5. Programma 3 | Fysieke leefomgeving

5.1 Inleiding

Wonen en herstructurering

Terug naar navigatie - 5.1 Inleiding - Wonen en herstructurering

Beekdaelen is niet zomaar een plek, het is ons thuis. Een thuis is meer dan een dak boven ons hoofd. Het is een plek waar je jezelf kunt zijn en die moet passen bij de levensfase waarin jij je bevindt. Om dat waar te kunnen maken is het belangrijk dat ook in de toekomst in onze gemeente een breed en divers aanbod van woningen bestaat, dat aansluit op de wensen en behoeften van mensen die hier (willen) wonen. De bestaande en nieuwe uitdagingen in de regionale woningmarkt (op het gebied van herstructurering, nieuwbouw, leefbaarheid, duurzaamheid) vragen om een versterking van het organiserend vermogen (van woningcorporaties, marktpartijen en gemeenten) om projecten tot uitvoering te brengen. Op basis van het woonbehoefteonderzoek (STEC), waar in 2024 een update voor is uitgevoerd en de gesloten woondeal willen wij ons inzetten voor meer tempo maken met het bouwen van woningen, die aansluiten bij de vraag – kwalitatief en kwantitatief - van o.a. jongeren, gezinnen en ouderen.

De Woondeal is in maart 2023 ondertekend en gemeente Beekdaelen zet zich in voor de realisatie van 900 woningen als gemeentelijk aandeel in de regionale opgave. De Regionale en Lokale Woonvisies Beekdaelen 2023-2028 zijn in mei 2023 vastgesteld. De woonvisie is gericht op thema’s als leefbaarheid, bouwopgave, betaalbaarheid, wonen met zorg, duurzaamheid en urgente aandachtsgroepen. De afgelopen jaren zijn grote herstructureringsprojecten gestart via de Regio Deal en het Volkshuisvestingsfonds.

De afgelopen jaren is woningbouw weer een belangrijk thema geworden en neemt de druk om woningen te bouwen toe. Er zijn daardoor enkele tientallen woningen toegevoegd door woningbouwprojecten van de gemeente en particuliere initiatieven. Ook zijn er enkele tientallen woningen vergund die momenteel of op korte termijn worden ontwikkeld.

Concreet zijn er een aantal grote woningbouwprojecten in Beekdaelen die ervoor moeten zorgen dat we de komende periode een grote slag slaan in het toevoegen van woningen. Deze ontwikkelingen vinden verspreid over de gemeente plaats in de relatief grote kernen Schimmert, Doenrade, Schinveld en Hulsberg. Daarnaast zijn er kleinere woningbouwprojecten vanuit de gemeente en vanuit particuliere initiatieven. De verwachting is dat er de komende drie jaar gestart wordt met de bouw van naar schatting ongeveer 400 woningen in de gemeente Beekdaelen. Er wordt ingeschat dat er in de twee daaropvolgende jaren gestart wordt met de bouw van nog eens ongeveer 200 woningen, in totaal zou er daarmee gestart worden met de bouw van ongeveer 600 woningen. Hiermee wordt voldaan aan een behoorlijk deel, namelijk 2/3de, van de woningbouwopgave zoals vastgelegd in de Woondeal van 2023. In de verdere toekomst zullen meer woningbouwprojecten opgestart en gefaciliteerd worden om volledig te voldoen aan de gemaakte afspraken in de Woondeal. Er is een ambtelijk onderzoek uitgevoerd naar de potentiële woningbouwlocaties in de gemeente Beekdaelen, hieruit blijkt dat het doel van 900 woningen ruimschoots haalbaar is binnen deze locaties. Dit onderzoek met aantallen en locaties is op 3 april 2025 gepresenteerd aan de raad in een besloten raadsbijeenkomst.

De regionale  woon(zorg)visie zal in 2026 verder worden uitgewerkt op lokaal niveau. Hierbij zal het evenwicht tussen enerzijds de maatschappelijke verantwoordelijkheid van Beekdaelen ten aanzien van diverse doelgroepen en anderzijds de draagkracht van de gemeenschap worden gedefinieerd.

We maken in overleg met de woningcorporaties afspraken met o.a. als doel sociale en goedkope huurwoningen terecht te laten komen bij de inwoners voor wie die woningen bedoeld zijn. We geven de corporaties daarnaast meer ruimte om locaties te (her)ontwikkelen. De verruiming van de mogelijkheden voor de corporaties moet aansluiten bij de gemeentelijke ambities. Dit leggen we vast middels meerjarige prestatieafspraken. 

Buitengebied en groenbeleid - natuur en landschap

Terug naar navigatie - 5.1 Inleiding - Buitengebied en groenbeleid - natuur en landschap

De gemeente Beekdaelen vormt vanwege haar ligging letterlijk èn figuurlijk de groene verbinding tussen de stedelijke gebieden van Parkstad Limburg, de Westelijke Mijnstreek en het Heuvelland. Bestuurlijk en beleidsmatig zetten wij ons daarom nadrukkelijk in om voortdurend verbindingen te leggen tussen onder meer de tien gemeenten in Westelijk Zuid-Limburg en Stadsregio Parkstad Limburg.

Beekdaelen heeft een karakteristiek landschap en in de gemeente is veel cultuurhistorisch en hoog gewaardeerd erfgoed aanwezig. De verscheidenheid in het landschap maakt het aantrekkelijk voor zowel de eigen inwoners als voor de groeiende groep toeristen en recreanten.

De kwaliteiten van het landschap en het daarbijhorende verdienvermogen blijven evenwel niet vanzelf in stand. Daar zijn inspanning en samenwerking tussen private en publieke partijen in het landschap voor nodig. De agrarische sector speelt hierbij een belangrijke rol, evenals onder meer particuliere grondeigenaren, terreinbeherende organisaties en Waterschap Limburg.

Bij de verdere ontwikkeling van het landschap vormt  het Landschapskader Beekdaelen handvatten als visie- en inspiratiedocument, welke ook de inhoudelijk lading vormt voor de Gemeentelijke Omgevingsvisie.
Steeds meer maatschappelijke opgaven zullen moeten landen in het landschap. Denk hierbij aan het voorkomen of verminderen van wateroverlast, het reduceren van stikstof,  het verbeteren van natuurkwaliteit en het zorgen voor schoon grond- en oppervlaktewater, maar ook het optimaliseren van het recreatief “product” Zuid-Limburg en de woningbouwopgave (“Straatje Erbij”). Hierbij gaat het dus niet alleen om doelen waar het landelijk gebied baat bij heeft. Zeker waar het betreft de stikstofproblematiek ligt in het landelijk gebied de sleutel voor de oplossing van stagnerende ontwikkelingen in het bebouwd gebied.

Om dit evenwicht te bereiken is een gebalanceerde ruimtelijke ordening nodig. Daarbij zijn heldere keuzes nodig, onder meer via de Omgevingsvisie en het Omgevingsplan. Evenwicht is nodig tussen behoud van het open en groene karakter van het buitengebied, natuur- en landschapswaarden, de recreatieve aantrekkelijkheid van het landschap, een duurzame en gezonde bedrijfsvoering voor agrariërs, het voorkomen van leegstand van (agrarisch) vastgoed en invulling van maatschappelijke opgaven op het gebied van bijvoorbeeld water en energie. Ons hart voor het groene karakter van Beekdaelen zien we ook terug in de inrichting èn het behoud van het groene karakter van onze kernen. Via het programma ‘Beekdaelen b(l)oeit!’ worden onze inwoners hierbij betrokken. Daarnaast wordt in nieuw te ontwikkelen lokaties nadrukkelijk aandacht besteed aan de aspecten hittestress, water en groen.

Ruimte en mobiliteit

Terug naar navigatie - 5.1 Inleiding - Ruimte en mobiliteit

Het areaal aan openbare wegen, fiets- en voetpaden is voor onze gemeente met een oppervlakte van 7,8 ha relatief groot. Dat vraagt om een grote inzet van onze buitendienst. Inmiddels is het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte (IBOR) in Beekdaelen vastgesteld en vindt uitvoering hiervan plaats waardoor de kwaliteit van de buitenruimte integraal wordt benaderd. Hiermee voldoen wij aan de kwaliteitseisen voor de openbare ruimte, rekening houdend met de gebruiksmogelijkheden, beeldkwaliteit, veiligheid en verzorgingsgraad en daarmee de leefbaarheid van de wijken en dorpen. Daarbij willen wij zoveel mogelijk deelnemen aan initiatieven vanuit de wijken en dorpen (eigen kracht) en deze zoveel mogelijk ondersteunen.


We vinden het belangrijk om daar waar mogelijk te stimuleren dat onze inwoners voor korte afstanden, zoals verkeersbewegingen binnen de bebouwde kom, de auto laten staan. We hanteren als uitgangspunt dat de doorstroming voor het verkeer goed moet zijn op de hoofdroutes. In de overige straten willen we door snelheidsbeperking tot maximaal 30 km/u en door een passende inrichting de inwoners uitnodigen om vooral te gaan wandelen en fietsen. Dit maakt deel uit van het opgestelde uitvoeringsplan. Samen zorgen we ervoor dat onze straten, buurten en buitengebied veilig zijn en blijven. Dit doen we door met elkaar in gesprek te blijven over verkeersveiligheid en voortdurend op zoek te gaan naar duurzame oplossingen die bijdragen aan een leefbare en veilige woonomgeving.


In dat kader blijven wij ook aandacht eisen bij andere overheden voor de schadelijke gevolgen van vliegverkeer boven kernen in onze gemeente. We continueren onze verzoeken richting landelijke overheid om naar de toekomst toe rekening te houden en te bevorderen dat nieuwe ontwikkelingen niet tot voortzetting en zeker niet tot verdere aantasting van ons leefklimaat zullen leiden. 


Wij zijn, samen met de gemeente Brunssum, met de staatssecretaris van Defensie en  zijn ministerie enkele jaren in gesprek over een gezamenlijk aanpak in de volle breedte van het dossier. Uitgangspunt van deze gesprekken is dat er ruimte is voor wederzijds begrip en door verdieping in elkaars belangen tot oplossingen kan worden gekomen. Op 4 februari 2025 is het herzien raadskader AWACS vastgesteld. Deze ontwikkelingen hebben  ertoe geleid dat op 7 februari 2025 de drie hiervoor genoemde partijen afspraken hebben gemaakt, gericht op onder andere versterking van de brede welvaart gelet op het effect van het gebruik van de NAVO-basis op de leefomgeving. De afspraken zijn neergelegd in het document "afspraken op hoofdlijnen. Deze afspraken hebben onder andere betrekking op een in te richten leefbaarheidsfonds en afspraken over ecologisch bosbeheer van de Schinveldse bossen. In het kader van de kwaliteitsverbetering van Schinveldse bossen is aandacht voor maatregelen die naast de verbetering van de bossen ook met zich meebrengen dat op termijn geen te hoge  bomen zijn in het vliegpad van vliegtuigen die starten en landen vanuit de basis. Deze afspraken worden in 2026 verder uitgewerkt. 

Klimaatadaptatie en circulaire economie

Terug naar navigatie - 5.1 Inleiding - Klimaatadaptatie en circulaire economie

Klimaatverandering

De klimaatverandering stelt nieuwe eisen aan het beheer van de openbare ruimte. Zo krijgen we vaker te maken met zeer intensieve regenbuien en langdurig droge periodes. Dit heeft invloed op het ontwerp en beheer van de openbare ruimte, waaronder riool- en watersysteem, de inrichting van wegen, gebouwen en groenvoorziening.  In (boven)regionaal verband wordt samengewerkt aan het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA), waarin ambities zijn opgenomen om te zorgen dat Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht. Met Waterschap Limburg blijven we samenwerken binnen de aanpak ‘Water in balans’. In Beekdaelen is specifiek het Water- en rioleringsprogramma 2024-2027 van kracht.  Als onderdeel hiervan zetten we in op het afkoppelen van regenwater, het verwerken van water op eigen terrein en het verminderen van verhard oppervlak.

Circulariteit

In een circulaire economie stappen we af van de lijn 'produceren, consumeren en daarna weggooien'. Zo sparen we behalve onze grondstoffen ook het milieu, verminderen we onze CO2-uitstoot en stimuleren we innovatie, nieuwe bedrijvigheid en werkgelegenheid.

Voor ons huishoudelijk afval is het Grondstoffenplan 2022-2026 de leidraad.
Verder is er het Uitvoeringsprogramma Parkstad Circulair 2024-2030. De regio Parkstad en de daarin samenwerkende gemeenten omarmen de landelijke doelstelling van het Rijk: Een volledig circulaire economie in 2050. In 2030 gebruiken we 50% minder mineralen, fossiele brandstoffen en metalen. 

Circulariteit heeft invloed op alle beleidsvelden. Een kennisprogramma voor gemeentelijke medewerkers bevordert kennisvermeerdering op al die velden. De woningbouw, de rest van de gebouwde omgeving, een circulaire en regionale landbouwproductie en korte ketens in voedselproductie zijn belangrijke voorbeelden van beleidsvelden waar circulariteit invloed op heeft.

Economie en toerisme

Terug naar navigatie - 5.1 Inleiding - Economie en toerisme

Wij helpen de ondernemers het beste door hen ruimte voor ondernemen te bieden (vanuit een positieve grondhouding) en duidelijke kaders te stellen. We willen actieve contacten onderhouden met onze ondernemers. Dat vergt een proactieve en uitnodigende aanpak van onze bedrijfscontactfunctionarissen. In november 2025 wordt daarom voor het eerst het ondernemersgala georganiseerd.

Voor Beekdaelen zijn het beheer en de ontwikkeling van onze bedrijventerreinen, winkelclusters en vitale kernen van belang. Gelet hierop is onlangs een lokale economische visie vastgesteld, waarin we keuzes maken over welk soort bedrijvigheid/detailhandel in welk gebied gewenst is. Momenteel wordt er gewerkt een uitvoeringsprogramma voor de jaren 2026 - 2030. Dit uitvoeringsprogramma vloeit voort uit de economische visie en moet eind 2025 zijn beslag krijgen.

Een van de belangrijkste acties voor de toekomst betreft bedrijventerrein De Horsel.  Beekdaelen kiest voor een kwalitatieve impuls van dit terrein, met als doel een duurzame economische ontwikkeling. Dit betekent dat we bedrijven die niet passen in de kernen van Beekdaelen, zullen aanmoedigen om naar geschikte bedrijventerreinen te verhuizen. Op de vrijkomende locaties willen wij woningen realiseren, waarmee we zowel de economie als de leefbaarheid in de kernen versterken. Bij al deze ontwikkelingen staat het behoud van de groene corridor en de natuurlijke waarden van de gemeente voorop.

In onze winkelclusters stimuleren wij (innovatief) ondernemerschap en transformeren wij  (voormalige) aanloopstraten zoals de Stationstraat in Nuth en de Beekstraat in Schinveld. Het investeren in de winkelstructuur en het faciliteren van (nieuw) ondernemerschap blijft, ook na de Regio Deals, van groot belang voor de leefbaarheid en het voorzieningenniveau. 
Wij streven naar een profiel van kwaliteit en kleinschaligheid voor recreatie in onze groene ruimte. In het kader van toerisme is de ambitie om Zuid-Limburg tot een Green Destination te ontwikkelen (visie Bestemming Zuid-Limburg 2030), waarbij de uitdaging voor de gemeenten er vooral in bestaat het aanbod te transformeren naar kwalitatief passende verblijfsaccommodaties met een verdienmodel, aandacht voor het beheersbaar maken van de recreatieve druk in kwetsbare gebieden in Zuid-Limburg en het duurzaam maken van de toeristisch recreatieve sector.

Vrijetijdseconomie
Uitgangspunt is de visie vrijetijdseconomie Bestemming Zuid-Limburg 2030. Beekdaelen zet zich in om een GREEN Destination te worden, waarbij toerisme en recreatie dienend zijn aan onze inwoners. Uitgangspunten van een GREEN Destination zijn o.a.: een stil, veilig en schoon leefmilieu, klimaatvriendelijk, behoud van natuur en landschap en van vergezichten, inwoners die trots zijn op de eigen regio en van de vrijetijdseconomie genieten, duurzame mobiliteit en een kleinschalige duurzame lokale vrijetijdseconomie met ondernemers die klimaatvriendelijk en duurzaam werken.

5.2 Wat willen we bereiken

Terug naar navigatie - 5.2 Wat willen we bereiken - Wat willen we bereiken?

Wij staan voor een gemeente die streeft naar een veerkrachtig groen- en cultuurrijk landschap, dat ruimte biedt om te werken, genieten en ondernemen, kortom om te leven. Voor ons gelden de volgende uitgangspunten: 

  • We zetten ons in voor een woningaanbod dat aansluit bij de behoeften van alle inwoners rekening houdend met de transformatieopgave en met de regionale en provinciale afspraken.
  • We versterken het groene karakter van de gemeente.
    We behouden en versterken de landschappelijke kwaliteit, die als belangrijke kernwaarde van de gemeente Beekdaelen gezien moet worden.
  • Een duurzame transitie van de landbouw is een grote maatschappelijke opgave voor Beekdaelen en essentieel om de unieke waarden van het landelijk gebied te behouden, te beheren en te ontwikkelen.
  • Samen met inwoners, ondernemers, maatschappelijke instellingen, regionale en landelijke partners werken we in Beekdaelen aan de internationale en nationale duurzaamheidsdoelstellingen (Global Goals). We geven daarbij zelf het goede voorbeeld en vervullen een innovatieve en vooruitstrevende rol in de regio op het gebied van energietransitie, circulaire economie en klimaatadaptatie.
  • We realiseren een gemeente met een duurzaam veilige inrichting van de infrastructuur, zowel voor auto, (elektrische) fiets en voetganger, waarbij leefbaarheid boven bereikbaarheid gaat.

5.3 Wat gaan we daarvoor doen?

5.3.1 Algemene ontwikkelingen programma 'Fysieke leefomgeving'

Algemene ontwikkelingen

Terug naar navigatie - 5.3.1 Algemene ontwikkelingen programma 'Fysieke leefomgeving' - Algemene ontwikkelingen

Zoals reeds aangegeven is Beekdaelen niet zomaar een plek, het is ons thuis. Daarbij hoort ook dat we samen zorgdragen  voor een veilige, schone en goede openbare ruimte. Inhoudelijk én financieel zien wij ons gesteld voor enorme uitdagingen om het gewenste niveau van beheer en onderhoud vast te kunnen houden. Wij realiseren ons dat de onuitgesproken wens is dat het niveau zelfs verbeterd wordt. Externe ontwikkelingen hebben elkaar in rap tempo opgevolgd in de afgelopen jaren. Door klimaatverandering hebben we op vele plekken in onze gemeente te maken met extra uitdagingen op het gebied van water. Door strengere regelgeving moet rekening worden gehouden met de impact van stikstof op natuurgebieden bij ruimtelijke ontwikkelingen. Dit kan -in de toekomst- leiden tot vertraging of aanpassing van bouwprojecten, infrastructurele plannen en economische activiteiten. Door geopolitieke ontwikkelingen worden we geconfronteerd met schaarste van materialen en daarmee hogere prijzen. Ook de stijgende energieprijzen en personeelstekort in de bouw- en groensector dragen bij aan meer dan trendmatige verhoging van kosten. Dit alles leidt tot minder (en soms zelfs geen) inschrijvingen op opdrachten die wij als lokale overheid uitzetten. Ook zien we dat prijzen die gevraagd worden voor werken hoger zijn dan het plafondbedrag dat wij ter beschikking hebben. Dit begint steeds meer te knellen, zowel financieel als in de uitvoering.

Het gewenste kwaliteitsniveau voor het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in Beekdaelen is vastgesteld in het Integraal Beheer Openbare Ruimte (IBOR)-beleidskader 2022, dat weer verder is uitgewerkt in de IBOR-rehabilitatie in 2024. Mede op basis hiervan is een Meerjarig Infrastructuur Programma (MIP) 2024-2027 vastgesteld. Dit is een uitvoeringsprogramma, waarin vanuit het IBOR, maar ook uit andere beleidsdocumenten zoals het Water- en rioleringsprogramma 2024-2027, integrale projecten zijn opgenomen. Dit MIP kent ruim tachtig projecten. Het MIP is, zoals afgesproken met de gemeenteraad, tussentijds (ambtelijk) geëvalueerd in het voorjaar van 2025 en in het najaar 2025 voor een deel geactualiseerd. Uit deze tussentijdse evaluatie en actualisatie komen projecten naar voren waarvoor extra middelen nodig zijn. 

Leefbaarheidsfonds AWACS

Terug naar navigatie - 5.3.1 Algemene ontwikkelingen programma 'Fysieke leefomgeving' - Leefbaarheidsfonds AWACS

Het ministerie van Defensie en de gemeenten Beekdaelen en Brunssum hebben op 7 februari 2025 een bestuurlijke overeenkomst gesloten met bijbehorende "Afspraken op hoofdlijnen". Onderdeel van deze overeenkomst is dat het ministerie een bedrag van vijf miljoen euro - gelijkelijk te verdelen over beide gemeenten - ter beschikking stelt voor een leefbaarheidsfonds AWACS.

Partijen streven ernaar dat het fonds zo doelmatig mogelijk wordt beheerd. Voorgenomen uitgaven behoren in alle gevallen te passen binnen het bestedingskader zoals dat is vastgelegd in de afspraken op hoofdlijnen. Bestedingsvoorstellen worden voorgelegd aan het bestuurlijk overleg AWACS (met hierin vertegenwoordigd de betrokken partijen) die voorstellen kan goedkeuren. Om een zo gericht mogelijke besteding van de middelen te waarborgen en de beheerlast te beperken wordt het fonds niet opengesteld voor externe aanvragers (inwoners of organisaties).

Het ministerie van Defensie zal een (geoormerkt) bedrag van 2,5 miljoen aan elk van de beide gemeente beschikbaar stellen.  In het op 4 februari 2025 aangepaste raadskader AWACS heeft de raad bepaald (onder onderdeel f.)  dat  de gelden die de  gemeente ontvangt ter compensatie van overlast worden besteed aan leefbaarheid. Aan de gemeenteraden is toegezegd dat zij zullen worden betrokken bij de te maken afwegingen ten aanzien van de inzet van middelen uit het leefbaarheidsfonds. Door de wijze waarop dit met partijen is afgesproken door middel van een bestuurlijk overleg wil dit niet zeggen dat de gemeenteraad formeel zeggenschap heeft over de aanwending van het fonds.

De gemeenteraad van Beekdaelen zal (net als de gemeenteraad van Brunssum) afzonderlijk een voorziening "leefbaarheidsfonds AWACS" in moeten stellen. Het is wenselijk en noodzakelijk om dat bij de behandeling van de gemeentebegroting 2026 te doen. Daarmee wordt namelijk de formele start van het leefbaarheidsfonds per 1 januari 2026 mogelijk gemaakt. Bovendien zijn de gemeenten op deze manier voorbereid op de ontvangst van de middelen later in 2025.

Met de partijen is afgesproken dat het financiële verloop van de aanwendingen en toevoegingen wordt gepresenteerd in de jaarstukken van de gemeenten. Bij het desbetreffende programma in de jaarstukken is ruimte voor een beknopte inhoudelijk toelichting. Na vaststelling van de jaarstukken worden de bestedingen in het voorbije jaar ook besproken en verantwoord in het bestuurlijk overleg.

Daarbij zijn nog de volgende (uit)voeringafspraken gemaakt. De afweging over gewenste investering vanuit het leefbaarheidsfonds is in beginsel aan de afzonderlijke gemeenten. Voorgenomen uitgaven dienen te passen binnen het bestedingskader.  Om te voorkomen dat hier achteraf discussie over kan ontstaan leggen de gemeenten geplande bestedingen vooraf aan het ministerie van Defensie voor. Mochten er bij het ministerie twijfels bestaan over de passendheid van voorgenomen uitgaven dan treden de partijen daar nader over in overleg. Het halfjaarlijkse bestuurlijke overleg biedt gelegenheid daartoe. Het ministerie van Defensie spant zich in om afspraken over aanvullende financiering vanuit andere departementen mogelijk te maken. Na ontvangst van dergelijke aanvullende financiering kunnen de betrokken departementen rechtstreeks deelnemen aan het overleg over de bestedingen, of zich hierbij laten vertegenwoordigen door het ministerie van Defensie.

Het college overweegt om in ieder geval delen van de revitalisering/masterplan van de kern Schinveld te kunnen realiseren met een bijdrage uit het fonds. Verder zijn opties om ook de ontwikkeling van de schoolvoorziening Merkelbeek in het kader van de gebiedsontwikkeling kern Merkelbeek en de onderzoeken die er zijn met betrekking tot grens overstijgende energie met Duits buurgemeenten in het licht van een eventuele bijdrage uit dit fonds te beoordelen. Deze laatste twee "projecten" zitten echter nog in een premature fase, er is in ieder geval geen projectbegroting. Ten aanzien van de centrumontwikkeling Schinveld zijn de na te streven ontwikkelingen concreter en wordt een bijdrage uit een leefbaarheidsfonds tot nu toe steeds aangegeven met een PM-post.  

5.3.2 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd in deze begroting

Uitvoeringskosten economie

Terug naar navigatie - 5.3.2 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd in deze begroting - Uitvoeringskosten economie

Ten behoeve van het taakveld economie worden met het oog op de economische ontwikkeling van Beekdaelen diverse jaarlijks terugkerende activiteiten uitgevoerd. Het is wenselijk om hiervoor structurele middelen ter beschikking te stellen. Deze middelen zijn bestemd voor het voortzetten van de succesvolle samenwerking met Stichting Streetwise om ondernemerschap in Beekdaelen te versterken; het deelnemen aan beurzen zoals de Provada en de Expo Real en het aandacht geven aan de Dag van de Ondernemer. Dit landelijke initiatief sluit aan bij de Economische Visie 2025-2040 en het coalitieakkoord. 

Voorbereidingskosten kindcentrum Puth

Terug naar navigatie - 5.3.2 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd in deze begroting - Voorbereidingskosten kindcentrum Puth

In het onderwijshuivestingsplan onderwijs Beekdaelen staat de businesscase Puth opgenomen. In 2024 is begonnen met het locatieonderzoek voor een school met kinddiensten in Puth. Inmiddels vinden er enkele verdiepende onderzoeken plaats alvorens er een businesscase opgesteld kan worden voor de keuze van een locatie. Om de voorbereiding van deze huisvestingsopgave te kunnen bekostigen wordt, zoals in de kadernota aangekondigd, € 120.000 in de begroting opgenomen vanuit de reserve onderwijshuisvesting.

Werkkrediet ontwikkelen woningbouwlocaties

Terug naar navigatie - 5.3.2 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd in deze begroting - Werkkrediet ontwikkelen woningbouwlocaties

Wij hebben de ambitie om de woningbouwproductie te versnellen en hiermee een bijdrage te leveren aan het uitvoeren van de Woondeal. Diverse locaties zijn in beeld voor (her)ontwikkeling ten behoeve van woningbouw, zoals bijvoorbeeld de Altaarstraat Schinnen en Doenrade Zuid. Voordat deze projecten daadwerkelijk in uitvoering kunnen worden genomen, is het noodzakelijk om investeringen te doen in de voorbereidende fase, zoals haalbaarheidsstudies, stedenbouwkundige verkenningen, bodemonderzoek, participatieprocessen en ambtelijke inzet.

Wij vragen de raad in de begroting 2026  om een bedrag van € 100.000 beschikbaar te stellen aan voorbereidingskredieten. Dekking kan plaatsvinden via de reserve nog te bestemmen. De kosten van de voorbereidingsfase worden in principe bij positieve uitkomst van de planontwikkeling verrekend met de grondexploitatie of verhaald via anterieure overeenkomsten.

5.3.3 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd via een apart raadsvoorstel

Gemeenschapshuis Sweikhuizen

Terug naar navigatie - 5.3.3 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd via een apart raadsvoorstel - Gemeenschapshuis Sweikhuizen

Op 11 juni 2024 heeft de gemeenteraad besloten om een voorbereidingskrediet te voteren ten behoeve van het in procedure brengen van een omgevingsplanwijziging. Het doel is om om op een stedenbouwkundige verantwoorde wijze, passend binnen de kern Sweikhuizen,  woonfuncties te ontwikkelen in combinatie met maatschappelijke ontmoetingsruimte mogelijk te maken tpv het huidige Rector Raevenhuis.

Bij vaststelling van het omgevingsplan begin 2026 kan een verdere doorontwikkeling plaatsvinden van het plangebied met een ontmoetingsruimte. De stichtingskosten voor de ontmoetingsruimte worden geraamd op € 825.000,-.  Afhankelijk van mogelijke co- financiering kan dit bedrag worden bijgesteld. Op dit moment is nog geen budget beschikbaar voor de stichtingskosten. Voor het bouwrijp maken van het terrein is een bedrag van € 204.000,- geraamd, die nu deel uitmaken van de stichtingskosten ontwikkelaar. Mogelijk dat de gemeente zelf het terrein bouwrijp maakt, voordat het op de markt wordt gebracht. Deze kosten kunnen dan gecompenseerd worden met de residuele waarde van de grond. Uw raad kan een separaat raadsvoorstel tegenmoet zien, waarin de benodigde middelen voor de stichtingskosten mogelijk gecombineerd met het bouwrijp maken worden gevraagd.

Meerjarig onderhoudsplan culturele kunstwerken in de openbare ruimte

Terug naar navigatie - 5.3.3 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd via een apart raadsvoorstel - Meerjarig onderhoudsplan culturele kunstwerken in de openbare ruimte

Door opname in het IBOR-beleidsplan en het hieraan gekoppeld structureel budget in de programmabegroting is de instandhouding van de culturele kunst in de openbare ruimte (KIOR) vanaf 2026 geborgd (dit was oorspronkelijk 2025). Eerder is aangegeven dat structurele borging binnen de organisatie van het onderhoudsplan KIOR een nieuwe taak vergt van 0,2 fte en een structureel budget van € 18.000. Het absorberen binnen de bestaande bezetting heeft door enkele onvoorziene omstandigheden nog niet plaatsgevonden. De voorbereidingen lopen en dit zal dus vanaf 2026 ingevoerd worden. 

Meerjarig onderhoudsplan gebouwen duurzaamheid (D)MJOP)

Terug naar navigatie - 5.3.3 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd via een apart raadsvoorstel - Meerjarig onderhoudsplan gebouwen duurzaamheid (D)MJOP)

In relatie tot het MJOP wordt ook inzichtelijk gemaakt wat de kosten zijn voor de verduurzaming van ons gemeentelijk vastgoed; het zgn. DMJOP (duurzaamheidsmeerjaren onderhoudsplan). De verduurzamingsopgave komt voort uit regionale ambitie om in 2040 energieneutraal te zijn en het nationaal klimaatakkoord om in 2050 aardgasvrij te zijn.

Uitbreiding standplaatsen woonwagens

Terug naar navigatie - 5.3.3 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd via een apart raadsvoorstel - Uitbreiding standplaatsen woonwagens

Uit een globale raming (2022) is bekend, dat de kosten voor de aanleg van een nieuwe standplaats ongeveer € 80.000 kosten. Daar komen de planologische kosten nog bij. Dit betekent dat er globaal € 320.000 voor 4 standplaatsen nodig is. Op dit moment bevindt de zoektocht naar een geschikte locatie zich in de laatste fase. Wanneer deze bekend is, kan een meer precieze raming gemaakt worden van de benodigde investeringen.

Ontwikkelplan Nuth

Terug naar navigatie - 5.3.3 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd via een apart raadsvoorstel - Ontwikkelplan Nuth

Op 1 juli 2025 heeft de gemeenteraad besloten een nieuw gemeentehuis te bouwen op het Deweverplein en de omliggende openbare ruimte op te waarderen. Op 16 september 2025 heeft de gemeenteraad besloten in te stemmen met de denkrichting van het ontwikkelperspectief voor het dorpshart van Nuth. Nu wordt  de herontwikkeling van de Bavo-kerk en de opwaardering van het historisch dorpshart verder uitgewerkt en wordt het gesprek aangegaan met partners, ondernemers en omwonenden over de overige onderdelen.

De gemeente is in overleg met het kerkbestuur, stichting Bibliotheek Landgraaf-Beekdaelen en Streetwise over de herbestemming van de Bavo-kerk. Onder begeleiding van HSN Architecten werken zij aan een passende en betaalbare opwaardering en inrichting van de Bavo-kerk. Er ligt inmiddels een eerste ontwerp en een globale kostenraming. Deze worden momenteel met de betrokken partijen besproken om het ontwerp verder te verfijnen. Voor de opwaardering van het historisch dorpshart zijn meerdere varianten opgesteld. Deze worden binnenkort besproken met ondernemers en omwonenden die actief zijn in het gebied.

Voor de overige onderdelen gaat de gemeente met de gemeenschap in gesprek om samen verdere invulling te geven aan het dorpshart van Nuth. Op basis daarvan worden er ook voor deze onderdelen concrete voorstellen uitgewerkt.

Gebiedsontwikkeling Doenrade

Terug naar navigatie - 5.3.3 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd via een apart raadsvoorstel - Gebiedsontwikkeling Doenrade

De gemeente Beekdaelen werkt aan de herontwikkeling van de voormalige voetbalaccommodatie in Doenrade. In 2024 werd een eerste plan gepresenteerd waarin woningbouw centraal stond. Dit stuitte op aanzienlijke weerstand van omwonenden, met name vanwege de verkeersontsluiting via de Valderensweg en de beperkte meerwaarde voor het dorp.

Het college is gevraagd om nogmaals in het gesprek te gaan met de inwoners van Doenrade en hier is gehoor aan gegeven. Nogmaals in gesprek gaan over een ontsluiting via de showroom langs provinciale weg heeft geen meerwaarde en daarom heeft het college een alternatief plan opgesteld. In het aangepaste plan is gekozen voor een ontsluiting via de Provincialeweg  ter plaatse van de stoplichten. Hierdoor is er meer ruimte voor groen, een dorpspark en landschappelijke inpassing. Er wordt ruimte geboden aan ca. 110 woningen (mix van sociale huur, betaalbare koop en vrije sector) met een sterke nadruk op leefbaarheid en dorpsidentiteit.

Parallel aan dit traject is Aldi met het verzoek gekomen zich te vestigen op bedrijfslocatie De Uiver, tegenover de beoogde woonwijk. Het college overweegt om hier medewerking aan te verlenen onder voorwaarden. Aangezien deze ontwikkeling impact heeft de kern Doenrade is besloten om de gebiedsontwikkeling integraal te benaderen.

Voor de verdere uitwerking van dit traject wordt een voorbereidingskrediet van € 150.000 gevraagd. Dit bedrag is nodig voor o.a. het opstellen van een grondexploitatieplan, financiële onderbouwing en risicoanalyse, noodzakelijke milieu- en verkeersonderzoeken, de aanpassing van het Omgevingsplan en het voortzetten van de omgevingsdialoog.

Gebiedsontwikkeling Maatschappelijk hart Merkelbeek

Terug naar navigatie - 5.3.3 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd via een apart raadsvoorstel - Gebiedsontwikkeling Maatschappelijk hart Merkelbeek

De gemeente Beekdaelen werkt samen met schoolbestuur Movare aan de realisatie van een nieuw Integraal Kindcentrum (IKC) in de kern Merkelbeek. Hiervoor is een ontwikkelperspectief opgesteld en heeft de gemeenteraad een opstartkrediet beschikbaar gesteld.

Op dit moment werkt de gemeente het ontwikkelperspectief verder uit. Zo worden samen met Movare het ontwerp en de inrichting van het IKC nader vormgegeven. Daarnaast is de gemeente in gesprek met de schutterij over een mogelijke verplaatsing naar het maatschappelijk hart, met de imker over verplaatsing van de activiteiten binnen het maatschappelijk hart en met stichting BMV de Henkhof over de optimalisatie van de exploitatie.

Parallel hieraan loopt de ruimtelijke procedure voor de wijziging van het tijdelijk Omgevingsplan.  De ruimtelijke onderbouwing en (milieu)technische onderzoeken zijn inmiddels in voorbereiding. De verwachting is dat het ontwerp Omgevingsplan eind 2025 ter inzage wordt gelegd, waarna het begin 2026 ter besluitvorming aan de raad kan worden voorgelegd.

Binnenkort start ook de technische uitwerking. Samen met inwoners en toekomstige gebruikers wordt het ontwikkelperspectief verder geconcretiseerd. Het uitgangspunt blijft dat het nieuwe IKC na de zomervakantie van 2027 in gebruik kan worden genomen.

Mobiliteitsplan 2026-2030

Terug naar navigatie - 5.3.3 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd via een apart raadsvoorstel - Mobiliteitsplan 2026-2030

Op basis van het vastgestelde mobiliteitsplan Beekdaelen volgt in het derde kwartaal van 2025 het laatste uitvoeringsprogramma. De totaal benodigde extra middelen om dit plan uit te kunnen voeren, zijn voor de komende vier jaren € 10.700,- in 2026, oplopend naar € 71.600,- in 2029.

Op basis van het afwaarderen van wegen naar 30 en 60 km/u en de risicoscan worden onveilige locaties, wegvakken en risico’s verbeterd. Het uitvoeringsprogramma 2026-2030 is het laatste programma met grote investeringen en aanpassingen. Na 2030 zijn risicolocaties aangepakt en zijn alle wegen afgewaardeerd met een nieuwe inrichting of met verkeersmaatregelen, met uitzondering van de Keijkuilerweg. De periode na 2030 bestaat dan alleen uit kleinschalig maatwerk in de kernen.

De volgende projecten zijn voor 2026 geprioriteerd: afwaarderen Wijnandsraderweg, Kersboomkensweg, aanleg veilige wandelvoorziening Ommetje Wijnandsrade -Swier en afwaarderen van de Pastorijstraat.

De Nationale Bewegwijzeringsdienst (NBd) heeft de regie en afstemming over de landelijke bewegwijzering voor gemotoriseerd en fietsverkeer, de blauwe en rode bewegwijzeringsborden. Deze taak is vastgelegd in de Wegenverkeerswet. De gemeente Beekdaelen heeft ongeveer een tachtig objecten in eigendom en beheer en heeft achterstallig onderhoud aan deze bewegwijzeringsborden. Verder moeten een aantal borden worden gewijzigd ten gevolge van de aanleg van de buitenring. Door een dienstverleningsovereenkomst af te sluiten kan de gemeente Beekdaelen het achterstallig onderhoud oppakken en de noodzakelijke wijzigingen vanaf 2026 uitvoeren.

Het raadsvoorstel dat verband houdt met het mobiliteitsplan is geagendeerd voor de raadsvergadering van 21 oktober 2025.

Aanleg parkeerplaatsen Quabeeksweg 1 Bingelrade

Terug naar navigatie - 5.3.3 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd via een apart raadsvoorstel - Aanleg parkeerplaatsen Quabeeksweg 1 Bingelrade

Voor de raadsvergadering van 21 oktober 2025 is een raadsvoorstel geagendeerd dat gaat over de aanleg van parkeerplaatsen op de locatie Quabeeksweg 1 te Bingelrade. De parkeerdruk is op piekmomenten zodanig groot dat er behoefte is aan uitbreiding van autoparkeerplaatsen. De huidige fietsparkeerplaatsen zijn aan uitbreiding toe om bezoekers de mogelijkheid te bieden hun fiets veilig en in het zicht vanaf het terras van de Hedelfinger te kunnen stallen. Het raadsvoorstel heeft betrekking op de uitbreiding van deze twee typen parkeerplaatsen.

Intensiveren ongediertebestrijding

Terug naar navigatie - 5.3.3 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd via een apart raadsvoorstel - Intensiveren ongediertebestrijding

De gemeenteraad heeft het college verzocht om te bekijken welke rol de gemeente moet nemen bij overlast veroorzaakt door de Aziatische hoornaar. Sinds 2021 is op landelijk niveau besloten om niet meer in te zetten op uitroeiing, omdat dit niet haalbaar bleek gezien de snelle verspreiding. De provincies hebben sindsdien een rol gekregen in de beheersing en bestrijding van gevaarlijke nesten. Deze provinciale rol is inmiddels door de Provincie Limburg afgebouwd (in lijn met ontwikkelingen in andere provincies). De rol van de gemeenten moet daardoor herijkt worden. Specifiek voor Beekdaelen wordt nu bekeken in welke mate de gemeente verantwoordelijkheid kan en (financieel) wil nemen bij het verwijderen van nesten. Samenwerking met andere gemeenten wordt daarbij nadrukkelijk bekeken, net als samenwerking met relevante partijen zoals imkerijen.

Naast een raadsvoorstel inzake de Aziatische hoornaar, ziet de gemeente noodzaak om te bekijken in welke mate er een intensivering van de bestrijding van ratten moet plaatsvinden. Overlast van ratten kent verschillende oorzaken, waarbij er vaak sprake is van ongewenste situaties bij particulieren. Dit probleem kan op enkele plekken in de gemeente het particuliere domein overstijgen en daarmee leiden tot een maatschappelijk probleem. De rol van de gemeente, zowel qua mogelijkheden wat betreft de handhaving, als financieel, wordt op dit moment bekeken. Mogelijk volgt hierover een separaat raadsvoorstel.

Beperkte ondersteuning beheer parochiële kerkhoven

Terug naar navigatie - 5.3.3 Ontwikkelingen waarvan de middelen worden gevraagd via een apart raadsvoorstel - Beperkte ondersteuning beheer parochiële kerkhoven

Zoals aangegeven in paragraaf 2.3 zijn er extra middelen nodig voor het beheer en onderhoud van de gemeentelijke begraafplaatsen. Dit betreft echter een relatief klein aandeel van het aantal begraafplaatsen in Beekdaelen. De meeste begraafplaatsen zijn parochiële kerkhoven, waar dan ook de verantwoordelijk ligt voor het beheer en onderhoud hiervan. De gemeenteraad heeft het college verzocht om te bekijken of de gemeente een beperkte mate van ondersteuning bij dit beheer en onderhoud kan leveren. Een eerste verkenning met de kerkbesturen hierover heeft reeds plaatsgevonden. De uitwerking hiervan in een raadsvoorstel volgt zodra het proces is afgerond.

5.3.4 Bezuinigingsmogelijkheden

Voordelen investeringen in duurzaamheid naar gemeente

Terug naar navigatie - 5.3.4 Bezuinigingsmogelijkheden - Voordelen investeringen in duurzaamheid naar gemeente

In het DMJOP wordt een aantal duurzaamheidsmaatregelen gepland die worden toegepast op gemeentelijke gebouwen. Die investeringen leiden veelal ook tot energiebesparingen.

In 2026 zal middels het DMJOP inzichtelijk zijn welke maatregelen er aan de gemeentelijke gebouwen verricht moeten worden om te verduurzamen en welke investeringen en besparingen deze met zich meebrengen. Op het moment is met bijna alle huurders van de gemeentelijke panden contractueel afgesproken dat gas, water en licht door de huurder wordt betaald. 

Om de besparingsmaatregel door te voeren en daarmee de gas, water en licht rekening door de gemeente te laten betalen en daarna door te verrekenen aan de huurder zullen de contracten aangepast moeten worden. Dit kan door contracten open te breken of op een natuurlijk vernieuwingsmoment andere afspraken te maken. Beide opties kosten veel tijd waarbij nu onvoldoende zicht is op de mate van besparingen die we hiermee kunnen verwachten. Gelet op de stijging van de energietarieven is een winstwaarschuwing dan ook hier op zijn plaats.

Temporiseren/ rekening houden met afstoten gebouwen in het duurzaam meerjarig onderhoudsplan gebouwen (DMJOP)

Terug naar navigatie - 5.3.4 Bezuinigingsmogelijkheden - Temporiseren/ rekening houden met afstoten gebouwen in het duurzaam meerjarig onderhoudsplan gebouwen (DMJOP)

In het DMJOP zijn de duurzaamheidsmaatregelen opgenomen die de gemeente wilt gaat realiseren in haar gemeentelijke gebouwen. In het DMJOP staan ook gemeentelijke gebouwen die (op termijn) zullen worden afgestoten. 

Het DMJOP wordt momenteel voor de gemeentelijke gebouwen opgesteld die wij gaan behouden en verduurzamen.  In 2026 zal het definitieve DMJOP met financiële vraag voor verduurzaming van de gebouwen worden voorgelegd aan de raad. 

Temporiseren/ rekening houden met afstoten gebouwen: accommodaties

Terug naar navigatie - 5.3.4 Bezuinigingsmogelijkheden - Temporiseren/ rekening houden met afstoten gebouwen: accommodaties

In het onderhoudsplan zijn gebouwen opgenomen die om diverse redenen nog maar tijdelijk worden gebruikt of waarvan in het accommodatiebeleid is geconcludeerd dat deze niet behoren tot de kerntaak van de gemeente. De onderhoudskosten van die gebouwen zijn echter structureel verwerkt in de begroting. Dat betekent dat, indien de gebouwen daadwerkelijk worden afgestoten, financiële ruimte ontstaat die vrij kan vallen ten gunste van het begrotingsresultaat: de onderhoudskosten van de afgestoten gebouwen staat nog in de begroting, maar de kosten zijn er niet meer. Er is bewust voor gekozen om de financiële ruimte niet vrij te laten vallen: die ruimte kan dan worden gebuikt voor de uitvoering van het accommodatiebeleid. Hierdoor kan het college in het kader van het accommodatiebeleid snel handelen. Het college handelt immers binnen het door de raad vastgestelde financiële kader en hoeft niet telkens opnieuw naar de raad voor middelen.

Als er toch voor wordt gekozen om de ruimte te laten vrijvallen ten gunste van het begrotingsresultaat dan leidt dat tot een structureel voordeel voor de begroting van € 450.000. Het nadeel is dan dus wel dat die ruimte niet langer beschikbaar is voor de uitvoering van het accommodatiebeleid. Dat kan worden opgelost door eenmalige middelen aan de kant te zetten waarmee toch de nodige stappen in het kader van het accommodatiebeleid kunnen worden gezet. In het uitvoeringsrapport dat in het tweede deel van 2025 informatief wordt aangeboden, is er naar verwachting meer zicht op het realiteitsgehalte van deze potentiële bezuiniging.

Zoals uiteengezet in paragraaf 4.3.3 van deze begroting zouden de investeringskosten voor Park de Oirspong kunnen worden bekostigd door inzet van de bezuiniging die hier is beschreven. Het besparingspotentieel bedraagt dan geen € 450.000 per jaar meer, maar neemt af met de verwachte jaarlijkse kosten die ontstaan door de investering ad € 175.000.

5.5 Wat gaat het programma kosten?

Terug naar navigatie - 5. Programma 3 | Fysieke leefomgeving - 5.5 Wat gaat het programma kosten?
Fysieke leefomgeving (bedragen x € 1.000) 2026 2027 2028 2029
lasten per taakveld:
0.3 beheer overige gebouwen en gronden -95 -95 -96 -97
0.4 overhead -429 -427 -430 -431
2.1 verkeer en vervoer -8.138 -6.126 -6.230 -6.277
3.1 economische ontwikkeling -328 -332 -342 -348
3.2 fysieke bedrijfsinfrastructuur
3.3 bedrijvenloket en bedrijfsregelingen -65 -65 -65 -65
3.4 economische promotie -382 -383 -385 -386
5.7 openbaar groen en (openlucht) recreatie -4.065 -4.050 -3.936 -3.946
7.2 rioleringen -4.938 -5.281 -6.070 -6.704
7.3 afval -4.564 -4.891 -4.891 -4.891
7.4 milieubeheer -3.662 -1.162 -1.162 -1.160
7.5 begraafplaatsen en crematoria -243 -243 -243 -243
8.1 ruimte en leefomgeving -1.454 -1.358 -1.355 -1.364
8.2 grondexploitatie (niet-bedrijventerrein) -341 -342 -343 -344
8.3 wonen en bouwen -2.461 -2.464 -2.470 -2.461
totale lasten -31.167 -27.220 -28.018 -28.718
baten per taakveld:
0.3 beheer overige gebouwen en gronden 55 55 55 55
0.4 overhead 2 2 2 2
2.1 verkeer en vervoer 471 471 471 471
3.1 economische ontwikkeling 79 79 79 79
3.2 fysieke bedrijfsinfrastructuur
3.3 bedrijvenloket en bedrijfsregelingen
3.4 economische promotie 373 373 373 373
5.7 openbaar groen en (openlucht) recreatie 28 28 28 28
7.2 rioleringen 6.811 7.175 8.006 8.678
7.3 afval 5.949 6.277 6.276 6.276
7.4 milieubeheer 2.514 47 14 14
7.5 begraafplaatsen en crematoria 132 132 132 132
8.1 ruimte en leefomgeving
8.2 grondexploitatie (niet-bedrijventerrein)
8.3 wonen en bouwen 1.230 1.808 1.799 1.770
totale baten 17.643 16.445 17.234 17.877
Saldo van baten en lasten bestaand beleid -13.524 -10.775 -10.784 -10.841
Resultaatbestemming:
0.10 Toevoeging reserves -126 -26 -26 -26
0.10 Onttrekking reserves 3.016 814 813 808
Saldo resultaatbestemming 2.891 788 788 783
Resultaat programma -10.634 -9.987 -9.997 -10.058