn dus hoger dan de geraamde toevoegingen. De belangrijkste toevoegingen en aanwendingen worden hieronder toegelicht.

Toevoegingen

Bruteringsreserve
De bruteringsreserve wordt verhoogd met € 200.000 ten laste van de reserve nog te bestemmen ten behoeve van een tweetal nieuwe beleidsinitiatieven. Het betreft een werkkrediet ten behoeve van de ontwikkeling van woningbouwlocaties ad € 100.000 en een krediet om maatregelen te kunnen uitvoeren ten behoeve van dreigende crises ad € 100.000. 
Daarnaast wordt een bedrag van € 173.500 toegevoegd aan de reserve die is gevormd voor onderhoud aan gebouwen die op termijn worden afgestoten.

Grootste onttrekkingen

Om kapitaallasten te dekken wordt de bruteringsreserve voor een bedrag van ruim € 3,0  miljoen aangewend. Daarnaast vindt een aanwending plaats van de reserve onderwijshuisvesting voor een bedrag van € 167.000 ten behoeve van tijdelijke klaslokaalunits in Merkelbeek (raadsbesluit juni 2025) en voor een bedrag van € 120.000 ten behoeve de voorbereidingskosten voor de school in Puth waarvoor in deze begroting middelen worden gevraagd,

De reserve voor onderhoud van gebouwen die op termijn worden afgestoten wordt aangewend ten behoeve van gepland onderhoud in 2026.

Voorzieningen

Terug naar navigatie - 2.6 Reserves en voorzieningen - Voorzieningen

Onderstaand treft u een overzicht aan van de voorzieningen. 

Voorzieningen (bedragen x € 1.000) begin 2026 bij 2026 af 2026 eind 2026
Voorziening pensioenen wethouders 1.332,6 - - 1.332,6
Voorziening openbare verlichting 701,6 210,0 - 911,6
Voorziening onderhoud gebouwen MOP 3.388,4 1.013,5 1.349,5 3.052,4
Voorziening onderhoud gebouwen niet in MOP 173,5 - - 173,5
Voorziening riolen 4.575,2 - 310,4 4.264,8
Voorziening onderhoud wegen 3.486,2 3.801,6 4.228,6 3.059,2
Voorziening civiele kunstwerken 348,0 6,0 6,0 348,0
Voorziening asbestsanering 27,2 - - 27,2
Voorziening oninbare debiteuren BsGW 438,7 103,0 - 541,7
Voorziening oninbare debiteuren privaat/publiekrechtelijk 363,5 - - 363,5
Voorziening spaarverlof 151,8 - - 151,8
Voorziening afvalverwerking 689,5 - 330,0 359,5
Voorziening masterplan 2.0 Schinveld 4.700,0 - - 4.700,0
Voorziening BP centrum III Schimmert 250,0 - - 250,0
Leefbaarheidsfonds AWACS - 2.500,0 - 2.500,0
Totaal voorzieningen 20.625,9 7.634,1 6.224,4 22.035,5

Hierna worden de belangrijkste toevoegingen en onttrekkingen toegelicht:

Toevoegingen
Aan diverse voorzieningen worden bedragen toegevoegd die, op grond van onderhoudsplannen, de komende jaren nodig zijn om onderhoud te kunnen plegen aan kapitaalgoederen. Het gaat om de voorziening openbare verlichting, de voorzieningen onderhoud gebouwen, de voorziening civiele kunstwerken en de voorziening wegen. Voor oninbaarbaarheid van belastingdebiteuren wordt € 103.000 toegevoegd.

Zoals beschreven in paragraaf 5.3.1 hebben het ministerie van Defensie en de gemeenten Beekdaelen en Brunssum op 7 februari 2025 een bestuurlijke overeenkomst gesloten met bijbehorende "Afspraken op hoofdlijnen". Onderdeel van deze overeenkomst is dat het ministerie een bedrag van vijf miljoen euro - gelijkelijk te verdelen over beide gemeenten - ter beschikking stelt voor een leefbaarheidsfonds AWACS. Het aandeel van de gemeente Beekdaelen wordt gestort in een nieuwe voorziening leefbaarheidsfonds AWACS.

Onttrekkingen
Voor onderhoud gebouwen, wegen en civiele kunstwerken wordt respectievelijk € 1.349.500, € 4.228.600 en € 6.000 aangewend. De aanwendingen stroken met de onderhoudsplannen die voor de kapitaalgoederen zijn opgesteld.

Om de lastenstijging van de afvalstoffenheffing te dempen wordt de voorziening afvalverwerking voor € 330.000 aangewend.

Het saldo op de exploitatiebudgetten voor riolering wordt geëgaliseerd door de voorziening riolen voor een bedrag van € 310.400 aan te wenden.