7. (Verplichte) paragrafen

7.1 Inleiding paragrafen

Intro

Terug naar navigatie - 7.1 Inleiding paragrafen - Intro

Naast de programma’s zijn gemeenten verplicht om zeven programma-overstijgende paragrafen in de begroting op te nemen. Dat is vastgelegd in de financiële spelregels waar gemeenten zich aan moeten houden (het besluit begroting en verantwoording BBV). De onderwerpen die zijn beschreven in de paragrafen laten zich vaak niet vangen in een enkel programma.

De paragrafen zijn belangrijk voor een verbetering van het inzicht in de financiën en het beleid van de gemeente. De paragrafen zijn om verschillende redenen opgenomen:

  • Het onderwerp heeft een grote financiële impact.
  • Het onderwerp heeft een grote politieke betekenis.
  • Het onderwerp is van belang voor de uitvoering van de programma’s.

Naast de verplichte zeven programma-overstijgende paragrafen is de paragraaf duurzaamheid in deze begroting opgenomen. Dat onderwerp heeft immers grote (financiële) impact en is maatschappelijk en politiek van belang.

7.2 Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - 7.2 Lokale heffingen - Inleiding

Deze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen op hoofdlijnen. Hiermee ontstaat inzicht in de lokale lastendruk, die van belang is voor de integrale afweging tussen beleidswensen enerzijds en de daarvoor te verwerven inkomsten anderzijds. Deze paragraaf bevat tevens het beleid van de gemeente over de lokale heffingen en kwijtschelding.

Overzicht van de lokale belastingen

Terug naar navigatie - 7.2 Lokale heffingen - Overzicht van de lokale belastingen

In 2025 werden diverse inkomstenverhogende maatregelen getroffen om tot een structureel sluitende begroting te komen.

De ozb-opbrengst wordt verdeeld over 3 jaar extra verhoogd met in totaal 10%, in 2026 vindt de 2e extra verhoging plaats. De afvalstoffenheffing is vanaf 2025 100% kostendekkend zijn. In 2025 én in 2026 wordt de stijging gedempt door inzet van de voorziening afvalstoffenheffing. 

De combinatie van hoofdstuk 1 en 3 van de tarieventabel behorend bij de legesverordening laat een kostendekkingspercentage zien van  ruim 77%. Bij het vaststellen van de begroting 2025 heeft de raad besloten in te stemmen met een kostendekkendheid van de leges van 75%. De overstijging van het kostendekkingspercentage in de betreffende titels wordt veroorzaakt door de relatief hoge dekkkingspercentages van paspoorten en rijbewijzen.  Voor deze documenten gelden tarieven die door het rijk worden vastgesteld.  Wat betreft de leges voor omgevingsvergunningen (hoofdstuk 2 van de tarieventabel) heeft een herschikking  plaatsgevonden waarbij de leges voor kleinere initiatieven verlaagd zijn ten koste van de grotere. Deze verschuiving in combinatie met de verwachte aantallen voor 2026 leidt tot een tariefsverlaging met 13% bij hantering van het uitgangspunt van 75% kostendekkendheid. Een deel van de lagere tarieven zal alsnog van toepassing worden verklaard voor 2025.  Na inventarisatie worden de teveel betaalde leges gerestitueerd aan de aanvragers.

Na verhoging van de toeristenbelasting in 2025 tot het gemiddeld in Zuid-Limburg gehanteerde tarief in 2024., wordt deze nu geïndexeerd met 2,3% zijnde het inflatiepercentage genoemd in de septembercirculaire 2025. De opbrengst lijkbezorgingsrechten is ook geïndexeerd met 2,3% en de opbrengst rioolheffing is gebaseerd op de verwachte (toekomstige) kosten inzake riolering.

In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen van de opbouw van de in de begroting geraamde lokale belastingen, heffingen en retributies (bedragen in duizenden euro's).

Overzicht lokale heffingen (bedragen x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
Ozb eigenaren woningen 6.931 7.162 7.162 7.162
Ozb eigenaren niet-woningen 1.182 1.222 1.222 1.222
Ozb gebruikers niet-woningen 888 918 918 918
Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten 5.949 6.277 6.276 6.276
Rioolrechten 6.422 6.674 6.927 7.180
Leges bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen 1.000 1.000 1.000 1.000
Secretarieleges 840 942 698 698
Aansluiting riolering 33 33 33 33
Aanleg inritten 21 21 21 21
Grondzaken 1 1 1 1
Marktgelden 4 4 4 4
Toeristenbelasting 373 373 373 373
Begrafenisrechten 132 132 132 132
Totaal 23.775 24.757 24.765 25.018

Opbouw lokale belastingen en heffingen

Terug naar navigatie - 7.2 Lokale heffingen - Opbouw lokale belastingen en heffingen

Uit onderstaande tabel volgt dat het grootste deel van de inkomsten uit lokale heffingen bestaat uit de onroerendezaakbelasting (37,9%), afvalstoffenheffing (25,0%) en rioolrechten (27,0%).

Belastingsoort % bedrag x 1.000)
Onroerende zaakbelasting 37,9% 9.002
Afvalstoffenheffing 25,0% 5.949
Rioolrechten 27,0% 6.422
Bouwleges 4,2% 1.000
Secretarieleges 3,5% 840
Overige 2,4% 562
Totaal 100,0% 23.775

Ontwikkeling van lokale lasten

Terug naar navigatie - 7.2 Lokale heffingen - Ontwikkeling van lokale lasten

In onderstaande tabel worden de woonlasten van een gemiddeld huishouden in 2026 afgezet tegen de woonlasten in 2025:

Woonlasten 2025 2026
OZB 393,46 415,91
Afvalstoffenheffing 355,47 367,21
Rioolheffing 351,24 374,76
Totale woonlasten 1.100,17 1.157,88

In het vervolg van deze paragraaf worden de ontwikkelingen van de lokale lasten toegelicht.

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Terug naar navigatie - 7.2 Lokale heffingen - Onroerendezaakbelastingen (OZB)

De onroerendezaakbelasting is een belasting die wordt geheven over, zoals de naam al zegt, onroerende zaken. Deze belasting is van de lokale heffingen de grootste inkomstenbron. Met de opbrengst uit de OZB kan de gemeente onder andere uitgaven op het gebied van veiligheid, onderhoud openbaar groen en voorzieningen bekostigen. Zo draagt de OZB bij aan het voorzieningenniveau binnen de gemeente.

Er zijn drie groepen die een aanslag OZB krijgen:

  1. Eigenaren van woningen
  2. Eigenaren van niet-woningen (bijvoorbeeld bedrijfspand)
  3. Gebruikers niet- woningen

Gebruikers van woningen (bijvoorbeeld huurders) ontvangen geen aanslag ozb.

De te betalen ozb wordt berekend als percentage van de WOZ-waarde van de woning of niet-woning. De WOZ-waarde (waardering onroerende zaken) wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. Om het tarief (percentage) van de OZB voor het komende belastingjaar te bepalen, wordt de verwachte ozb-opbrengst gedeeld door de totale WOZ-waarde van alle onroerende zaken binnen de gemeente Beekdaelen. De raad kan ervoor kiezen om de opbrengst te verhogen (naast de inflatiecorrectie). Bij de vaststelling van de begroting 2025 is besloten om de ozb-opbrengst, naast de gebruikelijke indexering,  verdeeld over 3 jaar te verhogen met 10%. In 2026 wordt deze extra verhoging voor het 2e jaar toegepast; deze leidt tot een verhoging van de gemiddelde lastendruk met afgerond € 22.

Deze extra verhoging draagt mede bij aan de (inkomstenverhogende) maatregelen die de komende jaren  noodzakelijk is om te komen tot een structureel sluitende begroting. 

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - 7.2 Lokale heffingen - Afvalstoffenheffing

De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor de inzameling van het afval van huishoudens. De dienstverlening met betrekking tot afvalinzameling wordt  uitgevoerd door de GR Rd4. De kosten die gemoeid zijn met de inzameling en verwerking van afvalinzameling worden betaald uit de opbrengst van de afvalstoffenheffing.  Voor de opbrengst uit de afvalstoffenheffing geldt dat deze niet meer dan kostendekkend mag zijn; de gemeente mag dus niet meer in rekening brengen dan de kosten die zij voor het inzamelen van afval maakt. Als na afloop van het dienstjaar blijkt dat er sprake is van meer opbrengsten dan kosten dan wordt deze meeropbrengst toegevoegd aan een voorziening afvalstoffenheffing. De voorziening kan ingezet worden op het moment dat de kosten in enig jaar de opbrengsten overschrijden óf ter demping van het tarief in een volgend jaar.

Bij de vaststelling van de begroting 2025 is besloten de tarieven afvalstoffenheffing 100% kostendekkend te maken. Voor 2025 en 2026 kan de tariefstijging worden gedempt door inzet van de voorziening afvalstoffenheffing. De onttrekking aan de voorziening bedraagt voor beide jaren € 330.000.

Het vaste deel van de afvalstoffenheffing bedraagt voor 2026 € 295,08 (was € 281,52); de stijging blijft dus beperkt tot € 13,56 per aansluiting (= 4,82%). De diftar (tarief per lediging) blijft ongewijzigd en dat geldt ook voor de poorttarieven van het grondstoffenpark

Belastingsoort tarief 2025 tarief 2026
Vastrecht 281,52 295,08
Diftar aanbieden container restafval 140 lt 7,00 7,00
Diftar aanbieden container restafval 240 lt 10,00 10,00
Diftar aanbieden container gft-afval 140 lt - -
Diftar aanbieden container gft-afval 240 lt - -

Onderstaande tabel geeft inzicht in de kostendekkendheid van afval:

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing begroting 2026
Kosten taakvelden:
2.1 Verkeer en vervoer -64.185
6.3 Inkomensregelingen -201.000
7.3 Afval -4.563.805
Inkomsten taakveld(en), excl heffingen 1.100
Netto kosten taakvelden -4.827.890
Toe te rekenen kosten:
Overhead -248.471
BTW -872.812
Totale lasten -5.949.173
Opbrengst heffingen 5.949.173
Dekkingspercentage 100,0%

Uit bovenstaande tabel valt af te lezen dat het dekkingspercentage van de afvalstoffenheffing voor 2026 100% bedraagt. Om de stijging van het tarief 2026 te dempen is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om de voorziening afvalstoffenheffing in te zetten.  

Rioolheffing

Terug naar navigatie - 7.2 Lokale heffingen - Rioolheffing

De gemeente heeft bij wet een zorgplicht voor drie beleidsvelden op het gebied van water. Doel van de rioolheffing is om geld vrij te maken voor onder meer:

  • de afvoer van afvalwater;
  • de afvoer van regenwater (ook wel hemelwater genoemd);
  • het kwaliteitsbeheer van grondwater.

    De rioolheffing is een bestemmingsheffing. Dit betekent dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 is de verplichting om een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) op te stellen vervallen. In de memorie van toelichting bij deze wet is echter wel aangegeven dat het opstellen van een omgevingsprogramma voor riolering en water belangrijk is. Op 31 oktober 2023 is daarom het Water- en rioleringsprogramma Beekdaelen 2024 - 2027 door de raad vastgesteld. Dit programma geeft inzicht in de kosten van de invulling van de gemeentelijke zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater en vormt de basis voor de berekening van het tarief rioolheffing.

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel (€ 237,36) verhoogd met een bedrag geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. Voor het bedrag per m3 afgevoerd water geldt onderstaande staffeling:

Van 1 m3 tot en met 300m3 € 137,40
Van 301 m3 tot en met 3.000 m3 € 137,40 basistarief, vermeerderd met € 123,60 per eenheid van 300m3, waarmee de hoeveelheid van 300m3 wordt overschreden
Van 3.001 m3 tot en met 6.000 m3 € 1,249,80 basistarief, vermeerderd met € 96,12 per eenheid van 300m3, waarmee de hoeveelheid van 3.000m3 wordt overschreden
Boven de 6.000 m3 € 2.211,00 basistarief, vermeerderd met € 68,52 per eenheid van 300m3, waarmee de hoeveelheid van 6.000m3 wordt overschreden


Voor een huishouden/bedrijf met een waterverbruik tot en met 300m3 wordt de aanslag € 374,76 (vastrecht €  237,36 en op basis van waterverbruik € 137,40); een stijging met €  23,52 (6,70%) ten opzichte van het tarief 2025

In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de mate van kostendekkendheid rioolheffing:

Kostendekkendheid rioolheffing begroting 2026
Kosten taakvelden:
2.1 Verkeer en vervoer -106.975
6.3 Inkomensregelingen -223.000
7.2 Rioleringen -4.937.987
7.4 milieubeheer -14.000
Inkomsten taakveld(en), excl heffingen 389.118
Netto kosten taakvelden -4.892.844
Toe te rekenen kosten:
Overhead -791.690
BTW -736.973
Totale lasten -6.421.507
Opbrengst heffingen 6.421.507
Dekkingspercentage 100,0%

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - 7.2 Lokale heffingen - Toeristenbelasting

De verhoging van de tarieven toeristenbelasting in 2025 was onderdeel van de inkomstenverhogende maatregelen om te komen tot een structureel sluitende begroting. De tarieven toeristenbelasting werden gelijkgetrokken tot de gemiddelde tarieven 2024 in Zuid-Limburg. Voor 2026 zijn de tarieven verhoogd met de inflatiecorrectie van 2,3% (septembercirculaire 2025)

In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de tarieven in afgelopen jaren weergegeven: 

Soort 2023 2024 2025 2026
Mobiele onderkomens: per persoon/per overnachting € 0,85 € 0,90 € 1,55 € 1,60
Overige accommodaties: per persoon/per overnachting € 1,40 € 1,45 € 2,00 € 2,05

Leges

Terug naar navigatie - 7.2 Lokale heffingen - Leges

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een groot aantal taken. Een deel van deze taken wordt in de vorm van een dienst door bewoners of bedrijven individueel afgenomen. Om gemeenten tegemoet te komen in de kosten die zijn gerelateerd aan deze taken, betalen afnemers van deze gemeentelijke diensten leges. Wie de leges betalen, is afhankelijk van het type dienst dat wordt afgenomen. In veel voorkomende gevallen zijn het inwoners die betalen voor een paspoort, een rijbewijs of een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie. Het kunnen echter ook projectontwikkelaars zijn die een aanvraag indienen voor een omgevingsvergunning.

De tarieven voor de diverse diensten zijn opgenomen in de legesverordening, welke jaarlijks door de raad wordt vastgesteld. Om de diensten van de gemeente en de bijbehorende tarieven inzichtelijk weer te geven, is de tarieventabel bij de legesverordening ingedeeld in 3 hoofdstukken, die zijn onderverdeeld in paragrafen.

Het totaal van de opbrengsten uit de leges mag niet meer dan 100% kostendekkend zijn. Het is wel mogelijk dat een opbrengst voor een dienst hoger is dan de kosten voor deze dienst, maar dat deze opbrengst een verlies op een andere dienst compenseert (waar dus de opbrengst lager is dan de kosten voor de dienst). Dit wordt kruissubsidiëring genoemd. Kruissubsidiering tussen de diverse paragrafen binnen één hoofdstuk is toegestaan. Tussen de drie hoofdstukken is dit ongewenst.

Bij de vaststelling van de legesverordening 2025 is besloten de legestarieven te verhogen tot 75% kostendekkendheid. Een minimale wijziging van de tijdsbesteding aan of het toevoegen van een product aan hoofdstuk 1 of 3 leidt uiteraard tot een wijziging van het kostendekkingspercentage en kan tot (ongewenste) schommelingen in de tarieven leiden omdat het om een relatief klein bedrag van de tarieven/omzet gaat waarover de raad zelf kan beslissen.  Voorgesteld is daarom voor wat betreft de kostendekking de percentages uit hoofdstuk 1 en 3 te combineren. Deze combinatie leidt, rekening houdend met een indexering van de tarieven met 2,3%, voor 2026 tot een kostendekking van 77,31%.

Het effect van de verhoging van de leges voor omgevingsvergunningen (hoofdstuk 2 van de tarieventabel) tot 75% kostendekkendheid was dat relatief kleine (bouw)initiatieven onevenredig hard werden getroffen.  Om hieraan tegemoet te komen worden de hiervoor bedoelde leges verlaagd ten koste van de grotere bouwinitiatieven. In combinatie met de verwachte tijdsbesteding en aantallen voor 2026 kunnen de overige legestarieven met 13% verlaagd bij het hanteren van het uitgangspunt van 75% kostendekkendheid.

 In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de mate van kostendekkendheid leges:

Kostendekkendheid leges begroting 2026 kosten opbrengsten kostendekking
hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Burgerlijke stand 76.615 33.179 43,31%
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart 653.354 519.753 79,55%
Rijbewijzen 212.820 176.142 82,77%
Verstrekkingen uit de basisregistratie personen 26.616 22.742 85,44%
Overige publiekszaken 16.823 12.111 71,99%
Bijzondere wetten 68.585 48.769 71,11%
Diversen 10.963 12.607 115,00%
totaal titel 1 1.065.776 825.303 77,44%
hoofdstuk 2 Omgevingswet
voorfase 506.680 82.575 16,30%
activiteiten met betrekking tot bouwwerken 550.957 814.617 147,85%
activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed 20.260 4.255 21,00%
aanlegactiviteiten 73.587 17.125 23,27%
overige 182.886 81.838 44,75%
totaal titel 2 1.334.370 1.000.410 74,97%
hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
Horeca 19.566 14.353 73,36%
Winkeltijdenwet 661 219 33,13%
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 846 468 55,32%
totaal titel 3 21.073 15.040 71,37%
totaal kostendekkendheid 2.421.219 1.840.753 76,03%

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - 7.2 Lokale heffingen - Kwijtscheldingsbeleid

Burgers die niet in staat zijn de gemeentelijke belastingen te betalen, kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding. De gemeenteraad bepaalt voor welke belastingen kwijtschelding mogelijk is en de voorwaarden waaronder kwijtschelding plaatsvindt. De gemeenteraad is hierbij gebonden aan wettelijk voorgeschreven regels. Op enkele onderdelen kan de raad afwijken van de landelijke regels, De raad kan bepalen:  

  1. Voor welke gemeentelijke belastingen kwijtschelding wordt verleend.
  2. Of daar geheel of gedeeltelijk kwijtschelding voor wordt verleend. Gedeeltelijke kwijtschelding houdt in dat slechts een deel voor kwijtschelding in aanmerking komt (bijvoorbeeld 50% van de aanslag).
  3. Welke kwijtscheldingsnorm wordt toegepast.
  4. Welke vermogensnorm wordt gehanteerd. 
Kwijtschelding 2026
Rioolheffing 100%
Afvalstoffenheffing (vast bedrag per perceel) 100%
Afvalstoffenheffing (diftar) max. € 55 per jaar

Bij het vaststellen van het recht op kwijtschelding worden de kosten van levensonderhoud op 100% van de bijstandsnorm gesteld. Voor de vermogensnorm geldt dat hiervoor de maximaal toegestane norm wordt gehanteerd. 

Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - 7.2 Lokale heffingen - Lijkbezorgingsrechten

De lijkbezorgingsrechten zijn voor 2026 verhoogd met 2,3% (index septembercirculaire 2025). Nader onderzoek naar een (afnemend) verloop van begravingen en de daarmee verband houdende directe kosten zal meer inzicht moeten geven in het kostendekkingspercentage. Bij dit onderzoek zal ook een vergelijking worden gemaakt met de tarieven in omliggende gemeenten. 

7.3 Weerstandsvermogen

Inleiding

Terug naar navigatie - 7.3 Weerstandsvermogen - Inleiding

Het weerstandsvermogen geeft antwoord op de vraag in hoeverre een gemeente in staat is om nog niet afgedekte risico’s op te vangen door het vormen van een risicobuffer (weerstandscapaciteit).

Om een goede inschatting te kunnen maken van het weerstandsvermogen is het van belang dat een vorm van risicomanagement wordt toegepast. Risicomanagement betekent dat risico’s die spelen in de organisatie continu en systematisch worden doorlopen met als doel een balans te vinden tussen het nemen en het beheersen van risico’s. In het eerste jaar na de fusie is de gemeente gestart met risicomanagement. Het beleid is vastgesteld en vormt de basis voor de paragraaf weerstandsvermogen in de begroting en het jaarverslag.  

Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn op te vangen c.q. de risico´s in financiële zin af te dekken. Het betreft kosten die onvoorzien, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn.

In het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) is niet voorgeschreven welke bestanddelen behoren tot de weerstandscapaciteit. De gemeente Beekdaelen hanteert de volgende bestanddelen:

Nr Bestanddeel Incidentele weerstandscapaciteit Structurele  weerstandscapaciteit
1. Algemene reserve

€ 4.307.650

0
2. Stille reserves pm 0
3. Begrotingsruimte 2026 0 € 2.300.000
4. Onvoorzien 0 € 50.000
5. Onbenutte belastingcapaciteit 0 € 2.376.000
  Totaal € 4.307.650 € 4.726.000

 

In de tabel maken wij onderscheid in een structurele en een incidentele component van de weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit betreft het vermogen van de gemeente om onverwachte tegenvallers in de begroting op te vangen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de voortzetting van gemeentelijke taken. De incidentele weerstandscapaciteit is de ruimte die de gemeente heeft om onverwachte eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat deze invloed hebben op de voortzetting van gemeentelijke taken. 

1.    Algemene reserve
De algemene reserve is het deel van de reserves waar geen claim op ligt. De omvang van die algemene reserve bedraagt voor de gemeente Beekdaelen afgerond € 4,3 miljoen. Daarnaast beschikt de gemeente nog over een ‘reserve nog te bestemmen’. Die reserve wordt door de gemeente niet gerekend tot het weerstandsvermogen. Toch is ook die reserve ‘claimvrij’. Het bedrag in die reserve bedraagt ruim € 15 miljoen euro.

2.    Stille reserves
Als activa onder de opbrengstwaarde of niet zijn gewaardeerd is sprake van een stille reserve. Voor de bepaling van de weerstandscapaciteit is van belang dat de activa waarin een stille reserve besloten ligt direct verkoopbaar zijn. Niet direct verkoopbare activa blijven voor de berekening van de weerstandscapaciteit buiten beeld. Bij verkoop ontstaan winsten die eenmalig vrij inzetbaar zijn. Gemeenten kennen twee soorten stille reserves. Dit zijn stille reserves in financiële vaste activa (deelnemingen, aandelen) en stille reserves in de materiële vaste activa (bijv. gronden niet ingebracht in de grondexploitatie, panden etc.).

3.    Begrotingsruimte
Als de begroting en meerjarenraming sluiten met een positief saldo, is sprake van begrotingsruimte. Die ruimte bedraagt in deze begroting ruim € 2,3 miljoen.

4.    De post onvoorziene uitgaven              
Het totaalbedrag van de post onvoorzien bedraagt € 50.000 en is naar rato van de lasten verdeeld over de verschillende programma´s. Gezien de geringe omvang van het bedrag draagt deze post niet substantieel bij aan de weerstandscapaciteit.

5.    Onbenutte belastingcapaciteit
Hieronder wordt verstaan de mogelijkheid die de gemeente heeft om de belastingen te verhogen. Bij tarieven waar kostendekking een rol speelt is van onbenutte belastingcapaciteit sprake voor zover nog geen volledige kostendekking wordt gerealiseerd. Aan de hoogte van de overige tarieven is theoretisch geen bovengrens gesteld. De gemeente kan deze echter niet tot in het oneindige verhogen. Bij deze heffingen zal de raad zelf een grens moeten aangeven. 

Risico's

Terug naar navigatie - 7.3 Weerstandsvermogen - Risico's

In deze paragraaf worden de geïnventariseerde risico’s beschreven. Het betreft risico’s die als meest belangrijk worden ervaren. Van ieder risico is becijferd welk bedrag voor dat risico moet worden toegevoegd aan de weerstandscapaciteit. Dat bedrag wordt berekend aan de hand van de formule kans * impact. Onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de betreffende risico’s:

Geactualiseerd risicoprofiel gemeente Beekdaelen
Nr. Risicothema Risicobeschrijving Risicocategorie Was Wordt Mutatie incidenteel = (risico*kans)*1, structureel = (risico*kans)*3 = Toelichting
1 Eenmansfunctie in organisatie Gezien het feit dat de gemeente 'middelgroot' is, is nog steeds op een aantal plekken sprake van 'eenmansfunctie'. Dat vormt een risico voor wat betreft de continuiteit, maar vormt ook een risico voor zover het gaat om processen die om functiescheiding vragen Financieel, Organisatorisch - - - nvt Het risico wegens het feit dat in onvoldoende mate sprake is van functiescheiding is niet te kwantificeren. Het risico op gebrek aan continuiteit wordt ingeschat op structureel 1,5 fte (€ 130.000). De kans op 50%. Betreffende kosten kunnen worden geput uit de reserve dat in het leven is geroepen voor personele aangelegenheden. De uiteindelijke impact voor de weerstandscapaciteit is derhalve nihil.
2 Cybercriminaliteit Hierbij kan worden gedacht aan hackers die systemen platleggen of data stelen, phishing of ransomware etc Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk 100.000 100.000 - (500.000*20%)*1 Geschat wordt dat de impact groot is (€ 500.000), maar dat de kans dat het zich voordoet niet zo groot is (20%).
3 Datalekken bijv. als gevolg van verlies, diefstal, onbewust handelen/nalatigheid of handelen met onvoldoende kennis. Politiek/ maatschappelijk - - - Het bedrag dat met het risico is gemoeid is niet te kwantificeren.
4 Uitval ICT Uitval van ICT. De afhankelijkheid van de beschikbaarheid van de ICT voor de gemeente en haar inwoners en organisaties is groot. Voor het maken van afspraken tot aan het aanvragen van nieuwe documenten dient de ICT in werking te zijn. Het effect van dit risico is belemmering van de bedrijfscontinuïteit en dienstverlening waardoor de inwoners en organisaties niet juist, - volledig en/of tijdig kunnen worden geholpen. Financieel, Organisatorisch 80.000 80.000 - (160.000*50%)*1 De impact wordt ingeschat op een bedrag van € 160.000 (uitgaande van een uitval van 16 uur per jaar en 240 medewerkers binnendienst). De kans wordt ingeschat op 50%
5 Mislopen of lager vaststellen van subsidies Het risico bestaat dat voor projecten geen of geen volledige subsidieaanvraag wordt ingediend. Ook kan het voorkomen dat een subsidie lager uitvalt dan van tevoren verondersteld. Financieel, Politiek/ maatschappelijk 180.000 390.000 -210.000 ((13.000.000*30%)*10%)*1 Het totaal geraamde bedrag aan subsidies bedraagt € 13 mln. Ingeschat wordt dat het risico 30% is dat 10% van de subsidie niet wordt ontvangen. De mutatie wordt veroorzaakt doordat het totale bedrag aan subsidies is toegenomen.
6 Gebrek aan medewerking stakeholders in projecten Het komt regelmatig voor dat de gemeente projecten opstart die alleen kunnen slagen als derde partijen participteren. Dat zorgt ervoor dat de gemeente (deels) afhankelijk is van de medewerking die dergelijke partijen leveren. Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk 100.000 40.000 60.000 ((40.000.000*1%)*10%)*1 Het totale bedrag dat in de begroting voor het jaar 2026 is opgenomen voor projecten bedraagt ruim 40 miljoen euro. Ingeschat wordt dat de kans 10% is dat 1% van de projecten in gevaar komt. De mutatie wordt veroorzaakt doordat het bedrag dat in 2026 wordt uitgegeven aan projecten, agv een realistische projectplanning, lager is dan geraamd in de vorige begroting.
7 Lagere SPUK- uitkering sport Bij de realisatie van beleidsontwikkelingen op het gebied van sport wordt veelal rekening gehouden met een zogenaamde SPUK- uitkering van het rijk. De gemeente loopt het risico dat betreffende uitkeringen lager uitvallen. Financieel, Politiek/ maatschappelijk 6.350 24.550 -18.200 ((491.000*10%)*50%)*1 De totale SPUK- aanvraag bedraagt € 491.000. Ingeschat wordt dat de kans 50% is dat 10% niet wordt ontvangen. De mutatie wordt veroorzaakt doordat de aanvraag van de SPUK uitkering hoger is dan vorig jaar.
8 Grondexploitatie Binnen de grondexploitatie spelen diverse risico's. Twee keer per jaar (bij het opstellen van de jaarrekening en de begroting) worden risicoanalyses geactualiseerd. Financieel, Politiek/ maatschappelijk - - - Het bedrag is niet te kwantificeren
9 Organiseren Oud Limburgs Schuttersfeest (OLS) De gemeente Beekdaelen heeft in het jaar 2024 het OLS georganiseerd. De accountantscontrole is nog niet afgerond en kan leiden tot een aanvullende financiele verplichting. Financieel, Politiek/ maatschappelijk 10.000 - 10.000 De subsidie is afgerekend. Dit risico kan komen te vervallen
10 Procedures en claims Het risico dat de gemeente met (gerechtelijke) procedures en claims wordt geconfronteerd, neemt met name door algemene economische en maatschappelijke ontwikkelingen toe. Los van de grotere procedeerbereidheid van burgers is ook de laagdrempelige rechtsbescherming tegen hen onwelgevallige besluiten of tegen het nalaten bepaalde besluiten te nemen een aspect dat ertoe leidt dat gemeenten meer gerechtelijke procedures zullen moeten doorlopen. In geval dat beleidsmatig juridische stappen worden ondernomen kan de uitkomst hiervan zijn dat de gemeente niet in het gelijk wordt gesteld en dat er een claim of claims volgen. Ook valt te denken aan grote incidenten c.q. calamiteiten, crisissen of rampen waarbij de gemeente in gebreke wordt gesteld. Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk 18.000 18.000 - (30.000*20%)*3 Ingeschat wordt dat het bedrag dat is gemoeid met het risico structureel € 30.000 is. De kans wordt ingeschat op 20%
11 Bevolkingszorg In tijden van incidenten (met een grote impact op de samenleving), crisissen of rampen worden de gemeentelijke processen Bevolkingszorg genoemd. Aan deze processen, denk bijvoorbeeld aan het opvangen van burgers, zijn kosten verbonden. Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk - - - Het betreffende risico is niet te kwantificeren
12 Integriteitsschending Het risico op een procedure met betrekking tot integriteit schendingen. Deze dienen conform landelijke richtlijnen worden gemeld. De Wet Huis voor Klokkenluider (WHvk) is ter zake leidend. Het uitgangspunt van de WHvk is dat een werknemer eerst intern melding doet van een vermoeden van een misstand. Wordt naar aanleiding hiervan niet naar behoren gehandeld dan kan hij of zij bij het huis van de klokkenluiders (Hvk)melding doen. De wet bepaalt dat de adviestaken en de onderzoekstaken in de bedrijfsvoering van het Hvk zorgvuldig gescheiden zijn. De kosten van een dergelijk onderzoek komen voor rekening van de gemeente. De hoogte van de kosten is afhankelijk van het aantal onderzoeken. Fraude, Organisatorisch - - - Het betreffende risico is niet te kwantificeren
13 Hervormingsagenda jeugd Het is op dit moment onduidelijk hoeveel extra kosten moeten worden gemaakt door gemeenten om de hervormingsagenda te implementeren. Financieel, Organisatorisch 50.000 50.000 - (100.000*50%)*1 Ingeschat wordt dat de kans dat de kosten € 100.000 bedragen 50% is.
14 Klimaatveranderingen Vanwege toename van broeistofgassen (zoals CO2) in de atmosfeer stijgt de temperatuur op aarde en hebben we te maken met extreme weersomstandigheden. Door de huidige klimaatveranderingen bestaat het risico dat de geplande kosten van onderhoud van gemeentelijke eigendommen toeneemt. Hevige regenval in korte tijd kan met name in het Heuvelland zorgen voor schade aan (holle) wegen, watergangen, taluds en afwatersystemen in de vorm van uitspoeling, verstoppingen. Vaak is acuut ingrijpen door de gemeente noodzakelijk om vervolgschade te voorkomen. Financieel, Politiek/ maatschappelijk 49.500 234.000 -184.500 (2.600.000*3%)*3 Het risico wordt ingeschat op 3% van het structurele bedrag voor wegen ad € 2,6 miljoen jaar. Stijgende kosten van rioleringen worden, volgens de door de raad vastgestelde systematiek, verdiconteerd in de rioolheffing. De mutatie wordt veroorzaakt doordat de structurele kosten zijn toegenomen ten opzichte van het bedrag dat in eerdere berekeningen is gebruikt.
15 Stikstofproblematiek In het kader van de stikstofproblematiek nemen de voorbereidingskosten en uitvoeringskosten van reconstructieprojecten toe, afhankelijk van de aard, omvang en locatie van de werkzaamheden ten opzichte van Natura 2000 gebieden. Tijdens de voorbereidingsfase bestaat de kans op aanvullende advies en vergunning trajecten om de uitvoering van projecten mogelijk te maken. Financieel, Politiek/ maatschappelijk 45.600 45.600 - ((608.000*0,25)*30%)*1 Voor de periode 2025 – 2028 is uitgegaan van 76 projecten die op voorhand niet kunnen worden geschaard onder “onderhoud” c.q. ongewijzigde functie volgens de handleiding m.b.t. de stikstof. Bij een deel van die projecten dient meer te gebeuren dan een globaal vooronderzoek. Uitgegaan wordt van 25% van die projecten. De kosten hiervan zijn in orde van grootte van € 8.000 per project. De totale inpact bedraagt dan € 608.000 (€ 8.000*76) De kans wordt ingeschat op 30%
16 Nadeelcompensatie regeling projecten De kans is aanwezig dat steeds meer ondernemers zich gaan melden en een beroep doen op nadeel compensatie. Zowel bij reguliere onderhoudswerken als reconstructies in de openbare ruimte. In het geval dat een aanvraag positief wordt beschikt zullen de financiële consequenties via de reguliere burap met uw raad worden gedeeld. Juridisch, Organisatorisch 160.000 160.000 - (200.000*80%)*1 Gelet op de aard en omvang van de geplande projecten wordt het risico ingeschat op een bedrag van € 200.000,-. Gerekend wordt met een kans van 80%
17 Laagconjunctuur en renteontwikkeling Een daling van de conjunctuur brengt risico's mee voor Beekdaelen, doordat onder meer de bedrijvigheid afneemt, werkloosheid stijgt met als gevolg daling van inkomsten voor de gemeente dalen en grotere (financiële) druk, waardoor de gemeentelijke doelstellingen onvoldoende worden gerealiseerd. Ook speelt het risico op een stijging van de rente bij het afsluiten van leningen. De gemeente gaat er bij de bepaling van de te betalen rete vanuit dat een deel van de gevoteerde kredieten later wordt gerealiseerd. Op basis van ervaringecijfers over de afgelopen drie jaren wordt ongeveer 30% van de openstaande kredieten uitgegeven. Financieel, Politiek/ maatschappelijk 310.500 90.000 220.500 (100.000*60%)*3 Een stijging van 0,5% van de kapitaalmarktrente leidt tot een stijging van de rentelasten met ongeveer 100.000 euro. De kans wordt ingeschat op 30%. De mutatie wordt veroorzaakt doordat wordt verwacht dat minder geldleningen hoeven te worden afgesloten dan eerder verondersteld. De af te sluiten leningen zijn o.a. lager doordat er een realistische liquiditeitenplanning is opgesteld/
18 Open einderegelingen Op het gebied van de sociale zekerheid zoals bijstandsuitkeringen, bijzondere bijstand en uitkeringen als gevolg van de Wet maatschappelijke ondersteuning en Jeugdzorg loopt de gemeente Beekdaelen het risico dat in verband met de open einderegelingen de ontvangen rijksbijdragen onvoldoende zijn. Indien tekorten ontstaan zal de gemeente uit eigen middelen moeten bijpassen. Tevens toepasbaar op andere domeinen. Financieel 567.000 607.500 -40.500 (405.000*50%)*3 Het totale bedrag dat is gemoeid met de open einderegelingen bedraagt ruim 27 miljoen euro. Indien de regelingen, bovenop de reguliere index, voor de helft stijgen met 3% is daar een bedrag mee gemoeid van 405 duizend euro. Wij achten de kans dat zich dat voordoet 50%. De mutatie wordt veroorzaakt doordat het bedrag aan open einderegelingen hoger is dan vorig jaar.
19 Gegevensbescherming Het risico dat de gemeente Beekdaelen de regels voor gegevensbescherming overtreedt. In dit geval kan de Autoriteit Persoonsgegevens de gemeente een last onder dwangsom opleggen. Of het risico op het verlies van gegevens, uitval van ICT, of het door onbevoegden kennisnemen of manipuleren van bepaalde informatie, welke ernstige gevolgen kan hebben voor de bedrijfsvoering, maar ook kan leiden tot imagoschade. Fraude, Organisatorisch 360.000 400.000 -40.000 (4.000.000*10%)*1 De omvang van de dwangsom die door de Autoriteit Persoonsgegevens aan gemeenten maximaal wordt opgelegd bedraagt 4% van de jaaromzet. Voor Beekdaelen betekent dat een bedrag van afgerond € 4,0 miljoen euro. De kans dat het zich voordoet is relatief klein (10%). De mutatie wordt verooraakt doordat de gementelijke omzet is toegenomen.
20 WMO Het risico op een financieel nadeel voor de gemeente met betrekking tot de eigen bijdrage. Financieel 16.250 17.500 -1.250 (35.000*50%)*1 Het totale bedrag aan geraamde eigen bijdrage is 350 duizend euro. De kans dat die eigen bijdrage 10% lager wordt dan geraamd schatten wij in op 50%. De mutatie wordt veroorzaakt doordat het geraamde bedrag aan eigen bijdrage hoger is dan eerder geraamd.
21 Inkoop en aanbesteding Het risico dat de gemeente Beekdaelen loopt op inkoop- en aanbestedingstrajecten, omdat vereiste kennis en vaardigheid op dit vlak noodzakelijk is. Financieel, Politiek/ maatschappelijk, Organisatorisch, Juridisch, Fraude 100.000 100.000 - (1.000.000*10%)*1 Als de gemeente schadeclaims dient te betalen dan gaat het om grote bedragen. We schatten de impact op 1 miljoen euro. De kans is relatief klein dat een dergelijke claim dient te worden betaald. Het risico schatten wij in op 10%.
22 Burgers Het risico dat burgers zich onvoldoende gekend en minder dichtbij voelen met de gemeente en er minder aandacht is voor de burger. Politiek/ maatschappelijk pm pm - n.v.t Dit risico is slechts beperkt materieel. Het betreft vooral een imagorisico.
23 Informatievoorziening Niet beschikbaar zijn en/of onvoldoende effectief gebruik van bestuurs/managementinformatie, waardoor sturing op doelstellingen wordt belemmerd (van bestuurlijk tot operationeel niveau). Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk 90.000 90.000 - (100.000*30%)*3 We schatten in dat met het betreffende risico een bedrag is gemoeid van jaarlijks 100 duizend euro. De kans dat het zich voordoet schatten wij op 30%.
24 Vergrijzing medewerkersbestand/ arbeidsmarktkrapte Het risico op onvoldoende capaciteit (kennis en omvang) in huis voor uitvoering van de taken over 5 tot 6 jaar als gevolg van de vergrijzing van het medewerkersbestand, mede in relatie tot de arbeidsmarktkrapte. Financieel, Organisatorisch 77.700 77.700 - (111.000*70%)*1 Wij schatten in dat de kans of de impact niet wezenlijk afwijken ten opzichte van de inschatting die is gegeven in de vorige begroting.
25 Verbonden partijen Het risico dat participatie in verbonden partijen niet alleen voordelen oplevert, maar ook financiële en bestuurlijke risico’s en onvoldoende grip op verbonden partijen. Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk 143.250 146.250 -3.000 (292.500*50%)*1 De totale gemeentelijke bijdrage aan verbonden partijen bedraagt 19,5 miljoen euro. Wij schatten de kans 50% dat die bijdragen bij de helft van de verbonden partijen 3% hoger uitvalt. De mutatie wordt veroorzaakt doordat het geraamde bedrag aan bijdragen aan verbonden partijen hoger is dan bij de begroting van vorig jaar.
26 Illegale dumpingen Het risico en de daarbij behorende (opruim- en sanerings-) kosten van illegaal gedumpte partijen drugs- en asbesthoudend afval. Financieel 60.750 41.250 19.500 (27.500*50%)*3 Het bedrag dat de gemeente geiddeld besteed aan zwerfafval bedraagt € 27.500. De kans op meer illegale stortingen schatten wij op 50%. De mutatie wordt veroorzaakt doordat de gerealiseerde lasten zijn gedaald en stabiel zijn. Daardoor is de kans dat zich meerkosten voordoen verlaagdvan 90% naar 50%.
27 Ondermijning Aanpak op ondermijning kan risico's opleveren doordat dit leidt tot hogere kosten. Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk pm pm - n.v.t Dit risico kan niet worden gekwantificeerd.
28 Taakstellingen Het risico dat taakstellingen die in de begroting zijn opgenomen niet of niet helemaal worden gerealiseerd. Financieel 138.000 - 138.000 De gemeente heeft geen stelposten opgenomen in de begroting. Daarmee kost dit risico te vervallen.
29 Prijsstijgingen Het risico dat de hoge indexeringen bij structurele infrastructurele werken aanhouden en werken hoger worden aanbesteed. Financieel, Organisatorisch, Politiek/ maatschappelijk 400.000 200.000 200.000 Schatting In de begroting 2026 zijn de investeringen allemaal op het niveau prijspeil 2026 gebracht. De kans is aanmerkelijk kleiner dat sprake is van hoge meerkosten.
30 Energiekosten De markt voor gas en elektriciteit is nog steeds flink in beweging met name als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Dit brengt onzekerheid over de prijzen met zich mee die de gemeente ook raken Financieel 165.000 55.000 110.000 (550.000*10%)*1 De energiekosten blijven de laatste periode binnen de budgetten die daarvoor in de begroting staan. Derhalve is de kans verlaagd van 30% naar 10%.
31 Risico's Nuinhofwijk Het risico dat de gemeentelijke kosten voor de Nuinhofwijk hoger uitvallen dan vooraf gedacht Financieel, Politiek/ maatschappelijk 375.000 375.000 - (750.000*50%)*1 Ingeschat wordt dat de kans 50% is dat het tekort op het poject 750.000 of minder bedraagt.
32 Risico's Masterplan Schinveld Het risico dat de gemeentelijke kosten voor het masterplan Schinveld hoger uitvallen dan vooraf gedacht Financieel, Politiek/ maatschappelijk 141.000 141.000 - (470.000*30%)*1 Ingeschat wordt dat de kans 30% is dat het tekort 10% bedraagt van het aandeel van de gemeente in het project (€ 4,7 miljoen)
33 Extra bijdrage zorgaanbieder Het risico dat de gemeente een financiele impuls dient te geven in de exploitatie van een zorgaanbieder Financieel, Politiek/ maatschappelijk pm pm pm pm Dit risico kan niet worden gekwantificeerd.
34 Risico op financiele tekorten Het risico dat tekorten in de gemeentebegroting niet tijdig worden opgelost Financieel 300.000 - 300.000 (1.000.000*10%)*1 De begroting schijft overschotten waardoor dit risico kan vervallen.
35 Uitstel doordecentralisatie beschermd wonen Door de val van het kabinet is de besluitvorming omtrent de doordecentralisatie beschermd wonen doorgeschoven naar het nieuwe kabinet. Financieel 170.600 170.400 200 (852.000*20%)*1 Inmiddels is bekend dat de datum van 1 januari 2026 niet wordt gehaald. Mocht de invoering van de nieuwe regeling per 1 januari 2027 niet haalbaar zijn (maar wel per 1 januari 2028) dan leidt dit voor onze gemeente tot een financieel nadeel van in totaal € 852.000 over de periode 2026-2028. |Ingeschat wordt dat de kans 20% bedraagt dat het risico zich voordoet.
36 Stelpost onderschrijding btw- compensatiefonds In de begroting wordt er vanuit gegaan dat het bedrag dat de gemeente in 2024 extra heeft ontvangt omdat gemeenten landelijk minder declareren uit het btw- compensatiefonds structureel ook vanaf het jaar 2026 extra wordt ontvangen. Financieel 70.300 53.900 16.400 (107.800*50%)*1 Het bedrag van de stelpost is € 539.000. We schatten de kans op 50% dat de gemeente hier 20% minder van krijgt. De mutatie wordt veroorzaakt doordat het bedrag van de stelpost lager is dan vorig jaar.
37 Desintegratiekosten uittreding uit RWM Per 1-1-2025 treedt de gemeente Beekdaelen uit RWM. Politiek, Financieel 32.000 - 32.000 Niet langer van toepassing De meerkosten worden verwerkt in de gemeentelijke tweede bestuursrapportage 2025. Om die reden kan het risico komen te vervallen.
38 Meerkosten veiligheidsregio agv toekomstige nieuwbouw/ grootschalige verbouw De veiligheidsregio is voornemens te investeren in nieuwbouw/ grootschalige verbouw. Financieel 295.680 - 295.680 Niet langer van toepassing De meerkosten voor de deelnemers zijn verwerkt in deze begroting. Om die reden komt het risico te vervallen.
39 Overbrengen specifieke uitkeringen (SPUKS) naar algemene uitkering gemeentefonds Het rijk is voornemens om de SPUKS voortaan grotendeels te laten landen in de algemene uitkering van het gemeentefonds. Bij effectuering daalt de verantwoordingsdruk bij gemeenten. Om die reden is het rijk voornemens om de overheveling van de SPUKS vergezeld te laten gaan met een korting van 10%. Onderzoek van de Raad van Openbaar Bestuur (ROB) wijst uit dat die korting niet in verhouding staat tot het bedrag dat gemeenten kunnen besparen. Financieel - 600.000 -600.000 (1.000.000 * 20%) * 3 Het totaal aangevraagde bedrag aan SPUKS bedraagt in het jaar 2025 afgerond € 12,5 miljoen. We schatten dat 80% van de SPUKS overgaat naar de algemene uitkering. Een korting van 10% op die SPUKS betekent voor de gemeente een bedrag van 1,0 miljoen. We schatten de kans dat dat gebeurt op 20%.
TOTAAL 4.612.480 4.307.650 304.830

In de tabel is voor een aantal risico’s becijferd welk bedrag in de weerstandscapaciteit moet worden gestort om het risico te ondervangen. Daartoe is gebruik gemaakt van de formule ‘kans * omvang’. Hierna vindt een korte toelichting plaats op de begrippen kans en omvang.

Kans

Voor de beoordeling van de kans van optreden van het risico worden 5 klassen gebruikt. Het referentiebeeld dat erbij genoemd staat kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het bepalen van de kans. Aan deze referentiebeelden zijn kanspercentages gekoppeld. Bijvoorbeeld als een risico zich eenmaal in de tien jaar voordoet is de kans op optreden 10%. Hetzelfde geldt als een risico zich eenmaal per jaar kan voordoen, dan wordt de kans vastgesteld op 90% (bij 100% is het immers geen risico meer).

Klasse Referentiebeelden Kwantitatief
1 < of 1 keer per 10 jaar 10%
2 1 keer per 5-10 jaar 30%
3 1 keer per 2-5 jaar 50%
4 1 keer per 1-2 jaar 70%
5   1 keer per jaar of >  90%

 

Risicomanagement

Terug naar navigatie - 7.3 Weerstandsvermogen - Risicomanagement

Naar de huidige inzichten is de beschikbare weerstandscapaciteit in de begroting toereikend om de risico’s te kunnen opvangen. Op basis van berekeningen die hebben plaatsgevonden bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit afgerond € 4.307.650. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt afgerond € 4.612.480. De weerstandsratio (die wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit) bedraagt daarmee meer dan 1,0. 

In de nota weerstandsvermogen en risicomanagement is, voor wat betreft de weerstandsratio, als beleidsuitgangspunt vermeld dat het weerstandsvermogen in ieder geval een ratio dient te hebben tussen 1,0 en 1,4 (oordeel ‘voldoende’). Uitgaande van een ratio van 1,0 kan een bedrag van € 304.830 vrijvallen. Dat bedrag wordt toegevoegd aan de reserve nog te bestemmen. 

Kengetallen

Terug naar navigatie - 7.3 Weerstandsvermogen - Kengetallen

Geprognosticeerde balans per 01-01 ( bedragen x € 1.000)

ACTIVA 2026 2027 2028 2029 PASSIVA 2026 2027 2028 2029
VASTE ACTIVA VASTE PASSIVA
Immateriële vaste activa 1.320 1.212 1.103 1.025 Eigen vermogen 92.198 86.777 84.166 81.744
Begrote resultaat 3.498 3.550 2.303 2.297
Materiële vaste activa 117.726 147.086 166.084 183.422
Totaal eigen vermogen 95.696 90.327 86.469 84.041
Financiele vaste activa 6.617 6.190 5.762 5.333 Vreemd vermogen
Voorzieningen 15.124 16.430 15.807 14.185
Lange vreemd vermogen 35.517 36.319 60.856 85.200
Totaal vaste activa 125.663 154.488 172.949 189.781 Totaal vaste passiva 50.641 52.749 76.663 99.385
VLOTTENDE ACTIVA VLOTTENDE PASSIVA
Voorraden 751 751 751 751
Uitzettingen < 1jaar 31.384 3.065 3.065 3.065 Korte schulden 10.629 10.629 10.629 10.629
Liquide middelen 3.209 3.209 3.209 3.209 Overlopende passiva 13.822 13.822 13.822 13.822
Overlopende activa 9.781 6.014 7.609 11.071
Totaal vlottende activa 45.125 13.039 14.634 18.096 Totaal vlottende passiva 24.451 24.451 24.451 24.451
Totaal activa 170.788 167.527 187.583 207.877 Totaal passiva 170.788 167.527 187.583 207.877

Bij de vernieuwing van het BBV is, op basis van advies van de commissie Depla, voorgeschreven dat er in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen in de begroting. Het betreft de volgende kengetallen:

1A Netto schuldquote
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
2 Solvabiliteitsratio
3 Grondexploitatie
4 Structurele exploitatieruimte
5 Belastingcapaciteit

In de onderstaande tabel zijn de ratio’s gepresenteerd voor de jaren 2026 tot en met 2029. Vervolgens worden deze nader toegelicht.

Omschrijving rekening 2024 begroting 2026 mrj 2027 mrj 2028 mrj 2029
1A Netto schuldquote 0,91% 7,61% 36,93% 58,65% 76,99%
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte geldleningen -4,92% 2,59% 32,13% 54,20% 73,02%
2 Solvabiliteitsratio 58,43% 56,03% 53,92% 46,10% 40,43%
3 Structurele exploitatieruimte 8,24% 5,42% 5,24% 4,03% 3,94%
4 Grondexploitatie 3,62% 4,04% 4,27% 4,31% 4,20%
5 Belastingcapaciteit 104,86% 110,70% 110,70% 110,70% 110,70%

1A Netto schuldquote
Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie.

1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te krijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote weergegeven (netto schuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast.

2 Solvabiliteitsratio
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De formule die wordt gehanteerd om deze ratio te berekenen is als volgt: eigen vermogen/ vreemd vermogen.

3 Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting OZB. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken.

4 Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten in de begroting.

5 Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Met belastingcapaciteit wordt bedoeld de woonlasten van een meerpersoonshuishouden in het begrotingsjaar ten opzichte van het landelijk gemiddelde in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar uitgedrukt in een percentage. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in de gemeente.

Op basis van de cijfers van Coelo bedraagt het landelijk gemiddelde van de woonlasten in Nederland in 2025 van vergelijkbare gemeenten op basis van inwoneraantal € 1.046. De cijfers over 2026 zijn nog niet bekend. Uitgedrukt in een percentage ten opzichte van 2025 is dit 110,70 %. Dit betekent dat de woonlastendruk in de gemeente Beekdaelen ruim 10 % hoger zijn ten opzichte van het landelijk gemiddelde 2025.

Beoordeling onderlinge verhouding tussen de kengetallen
Het is niet mogelijk een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van een gemeente. Daarom dienen ze te worden voorzien van een adequate toelichting. De waarden van de kengetallen kunnen worden ingedeeld in drie categorieën: categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest, en categorie B is neutraal.

Op basis van onderstaand overzicht en op basis van het weerstandsvermogen kan worden geconcludeerd dat de gemeente Beekdaelen in het jaar 2026 een stabiele financiële positie heeft. Er bevinden zich 5 onderdelen in de categorie A (minst risicovol) en 1 onderdeel in de categorie C (risicovol). 

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C Gemeente Beekdaelen
1A Netto schuldquote <90% 90-130% >130% 7,61% A
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte geldleningen <90% 90-130% >130% 2,59% A
2 Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20% 56,03% A
3 Structurele exploitatieruimte begroting >0% 0 <0% 5,42% A
4 Grondexploitatie <20% 20-35% >35% 4,04% A
5 Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105% 110,70% C

7.4 Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - 7.4 Onderhoud kapitaalgoederen - Inleiding

Een groot deel van het gemeentelijk vermogen is geïnvesteerd in kapitaalgoederen. Onderhoud en beheer van deze kapitaalgoederen zijn van belang om kapitaalvernietiging te voorkomen en de veiligheid te waarborgen. Daarom gaan we uit van risico gestuurd assetmanagement. Waarbij onze focus ligt op  cyclisch en curatief onderhoud. Daar waar mogelijk nemen we steeds vaker preventieve conserverende maatregelen om de toekomstige beheerkosten te beperken.

Met het beheer en onderhoud van onze wegen, civiele kunstwerken, riolering, openbaar groen, openbare verlichting en gemeentelijke gebouwen is een grote inzet van middelen gemoeid. De lasten van deze kapitaalgoederen zijn onderdeel van de diverse programma’s. Deze paragraaf geeft een integraal inzicht in de kaders, ontwikkelingen, onderhoud en kosten over de programma’s heen. 

Samenvatting

Terug naar navigatie - 7.4 Onderhoud kapitaalgoederen - Samenvatting

In 2026 wordt het groen beheer en onderhoud verder vormgegeven op basis van de vastgestelde beeldkwaliteit- niveaus en de pilots op het gebied van burgerparticipatie in de groencontracten. Hiermee wordt op de in 2022 ingeslagen weg verder gegaan.

Op dit moment wordt onderzocht hoe het beheer na beëindiging van de huidige groenbeheerovereenkomsten kan worden voortgezet in eigen beheer door de gemeentelijke buitendienst.

Wegen

Terug naar navigatie - 7.4 Onderhoud kapitaalgoederen - Wegen

Gemeente Beekdaelen beheert in totaal 2.583.908 m2 aan verhard oppervlak, dit is ten opzichte van de weginspectie en beheerrapportage 2023 een toename van 2%. Deze gegevens wijzigen in principe niet, tenzij deze ontstaan als gevolg van een herinrichting, wegverbreding, reconstructie of uitbreiding van het wegennet. De beheerrapportage 2026-2029 vormt de basis voor het bepalen van de gemiddelde kosten voor het onderhouden van wegen binnen de komende onderhoudsperiode van 4 jaar. Daarnaast wordt in deze rapportage inzichtelijk gemaakt wat de huidige kwaliteit van het wegenareaal is op basis van de globale visuele inspectie, uitgevoerd in het tweede kwartaal 2025.

Kengetallen Beekdaelen Totaal 2023 Totaal 2025
Asfalt (M2) 1.515.680 1.503.569
Elementenverharding (m2) 947.791 1.001.553
Betonverhardingen (m2) 65.804 68.188
Halfverharding/onverhard (m2) 10.598 10.598
Wegenareaal (m2) 2.539.873 2.583.908


•    Huidige beeldkwaliteit wegenareaal: Vergelijk 2021, 2023 en 2025
Het beoordelen van de wegen en het toekennen van een kwaliteitsniveau wordt uitgevoerd volgens de richtlijnen van CROW-publicatie 146b te weten onderhoudsniveau (beeldkwaliteit) A+, A, B, C en D. Met het instemmen van het beleidskader IBOR heeft de gemeenteraad het gewenste kwaliteitsniveau van de wegen in de openbare ruimte, volgens de CROW-publicatie 146b, vastgesteld op onderhoudsniveau C; sober maar doelmatig en veilig.

Beeldkwaliteit Situatie 2021 Situatie 2023 Situatie 2025
A+ 58% 78% 72%
A 11% 4% 11%
B 12% 11% 6%
C 14% 4% 5%
D 5% 4% 5%


•    Kwaliteit:  

Herijking van het beleid wegen is als onderdeel van het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte verder uitgewerkt. Hierbij is een financieel plan opgesteld om het fors aanwezige achterstallig onderhoud terug te dringen. Ten opzichte van de in 2021 uitgevoerde weginspectie is een verbetering zichtbaar, namelijk: 72% van de wegvakken heeft A+ kwaliteit (dit was 58% in 2021).  Het aantal wegvakken met D kwaliteit is met 5% gelijk gebleven. Dit is verklaarbaar door jaarlijkse degradatie (afname van kwaliteit) van wegen met B kwaliteit naar C en met C kwaliteit naar D. Er komen jaarlijks nieuwe wegvakken met D kwaliteit bij.

   Financiën: 
Voor de onderhoudsperiode 2026-2029 heeft de gemeente Beekdaelen volgens de huidige begroting jaarlijks ruim 1,8 miljoen euro beschikbaar om haar wegvakken te onderhouden op het gewenste beeldkwaliteitsniveau.

Een bedreiging is de hoge ambitie met betrekking tot de (vele) toekomstige ontwikkelingen die bij zullen dragen aan uitbreiding van het areaal. Door uitbreiding van het areaal neemt naast de omvang van de wegvakken ook jaarlijkse onderhoudskosten toe.

Civieltechnische kunstwerken

Terug naar navigatie - 7.4 Onderhoud kapitaalgoederen - Civieltechnische kunstwerken
Kengetallen Beekdaelen Totaal
Kunstwerken 222

 

Bij de harmonisatie van het beleid openbare ruimte is in het beheerplan Civiele Kunstwerken 2021-2025 vastgesteld dat de civiele kunstwerken sober, doelmatig en veilig onderhouden worden op kwaliteitsniveau C. Onderhoud van de civiele kunstwerken is meegenomen als onderdeel van het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte. In 2025 is gestart met het actualiseren van het beheerplan Civiele Kunstwerken voor de periode 2026-2030.

Op basis van de actuele kwaliteit van de civiele kunstwerken is recent een Meer Jaren Onderhoud Planning (MJOP) opgesteld voor het planbare onderhoud voor de komende 10 jaar. Aanvullende inspecties worden uitgevoerd om de technische staat van deze kunstwerken in kaart te brengen en eventuele maatregelen te bepalen.

•    Kwaliteit:
De uit te voeren inspectiewerkzaamheden om de kwaliteit van de civiele kunstwerken vast te stellen worden conform CUR Aanbeveling 117:2020 categorie B2 “toestandsinspectie” uitgevoerd. Voor het beheer van de kunstwerken zijn door het kennisinstituut CROW, NEN en CUR diverse richtlijnen opgesteld, die landelijk door de meeste gemeentelijke organisaties worden gebruikt. De inspectiewerkzaamheden kennen een terugkomende cyclus van 5 jaar. De volgende inspectie volgens CUR Aanbeveling 117 vindt plaats in 2028.

•    Financiën:
De kosten voor het planbare jaarlijks onderhoud zijn opgenomen in de jaarlijkse gemeentebegroting en bedragen € 144.535. Vervangingsinvestering(en) van Civiele Kunstwerken zijn hierin niet inbegrepen.  Omwille van onderlinge verschillen in uitgaven per planjaar wordt het financieel overschot in een voorziening gehandhaafd.

Riolering

Terug naar navigatie - 7.4 Onderhoud kapitaalgoederen - Riolering

 

Kengetallen Beekdelen Totaal
Riolen (km) 299
Hoofdgemalen (stuks) 28
Persleidingen (km) 19
Pompunits (stuks) 128

 

•    Kwaliteit: 
Op basis van het dagelijks beheer en onderhoud, bestaande uit reiniging en inspectie en de in het beleids- en uitvoeringskader vastgestelde doelstellingen wordt de kwaliteit van het rioleringssysteem in beeld gebracht. Aan de hand van de kwaliteitsbeoordeling wordt bepaald of renovatie, vervanging of nader onderzoek benodigd is. Deze cyclus is momenteel verankerd in het Water- en rioleringsprogramma 2024-2027 (Wrp, voorheen Gemeentelijk Rioleringsplan GRP). Onder de Omgevingswet is  de verplichting vervallen om een GRP op te stellen. In de memorie van toelichting van de Omgevingswet is echter wel aangegeven dat het opstellen van een omgevingsprogramma voor riolering en water belangrijk is. Gemeenten zijn onder de Omgevingswet nog steeds verplicht om invulling te geven aan hun gemeentelijke watertaken en de financiën voor de rioolheffing te verantwoorden.

•    Financiën: 
In  het Water- en rioleringsprogramma (Wrp) is het kostendekkingsplan opgenomen.  De budgetten die volgen uit het Wrp zijn in deze gemeentebegroting opgenomen.

Openbaar groen

Terug naar navigatie - 7.4 Onderhoud kapitaalgoederen - Openbaar groen

•    Kwaliteit:
De Raad heeft op 15 december 2021 de in onderstaande tabel vermelde gebiedsfuncties en kwaliteitsniveaus voor het groenbeheer vastgesteld. 

Gebiedsfunctie Beeldkwaliteitsniveau
Centrum winkelgebied A
Gemeentelijke begraafplaatsen A
Vijver en waterpartijen B
Sportaccommodaties (excl. speelvelden) B
Woonkernen B
Bedrijventerreinen B
Hoofdwegen buitengebied C
Recreatieve wandelpaden/Beekdaelenroute C
Buitengebied C

 

Wegens een tekort aan beschikbaar budget is de aanbestedingsprocedure voor het afsluiten van een raamovereenkomst voor het onderhoud van de bomen afgebroken. De beheermaatregelen worden tot het afsluiten van een nieuwe raamovereenkomst uitgevoerd op basis van risico's die zijn vastgesteld bij de boomveiligheidscontrole. 
Met het beschikbaar komen van de noodzakelijke financiële middelen in deze begroting wordt een nieuwe aanbestedingsprocedure gestart voor het afsluiten van een raamovereenkomst zodat cyclisch boombeheer kan worden hervat.

De kwaliteit van de kleine landschapselementen staat door het gebruik en weersinvloeden onder druk. Voor het behoud van deze waardevolle en karakteristieke landschapselementen wordt gestart met het opstellen van een beheersplan op basis van het nog vast te stellen beleid (groenstructuurplan). Vanuit de discipline Natuur en Landschap vinden met stakeholders (aangrenzende perceeleigenaren) gesprekken plaats voor het opstellen van  het beheerplan.

In het kader van openbaar groen worden de volgende onderwerpen opgepakt onder programma 3:

  • Holle wegen
  • Ecologische gazons
  • Bomenvervangingsplan
  • Groot onderhoud beplanting

 

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - 7.4 Onderhoud kapitaalgoederen - Openbare verlichting

 

Kengetallen Beekdaelen Totaal
Aantal armaturen 8.812

Gemeente Beekdaelen wil bewust omgaan met het verlichten van haar openbare ruimte waarbij sociale veiligheid, verkeersveiligheid, comfort en sfeer geborgd moet blijven. Dit houdt in dat er naast de functionaliteit van de verlichting rekening gehouden wordt met de omgeving en de negatieve effecten zoals energieverbruik, kosten en lichtvervuiling. Vanwege de ambitie naar reductie van CO2-uitstoot wordt de verlichting kritisch bekeken vanuit het energieverbruik en de nuttige lichtopbrengst die hieruit voortkomt. De visie op openbare verlichting is gericht op het “niet verlichten tenzij”.

In de gemeente Beekdaelen bevinden zich 8.603 masten en 8.812 armaturen, vrijwel overal voorzien van LED armaturen. Het verlichtingsareaal wordt op basis van leeftijd vernieuwd waardoor het van belang is inzicht te hebben in de plaatsingsdatums. De armaturen bereiken conform het beleid met 20 jaar, en de masten met 40 jaar het einde van de technische levensduur.

•   Kwaliteit: 
Het ombouwen van het areaal naar LED verlichting is binnen het beschikbare investeringsbudget afgerond. Met het ombouwen van het gehele areaal naar LED verlichting wordt voor de komende 5 jaar slechts beperkte vervanging van masten en armaturen verwacht. Veelal ten gevolge van schade en vandalisme.

2025 is het jaar waarin de bestaande en deels verlopen onderhoudscontracten voor de openbare verlichting worden vernieuwd. Het verledden van de openbare verlichting zorgt hierbij voor een financieel voordeel omdat, onder andere, geen jaarlijkse inspectieronden meer nodig zijn.

•    Financiën: 
De kosten voor het energieverbruik en het beheer en onderhoud zijn opgenomen in de gemeentebegroting. De kosten voor het beheer en onderhoud van intensieve openbare verlichting (LED-verlichting Vogelsvalderen, LED-verlichting tunnel Echterbaan en verlichting masten Feldbiesbreuk) zijn ook n de gemeentebegroting opgenomen. De structurele kosten van intensieve openbare verlichting bedragen jaarlijks 18.000 Euro.

Kostenbesparing energie door verledden is omgezet naar fondsvorming om de toekomstige vervangingen van masten en armaturen na het bereiken van het einde van de ontwerplevensduurte bekostigen.

Gemeentelijke gebouwen

Terug naar navigatie - 7.4 Onderhoud kapitaalgoederen - Gemeentelijke gebouwen

 

Kengetallen Beekdaelen Totaal
Aantal gemeentelijke gebouwen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is voor het onderhoud 67

 

  • Beleid/Beheer:

Het beleid voor beheer en onderhoud is gericht op de bouwkundige en technische instandhouding van het in eigendom zijnde vastgoed gedurende de reële levensduur. In de raadsvergadering van 19 december 2023 is een Meerjaren onderhoudsprogramma (MJOP) 2024-2033 vastgesteld door de raad. Dit onderhoudsprogramma voorziet in een planning van het technische en preventieve onderhoud plus de vertaling ervan in benodigde middelen. De gemeente actualiseert iedere 4 jaar dit MJOP. De werkzaamheden die voor 2026 zijn opgenomen in het huidige MJOP worden uitgevoerd. Van de 67 gebouwen zijn 19 gebouwen niet opgenomen in dit MJOP. Het gaat hierbij om gebouwen die op de nominatie staan om te worden verkocht of gesloopt. Maar ook gebouwen waarbij de toekomstige bestemming nog niet duidelijk is. Bij deze gebouwen wordt alleen het klachtenonderhoud uitgevoerd en de eventuele wettelijke verplichtingen. 

In relatie tot dit MJOP wordt ook inzichtelijk gemaakt wat de kosten zijn voor de verduurzaming van ons gemeentelijk vastgoed. Dit middels het ontzorgingsprogramma maatschappelijk vastgoed wat is aangeboden door de provincie. De verduurzamingsopgave komt voort uit de wettelijke verplichting om in 2040 energieneutraal en in 2050 gasloos te zijn.  Door inzicht te verschaffen in deze totale kostensom kunnen gedegen keuzes gemaakt worden in het kader van het strategisch accommodatiebeleid.

  • Kwaliteit:

Het huidige beleid voor bouwkundig en technisch beheer en onderhoud is gebaseerd op de systematiek van NEN 2767 minimaal onderhoudsniveau 3. Deze systematiek betreft een landelijk erkende normering voor bouwkundig en technisch onderhoud. Het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Beekdaelen voldoet aan de bovenstaande norm. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.

  • Financiën:

De kosten voor groot, dagelijks en klachten onderhoud worden gedekt uit de Voorziening onderhoud gebouwen MJOP.  Tot en met 2033 wordt jaarlijks een bedrag van 1,4 miljoen euro toegevoegd aan de voorziening, hetgeen toereikend is.  

De kosten voor het klachten onderhoud en wettelijke verplichtingen bij de gebouwen die niet zijn opgenomen in het MJOP worden gedekt uit de reserve onderhoud gebouwen niet in MJOP. Tot en met 2027 wordt hier jaarlijks een bedrag aan toegevoegd van 173.475 duizend euro.

Indien de gemeente om wat voor reden dan ook besluit gebouwen die niet zijn meegenomen in het MJOP niet af te stoten blijft de onderhoudsplicht op deze gebouwen bestaan. Maar ook door diverse toekomstige ontwikkelingen zullen enkel gebouwen weer in een nieuw MJOP moet worden opgenomen waardoor deze voorzieningen moet wordt bijgesteld. 

Evaluatie meerjarige investeringsplannen openbare ruimte

Terug naar navigatie - 7.4 Onderhoud kapitaalgoederen - Evaluatie meerjarige investeringsplannen openbare ruimte

Het Meerjaren Infrastructuur Programma 2024–2027 is tussentijds geëvalueerd en daaruit zijn enkele duidelijke lessen getrokken. De belangrijkste conclusie: het huidige systeem, dat is gebaseerd op het financieel bijstellen door middel van plussen en minnen, sluit onvoldoende aan bij de dynamiek van de huidige markt. Door inflatie, marktontwikkelingen, externe eisen en scopewijzigingen zijn financiële tekorten ontstaan. Deze zijn opgevangen met een aanvullend krediet van € 2.868.000, dat in september door de raad is goedgekeurd.

Om toekomstige overschrijdingen te beperken, kiest het college ervoor om voortaan jaarlijks te indexeren. Daarnaast wordt het MIP, dat een uitvoeringsprogramma is, vanaf nu halfjaarlijks geactualiseerd en vastgesteld door het college, waarbij de raad steeds wordt geïnformeerd. Dit draagt bij aan transparantie en bestuurlijke grip. Het college onderzoekt ook of de financiële verordening moet worden aangepast, zodat duidelijk is welke budgetverschuivingen binnen de planperiode onder de bevoegdheid van het college vallen en welke aan de raad zijn voorbehouden.

Een andere belangrijke les betreft de tijdsduur van de projecten. Burgerparticipatie is intensiever geworden en vraagt meer tijd. Inwoners zijn mondiger en laten zich soms pas horen ná besluitvorming. Dit vraagt om zorgvuldige afwegingen en extra tijd in de planning, dat ook financiële gevolgen heeft. Het college erkent dit en neemt het mee in de aanpak van toekomstige projecten.

Tot slot wordt het projectmatig werken verder ontwikkeld. Door risico’s – zowel intern als extern – eerder te herkennen, kunnen passende maatregelen sneller worden genomen. Ook wordt gewerkt aan het versterken van projectrollen binnen het gehanteerde model. In 2026 start de voorbereiding van het MIP 2028–2031, waarbij deze inzichten direct worden meegenomen

7.5 Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - 7.5 Financiering - Inleiding

De financieringsparagraaf is een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Daarnaast is het doel van deze paragraaf om de financiële positie van de gemeente op basis van het Treasurystatuut te evalueren. De centrale doelstelling van het treasurybeleid is het beheren van de financiële geldstromen en het beperken van de financiële risico’s voor de gemeente. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO). Deze wet regelt, dat de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente uitsluitend de publieke taak dient en geschiedt binnen de financiële kaders van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. In deze paragraaf zullen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde komen:

  1. Risicobeheer
  2. Gemeentefinanciering
  3. EMU-saldo

Risicobeheer

Terug naar navigatie - 7.5 Financiering - Risicobeheer

1. Risicobeheer

Een belangrijk onderdeel van de treasury functie is het beschermen van gemeentelijke vermogens- en renteresultaten tegen ongewenste financiële risico’s.
In het Treasurystatuut wordt onderscheid gemaakt in de volgende financiële risico’s:
•    renterisico
•    kredietrisico
•    intern liquiditeitsrisico
•    valutarisico

In dit hoofdstuk worden bovenstaande risico’s nader toegelicht met de bijbehorende beheersingsmaatregelen.

7.5.1    Renterisico 
De gemeente kan zowel op de kortlopende als op de langlopende schulden renterisico lopen. Renterisico ontstaat door fluctuaties in de rentelasten (bijvoorbeeld door renteherziening of herfinanciering). De overheid heeft in de wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) twee instrumenten gedefinieerd om de renterisico’s die de gemeente loopt te beperken, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De kasgeldlimiet heeft tot doel beperking van renterisico op de kortlopende schuld en de renterisiconorm beperkt de renterisico’s op de langlopende schulden.

Kasgeldlimiet (renterisico kortlopende schuld)
Het is voor gemeenten aantrekkelijk om financieringsbehoefte op te vangen met het aantrekken van kort geld, omdat de rente op kort geld lager is dan op langlopende leningen. Echter veel kort geld aantrekken, brengt hogere (rente)risico’s met zich mee, omdat in de regel de rente op kort geld sterker aan fluctuaties onderhevig is. De kasgeldlimiet is een door de wet FIDO voorgeschreven sturings- en verantwoordingsinstrument ter beperking van dit renterisico op de korte schuld. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal van het jaar 2026.

De kasgeldlimiet ziet er voor het jaar 2026 als volgt uit:

Overzicht liquiditeitspositie (bedragen x € 1.000)
(3) Netto vlottend (+) of Begrotingstotaal Perc. Regeling Ruimte
Ultimo (1) Vlottende schuld (2) Vlottende middelen overschot middelen (-) 8,5% KGL
K3-2024 3.979 28.304 -24.325 124.046 10.544 -34.869
K4-2024 1.497 27.536 -26.039 124.046 10.544 -36.583
K1-2025 5.098 28.160 -23.062 124.046 10.544 -33.606
K2-2025 6.732 32.041 -25.309 124.046 10.544 -35.853
Gemiddelde -24.684
Kasgeldlimiet (KGL) 10.544
Ruimte onder de KGL 35.228
Onderschrijding van de KGL -35.228
Begrotingstotaal 2026 124.046
Percentage regeling 8,5%
Kasgeldlimiet (KGL) 10.544

Renterisiconorm (renterisico van de vaste schuld)
In de wet FIDO is de renterisiconorm opgenomen als instrument om het (rente)risico op de langlopende leningenportefeuille te beperken. Met de renterisiconorm wordt getracht een optimale opbouw van de langlopende leningenportefeuille te bereiken door spreiding van de looptijden en renteherzieningen. In de volgende tabel wordt het renterisico voor 4 jaren (2026-2029) in kaart gebracht en wordt berekend als percentage (20%) van het begrotingstotaal van het jaar 2026.

Tabel Renterisiconorm en renterisico's van de vaste schuld (bedragen * € 1.000)
Stap Variabelen 2026 2027 2028 2029
1 Renteherzieningen 0 0 0 0
2 Aflossingen 2.649 2.078 1.809 1.690
3 Renterisico (1+2) 2.649 2.078 1.809 1.690
4 Renterisico 24.809 24.809 24.809 24.809
5a = 4 > 3 Ruimte onder renterisiconorm 22.160 22.731 23.000 23.119
5b = 3 > 4 Overschrijding renterisiconorm 0 0 0 0
Berekening renterisiconorm
4a Begrotingstotaal 2026 124.046 - - -
4b Percentage ministeriële regeling 20%
4 = (4a x 4b/100) Renterisiconorm 24.809

7.5.2    Kredietrisico
Het kredietrisico is het risico, dat een geldnemer niet of niet-tijdig aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen. Bij het verstrekken van leningen, uit hoofde van de publieke taak, worden zekerheden of garanties geëist.

7.5.3    Intern liquiditeitsrisico 
Het intern liquiditeitsrisico is het risico, dat de gemeente loopt naar aanleiding van wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjarig investeringsplanning, waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen. Het intern liquiditeitsrisico wordt beperkt door monitoring en planning van de treasury activiteiten op de korte en lange termijn in de P&C-cyclus (begroting, burap en jaarrekening).

7.5.4    Valutarisico
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - 7.5 Financiering - Gemeentefinanciering

Financieringsbehoefte
De gemeente Beekdaelen maakt gebruikt van de zogenaamde totaalfinanciering. In deze begroting is uitgegaan van een financieringsbehoefte over de jaren 2026 tot en met 2029 van in totaliteit € 79,9 miljoen. Volgens opgave van de BNG per 18 september 2026 bedraagt het rentepercentage  3,69 % voor een langlopende geldlening met een looptijd van 25 jaren.

In deze (meer)jaren begroting is rekening gehouden met de rentelasten voor de benodigde financiering.  Een bijstelling van de rentelasten zal middels de tussentijdse rapportages plaatsvinden.

Leningenportefeuille
Een overzicht van de leningportefeuille per 1 januari 2026 treft u in onderstaand overzicht  aan. De laatste lening in het overzicht is een doorgeleende lening aan een woningstichting.

Leningportefeuille (bedragen x € 1.000) Oorspr. Ingang Afloop Rente Schuld Weging
T.b.v. gemeente:
BNG 3.000 02-01-2006 02-01-2026 3,62 150 0,4%
BNG 3.000 23-06-2006 23-06-2026 0,56 150 0,4%
BNG 4.538 26-09-2001 26-09-2026 5,45 181 0,5%
BNG 2.269 18-12-2001 26-09-2026 5,16 91 0,3%
BNG 3.000 11-12-2002 01-06-2027 4,84 240 0,7%
BNG 3.000 01-11-2007 01-11-2027 3,98 300 0,8%
BNG 3.000 08-12-2003 08-12-2028 4,87 360 1,0%
BNG 3.000 23-02-2006 23-02-2031 3,79 720 2,0%
BNG 4.000 16-05-2022 16-05-2037 1,69 3.200 9,0%
BNG 3.000 16-05-2022 16-05-2042 1,82 2.550 7,2%
BNG 3.000 16-05-2022 16-05-2027 1,86 2.640 7,4%
BNG 9.000 02-01-2024 02-01-2049 3,27 8.640 24,3%
BNG 8.000 01-07-2024 01-07-2049 3,24 7.680 21,6%
BNG 8.000 02-01-2025 02-01-2050 3,22 8.000 22,5%
Subtotaal t.b.v. gemeente 59.807 34.902
T.b.v. woningstichting:
BNG 935 03-05-2010 01-05-2040 4,45 615 1,7%
Subtotaal t.b.v. woningstichting 935 615
Totaal 25.742 35.517 100,0%

Rente begroting 2026
De gemeente trekt zowel kortlopende als langlopende leningen aan om te voldoen aan haar financieringsbehoefte. Er zijn hierbij twee soorten financiering te onderscheiden:
1.    Projectfinanciering: er wordt een externe lening aangetrokken ten behoeve van de financiering van één specifiek project, één specifieke activiteit.
2.    Totaalfinanciering: er wordt een lening aangetrokken om aan de financieringsbehoefte te voldoen, maar er staat geen specifieke activiteit tegenover. De lening maakt deel uit van de totaalfinanciering van de gemeente.

Om een volledig beeld te krijgen van de exploitatie van de verschillende taakvelden, dienen alle baten en lasten, voor zover mogelijk, toegerekend te worden aan de activiteiten binnen een taakveld (projecten, investeringen, etc.). Hieronder vallen ook de kosten (rentelasten) van de leningen. Deze kosten zijn immers aangetrokken om de verschillende activiteiten (al dan niet direct) te financieren.

De rentelasten van projectfinanciering kunnen redelijk eenvoudig toegerekend worden aan het taakveld, waarop de activiteit betrekking heeft. Bij de totaalfinanciering is er geen direct verband tussen de lening en de activiteit. Om de rentelasten van de leningen toch evenredig toe te kunnen rekenen aan de diverse activiteiten, is een verdeelsleutel opgesteld: het omslagrentepercentage. Op basis van dit percentage wordt de rente van de totaalfinanciering doorbelast aan taakvelden, waaronder de diverse activiteiten vallen.

Dit percentage is bij de begroting berekend en komt voor de jaren 2026 tot en met 2029 uit op respectievelijk 0,5%, 0,6%, 0,9% en 1,0%.

EMU-saldo

Terug naar navigatie - 7.5 Financiering - EMU-saldo

In de volgende tabel is het EMU-saldo voor de jaren 2026-2029 weergegeven. In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art. 19) is de verplichting vastgesteld, dat de gemeenten ramingen van het EMU-saldo dienen te verstrekken.

De begroting van de gemeente Beekdaelen is opgesteld conform een stelsel van baten en lasten. Het EMU saldo gaat niet uit van baten en lasten, maar gaat uit van ontvangsten en uitgaven van de gemeente, berekend op transactiebasis en overeenkomstig de voorschriften van het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie.
Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Aan dit maximale tekort van 3% hebben, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel.

Tabel EMU-saldo (bedragen * € 1000)
Omschrijving 2026 2027 2028 2029
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves -1.924 939 -119 -106
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 2.928 3.185 3.518 4.110
Dotaties aan voorzieningen ten laste van de exploitatie minus vrijval van voorzieningen ten bate van de exploitatie 6.897 2.290 1.717 1.303
Bruto investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 35.097 30.569 29.087 24.723
Lasten op balanspost voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen 5.584 3.238 3.663 3.599
Verwachte boekwinst bij verkoop effecten 0 0 0 0
Berekend EMU-saldo -32.780 -27.392 -27.633 -23.015

7.6 Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - 7.6 Verbonden partijen - Inleiding

De gemeente Beekdaelen heeft een deel van de uitvoering van het gemeentelijk beleid en taken ondergebracht bij zogenaamde verbonden partijen. Deze partijen spelen dan ook een belangrijke rol bij de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen. De gemeente blijft daarbij wel verantwoordelijk voor de uitvoering en het realiseren van het beleid en het behalen van de gemeentelijke doelstellingen. In deze paragraaf besteden wij aandacht aan deze verbonden partijen. 

Wat zijn verbonden partijen

Terug naar navigatie - 7.6 Verbonden partijen - Wat zijn verbonden partijen

Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft.

  • Van een bestuurlijk belang is sprake indien de gemeente rechtstreeks invloed heeft op de besluitvorming binnen de verbonden partij, bijvoorbeeld door een zetel in het bestuur en/of door stemrecht.
  • Van een financieel belang is sprake als de gemeentemiddelen aan de verbonden partij ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van die partij of wanneer financiële problemen bij de verbonden partij kunnen worden verhaald op de gemeente.

    Wanneer aan beide voorwaarden is voldaan, is er conform de regels van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) sprake van een verbonden partij. Voorbeelden zijn BV-en, NV-en, corporaties, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen.

Waarom samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - 7.6 Verbonden partijen - Waarom samenwerkingsverbanden

De gemeente kan diverse redenen hebben om samen te werken. Zo kan een gemeente samenwerken om bijvoorbeeld schaal- en efficiencyvoordelen te bereiken, kennis te delen, complexe en specialistische taken te laten uitvoeren, risico's te spreiden of om een maatschappelijk initiatief te ondersteunen. Ook uitbreiding van het aantal taken en de complexiteit ervan zijn overwegingen om samenwerking te zoeken en verbanden aan te gaan. Op een groot aantal terreinen, zoals sociale zaken, gezondheidszorg, brandweer en veiligheid, het sociaal domein (WMO, jeugdzorg en participatie), hebben gemeenten nadrukkelijk de samenwerking gezocht. Dit is vaak in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.

Aan de andere kant brengt samenwerken ook risico's met zich mee. Ondanks dat de gemeente een deel van de uitvoering van haar beleid bij een partner heeft ondergebracht, blijft zij wel verantwoordelijk voor het uitgevoerde beleid. Daardoor kan de gemeente aanzienlijke maatschappelijke, financiële en fiscale risico's lopen wanneer een partij in financiële problemen komt of zijn taken niet goed uitvoert. Het is daarom van belang dat deze verbonden partijen goed functioneren en de doelstellingen binnen de gegeven financiële én beleidsinhoudelijke kaders realiseren. Vanuit gemeentelijk perspectief is de noodzaak om de verbonden partijen goed te monitoren en zo nodig bij te sturen dan ook groot. Voor de gemeenteraad is informatie over de verbonden partijen om twee redenen van belang: 
•    De partijen voeren taken uit die in het verlengde van de gemeentelijke doelstellingen liggen; 
•    Het functioneren van de partijen heeft consequenties voor de gemeentelijke begroting.

Grip op verbonden partijen

Terug naar navigatie - 7.6 Verbonden partijen - Grip op verbonden partijen

Meer dan in het verleden werken gemeenten zoals Beekdaelen regionaal samen in verbonden partijen zoals gemeenschappelijke regelingen. Duidelijk is dat het aangaan van dergelijke regionale samenwerkingen ook betekent dat directe invloed en zeggenschap minder wordt. De behoefte om grip op deze verbonden partijen te hebben én te houden neemt daardoor steeds meer toe. Dat geldt ook voor het versterken van de onderlinge samenwerking.  

Om meer grip te krijgen op de monitoring en sturing van verbonden partijen wordt door Beekdaelen en bijna alle andere gemeenten in Zuid-Limburg de ambtelijke werkwijze ‘Samen Grip Op Verbonden Partijen’ (SGVOP) gehanteerd. Zo wordt in SGVOP bekeken hoe een vervolg kan worden gegeven aan de aan de gemeenschappelijke regelingen opgelegde bezuinigingsopgave van 5%. Meer hierover is terug te vinden in paragraaf 6.3.2 van deze begroting. 

Overzicht van verbonden partijen

Terug naar navigatie - 7.6 Verbonden partijen - Overzicht van verbonden partijen
Type Naam
Gemeenschappelijke regelingen WOZL (Werkvoorzieningsschap Oostelijk Zuid Limburg)
WSP  (Werkgeverservicepunt Parkstad Limburg)
Veiligheidsregio Zuid-Limburg
GGD Zuid-Limburg
ISD-Kompas
Omnibuzz
Omgevingsdienst Zuid-Limburg
BsGW (Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen)
Het Gegevenshuis
Reinigingsdiensten Rd4
Stadsregio Parkstad Limburg
Solido
Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad voor opvang en beschermd wonen i.h.k.v. de WMO 2015
Centrumregeling inkoop Jeugdzorg Regio Zuid-Limburg
GR subsidiëring anti-discriminatievoorziening Limburg
  Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad
Vennootschappen en coöperaties N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Enexis Holding NV
Rd4 NV
Watermaatschappij Limburg N.V.
Nazorg Limburg B.V.
IBA-Parkstad B.V.
WoonWijzerWinkel Zuid Limburg B.V.

 

In onderstaande tabel wordt de gemeentelijke bijdragen 2025-2028 per verbonden partij weergegeven (bedragen in euro's)

Naam GR 2026 2027 2028 2029
WOZL 3.637.000 3.502.000 3.235.000 2.978.000
WSP Parkstad 149.000 105.000 98.000 114.000
Veiligheidsregio Zuid-Limburg 3.036.000 3.036.000 3.036.000 3.036.000
GGD 2.676.000 2.676.000 2.676.000 2.676.000
Kompas 12.686.000 12.686.000 12.686.000 12.686.000
Omnibuzz 941.000 941.000 941.000 941.000
Omgevingsdienst Zuid-Limburg 811.000 811.000 811.000 811.000
BsGW 669.000 660.000 658.000 658.000
Gegevenshuis 568.000 568.000 568.000 568.000
Rd4 4.485.000 4.485.000 4.485.000 4.485.000
Parkstad Limburg 565.000 571.000 573.000 573.000
Solido 1.210.000 1.256.000 1.329.000 1.397.000
Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad voor opvang en beschermd wonen i.h.k.v. de WMO 2015 0 0 0 0
Centrumregeling inkoop Jeugdzorg Regio Zuid-Limburg 158.000 158.000 158.000 158.000
GR subsidiëring antidiscriminatievoorziening Limburg 20.000 20.000 20.000 20.000
Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad 253.000 253.000 253.000 253.000

Detailinformatie per verbonden partij

Terug naar navigatie - 7.6 Verbonden partijen - Detailinformatie per verbonden partij

Voor een actueel overzicht van het openbaar belang, de gemeentelijke visie op de verbonden partij, de actuele beleidsvoornemens omtrent de partij, de verwachte ontwikkelingen ten aanzien van het gemeentelijke belang en de financiële positie verwijzen wij naar de bijlage 8.5 “Toelichting op de verbonden partijen”.

7.7 Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - 7.7 Grondbeleid - Inleiding

Grondbeleid
De gemeente Beekdaelen heeft een (uniform) vastgesteld grondbeleid. De gemeente hanteert situationeel grondbeleid. Op deze wijze wordt door middel van het grondbeleid geanticipeerd  (voor de komende vier jaar) op de ruimtelijke opgaven. Het grondbeleid is daarnaast vastgesteld in de geest van de inwerking getreden Omgevingswet.

Grondprijzenbrief

De grondprijzenbrief komt voort uit de nota grondbeleid. De Grondprijzenbrief is een nadere uitwerking van grondbeleid en valt daarmee onder de bevoegdheid van het college van burgemeester en wethouders (hierna: college). Het college stelt de Grondprijzenbrief jaarlijks vast binnen de kaders die de raad heeft vastgesteld in de Nota Grondbeleid 2024-2028. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is dat de grond wordt uitgegeven tegen marktconforme prijzen, zodat wordt voldaan aan de geldende wet- en regelgeving met betrekking tot staatssteun. Het doel van de Grondprijzen brief is om op transparante wijze, marktconforme, financiële afspraken te kunnen maken met potentiële afnemers van gemeentelijke gronden. De concept Grondprijzenbrief is opgesteld en zal voor 31 december 2025 ter instemming voorgelegd worden aan het college zodat deze per 1 januari 2026 van kracht zal zijn.

Beschouwing actuele stand van zaken grondexploitatiecomplexen
Het gaat hier onder meer om de grondexploitaties in ontwikkeling . Een grondexploitatie is het financiële en inhoudelijke kader –vastgesteld door de Raad- waarbinnen (haalbaar gebleken) plannen en projecten worden uitgevoerd. Als gevolg van de krimp en vergrijzing/ontgroening ligt er een gewijzigde vraag. Er is een grotere behoefte te bespeuren aan eenpersoonshuishoudens/kleine huishoudens en senioren- en levensloopbestendige woningen. De gemeente Beekdaelen wil daarop inspelen. De ontwikkeling van woningbouw en bedrijventerreinen is van belang. Het is niet eenvoudig om te kwantificeren wat de financiële consequenties voor de gemeenten zijn.

Korte beschouwing actuele stand van zaken grondexploitaties

Terug naar navigatie - 7.7 Grondbeleid - Korte beschouwing actuele stand van zaken grondexploitaties

Het plangebied Centrum III in de kern van Schimmert heeft sinds 2011 een woonbestemming met 96 harde bouwtitels. Vanwege ongunstige marktomstandigheden is het vigerende plan nooit tot concrete ontwikkeling kunnen komen.
In maart 2022 is besloten tot een integrale planherziening voor deze inbreidingslocatie, uitgaande van een woningbouwprogramma, dat beter aansluit bij de huidige behoefte aan betaalbare woningen en uitgaande van een planopzet, die beter aansluit bij de hedendaagse eisen v.w.b. duurzaamheid en de klimaat-adaptieve aspecten (groen in de wijk, waterhuishouding, warmtestress, natuur-inclusief bouwen). Het nieuwe plan is inmiddels definitief en het bestemmingplan is op  april 2025 door de raad vastgesteld.

Het bouwrijp maken wordt voorbereid en de werkzaamheden zullen naar verwachting in november 2025 starten. Momenteel worden door de woningcorporatie en ontwikkelende partij plannen uitgewerkt voor de eerste fase. Na verwachting zal er medio 2026 gestart worden met de bouw.    

Niet in exploitatie genomen bouwgronden (NIEGG)

Terug naar navigatie - 7.7 Grondbeleid - Niet in exploitatie genomen bouwgronden (NIEGG)

Tijdelijke woningen Amstenrade
De voormalige gemeente Schinnen heeft eind 2018 besloten een perceel (kadastraal bekend gemeente Schinnen sectie H nummer 304) nabij de Hommerter Allee aan te kopen met als doel hier tijdelijke woningbouw mogelijk te maken. Inmiddels is gebleken dat het moeilijk is om de businesscase voor tijdelijke woningen rond te krijgen. Daarom heeft het realiseren van permanente woningen op deze locatie de voorkeur. In 2025 zal o.a. deze locatie tot ontwikkeling worden gebracht, waarbij een goede stedenbouwkundige inpassing en een goede balans van doelgroepen sleutelbegrippen zijn.

Bedrijventerrein Rode Beek
Het concept-bestemmingsplan resp. gebied waarbinnen dit bedrijventerrein is gelegen valt onder het door de rijksplanvormer opgenomen gebied waar ook de zogenoemde invliegfunnel in verband met de aanwezigheid van de NAVO-vliegbasis Geilenkirchen is voorzien. Over het intekenen en daarmee vastleggen van deze invliegfunnel zijn in de afgelopen 6 jaar diverse procedures gevolgd. Defensie heeft meermaals beroep aangetekend en de procedures bij de Raad van State gewonnen.

Als onderdeel van de gesprekken die bestuurlijk worden gevoerd met defensie is afgesproken dat juridische procedures met betrekking tot dit bedrijventerrein nu niet aan de orde hoeven te zijn en dat  defensie geen rem zet op de ontwikkeling van dit terrein. In het kader van het centrumplan Schinveld (verplaatsen van bedrijven die in de kern gevestigd zijn), is er geen directe aanleiding voor het tot ontwikkeling brengen van dit bederijventerrein als geheel. Bij eventuele interesse van een andere ondernemen dan waarvoor het bedrijventerrein oorspronkelijke is bedoeld, is maatwerk mogelijk. Wij zullen hierover met de gemeente Brunssum (deels ook eigenaar van de gronden) in overleg gaan. 

7.8 Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - 7.8 Bedrijfsvoering - Inleiding

De bedrijfsvoering paragraaf van deze begroting geeft inzicht in de beleidsvoornemens omtrent onze bedrijfsvoering, die gericht is op het adequaat uitvoeren van de programma’s uit deze begroting en de continuïteit van de gemeentelijke organisatie. Hoe beter de gemeentelijke organisatie op orde is, des te beter de organisatie gesteld staat voor haar publieke taak.

Personeel en organisatie

Terug naar navigatie - 7.8 Bedrijfsvoering - Personeel en organisatie

Arbeidsomstandigheden: verzuim en vitaliteit
In 2026 blijven we zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden, waarbij we de wettelijke verplichtingen naleven en de resultaten van de RI&E actief opvolgen. Samen met onze Arbodienst werken we niet alleen aan het verder terugdringen van verzuim, maar ook aan het voorkomen er van. Onder andere door vroegtijdige signalering en passende ondersteuning. Tegelijk zetten we in op vitaliteit en werkplezier door aandacht te besteden aan fysieke en mentale veerkracht, en door het versterken van een positieve en inclusieve werkcultuur waarin medewerkers zich gewaardeerd en verbonden voelen.

Organisatie Ontwikkeling/ opleiding
Bij Gemeente Beekdaelen beschouwen we ontwikkeling en opleiding als het hart van een toekomstbestendige en wendbare organisatie. In een wereld waarin maatschappelijke opgaven, digitalisering en burgerverwachtingen continu verschuiven, is het essentieel dat medewerkers blijven groeien: zowel in vakmanschap als in persoonlijk leiderschap. Daarom creëren we een cultuur waarin leren niet apart staat, maar verweven is met het dagelijks werk; medewerkers krijgen ruimte om talenten te ontwikkelen, nieuwe vaardigheden te leren en zelf initiatief te nemen in hun leerproces.

Centraal in deze aanpak staan open, betekenisvolle ontwikkelgesprekken tussen medewerker en leidinggevende die zowel persoonlijke ambities als de strategische koers van de gemeente verbinden. Om dit te ondersteunen bieden we een breed en toegankelijk leerlandschap: van formele opleidingen en workshops tot online trainingen, intervisie en coaching. De thema’s variëren van vakinhoudelijke verdieping en digitale vaardigheden tot inclusiviteit en leiderschap, zodat medewerkers klaar zijn voor zowel de huidige taken als toekomstige uitdagingen.

Naast formeel leren benutten we de kracht van kennisdeling binnen de organisatie: leren van en met elkaar via projectgroepen, teamreflecties en informele leermomenten versterkt verbinding en vertrouwen. Voor medewerkers met extra groeipotentieel zijn er talentprogramma’s gericht op doorstroom en leiderschapsontwikkeling, terwijl iedereen wordt aangemoedigd eigen ontwikkelwensen in te brengen en het beschikbare leerbudget te gebruiken. HR blijft de opleidingsinfrastructuur doorontwikkelen in nauwe samenwerking met leidinggevenden en medewerkers; door blijvend in mensen te investeren bouwen we aan een organisatie die met vertrouwen, eigenaarschap en wendbaarheid inspeelt op een steeds veranderende samenleving.

Informatisering en automatisering

Terug naar navigatie - 7.8 Bedrijfsvoering - Informatisering en automatisering

In 2026 zetten we een volgende stap in het moderniseren van onze informatiehuishouding, waarbij meerdere actiepunten zich over meerdere jaren uitstrekken. Allereerst zorgen we dat wet- en regelgeving leidend blijft: noodzakelijke ICT-aanpassingen voor de Wet digitale overheid en de Wet open overheid worden voortgezet zodat inwoners en ondernemers veilig en betrouwbaar kunnen inloggen en overheidsinformatie beter vindbaar, toegankelijk en archiveerbaar is. Tegelijk verfijnen we de ICT-systemen en uitwisselstandaarden voor de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging, met aandacht voor ketensamenwerking en aansluiting op landelijke standaarden zoals Common Ground.

Naast naleving werken we aan gebruiksvriendelijke digitale diensten. Onze website en applicaties worden verder geoptimaliseerd, met instrumenten zoals livechat en een persoonlijke digitale omgeving voor inwoners en ondernemers, zodat zaken snel en makkelijk digitaal zijn af te handelen en digitale inclusie gegarandeerd blijft. Bedrijfsapplicaties worden gemoderniseerd en waar contracten verlopen worden nieuwe aanbestedingen en implementaties gestart, inclusief het doorvoeren van verplichte maatregelen vanuit wet- en regelgeving en het actualiseren van uitwisselstandaarden.

Data, AI en procesoptimalisatie vormen een samenhangend geheel: we richten processen efficiënter in met workflows, kennisbanken en gekoppelde systemen, en passen bedrijfsapplicaties tijdig aan op deze ontwikkelingen. De invoering van kunstmatige intelligentie gaat stapsgewijs volgens het vastgestelde juridische beleidskader en ondersteunt medewerkers, management en bestuur. Datagedreven werken krijgt meer vorm door uitbreiding van dashboards en rapportages, koppeling met geografische systemen, en inzet van moderne technologieën zoals digital twins voor modelleren, scenarioplanning en gebiedsgerichte ontsluiting.

Om deze ambities betrouwbaar uit te voeren, investeren we structureel in datakwaliteit en datagovernance, en in de AI-geletterdheid en digitale vaardigheden van medewerkers voor efficiënt gebruik van systemen zoals MS365 en nieuwe AI-hulpmiddelen. Tot slot professionaliseren we de interne dienstverlening: de servicedesk, opdrachtgeverschap en contractmanagement worden versterkt en de samenwerking met onze IT-dienstverlener Solido en andere leveranciers wordt verder uitgebouwd. Deze samenhangende aanpak moet er in 2026 voor zorgen dat onze informatievoorziening slimmer, flexibeler en toekomstbestendiger wordt.

Planning en control

Terug naar navigatie - 7.8 Bedrijfsvoering - Planning en control

De gemeente heeft een start gemaakt met kritieke prestatie indicatoren (kpi's) die worden gebruikt om grip te hebben en houden op een aantal onderwerpen binnen het gemeentelijke primaire proces. Gestart is met het organisatieonderdeel 'dienstverlening' Het is de bedoeling deze kpi's verder uit te breiden voor het sociale en fysieke domein.

Tot nu toe heeft de gemeente geen doelmatigheidsonderzoeken verricht in het kader verordening artikel 213a. In 2025 gaat de gemeente hiermee aan de slag. Verwacht wordt dat de uitkomsten van het onderzoek in 2026 aan de raad kunnen worden aangeboden.

We gaan met de raad in gesprek om te bekijken op welke manier ervoor kan worden gezorgd dat de raad in een vroeg stadium in positie kan worden gebracht bij onverwachte overschrijdingen van projecten. Bij die verkenning dient ook rekening te worden gehouden met het feit dat het college in een sommige gevallen snel en slagvaardig moet kunnen handelen bij dergelijke overschrijdingen. De afspraken die daarover met de raad worden gemaakt zullen worden verankerd in de financiële verordening die in 2026 aan de raad ter vaststelling zal worden aangeboden.

Informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - 7.8 Bedrijfsvoering - Informatiebeveiliging

Bij al onze oplossingen hanteert de gemeente een strikt uitgangspunt: privacy en security zijn vanaf ontwerp (by design)en standaardinstellingen (by default) gewaarborgd. Voor elk project, systeem, applicatie, databron, rapportage of dashboard leggen we vóór ingebruikname helder vast wat het doel en de functionaliteit zijn, welke gegevens nodig zijn en welke autorisaties gelden. We passen dataminimalisatie toe en wegen het gebruik van (persoons)gegevens zorgvuldig af, waarbij spelregels voor het gebruik van rapportages, dashboards, data en algoritmes worden vastgelegd, gedocumenteerd en gearchiveerd.

Het informatiebeveiligingsbeleid wordt continu geactualiseerd zodra het nieuwe normenkader beschikbaar is, en onze maatregelen worden verder aangescherpt in lijn met landelijke ontwikkelingen en normen voor informatieveiligheid en privacy. De implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) wordt voortgezet en afgestemd op aangescherpte richtlijnen zoals NIS-2, zodat we blijven aansluiten op nationale en internationale standaarden. Voor audits voeren we de verplichte nieuwe normen en aanvullende maatregelen door.

Medewerkers blijven geïnformeerd over permanente risico’s en bedreigingen op het gebied van informatieveiligheid en privacy via het programma i Bewustzijn, dat we voortzetten met vernieuwde opleidingsmodules. De samenwerking met de Informatiebeveiligingsdienst wordt versterkt en de maatregelen om risico’s te vermijden of te mitigeren worden verder uitgebreid. Ons Information Security Management System en Privacy Management Systeem houden we actueel; zo behouden we grip op risico’s en de voortgang van maatregelen en kunnen we vanuit één bron transparant verantwoording afleggen en gerichter sturen op uitvoering en risicominimalisatie.

Gegevensbescherming

Terug naar navigatie - 7.8 Bedrijfsvoering - Gegevensbescherming

Door de invoering van de EU-verordening Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) in mei 2018 zijn organisaties steeds bewuster geworden van het belang van gegevensbescherming. De afgelopen jaren heeft de gemeente veel energie gestoken in het borgen van de AVG in de organisatie, om vertrouwelijke gegevens van burgers en bedrijven te beschermen en ook aantoonbaar te voldoen aan de privacywetgeving. In 2026 gaan wij verder met een AVG privacy volwassenheidsmeting,  het AVG evaluatie- en actualisatieplan, informeren en adviseren van de gemeentelijke afdelingen over hun AVG verplichtingen en andere unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen. Daarnaast de benodigde ondersteuning bieden aan de domeinafdelingen door o.a. het privacy bewustzijn verder verhogen via workshops, e-learning en actieve voorlichting, helpen bij uitvoeren van (Pre-) DPIA’s (Data Privacy Impact Assesments) etc. Daarnaast gaat het nieuwe PMS (Privacy Management Systeem) de gemeente digitaal verder helpen om aantoonbaar te voldoen aan de vereiste AVG documentatieplicht c.q. verantwoordingsplicht in het kader van de jaarlijkse planning- en control cyclus.  In het kader van de Wet politiegegevens is in 2025 beleid vastgesteld en de daarbij behorende instructies. Ook is er beleid opgesteld voor de implementatie van artificial intelligence.  In 2026 zal hier met name aandacht aan besteed worden.

Communicatie

Terug naar navigatie - 7.8 Bedrijfsvoering - Communicatie

In 2025 is de nieuwe communicatievisie vastgesteld. De kern van de nieuwe visie is ‘communiceren met impact’. Dat betekent doelgerichte communicatie die iets teweeg brengt, betere informatievoorziening en meer vertrouwen en verbinding met inwoners. Om de ambities uit het coalitieprogramma en de communicatievisie te realiseren zijn we in de afgelopen periode aan de slag gegaan met het vernieuwen van onze communicatie. Hierbij hebben wij eerst de focus gelegd op het realiseren van een aantal praktische instrumenten waarmee wij medewerkers faciliteren om communicatiever te werken. Zo is een nieuw huisstijlhandboek en schrijfwijzer opgesteld, zijn diverse sjablonen ontwikkeld, een digitale wekelijkse nieuwsbrief en een beeldbank geïmplementeerd en zijn alle medewerkers getraind in het schrijven van begrijpelijke e-mails. 

Gelijktijdig zien wij dat het communicatielandschap voortdurend verandert. Online communicatie, digitale interactie en snelle nieuws- en informatiestromen nemen toe. Ook groeit bij veel mensen de behoefte aan fysiek contact en lokale verbinding. Communicatie vervult hierin een sleutelrol. Als we kijken naar ons communicatielandschap zijn het beter bereiken van al onze doelgroepen, de inzet van social media en het uitbreiden van participatie onderwerpen waarop wij nog meer moeten investeren en waarop wij de komende jaren de focus leggen. Hierbij blijft een goede informatievoorziening met leesbare en begrijpelijke teksten en duidelijke reacties op verzoeken centraal staan. Op deze wijze ontwikkelen en optimaliseren wij onze communicatie continu. 

7.9 Wet open overheid

Inleiding

Terug naar navigatie - 7.9 Wet open overheid - Inleiding

De projectgroep “Van Wob naar Woo” heeft gezamenlijk met Native Consulting een impactanalyse opgesteld. Deze impactanalyse vormt de basis om te starten met de fasegewijze ontsluiting van de onderstaande informatiecategorieën, die actief openbaar dienen te worden gemaakt.

Het betreft de volgende 11 categorieën:
•    Wet- en regelgeving
•    Organisatiegegevens
•    Raadsstukken
•    Bestuursstukken
•    Stukken van adviescolleges
•    Convenanten
•    Jaarplannen en –verslagen
•    Wob/Woo-verzoeken
•    Onderzoeken
•    Beschikkingen
•    Klachten


Deze informatiecategorieën worden vanaf 2024 gefaseerd ingevoerd, waarbij diverse stukken die onder de eerste vier genoemde categorieen vallen reeds online (website en Woo-index) te raadplegen zijn. De verplichte openbaarmaking van voormelde vier categorieën is per 1 november 2024 ingegaan. Verder maken we sinds 2024 gebruik van de anonimiseringstool Datamask. Deze tool draagt er zorg voor dat persoonsgegevens in opgevraagde documenten handmatig worden geanonimiseerd.


Wat willen we bereiken?
Verdere uitrol van de gefaseerde invoering van de actieve openbaarmaking van de bovenstaande informatiecategorieën, wat in 2025 en de daaropvolgende jaren volgens planning gaat plaatsvinden.

7.10 Duurzaamheid

Inleiding

Terug naar navigatie - 7.10 Duurzaamheid - Inleiding

In Beekdaelen werken we aan een duurzame en toekomstbestendige gemeente waar mensen gezond en veilig kunnen wonen en werken.  In 2020 heeft de gemeenteraad unaniem de Duurzaamheidsvisie ‘Beekdaelers samen aan zet!’ vastgesteld. Deze visie kwam tot stand in samenwerking én samenspraak met onze inwoners, bedrijven en maatschappelijke partners. Zoals de titel van onze visie al aangeeft, is het realiseren van deze ambities niet alleen een gemeentelijke, maar met name een brede maatschappelijke opgave. Iedereen in Beekdaelen heeft hiermee te maken en de consequenties zijn voor iedereen voelbaar.

In de visie staan de ambities van de raad op hoofdlijnen. Deze zijn:
1.    De Beekdaelers centraal te stellen (participatieve aanpak).
2.    In 2040 energieneutraal te zijn (energietransitie & warmtetransitie).
3.    Beekdaelen groen en klimaatbestendig te maken (vergroening en klimaatadaptatie).
4.    De grondstofkringlopen te sluiten (circulaire economie).

Duurzaamheid loopt als rode draad door al het gemeentelijk handelen. Dat betekent dat bij interventies afgewogen wordt in hoeverre deze bijdraagt aan een duurzaam Beekdaelen op sociaal, economisch en fysiek gebied. Duurzaamheid stopt niet bij onze gemeentegrenzen. Afhankelijk van het onderwerp werken we in regioverband samen aan een duurzamer Beekdaelen, zowel binnen regio Parkstad, regio Zuid-Limburg en over de landsgrenzen.

De Beekdaeler staat centraal

Terug naar navigatie - 7.10 Duurzaamheid - De Beekdaeler staat centraal

In Beekdaelen vinden wij het belangrijk dat iedereen mee kan doen bij het halen van onze duurzaamheidsambities. Dat geldt vóór, tijdens én na de uitvoering. Beekdaelers staan centraal op het gebied van duurzaamheid binnen onze gemeente. Door inwoners te stimuleren en te faciliteren willen we zo veel mogelijk impact creëren en innovatieve ideeën een kans geven.

Op dit moment organiseert Beekdaelen verschillende vormen van participatie om inwoners te betrekken bij de realisatie van onze ambities. Zo kan binnen Beekdaelen gebruik worden gemaakt van de Duurzaamheidstafel en Stimuleringslening Duurzaamheidsprojecten of bij te dragen aan ImpulZ Energiecoöperatie Beekdaelen.

Tot slot stimuleren en faciliteren we inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven. Hiervoor is het regionaal energieloket de WoonWijzerWinkel Limburg en energiecoöperatie ImpulZ opgericht. Wij als gemeente, de WoonWijzerWinkel en energiecoöperatie ImpulZ zetten zich in om iedereen in Beekdaelen te stimuleren en faciliteren op het gebied van duurzaamheid.

Kortom: door op verschillende niveaus en op verschillende wijzen Beekdaelers centraal te stellen bij het thema duurzaamheid, willen we samen zo veel mogelijk impact creëren. 

Acties in 2026:

  • Verstrekken Duurzaamheidsleningen aan bedrijven en maatschappelijke organisaties
  • Het lokaal promoten van de WoonWijzerWinkel
  • Het continu monitoren en verbeteren van het aanbod van de WoonWijzerWinkel
  • Woningen verduurzamen aan de hand van het Isolatieproject Parkstad
  • Ecologische compensatiemaatregelen treffen voor verduurzaming van onze woningen
  • Faciliteren en begeleiden van de Duurzaamheidstafel
  • Samenwerken met ImpulZ Energiecoöperatie Beekdaelen
  • Inzet van energiecoaches door Beekdaelen met ImpulZ Energiecoöperatie Beekdaelen
  • Meer communicatie met inwoners over verduurzamingsmogelijkheden   

Energietransitie

Terug naar navigatie - 7.10 Duurzaamheid - Energietransitie

Samen met de ander Parkstadgemeenten is de uitgesproken om in 2040 een energieneutrale gemeente te zijn. Dit betekent dat alle energie die we in Beekdaelen gebruiken, op een duurzame manier opwekken. 
We zetten in om een groot deel van onze energie efficiënter in te zetten en te besparen.
Wat we niet gebruiken hoeven we ook niet op te wekken. Het restant aan energieverbruik dat dan overblijft, wekken we duurzaam op. Hiervoor kijken we allereerst naar alle daken maar ook naar ons buitengebied. Hierin ligt voor Beekdaelen een grote uitdaging gezien haar waardevolle landschap.
We zijn op weg om de verschillende doelstellingen waar te maken maar op het gebied van energiebesparing- en opwekking zal nog veel moeten gebeuren.

Acties in 2026:
•    Verstrekken Duurzaamheidsleningen aan bedrijven en maatschappelijke organisaties
•    Het lokaal promoten van de WoonWijzerWinkel.
•    Het continu monitoren en verbeteren van het aanbod van de WoonWijzerWinkel
•    Faciliteren en begeleiden van de Duurzaamheidstafel
•    Samenwerken met ImpulZ Energiecoöperatie Beekdaelen
•    Inzet van energiecoaches door Beekdaelen met ImpulZ Energiecoöperatie Beekdaelen
•    Meer communicatie met inwoners over verduurzamingsmogelijkheden   

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - 7.10 Duurzaamheid - Klimaatadaptatie

De klimaatverandering stelt nieuwe eisen aan het beheer van de openbare ruimte. Zo krijgen we vaker te maken met zeer intensieve regenbuien en langdurig droge periodes. Dit heeft invloed op het ontwerp en beheer van de openbare ruimte, waaronder riool- en watersysteem, de inrichting van wegen, gebouwen en groenvoorziening.  In (boven)regionaal verband wordt samengewerkt aan het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA), waarin ambities zijn opgenomen om te zorgen dat Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht. Met Waterschap Limburg blijven we samenwerken binnen de aanpak ‘Water in balans’. In Beekdaelen is specifiek het Water- en rioleringsprogramma 2024-2027 van kracht.  Als onderdeel hiervan zetten we in op het afkoppelen van regenwater, het verwerken van water op eigen terrein en het verminderen van verhard oppervlak. 

Aankoop gronden Jabeek/ Süsterseel

Terug naar navigatie - 7.10 Duurzaamheid - Aankoop gronden Jabeek/ Süsterseel

Gemeente Beekdaelen werkt samen met de Duitse buurgemeenten Gangelt en Selfkant aan gezamenlijke energieopwekking. Een eerste stap is gezet met de aankoop van landbouwgrond nabij Jabeek/Süsterseel: Beekdaelen verwierf het Nederlandse deel, Gangelt het Duitse. Deze aankoop werd begin 2024 formeel afgerond.

Uit de verkenning blijkt dat het Duitse perceel weinig potentie heeft, terwijl het Nederlandse deel wél perspectief biedt. Met een kwartiermakersfase voor een regionaal Energiebedrijf Parkstad is onderzocht hoe energieopwekking en energieafname op coöperatieve wijze kan plaatsvinden, waarbij inwoners kunnen mee-investeren en profiteren van de opbrengsten.

Hoewel deze fase is beëindigd wegens een tekort aan opweklocaties in de regio tonen de resultaten aan dat energiegemeenschappen wel kansrijke projecten kunnen realiseren met directe baten voor inwoners en omgeving.

Samen met de Provinciale Energiediensten Maatschappij en energiecoöperatie ImpulZ wordt onderzocht hoe het Nederlandse perceel multifunctioneel kan worden ingezet, met een combinatie van energieopwekking, landbouw, klimaatadaptatie en woningbouw. Zo draagt het perceel optimaal bij aan de regionale duurzaamheidsdoelen en maatschappelijke meerwaarde.

Regionaal Energiebedrijf in Parkstadverband

Terug naar navigatie - 7.10 Duurzaamheid - Regionaal Energiebedrijf in Parkstadverband

In Parkstadverband is samen met de energiecoöperaties, waaronder de Beekdaelense Energiecoöperatie ImpulZ, gewerkt aan het opzetten van een regionaal Energiebedrijf binnen Parkstad. 

Het doel van dit regionale energiebedrijf is om binnen de regio zowel zo veel mogelijk coöperatieve duurzame energieopwek te realiseren maar ook levering van deze energie aan inwoners, bedrijven en de Parkstadgemeenten zelf, mogelijk te maken. 

De kwartiermakersfase van het Energiebedrijf is beëindigd omdat de tussen resultaten laten zien dat een regionaal Energiebedrijf op het moment nog niet loont door het uitblijven van lokale opwekprojecten. 
Wel is aangetoond dat lokale opwekprojecten in coöperatieve vorm kansrijk zijn met baten voor inwoners en hun omgeving. 

Om deze reden wordt samen met de Energiecoöperatie ImpulZ van Beekdaelen ingezet op lokale hernieuwbare energieopwekking op coöperatieve wijze op daken, parkeerplaatsen en bij het aangekocht perceel in Jabeek.