(Verplichte) paragrafen

Inleiding paragrafen

Intro

Terug naar navigatie - Intro

Naast de programma’s zijn gemeenten verplicht om 7 programma-overstijgende paragrafen in de begroting op te nemen (BBV-verplichting). De informatie over deze onderwerpen is vaak versnipperd in de begroting en jaarrekening opgenomen. De paragrafen zijn eigenlijk dwarsdoorsnedes van de verschillende programma’s en taakvelden.

De onderwerpen van de paragrafen zijn belangrijk voor het inzicht in de financiële positie van de gemeente. De paragrafen zijn om verschillende redenen opgenomen:

  • Het onderwerp heeft een grote financiële impact.
  • Het onderwerp heeft een grote politieke betekenis.
  • Het onderwerp is van belang voor de uitvoering van de programma’.

Naast de verplichte 7 programma-overstijgende paragrafen is dit aangevuld met de paragraaf duurzaamheid.

Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen op hoofdlijnen. Hiermee ontstaat inzicht in de lokale lastendruk, die van belang is voor de integrale afweging tussen beleidswensen enerzijds en de daarvoor te verwerven inkomsten anderzijds. Deze paragraaf bevat tevens het beleid van de gemeente over de lokale heffingen en kwijtschelding.

Overzicht van de lokale belastingen

Terug naar navigatie - Overzicht van de lokale belastingen

De geraamde opbrengsten ozb, afvalstoffenheffing, leges en omgevingsvergunningen en secretarieleges zijn geïndexeerd met 2,4%. Daarnaast is de opbrengst rioolheffing gebaseerd op de verwachte (toekomstige) kosten inzake riolering.

In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen van de opbouw van de in de begroting geraamde lokale belastingen, heffingen en retributies. 

Overzicht lokale heffingen
(bedragen in duizenden euro's) 2023 2024 2025 2026
Ozb eigenaren woningen 6.011 6.011 6.011 6.011
Ozb eigenaren niet-woningen 1.012 1.012 1.012 1.012
Ozb gebruikers niet-woningen 750 750 750 750
Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten 4.702 4.698 4.698 4.698
Rioolrechten 5.285 5.438 5.596 5.758
Leges bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen 546 546 546 546
Secretarieleges 336 635 634 630
Aansluiting riolering 30 30 30 30
Aanleg inritten 16 16 16 16
Grondzaken 4 4 4 4
Marktgelden 4 4 4 4
Toeristenbelasting 150 150 150 150
Begrafenisrechten 119 119 119 119
Totaal 18.964 19.413 19.569 19.728

Ontwikkeling van lokale lasten

Terug naar navigatie - Ontwikkeling van lokale lasten

In onderstaande tabel worden de woonlasten van een gemiddeld huishouden in 2023 afgezet tegen de woonlasten in 2022:

2022 2023
OZB 348,92 357,29
Afvalstoffenheffing 286,28 293,43
Rioolheffing 285,42 300,00
Totale woonlasten 920,62 950,72

In het vervolg van deze paragraaf worden de ontwikkelingen van de lokale lasten toegelicht.

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen (OZB)

De onroerendezaakbelasting is een belasting die wordt geheven over, zoals de naam al zegt, onroerende zaken. Deze belasting is van de lokale heffingen de grootste inkomstenbron. Met de opbrengst uit de OZB kan de gemeente onder andere uitgaven op het gebied van veiligheid, onderhoud openbaar groen en voorzieningen bekostigen. Zo draagt de OZB bij aan het voorzieningenniveau binnen de gemeente.

Er zijn drie groepen die een aanslag OZB krijgen:

  1. Eigenaren van woningen
  2. Eigenaren van niet-woningen (bijvoorbeeld bedrijfspand)
  3. Gebruikers niet- woningen

Gebruikers van woningen (bijvoorbeeld huurders) ontvangen geen aanslag ozb.

De te betalen ozb wordt berekend als percentage van de WOZ-waarde van de woning of niet-woning. De WOZ-waarde (waardering onroerende zaken) wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. Om het tarief (percentage) van de OZB voor het komende belastingjaar te bepalen, wordt de verwachte ozb-opbrengst gedeeld door de totale WOZ-waarde van alle onroerende zaken binnen de gemeente Beekdaelen.
De raad kan ervoor kiezen om de opbrengst te verhogen (naast de inflatiecorrectie). Voor 2023 wordt voorgesteld om de opbrengst alleen voor de inflatie te corrigeren en verder geen verhoging toe te passen.
Voor 2023 is het inflatiepercentage 2,4%.

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor de inzameling van het afval van huishoudens. Hiervoor worden kosten gemaakt. Voor de opbrengst uit de afvalstoffenheffing geldt dat deze niet meer dan
kostendekkend mag zijn; de gemeente mag dus niet meer in rekening brengen dan de kosten die zij voor het inzamelen van afval maakt.
De dienstverlening met betrekking tot afvalinzameling wordt uitgevoerd door de combinatie van de GR Rd4 en de NV RWM.
Ook in 2023 stijgen de kosten van afvalinzameling. Deze stijging kenmerkt zich door meer dienstverlening. Voorbeelden hiervan zijn: de exploitatie van het milieupark in Schinnen, inflatie en cao-indexeringen. Voorgesteld wordt de tarieven uitsluitend te verhogen voor inflatiecorrectie, zijnde 2,4% 

Tarieven 2023 

Belastingsoort tarief 2023
Vastrecht 232,20
Diftar aanbieden container restafval 140 lt 6,45
Diftar aanbieden container restafval 240 lt 8,75
Diftar aanbieden container gft-afval 140 lt -
Diftar aanbieden container gft-afval 240 lt -

Onderstaande tabel geeft inzicht in de kostendekkendheid van afval:

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing begroting 2023
Kosten taakvelden:
2.1 Verkeer en vervoer -98.084
6.3 Inkomensregelingen -152.998
7.3 Afval -4.076.541
Inkomsten taakveld(en), excl heffingen 233.556
Netto kosten taakvelden -4.094.067
Toe te rekenen kosten:
Overhead -305.620
BTW -706.808
Totale lasten -5.106.495
Opbrengst heffingen 4.702.452
Dekkingspercentage 92,1%

Uit bovenstaande tabel valt af te lezen dat het dekkingspercentage slechts 92,1% is. Dit wordt met name veroorzaakt doordat ten opzichte van vorig jaar hogere personele lasten en overheadkosten zijn toegerekend aan afval. Deze kosten zijn niet verdisconteerd in de heffing aangezien inwoners in deze tijd toch al worden geconfronteerd met hoge kosten als gevolg van de energiecrisis en door de enorme stijging van de bouwkosten. 

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

De gemeente heeft bij wet een zorgplicht voor drie beleidsvelden op het gebied van water. Doel van de rioolheffing is om geld vrij te maken voor onder meer:

  • de afvoer van afvalwater;
  • de afvoer van regenwater (ook wel hemelwater genoemd);
  • het kwaliteitsbeheer van grondwater.

De rioolheffing is een bestemmingsheffing. Dit betekent dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de
kosten. Elke gemeente is verplicht een Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) vast te stellen. Het
VGRP geeft inzicht in de kosten en de baten voor de instandhouding van het gemeentelijk rioolstelsel en is
de basis voor de berekening van het tarief rioolheffing.

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel (€ 173,20) verhoogd met een bedrag geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. Voor het bedrag per m3 afgevoerd water geldt onderstaande staffeling:

Van 1 m3 tot en met 300m3 € 126,80
Van 301 m3 tot en met 3.000 m3 € 126,80 basistarief, vermeerderd met € 114,12 per eenheid van 300m3, waarmee de hoeveelheid van 300m3 wordt overschreden
Van 3.001 m3 tot en met 6.000 m3 € 1,153,86 basistarief, vermeerderd met € 88,76 per eenheid van 300m3, waarmee de hoeveelheid van 3.000m3 wordt overschreden
Boven de 6.000 m3 € 2.041,45 basistarief, vermeerderd met € 63,40 per eenheid van 300m3, waarmee de hoeveelheid van 6.000m3 wordt overschreden


Voor een huishouden/bedrijf met een waterverbruik tot en met 300m3 wordt de aanslag € 300,00 (vastrecht € 173,20 en op basis van waterverbruik € 126,80).

De tarieven zijn ten opzichte van 2022 verhoogd met een jaarlijkse stijging van 2,9% om op termijn te komen tot een kostendekkend tarief en geïndexeerd voor inflatiecorrectie met 2,4%.  Omdat het vast bedrag per perceel een maandheffing is, heeft er tenslotte afronding (€ 0,55 naar beneden) van het tarief plaatsgevonden tot een door 12 deelbaar getal.

Tarieven rioolheffing 2022 en 2023

  2022 2023
Vast bedrag € 165,00 € 173,20
Bij waterverbruik tot 300 m3 vermeerderd met € 120,42 € 126,80
Bij waterverbruik van 300 m3 tot 3.000 m3 vermeerderd met
+ per eenheid van 300 m3 waarmee de hoeveelheid van 300
m3 overschreden wordt

€ 120,42

€ 108,37

€ 126,80

€ 114,12

Bij waterverbruik van 3.000 m3 tot 6.000 m3 vermeerderd
met + per eenheid van 300 m3 waarmee de hoeveelheid van
3.000 m3 overschreden wordt

€ 1.095,79

€ 84,29

€ 1.153,86

€ 88,76

Bij waterverbruik van meer dan 6.000 m3 vermeerderd met
+ per eenheid van 300 m3 waarmee de hoeveelheid van
3.000 m3 overschreden wordt

€ 1.938,70

€ 60,21

€ 2.041,45

€ 63,40

In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de mate van kostendekkendheid rioolheffing:

 

Kostendekkendheid rioolheffing begroting 2023
Kosten taakvelden:
2.1 Verkeer en vervoer -163.474
6.3 Inkomensregelingen -174.658
7.2 Rioleringen -4.356.769
Inkomsten taakveld(en), excl heffingen 506.674
Netto kosten taakvelden -4.188.226
Toe te rekenen kosten:
Overhead -718.921
BTW -377.624
Totale lasten -5.284.771
Opbrengst heffingen 5.284.771
Dekkingspercentage 100,0%

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

De tarieven toeristenbelasting zijn verhoogd met 2,4% inflatiecorrectie (naar boven afgerond) . Onderstaande tabel geeft het verloop van het tarief in de jaren 2020 t/m 2023 weer:

Soort 2020 2021 2022 2023
Campings: per persoon/per overnachting € 0,75 € 0,75 € 0,80 € 0,85
Overige accommodaties: per persoon/per overnachting € 1,20 € 1,30 € 1,35 € 1,40

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een groot aantal taken. Een deel van deze taken wordt in de vorm van een dienst door bewoners of bedrijven individueel afgenomen. Om gemeenten tegemoet te komen in de kosten die zijn gerelateerd aan deze taken, betalen afnemers van deze gemeentelijke diensten leges. Wie de leges betalen, is afhankelijk van het type dienst dat wordt afgenomen. In veel voorkomende gevallen zijn het inwoners die betalen voor een paspoort, een rijbewijs of een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie. Het kunnen echter ook projectontwikkelaars zijn die een aanvraag indienen voor een omgevingsvergunning.

De tarieven voor de diverse diensten zijn opgenomen in de legesverordening, welke jaarlijks door de raad wordt vastgesteld. Om de diensten van de gemeente en de bijbehorende tarieven inzichtelijk weer te geven, is de tarieventabel bij de legesverordening ingedeeld in 3 titels, die weer verder zijn onderverdeeld in hoofdstukken.

Het totaal van de opbrengsten uit de leges mag niet meer dan 100% kostendekkend zijn. Het is wel mogelijk dat een opbrengst voor een dienst hoger is dan de kosten voor deze dienst, maar dat deze opbrengst een verlies op een andere dienst compenseert (waar dus de opbrengst lager is dan de kosten voor de dienst). Dit wordt kruissubsidiëring genoemd. Kruissubsidiering tussen de diverse hoofdstukken binnen één titel is toegestaan. Tussen de drie titels is dit ongewenst.

In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de mate van kostendekkendheid leges:

Kostendekkendheid leges begroting 2023 kosten opbrengsten kostendekking
titel 1 Algemene dienstverlening
Burgerlijke stand 76.864 33.492 43,57%
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart 156.255 70.514 45,13%
Rijbewijzen 190.986 130.194 68,17%
Verstrekkingen uit de basisregistratie personen 14.143 11.699 82,72%
Overige publiekszaken 16.584 13.443 81,06%
Kansspelen 2.418 1.638 67,74%
Telecommunicatie 21.083 35.339 167,62%
Verkeer en vervoer 58.671 19.575 33,36%
Diversen 5.932 8.724 147,07%
totaal titel 1 542.936 324.618 59,79%
Titel 2 Fysieke leefomgeving / omgevingsvergunning
Vooroverleg/beoordeling conceptaanvraag 90.952 37.681 41,43%
Omgevingsvergunning 681.570 503.654 73,90%
Vermindering 0 -9.382 nvt
Teruggaaf 11.849 13.316 112,38%
In deze titel niet benoemde beschikking 796 599 75,25%
totaal titel 2 785.167 545.868 69,52%
Titel 3 Europese dienstenrichtlijn
Horeca 22.949 11.228 48,93%
Winkeltijdenwet 662 147 22,21%
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 847 315 37,19%
totaal titel 3 24.458 11.690 47,80%
totaal kostendekkendheid 1.352.561 882.176 65,22%

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

Burgers die niet in staat zijn de gemeentelijke belastingen te betalen, kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding. De gemeenteraad bepaalt voor welke belastingen kwijtschelding mogelijk is en de voorwaarden waaronder kwijtschelding plaatsvindt. De gemeenteraad is hierbij gebonden aan wettelijk voorgeschreven regels. Op enkele onderdelen kan de raad afwijken van de landelijke regels, tm belastingjaar 2022 kon de raad bepalen: 

  1. voor welke gemeentelijke belastingen kwijtschelding wordt verleend;
  2. of daar geheel of gedeeltelijk kwijtschelding voor wordt verleend;
  3. gedeeltelijke kwijtschelding houdt in dat slechts een deel voor kwijtschelding in aanmerking komt (bijvoorbeeld 50% van de aanslag).
  4. welke kwijtscheldingsnorm wordt toegepast.

Op 17 september jl. is de regeling kwijtschelding belastingen medeoverheden in werking getreden. Nieuw in deze regeling is dat de raad bovendien kan bepalen dat het bedrag dat meetelt bij de berekening van het vermogen, wordt verhoogd. Het gaat hierbij om een algemene verhoging van de vermogensnorm dus niet alleen voor AOW-gerechtigden en blijvend arbeidsongeschikten zoals eerder aangekondigd. De verhoging bedraagt maximaal € 2.000 bovenop de reguliere vermogensnorm en is afhankelijk van de leefsituatie van de belastingplichtige.  Voor alleenstaanden bedraagt de maximale verhoging 75% van € 2.000 en voor alleenstaande ouders 90% van dat bedrag. De raad wordt voorgesteld om de maximaal toegestane verhoging van de vermogensnorm op te nemen in de verordening kwijtschelding 2023.   

 

Beekdaelen
Rioolheffing 100%
Afvalstoffenheffing (vast bedrag per perceel) 100%
Afvalstoffenheffing (diftar) Max. € 56 per jaar

Bij het vaststellen van het recht op kwijtschelding worden de kosten van levensonderhoud op 100% van de bijstandsnorm gesteld.

Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - Lijkbezorgingsrechten

Voor het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen en de tarieven lijkbezorgingsrechten geldt sinds 2021 de geharmoniseerde verordening en tarieventabel.
De tarieven 2023 zijn ten opzichte van 2022 verhoogd met 2,4% inflatiecorrectie.

Weerstandsvermogen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het weerstandsvermogen geeft antwoord op de vraag in hoeverre een gemeente in staat is om nog niet afgedekte risico’s op te vangen door het vormen van een risicobuffer (weerstandscapaciteit). 

Om een goede inschatting te kunnen maken van het weerstandsvermogen is het van belang dat een vorm van risicomanagement wordt toegepast. Risicomanagement betekent dat risico’s die spelen in de organisatie continu en systematisch worden doorlopen met als doel een balans te vinden tussen het nemen en het beheersen van risico’s. In het eerste jaar na de fusie is de gemeente gestart met risicomanagement. Het beleid is vastgesteld en vormt de basis voor de paragraaf weerstandsvermogen in de begroting en het jaarverslag.  De gemeente gaat in 2023 aan de slag met een volledig nieuwe risico inventarisatie. De uitkomsten van die inventarisatie alsmede de nieuwe nota risicomanagement kan de raad in 2023 tegemoet zien.

Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn op te vangen c.q. de risico´s in financiële zin af te dekken. Het betreft kosten die onvoorzien, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. 

In het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) is niet voorgeschreven welke bestanddelen behoren tot de weerstandscapaciteit. De gemeente Beekdaelen hanteert de volgende bestanddelen:

Nr Bestanddeel Incidentele weerstandscapaciteit Structurele  weerstandscapaciteit
1. Algemene reserve € 3.500.000 0
2. Stille reserves pm 0
3. Begrotingsruimte 2023 0 € 323.600
4. Onvoorzien 0 € 50.000
5. Onbenutte belastingcapaciteit 0 € 850.000
  Totaal € 3.500.000 €1.223.600

In de tabel maken wij onderscheid in een structurele en een incidentele component van de weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit betreft het vermogen van de gemeente om onverwachte tegenvallers in de begroting op te vangen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de voortzetting van gemeentelijke taken. De incidentele weerstandscapaciteit is de ruimte die de gemeente heeft om onverwachte eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat deze invloed hebben op de voortzetting van gemeentelijke taken. 

1.    Algemene reserve
De algemene reserve is het deel van de reserves waar geen claim op ligt. De omvang van die algemene reserve bedraagt voor de gemeente Beekdaelen € 3,5 miljoen. Daarnaast beschikt de gemeente nog over een ‘reserve nog te bestemmen’. Die reserve wordt door de gemeente niet gerekend tot het weerstandsvermogen. Toch is ook die reserve ‘claimvrij’. Het bedrag in die reserve bedraagt € 7,98 miljoen euro. 

2.    Stille reserves
Als activa onder de opbrengstwaarde of niet zijn gewaardeerd is sprake van een stille reserve. Voor de bepaling van de weerstandscapaciteit is van belang dat de activa waarin een stille reserve besloten ligt direct verkoopbaar zijn. Niet direct verkoopbare activa blijven voor de berekening van de weerstandscapaciteit buiten beeld. Bij verkoop ontstaan winsten die eenmalig vrij inzetbaar zijn. Gemeenten kennen twee soorten stille reserves. Dit zijn stille reserves in financiële vaste activa (deelnemingen, aandelen) en stille reserves in de materiële vaste activa (bijv. gronden niet ingebracht in de grondexploitatie, panden etc.). 

3.    Begrotingsruimte
Als de begroting en meerjarenraming sluiten met een positief saldo, is sprake van begrotingsruimte. Die structurele begrotingsruimte fluctueert jaarlijks. De begrotingsruimte bedraagt in het laatste jaar van het meerjarig perspectief afgerond € 59.600. Dat is tevens het bedrag dat kan worden toegerekend aan de structurele weerstandscapaciteit.

4.    De post onvoorziene uitgaven              
Het totaalbedrag van de post onvoorzien bedraagt € 50.000 en is naar rato van de lasten verdeeld over de verschillende programma´s. Gezien de geringe omvang van het bedrag draagt deze post niet substantieel bij aan de weerstandscapaciteit.

5.    Onbenutte belastingcapaciteit
Hieronder wordt verstaan de mogelijkheid die de gemeente heeft om de belastingen te verhogen. Bij tarieven waar kostendekking een rol speelt is van onbenutte belastingcapaciteit sprake voor zover nog geen volledige kostendekking wordt gerealiseerd. Aan de hoogte van de overige tarieven is theoretisch geen bovengrens gesteld. De gemeente kan deze echter niet tot in het oneindige verhogen. Bij deze heffingen zal de raad zelf een grens moeten aangeven. De gemeente beschikt, ten tijde van het opstellen van deze begroting, nog niet over de WOZ- waarden per 1 januari 2022. Die WOZ- waarden gelden als basis voor de berekening van de tarieven ozb. Om die reden kan de actuele onbenutte belastingcapaciteit voor het jaar 2023 niet worden berekend. De vermelde onbenutte belastingcapaciteit is gebaseerd de berekeningen die voor de begroting 2022 hebben plaatsgevonden.

 

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Risico’s
In deze paragraaf worden de geïnventariseerde risico’s beschreven. Het betreft risico’s die als meest belangrijk worden ervaren. Van ieder risico is becijferd welk bedrag voor dat risico moet worden toegevoegd aan de weerstandscapaciteit.  Dat bedrag wordt berekend aan de hand van de formule kans * impact. Onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de betreffende risico’s:

  
 

Risico Risicobeschrijving WAS WORDT MUTATIE Formule Toelichting
bedragen in € (risico * kans)*1 = (incidenteel)
(risico * kans)*3 = (structureel)
1 Procedures/claims Het risico dat de gemeente met (gerechtelijke) procedures en claims wordt geconfronteerd, neemt met name door algemene economische en maatschappelijke ontwikkelingen toe. 90.000 90.000 - (60.000*50%)*3 Wij schatten in dat de kans of de impact niet wezenlijk afwijken ten opzichte van de inschatting die is gegeven in de begroting 2022.
2 Laagconjunctuur en renteontwikkeling Een daling van de conjunctuur brengt risico's mee voor Beekdaelen, doordat onder meer de bedrijvigheid afneemt, werkloosheid stijgt met als gevolg daling van inkomsten voor de gemeente dalen en grotere (financiële) druk, waardoor de gemeentelijke doelstellingen onvoldoende worden gerealiseerd. Ook speelt het risico op een stijging van de rente bij het afsluiten van leningen. 240.000 240.000 - (160.000*50%)*3 In de begroting wordt uitgegaan van het aantrekken van geldleningen. Een procentuele stijging van 1% leidt tot een stijging van de jaarlijkse lasten met 160 duizend euro. Wij schatten de kans dat dit zich voordoet op 50%.
3 Omgevingswet De omgevingswet bundelt en moderniseert in één wet alle wetten voor de leefomgeving. Bij het voorbereiden op deze omgevingswet worden diverse risico’s gezien. De Gemeente Beekdaelen dient rekening te houden met onder meer de risico’s op het vlak van het proces, aanwezige kennis en kunde en aansluiting digitale stelsel. 102.500 102.500 - Het betreft een samenstelling van diverse risico’s met diverse formules. Het risico is een samenvoeging van diverse risico’s die veelal verband houden met ICT- aangelegenheden (zoals opzeggen contracten huidige leverancier software en het stopzetten van het beheer van de huidige applicatie door SGIV (samenwerking gemeentelijke informatievoorzieningen))
4 Open einderegelingen Op het gebied van de sociale zekerheid zoals bijstandsuitkeringen, bijzondere bijstand en uitkeringen als gevolg van de Wet maatschappelijke ondersteuning en Jeugdzorg loopt de gemeente Beekdaelen het risico dat in verband met de open einderegelingen de ontvangen rijksbijdragen onvoldoende zijn. Indien tekorten ontstaan zal de gemeente uit eigen middelen moeten bijpassen. Tevens toepasbaar op andere domeinen. 567.000 567.000 - (378.000*50%)*3 Het totale bedrag dat is gemoeid met de open einderegelingen bedraagt ruim 25 miljoen euro. Indien de regelingen, bovenop de reguliere index, voor de helft stijgen met 3% is daar een bedrag mee gemoeid van 378 duizend euro. Wij achten de kans dat zich dat voordoet 50%.
5 Gegevensbescherming Het risico dat de gemeente Beekdaelen de regels voor gegevensbescherming overtreedt. In dit geval kan de Autoriteit Persoonsgegevens de gemeente een last onder dwangsom opleggen. Of het risico op het verlies van gegevens, uitval van ICT, of het door onbevoegden kennisnemen of manipuleren van bepaalde informatie, welke ernstige gevolgen kan hebben voor de bedrijfsvoering, maar ook kan leiden tot imagoschade. 360.000 360.000 - (3.600.000*10%)*1 De omvang van de dwangsom die door de Autoriteit Persoonsgegevens aan gemeenten maximaal wordt opgelegd bedraagt 4% van de jaaromzet. Voor Beekdaelen betekent dat een bedrag van € 3,6 miljoen euro. De kans dat het zich voordoet is relatief klein (10%).
6 WMO Het risico op een financieel nadeel voor de gemeente met betrekking tot de eigen bijdrage. 22.500 22.500 - (15.000*50%)*1 Het totale bedrag aan geraamde eigen bijdrage is 300 duizend euro. De kans dat die eigen bijdrage 5% lager wordt dan geraamd schatten wij in op 50%.
7 Aanpassingsvermogen De vorming van de nieuwe organisatie vereist aanpassingsvermogen en veranderbereidheid. Indien deze onvoldoende aanwezig zijn loopt de gemeente risico dat doelstellingen onvoldoende worden behaald. Een logisch gevolg van de recente fusie is dat processen en systemen nog onvoldoende zijn ingericht, wat risico's kan opleveren voor de gemeente. 280.000 280.000 - (2.800.000*10%)*1 De eenmalige kosten die worden gevraagd in het ontwikkelplan bedragen 2,8 miljoen euro. We schatten de kans 10% dat het bedrag wordt overschreden.
8 Inkoop en aanbesteding Het risico dat de gemeente Beekdaelen loopt op inkoop- en aanbestedingstrajecten, omdat vereiste kennis en vaardigheid op dit vlak noodzakelijk is. 100.000 100.000 - (1.000.000*10%)*1 Als de gemeente schadeclaims dient te betalen dan gaat het om grote bedragen. We schatten de impact op 1 miljoen euro. De kans is relatief klein dat een dergelijke claim dient te worden betaald. Het risico schatten wij in op 10%.
9 Burgers Het risico dat burgers zich onvoldoende gekend en minder dichtbij voelen met de gemeente en er minder aandacht is voor de burger. pm pm - n.v.t Dit risico is slechts beperkt materieel. Het betreft vooral een imagorisico.
10 Informatievoorziening Niet beschikbaar zijn en/of onvoldoende effectief gebruik van bestuurs/managementinformatie, waardoor sturing op doelstellingen wordt belemmerd (van bestuurlijk tot operationeel niveau). 90.000 90.000 - (100.000*30%)*3 We schatten in dat met het betreffende risico een bedrag is gemoeid van jaarlijks 100 duizend euro. De kans dat het zich voordoet schatten wij op 30%.
11 Vergrijzing medewerkersbestand/ arbeidsmarktkrapte Het risico op onvoldoende capaciteit (kennis en omvang) in huis voor uitvoering van de taken over 5 tot 6 jaar als gevolg van de vergrijzing van het medewerkersbestand, mede in relatie tot de arbeidsmarktkrapte. 77.000 77.000 - (111.000*70%)*3 Wij schatten in dat de kans of de impact niet wezenlijk afwijken ten opzichte van de inschatting die is gegeven in de begroting 2022.
12 Verbonden partijen Het risico dat participatie in verbonden partijen niet alleen voordelen oplevert, maar ook financiële en bestuurlijke risico’s en onvoldoende grip op verbonden partijen. 166.485 166.485 - (332.970*50%)*1 De totale gemeentelijke bijdrage aan verbonden partijen bedraagt 22,2 miljoen euro. Wij schatten de kans 50% dat die bijdragen bij de helft van de verbonden partijen 3% hoger uitvalt.
13 Desintegratie Het risico dat een beëindiging van samenwerking met een aantal gemeenschappelijke regelingen leidt tot desintegratiekosten. - - - n.v.t Naar verwachting hoeven geen desintegratiekosten meer te worden voldaan. Daarmee komt het risico te vervallen.
14 Klimaat Het risico op een toename in diverse kosten ten gevolge van de klimaat crisis die niet inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Bijvoorbeeld: droogtegevoelige gebieden wat leidt tot schade aan wegen, stikstofcrisis, PFAS, CO2 uitstoot. pm pm - n.v.t Zoals het risico al beschrijft zijn deze kosten niet inzichtelijk te maken.
15 Illegale dumpingen Het risico en de daarbij behorende (opruim- en sanerings-) kosten van illegaal gedumpte partijen drugs- en asbesthoudend afval. 60.750 60.750 - (22.500*90%)*3 De afgelopen jaren is sprake van een stijging van de kosten wegens afvaldumpingen. Het gemiddelde bedrag over de afgelopen jaren bedraagt 40,9 duizend euro. Wegens de stijgende tendens wordt het bedrag van de impact ingeschat op 50,0 duizend euro. In de begroting is 27,5 duizend euro geraamd waardoor nog een bedrag van 22,5 duizend euro als risico resteert. We schatten in dat de kans op dit structurele risico 90% bedraagt.
16 Ondermijning Aanpak op ondermijning kan risico's opleveren doordat dit leidt tot hogere kosten. pm pm - n.v.t Dit risico kan niet worden gekwantificeerd.
17 Effecten Covid-19 pandemie Hoewel in de begroting rekening is gehouden met financiële effecten van de Covid-19 pandemie en het rijk gemeente compenseert voor uitgaven kan niet worden uitgesloten dat de middelen niet toereikend zijn. 40.000 40.000 - (200.000*20%)*1 Gezien het feit dat de gemeente een reserve heeft gevormd ten behoeve van de gevolgen van covid daalt het risico.
18 Taakstellingen Het risico dat taakstellingen die in de begroting zijn opgenomen niet of niet helemaal worden gerealiseerd. 318.000 138.000 180.000 (230.000*20%)*3 In de begroting is voor een bedrag van 230 duizend euro aan taakstellingen opgenomen. Uitgaande van een kans van 20% dat die taakstellingen niet worden ingevuld bedraagt het bedrag van het risico 318 duizend euro.
19 Prijsstijgingen Het risico dat de hoge indexeringen bij structurele infrastructurele werken aanhouden en werken hoger worden aanbesteed. 588.600 941.760 -353.160 (((2.180.000*20%)*80%)*90%)*3 Zoals aangegeven in het ibor is voor het onderhoud van wegen een bedrag nodig van 2.180.000 euro per jaar. Uitgaande van een kans van 90% dat de hoge index van 20% zich structureel voordoet en uitgaand van een tegemnoetkoming van het rijk van 20% bedraagt het risico 1.177.200 euro. Het betreft het indicatieve bedrag dat bovenop de compensatie van het rijk.
Het risico dat de in de eerste burap 2022 gevormde buffer voor de prijsstijging van eenmalige infrastructurele werken (projecten) niet toereikend is. 400.000 200.000 200.000 ((20.000.000*20%)*10%)*1 Het restant op de kredieten voor infrastructurele projecten bedraagt, exclusief rioleringen, 20,0 miljoen euro. De indexering op rioleringen is geen risico aangezien die hogere kosten worden gecompenseerd door een hogere inflatie op de rioolheffing. In de eerste burap 2022 is een buffer gevormd voor de meerkosten van 4 miljoen euro. We schatten de kans 10% dat de gevormde buffer niet toereikend is.
20 Energiekosten Het risico dat het bedrag dat nu als eenmalig hogere energiekosten is opgenomen structureel doorzet. - 420.000 -420.000 ((2.000.000*10%)*70%)*3 De eenmalige meerkosten agv de stijging van de energiekosten bedraagt 2 miljoen euro. We achten de kans 70% dat deze kosten voor 10% structureel doorwerken.
TOTAAL 3.502.835 3.895.995 -393.160

In de tabel is voor een aantal risico’s becijferd welk bedrag in de weerstandscapaciteit moet worden gestort om het risico te ondervangen. Daartoe is gebruik gemaakt van de formule ‘kans * omvang’. Hierna vindt een korte toelichting plaats op de begrippen kans en omvang.

Kans

Voor de beoordeling van de kans van optreden van het risico worden 5 klassen gebruikt. Het referentiebeeld dat erbij genoemd staat kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het bepalen van de kans. Aan deze referentiebeelden zijn kanspercentages gekoppeld. Bijvoorbeeld als een risico zich eenmaal in de tien jaar voordoet is de kans op optreden 10%. Hetzelfde geldt als een risico zich eenmaal per jaar kan voordoen, dan wordt de kans vastgesteld op 90% (bij 100% is het immers geen risico meer).

 

Klasse Referentiebeelden Kwantitatief
1 < of 1 keer per 10 jaar 10%
2 1 keer per 5-10 jaar 30%
3 1 keer per 2-5 jaar 50%
4 1 keer per 1-2 jaar 70%
5   1 keer per jaar of >  90%

 

Risicomanagement

Terug naar navigatie - Risicomanagement

Naar de huidige inzichten is de beschikbare weerstandscapaciteit in de begroting niet toereikend om de risico’s te kunnen opvangen. Op basis van berekeningen die hebben plaatsgevonden bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit afgerond € 3.900.000. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt afgerond € 3.500.000. De weerstandsratio (die wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit) bedraagt daarmee minder dan 1,0. 

In de nota weerstandsvermogen en risicomanagement is, voor wat betreft de weerstandsratio, als beleidsuitgangspunt vermeld dat het weerstandsvermogen in ieder geval een ratio dient te hebben tussen 1,0 en 1,4 (oordeel ‘voldoende’). De ratio bedraagt op dit moment € 3.500.000/ € 3.900.000 = 0,9. Dit betekent dat de huidige weerstandscapaciteit dient te worden aangevuld. Er dient een bedrag van € 393.160 te worden bijgestort vanuit de reserve nog te bestemmen. 

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Geprognosticeerde balans per 1 januari 2023 ( bedragen x € 1.000)

ACTIVA 2023 2024 2025 2026 PASSIVA 2023 2024 2025 2026
VASTE ACTIVA VASTE PASSIVA
Immateriële vaste activa 938 898 858 818 Eigen vermogen 66.822 65.532 64.568 62.143
Begrote resultaat 493 987 2.221 324
Materiële vaste activa 90.542 87.774 85.170 80.601
Totaal eigen vermogen 67.315 66.519 66.789 62.467
Financiele vaste activa 7.039 6.695 6.530 6.010 Vreemd vermogen
Voorzieningen 15.979 15.777 15.142 15.758
Lange vreemd vermogen 20.067 17.744 15.697 13.798
Totaal vaste activa 98.520 95.368 92.558 87.428 Totaal vaste passiva 36.046 33.521 30.839 29.556
VLOTTENDE ACTIVA VLOTTENDE PASSIVA
Voorraden 2.542 2.545 2.542 2.542
Uitzettingen < 1jaar 8.858 8.823 8.903 8.808 Korte schulden 6.886 6.921 6.841 6.936
Liquide middelen 1.267 1.232 1.312 1.217 Overlopende passiva 7.127 7.158 7.078 7.173
Overlopende activa 6.187 6.152 6.232 6.137
Totaal vlottende activa 18.854 18.752 18.989 18.704 Totaal vlottende passiva 14.013 14.079 13.919 14.109
Totaal activa 117.374 114.119 111.547 106.132 Totaal passiva 117.374 114.119 111.547 106.132

Bij de vernieuwing van het BBV is, op basis van advies van de commissie Depla, voorgeschreven dat er in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen in de begroting. Het betreft de volgende kengetallen:

1A Netto schuldquote
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
2 Solvabiliteitsratio
3 Grondexploitatie
4 Structurele exploitatieruimte
5 Belastingcapaciteit

In de onderstaande tabel zijn de ratio’s gepresenteerd voor de jaren 2023 tot en met 2026. Vervolgens worden deze nader toegelicht.

Omschrijving rekening 2021 begroting 2023 mrj 2024 mrj 2025 mrj 2026
1A Netto schuldquote 1,45% 11,29% 9,25% 7,17% 6,32%
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor vertrekte geldleningen 3,23% 4,73% 3,07% 1,11% 0,54%
2 Solvabilileitsratio 64,55% 57,35% 58,29% 59,88% 58,86%
3 Structurele exploitatieruimte 5,50% 3,13% 3,94% 4,11% 2,61%
4 Grondexploitatie 2,72% 0,08% 0,08% 0,08% 0,09%
5 Belastingcapaciteit 111,52% 105,17% 105,17% 105,17% 105,17%

1A Netto schuldquote
Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. 

1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te krijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote weergegeven (netto schuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. 

2 Solvabiliteitsratio 
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. 

3 Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten in de begroting.

4 Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting OZB. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. 

5 Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Met belastingcapaciteit wordt bedoeld de woonlasten van een meerpersoonshuishouden in het begrotingsjaar ten opzichte van het landelijk gemiddelde in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar uitgedrukt in een percentage. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in de gemeente.
Op basis van de cijfers van Coelo bedraagt het landelijk gemiddelde van de woonlasten in Nederland in 2022 € 904. De cijfers over 2023 zijn nog niet bekend.
Uitgedrukt in een percentage ten opzichte van 2022 is dit 105,17 %.
Dit betekent dat de woonlastendruk in de gemeente Beekdaelen ruim 5 % hoger zijn ten opzichte van het landelijk gemiddelde 2022.

Beoordeling onderlinge verhouding tussen de kengetallen

Het is niet mogelijk een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van een gemeente. Daarom dienen ze te worden voorzien van een adequate toelichting. De waarden van de kengetallen kunnen worden ingedeeld in drie categorieën: categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest, en categorie B is neutraal.

Op basis van onderstaand overzicht en op basis van het weerstandsvermogen kan worden geconcludeerd dat de gemeente Beekdaelen een stabiele financiële positie heeft. Er bevinden zich 5 onderdelen in de categorie A (minst risicovol) en 1 onderdeel in de categorie C (risicovol). Voor het weerstandsvermogen geldt de status uitstekend.

 

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C Gemeente Beekdaelen
1A Netto Schuldquote <90% 90-130% >130% 11,29% A
1B Netto Schuldquote gecorrigeerd <90% 90-130% >130% 4,73% A
2 Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20% 57,35% A
3 Structurele exploitatieruimte begroting >0% 0 <0% 3,13% A
4 Grondexploitatie <20% 20-35% >35% 0,08% A
5 Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105% 105,17% C

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Een groot deel van het gemeentelijk vermogen is geïnvesteerd in kapitaalgoederen. Onderhoud en beheer van deze kapitaalgoederen zijn van belang om kapitaalvernietiging te voorkomen en de veiligheid te waarborgen. Daarom gaan we uit van risico gestuurd assetmanagement. Waarbij onze focus ligt op  cyclisch en curatief onderhoud. Daar waar mogelijk nemen we steeds vaker preventieve conserverende maatregelen om de toekomstige beheerkosten te beperken.

Met het beheer en onderhoud van onze wegen, bruggen, riolering, openbaar groen, openbare verlichting en gemeentelijke gebouwen is een grote inzet van middelen gemoeid. De lasten van deze kapitaalgoederen zijn onderdeel van de diverse programma’s. Deze paragraaf geeft een integraal inzicht in de kaders, ontwikkelingen, onderhoud en kosten over de programma’s heen. 

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

In 2023 wordt in de gemeente Beekdaelen de volgende stap gezet in het verder professionaliseren en optimaliseren van alle beheerplannen. Het in 2022 vastgestelde IBOR plan is hiervoor een belangrijke basis.

Het integraal meer jaren onderhoudsplan voor gebouwen heeft een looptijd van 2020 t/m 2029 en is in 2022 conform planning en naar tevredenheid uitgevoerd. Dit onderhoudsprogramma voorziet in een planning van het technische en preventieve onderhoud plus de vertaling ervan in benodigde middelen. 

Ook in 2023 wordt deze manier van werken doorgezet.

Met het gemeentelijke rioleringsplan 2021 – 2024,  wordt invulling gegeven aan de drie zorgplichten ten aanzien van het stedelijk waterbeheer, zijnde de zorgplicht afvalwater, hemelwater en grondwater.   Begin 2022 is de heffing 2021 samen met de gemeenteraad besproken  en geëvalueerd. In het laatste kwartaal van 2022 zijn de mogelijke grondslagen samen met de Parkstad regio en de gemeenteraad richtinggevend geëvalueerd.

In 2023 wordt, op basis hiervan, het GRP en de heffingsgrondslag herzien zodat het nieuwe GRP per 1-1-2024 samen met een heffingsgrondslag van kracht wordt.

In 2023 wordt het groen beheer en onderhoud verder vormgegeven op basis van de vastgestelde beeldkwaliteit niveaus en de pilots op het gebied van burgerparticipatie in de groencontracten. 
Hiermee wordt op de in 2022 ingeslagen weg  verder gegaan.

Voor wat betreft het wegonderhoud is afgaande op de eerdere inspectiegegevens  geconcludeerd  dat het algehele kwaliteitsniveau van de wegvakken niet gelijk is aan het uitgesproken ambitieniveau.
De asfaltverhardingen voldoen op dit moment nog niet aan de gewenste norm van de gemeente Beekdaelen, namelijk beeldkwaliteitsniveau C. Met het Beheerplan Wegenonderhoud 2021 t/m 2024 wordt het achterstallig onderhoud in de komende 5 (resterend nog 4) jaar weggewerkt.

Begin 2023 wordt op basis van nieuwe inspectiegegevens van alle wegvakonderdelen beoordeeld of het kwaliteitsniveau voldoet aan de wensen van de gemeenten.
Op basis van de verschillen die ontstaan, en hoe groot deze zijn, wordt een onderhoudsplanning voor de jaren 2023 en 2024 opgesteld om de achterstand (nog) verder terug te brengen.

Het doel is om ervoor te zorgen dat in 2025 sprake is van acceptabel achterstallig onderhoud.

 

Huidige beleidskaders

Terug naar navigatie - Huidige beleidskaders

Wegen

Kengetallen Beekdaelen Totaal
Wegen algemeen (km) 378,7
Asfalt (m2) 1.515.680
Elementen (m2) 947.791
Beton (m2) 65.804
Half/onverhard (m2) 10.598
Totaal (m2) 2.539.873

•    Kwaliteit:  
Bij de harmonisatie beheer openbare ruimte is het gewenste kwaliteitsniveau van de wegen volgens de CROW- normen vastgesteld op niveau C; sober maar doelmatig en veilig. Herijking van het beleid wegen is als onderdeel van het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte verder uitgewerkt. Hierbij is een financieel plan opgesteld om het fors aanwezige achterstallig onderhoud terug te dringen. Verder is invulling gegeven aan de motie upgrading van de trottoirs en de upgrading van en/of uitbreiding van de fietspaden.

Door het tijdig uitvoeren van onderhoud is de veiligheid en kwaliteit van het kapitaalgoed gegarandeerd en is kapitaalvernietiging ervan voorkomen.

•    Financiën: 
De kosten voor het klein- en groot onderhoud aan de wegen zijn geboekt op het exploitatiebudget wegen dat wordt gedekt uit de voorziening wegen.

Civieltechnische kunstwerken

Kengetallen Beekdaelen Totaal
Kunstwerken 231

•    Kwaliteit:
Voor het vaststellen van de kwaliteit van de civiele kunstwerken worden o.a. de CROW-normen gehanteerd. Bij de harmonisatie van het beleid openbare ruimte is vastgesteld dat de civiele kunstwerken sober, doelmatig en veilig onderhouden worden op kwaliteitsniveau C. Onderhoud van de civiele kunstwerken wordt meegenomen als onderdeel van het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte.

•    Financiën: 
De kosten voor onderhoud zijn opgenomen in de gemeentebegroting. 

Riolering

Kengetallen Beekdaelen Totaal
Riolen (km) 278
Gemalen (stuks) 35
Persleidingen (km) 22
Pompunits (stuks) 53

•    Kwaliteit: 
Op basis van het dagelijks beheer en onderhoud, bestaande uit reiniging en inspectie en de in het Beleids- en uitvoeringskader vastgestelde doelstellingen wordt de kwaliteit van het rioleringssysteem in beeld gebracht. Aan de hand van de kwaliteitsbeoordeling wordt bepaald of renovatie, vervanging of nader onderzoek benodigd is. Deze cyclus is verankerd in het Gemeentelijke Rioleringplan (GRP), dat in oktober 2020 door uw raad is vastgesteld. Het GRP heeft een looptijd van 2021 – 2024. Het GRP is een wettelijk verplichte plan waarin een gemeente aangeeft hoe zij haar verplichte watertaken, de zorgplichten voor stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwatermaatregelen invult. Na inwerkingtreden van de omgevingswet wordt het GRP hier onderdeel van.

•    Financiën: 
In het op 20 oktober 2020 vastgestelde Gemeentelijk Rioleringsplan is de kostendekkendheid voor de komende jaren voor de bovengenoemde cyclus verankerd. Voor nieuwe projecten zijn de benodigde gelden opgenomen in het GRP en worden jaarlijks bij het vaststellen van de begroting beschikbaar gesteld.

Openbaar groen

•    Kwaliteit:
De Raad heeft op 15 december 2021 de in onderstaande tabel vermelde gebiedsfuncties en kwaliteitsniveaus voor het groenbeheer vastgesteld. 

Gebiedsfunctie Beeldkwaliteitsniveau
Centrum winkelgebied A
Gemeentelijke begraafplaatsen A
Vijver en waterpartijen B
Sportaccommodaties (excl. speelvelden) B
Woonkernen B
Bedrijventerreinen B
Hoofdwegen buitengebied C
Recreatieve wandelpanden/Beekdaelenroute C
Buitengebied C

Het beheer van de bomen wordt uitgevoerd op basis van de voorschriften die zijn opgenomen in het Handboek Bomen 2018. In 2023 wordt gestart met het 3-jaarlijks cyclisch beheer van de bomen in de kernen Grijzegrubben, Nierhoven, Nuth, Vaesrade, Amstenrade en Oirsbeek.

De kwaliteit van de kleine landschapselementen staat door het gebruik en weersinvloeden onder druk. Voor het behoud van deze waardevolle en karakteristieke landschapselementen wordt gestart met het opstellen van beleid en een beheersplan.

In het kader van openbaar groen worden de volgende onderwerpen opgepakt onder programma 3:

  • Uitwerking Landschapskader
  • Holle wegen
  • Ecologische gazons
  • Bomenvervangingsplan
  • Groot onderhoud beplanting

Openbare verlichting

Kengetallen Beekdaelen Totaal
Aantal armaturen 8.812

•    Financiën: 
In Q4 2022 zal het ombouwen van het areaal naar LED verlichting en binnen het beschikbare investeringsbudget worden afgerond. Maatwerktoepassingen, denk hierbij aan bijvoorbeeld aanstraalverlichting van gebouwen, zal in Q1 2023 in enkele gevallen nog vernieuwd moeten worden.
Met het afronden van het ombouwen van het areaal wordt de komende 5 jaar slechts beperkte vervanging van masten en armaturen verwacht.

2023 is voorts het jaar waarin de bestaande, en deels verlopen, (onderhoud)contracten openbare verlichting vernieuwd zullen worden.

•    Financiën: 
De kosten voor energieverbruik en beheer en onderhoud zijn opgenomen in de gemeentebegroting. Net als de fondsvorming voor de toekomstige vervangingen na einde levensduur van het areaal.

Gemeentelijke gebouwen

Kengetallen Beekdaelen Totaal
Aantal gemeentelijke gebouwen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is voor het onderhoud 62

•    Beleid/beheer:  
Het beleid voor beheer en onderhoud is gericht op de bouwkundige en technische instandhouding van het in eigendom zijnde vastgoed gedurende de reële levensduur. In de raadsvergadering van 8 oktober 2019 is een nieuw Meerjaren onderhoudsprogramma (MJOP) 2020-2029 vastgesteld door de raad. Dit onderhoudsprogramma voorziet in een planning van het technische en preventieve onderhoud plus de vertaling ervan in benodigde middelen. De gemeente actualiseert iedere 4 jaar dit MJOP. De werkzaamheden die voor 2023 zijn opgenomen in het huidige MJOP worden uitgevoerd. Van de 62 gebouwen zijn 19 gebouwen niet opgenomen in dit MJOP. Het gaat hierbij om gebouwen die op de nominatie staan om te worden verkocht of gesloopt. Maar ook gebouwen waarbij de toekomstige bestemming nog niet duidelijk is. Bij deze gebouwen wordt alleen het klachtenonderhoud uitgevoerd en de eventuele wettelijke verplichtingen. In 2023 wordt een nieuwe MJOP opgesteld voor het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen over de periode 2024 - 2033. Dit wordt ter besluitvorming aan uw raad voorgelegd in Q2

Voor de verduurzaming van ons eigen maatschappelijk vastgoed is een project opgestart om het vastgoed op een kostenefficiënte wijze in 2040 gemiddeld energieneutraal te maken. Onderdelen van dit project zijn het opstellen van een Duurzaam MJOP wat loopt tot 2040 en een businesscase. Momenteel is gestart met deze businesscase. Voor deze pilot zijn 6 gebouwen opgenomen. De bevindingen van deze pilot worden aan de raad voorgelegd. Na besluitvorming door uw raad starten we met het vervolgtraject om ook alle overige in eigendom zijn de panden te analyseren (2023) en uit werken in het programma “Energieneutraal Maatschappelijk Vastgoed” in 2040

•    Kwaliteit:  
Het huidige beleid voor bouwkundig en technisch beheer en onderhoud is gebaseerd op de systematiek van NEN 2767 minimaal onderhoudsniveau 3. Deze systematiek betreft een landelijk erkende normering voor bouwkundig en technisch onderhoud. Het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Beekdaelen voldoet aan de bovenstaande norm. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.

•    Financiën: 
De kosten voor groot, dagelijks en klachten onderhoud worden gedekt uit de Voorziening onderhoud gebouwen MOP.  Tot en met 2029 wordt hiervoor jaarlijks een bedrag opgenomen van € 878.000 hetgeen toereikend is.
De kosten voor het klachten onderhoud en wettelijke verplichtingen bij de gebouwen die niet zijn opgenomen in het MJOP worden gedekt uit de Voorziening onderhoud gebouwen niet opgenomen MOP. Het komend jaar wordt hiervoor een bedrag van €200.000 opgenomen hetgeen vooralsnog toereikend is.
Indien de gemeente om wat voor reden dan ook besluit gebouwen die niet zijn meegenomen in het MJOP niet af te stoten blijft de onderhoudsplicht op deze gebouwen bestaan. Maar ook door diverse toekomstige ontwikkelingen zoals gebiedsontwikkeling de Gijselaar zullen enkel gebouwen weer in het nieuwe MJOP 2024-2033 moet worden opgenomen waardoor deze voorzieningen moet wordt bijgesteld. 


 

Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De financieringsparagraaf is een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Daarnaast is het doel van deze paragraaf om de financiële positie van de gemeente op basis van het Treasurystatuut te evalueren. De centrale doelstelling van het treasurybeleid is het beheren van de financiële geldstromen en het beperken van de financiële risico’s voor de gemeente. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO). Deze wet regelt, dat de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente uitsluitend de publieke taak dient en geschiedt binnen de financiële kaders van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. In deze paragraaf zullen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde komen:

  1. Risicobeheer
  2. Gemeentefinanciering
  3. EMU-saldo

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

 

1. Risicobeheer

Een belangrijk onderdeel van de treasury functie is het beschermen van gemeentelijke vermogens- en renteresultaten tegen ongewenste financiële risico’s.
In het Treasurystatuut wordt onderscheid gemaakt in de volgende financiële risico’s:
•    renterisico
•    kredietrisico
•    intern liquiditeitsrisico
•    valutarisico

In dit hoofdstuk worden bovenstaande risico’s nader toegelicht met de bijbehorende beheersingsmaatregelen.

1.1    Renterisico 
De gemeente kan zowel op de kortlopende als op de langlopende schulden renterisico lopen. Renterisico ontstaat door fluctuaties in de rentelasten (bijvoorbeeld door renteherziening of herfinanciering). De overheid heeft in de wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) twee instrumenten gedefinieerd om de renterisico’s die de gemeente loopt te beperken, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De kasgeldlimiet heeft tot doel beperking van renterisico op de kortlopende schuld en de renterisiconorm beperkt de renterisico’s op de langlopende schulden.

Kasgeldlimiet (renterisico kortlopende schuld)

Het is voor gemeenten aantrekkelijk om financieringsbehoefte op te vangen met het aantrekken van kort geld, omdat de rente op kort geld lager is dan op langlopende leningen. Echter veel kort geld aantrekken, brengt hogere (rente)risico’s met zich mee, omdat in de regel de rente op kort geld sterker aan fluctuaties onderhevig is.
De kasgeldlimiet is een door de wet FIDO voorgeschreven sturings- en verantwoordingsinstrument ter beperking van dit renterisico op de korte schuld. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal van het jaar 2023.

De kasgeldlimiet ziet er voor het jaar 2023 als volgt uit:

(Bedragen x 1000)
Overzicht liquiditeitspositie
(3) Netto vlottend (+) of Begrotingstotaal Perc. Regeling Ruimte
Ultimo (1) Vlottende schuld (2) Vlottende middelen overschot middelen (-) 8,5% KGL
K3-2021 3.920 7.485 -3.565 121.628 10.338 -13.903
K4-2021 6.885 4.905 1.980 121.628 10.338 -8.358
K1-2022 7.464 8.670 -1.206 121.628 10.338 -11.544
K2-2022 3.039 23.649 -20.610 121.628 10.338 -30.948
Gemiddelde -5.850
Kasgeldlimiet (KGL) 10.338
Ruimte onder de KGL 16.189
Onderschrijding van de KGL -16.189
Begrotingstotaal 2023 121.628
Percentage regeling 8,5%
Kasgeldlimiet (KGL) 10.338

Renterisiconorm (renterisico van de vaste schuld)

In de wet FIDO is de renterisiconorm opgenomen als instrument om het (rente)risico op de langlopende leningenportefeuille te beperken. Met de renterisiconorm wordt getracht een optimale opbouw van de langlopende leningenportefeuille te bereiken door spreiding van de looptijden en renteherzieningen. In de volgende tabel wordt het renterisico voor 4 jaren (2023-2026) in kaart gebracht en wordt berekend als percentage (20%) van het begrotingstotaal van het jaar 2023. 

 

Tabel Renterisiconorm en renterisico's van de vaste schuld (bedragen * € 1.000)
Stap Variabelen 2023 2024 2025 2026
1 Renteherzieningen 0 0 0 0
2 Aflossingen 7.222 2.073 1.797 1.649
3 Renterisico (1+2) 7.222 2.073 1.797 1.649
4 Renterisico 24.326 24.326 24.326 24.326
5a = 4 > 3 Ruimte onder renterisiconorm 17.104 22.252 22.528 22.677
5b = 3 > 4 Overschrijding renterisiconorm 0 0 0 0
Berekening renterisiconorm
4a Begrotingstotaal 2023 121.628 - - -
4b Percentage ministeriële regeling 20%
4 = (4a x 4b/100) Renterisiconorm 24.326

1.2    Kredietrisico
Het kredietrisico is het risico, dat een geldnemer niet of niet-tijdig aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen.  Bij het verstrekken van leningen, uit hoofde van de publieke taak, worden zekerheden of garanties geëist.

1.3    Intern liquiditeitsrisico 
Het intern liquiditeitsrisico is het risico, dat de gemeente loopt naar aanleiding van wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjarig investeringsplanning, waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen. Het intern liquiditeitsrisico wordt beperkt door monitoring en planning van de treasury activiteiten op de korte en lange termijn in de P&C-cyclus (begroting, burap en jaarrekening). 

1.4    Valutarisico
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Gemeentefinanciering

Financieringsbehoefte
De gemeente Beekdaelen maakt gebruikt van de zogenaamde totaalfinanciering. In deze begroting is uitgegaan van een financieringsbehoefte van € 5 miljoen, waarbij rekening is gehouden met het gecumuleerde bestedingspercentage van het jaar 2022.
Volgens opgave van de BNG per 10 oktober 2022 bedraagt het rentepercentage 3,50 % voor een langlopende geldlening met een looptijd van 20 jaren. 
In deze (meer)jaren begroting is rekening gehouden met de rentelasten voor de benodigde financiering. Afhankelijk van de voorgang van de realisatie van de investeringen zal in het jaar 2023 een lening worden aangetrokken om in de financieringsbehoefte te voorzien. Een bijstelling van de rentelasten zal middels de tussentijdse rapportages plaatsvinden. 

Leningenportefeuille
In 2022 zijn 3 langlopende geldleningen aangetrokken. Een overzicht van de lening portefeuille per 01-01-2023 treft u op de volgende pagina aan. De laatste lening in het overzicht is een doorgeleende lening aan een woningstichting.

 

Geldgever Oorspr. Ingang Afloop Rente Schuld Weging
T.b.v. gemeente:
BNG 3.000 02-06-2003 02-06-2023 4,13 150 0,7%
BNG 5.000 03-09-2018 04-09-2023 0,30 5000 22,4%
NWB 3.000 01-10-2004 01-10-2024 1,19 300 1,3%
NWB 3.176 15-11-1999 15-11-2024 5,74 254 1,1%
NWB 3.000 01-02-2005 03-02-2025 3,88 450 2,0%
BNG 3.000 02-01-2006 02-01-2026 3,62 600 2,7%
BNG 3.000 23-06-2006 23-06-2026 0,56 600 2,7%
BNG 4.538 26-09-2001 26-09-2026 5,45 726 3,3%
BNG 2.269 18-12-2001 26-09-2026 5,16 363 1,6%
BNG 3.000 11-12-2002 01-06-2027 4,84 600 2,7%
BNG 3.000 01-11-2007 01-11-2027 3,98 750 3,4%
BNG 3.000 08-12-2003 08-12-2028 4,87 720 3,2%
BNG 3.000 23-02-2006 23-02-2031 3,79 1080 4,8%
BNG 4.000 16-05-2022 16-05-2037 1,69 4000 17,9%
BNG 3.000 16-05-2022 16-05-2042 1,82 3000 13,5%
BNG 3.000 16-05-2022 16-05-2047 1,86 3000 13,5%
Subtotaal t.b.v. gemeente 51.983 21.593
T.b.v. woningstichting:
BNG 935 03-05-2010 01-05-2040 4,45 696 3,1%
Subtotaal t.b.v. woningstichting 935 696
Totaal 42.918 22.289 100,0%

Rente begroting 2023
De gemeente trekt zowel kortlopende als langlopende leningen aan om te voldoen aan haar financieringsbehoefte. Er zijn hierbij twee soorten financiering te onderscheiden:
1.    Projectfinanciering: er wordt een externe lening aangetrokken ten behoeve van de financiering van één specifiek project, één specifieke activiteit.
2.    Totaalfinanciering: er wordt een lening aangetrokken om aan de financieringsbehoefte te voldoen, maar er staat geen specifieke activiteit tegenover. De lening maakt deel uit van de totaalfinanciering van de gemeente.

Om een volledig beeld te krijgen van de exploitatie van de verschillende taakvelden, dienen alle baten en lasten, voor zover mogelijk, toegerekend te worden aan de activiteiten binnen een taakveld (projecten, investeringen, etc.). Hieronder vallen ook de kosten (rentelasten) van de leningen. Deze kosten zijn immers aangetrokken om de verschillende activiteiten (al dan niet direct) te financieren. 
 
De rentelasten van projectfinanciering kunnen redelijk eenvoudig toegerekend worden aan het taakveld, waarop de activiteit betrekking heeft. Bij de totaalfinanciering is er geen direct verband tussen de lening en de activiteit. Om de rentelasten van de leningen toch evenredig toe te kunnen rekenen aan de diverse activiteiten, is een verdeelsleutel opgesteld: het omslagrentepercentage. Op basis van dit percentage wordt de rente van de totaalfinanciering doorbelast aan taakvelden, waaronder de diverse activiteiten vallen.
Dit percentage is bij de begroting berekend en komt voor de jaren 2023 tot en met 2026 uit op 0,3%.  Doorbelasting van rente aan de taakvelden vindt plaats vanaf een omslagpercentage groter dan 0,5%. 

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

In de volgende tabel is het EMU-saldo voor de jaren 2023-2026 weergegeven. 
In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art. 19) is de verplichting vastgesteld, dat de gemeenten ramingen van het EMU-saldo dienen te verstrekken.
De begroting van de gemeente Beekdaelen is opgesteld conform een stelsel van baten en lasten. Het EMU saldo gaat niet uit van baten en lasten, maar gaat uit van ontvangsten en uitgaven van de gemeente, berekend op transactiebasis en overeenkomstig de voorschriften van het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie.
Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Aan dit maximale tekort van 3% hebben, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel.

Tabel EMU-saldo (bedragen * € 1000)
Omschrijving 2023 2024 2025 2026
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves -3.181 -311 1.250 -2.116
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 2.593 2.643 2.772 2.754
Dotaties aan voorziengen ten laste van de exploitatie minus vrijval van voorzieninggen ten bate van de exploitatie 2.525 2.675 2.883 3.088
Bruto investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 7.330 4.956 4.137 3.081
Lasten op balanspost voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen 2.221 2.348 2.995 1.949
Verwachte boekwinst bij verkoop effecten 0 0 0 0
Berekend EMU-saldo -7.613 -2.297 -226 -1.303

Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeente Beekdaelen heeft een deel van de uitvoering van het gemeentelijk beleid en taken ondergebracht bij zogenaamde verbonden partijen. Deze partijen spelen dan ook een belangrijke rol bij de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen. De gemeente blijft daarbij wel verantwoordelijk voor de uitvoering en het realiseren van het beleid en het behalen van de gemeentelijke doelstellingen. In deze paragraaf besteden wij aandacht aan deze verbonden partijen. 

Wat zijn verbonden partijen

Terug naar navigatie - Wat zijn verbonden partijen

Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft.

  • Van een bestuurlijk belang is sprake indien de gemeente rechtstreeks invloed heeft op de besluitvorming binnen de verbonden partij, bijvoorbeeld door een zetel in het bestuur en/of door stemrecht.
  • Van een financieel belang is sprake als de gemeentemiddelen aan de verbonden partij ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van die partij of wanneer financiële problemen bij de verbonden partij kunnen worden verhaald op de gemeente.

Wanneer aan beide voorwaarden is voldaan, is er conform de regels van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) sprake van een verbonden partij. Voorbeelden zijn BV-en, NV-en, corporaties, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen.

Waarom samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Waarom samenwerkingsverbanden

De gemeente kan diverse redenen hebben om samen te werken. Zo kan een gemeente samenwerken om bijvoorbeeld schaal- en efficiencyvoordelen te bereiken, kennis te delen, complexe en specialistische taken te laten uitvoeren, risico's te spreiden of om een maatschappelijk initiatief te ondersteunen. Ook uitbreiding van het aantal taken en de complexiteit ervan zijn overwegingen om samenwerking te zoeken en verbanden aan te gaan. Op een groot aantal terreinen, zoals sociale zaken, gezondheidszorg, brandweer en veiligheid, het sociaal domein (WMO, jeugdzorg en participatie), hebben gemeenten nadrukkelijk de samenwerking gezocht. Dit is vaak in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.

Aan de andere kant brengt samenwerken ook risico's met zich mee. Ondanks dat de gemeente een deel van de uitvoering van haar beleid bij een partner heeft ondergebracht, blijft zij wel verantwoordelijk voor het uitgevoerde beleid. Daardoor kan de gemeente aanzienlijke maatschappelijke, financiële en fiscale risico's lopen wanneer een partij in financiële problemen komt of zijn taken niet goed uitvoert. Het is daarom van belang dat deze verbonden partijen goed functioneren en de doelstellingen binnen de gegeven financiële én beleidsinhoudelijke kaders realiseren. Vanuit gemeentelijk perspectief is de noodzaak om de verbonden partijen goed te monitoren en zo nodig bij te sturen dan ook groot. Voor de gemeenteraad is informatie over de verbonden partijen om twee redenen van belang: 
•    De partijen voeren taken uit die in het verlengde van de gemeentelijke doelstellingen liggen; 
•    Het functioneren van de partijen heeft consequenties voor de gemeentelijke begroting.

Grip op verbonden partijen

Terug naar navigatie - Grip op verbonden partijen

De behoefte om grip op verbonden partijen te hebben én te houden neemt steeds meer toe. Dat geldt ook voor het versterken van de onderlinge samenwerking. Sinds begin 2021 hebben wij daarom officieel ingestemd met het op het gebied van monitoring en sturing van verbonden partijen hanteren van de gezamenlijke werkwijze ‘Samen Grip Op Verbonden Partijen’. Centrale rol in deze werkwijze is weggelegd voor de regionale ambtelijke werkgroep ‘Samen Grip Op Verbonden Partijen’. Deze werkgroep - bestaande uit ambtenaren van de Parkstad-gemeenten en de Middengebied-gemeenten - coördineert de vorengenoemde werkwijze waaronder valt de toepassing van het zogenaamde ‘adoptiemodel’. In dit model worden de verbonden partijen (veelal gemeenschappelijke regelingen) verdeeld binnen de ambtelijke werkgroep en adopteren één of twee van de deelnemende gemeenten één of meer verbonden partijen. Hierdoor specialiseren zich deze adoptiegemeenten op ambtelijk niveau als het ware in een of meerdere verbonden partijen op zowel financieel als inhoudelijk gebied. Via de per verbonden partij in het leven geroepen ‘ambtelijke subwerkgroepen oftewel ‘adoptiegroepen’ overleggen de adoptiegemeenten met de andere deelnemers uit Parkstad Limburg en het Middengebied aan een verbonden partij over hetgeen er speelt en welke acties nodig zijn om meer grip en sturing te krijgen. De vorengenoemde ambtelijke werkgroep rapporteert periodiek aan het ‘Bestuurlijk overleg Samen Grip Op Verbonden Partijen’ waarin de portefeuillehouders financiën van de Parkstadgemeenten en de gemeenten in het Middengebied zijn vertegenwoordigd. Op deze wijze wordt de bestuurlijke aanhaking geborgd. Door deze werkwijze worden reeds aan de voorkant ambtelijk de krachten gebundeld om meer invloed en grip op de eventuele risico’s van verbonden partijen te krijgen. Daarbij geldt met name voor gemeenschappelijke regelingen dat deze immers moeten worden gezien als ‘verlengd lokaal bestuur’. Vorengenoemde werkwijze is geïmplementeerd binnen onze gemeentelijke organisatie en zal in de komende jaren via de regionale ambtelijke werkgroep en subwerkgroepen verder worden doorontwikkeld.    

Overzicht van verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht van verbonden partijen
Type Naam
Gemeenschappelijke regelingen WOZL (Werkvoorzieningsschap Oostelijk Zuid Limburg)
WSP  (Werkgeverservicepunt Parkstad Limburg)
Veiligheidsregio Zuid-Limburg
GGD Zuid-Limburg
ISD-Kompas
Omnibuzz
RUD Zuid-Limburg (regionale uitvoeringsdienst)
BsGW (Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen)
Het Gegevenshuis
Reinigingsdiensten Rd4
Stadsregio Parkstad Limburg
PIT (Parkstad-IT)
Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad voor opvang en beschermd wonen i.h.k.v. de WMO 2015
Centrumregeling inkoop Jeugdzorg Regio Zuid-Limburg
GR subsidiëring anti-discriminatievoorziening Limburg
Euregio Rhein-Maas-Nord
Vennootschappen en coöperaties N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Enexis Holding NV
CSV Amsterdam B.V.
Publiekbelang Elektriciteitsproductie B.V.
RWM NV 
Rd4 NV
Watermaatschappij Limburg N.V.
Nazorg Limburg B.V.
IBA-Parkstad B.V.
WoonWijzerWinkel Zuid Limburg B.V.

In onderstaande tabel wordt de gemeentelijke bijdragen 2023-2026 per verbonden partij weergegeven (bedragen in euro's)

 

Naam GR  2023 2024  2025  2026 
WOZL 3.874.000 3.688.000 3.411.000 3.119.000
WSP Parkstad 332.000 281.000 219.000 157.000
Veiligheidsregio Zuid-Limburg 2.433.000 2.433.000 2.433.000 2.433.000
GGD 1.981.000 1.984.000 2.000.000 2.015.000
Kompas 10.447.000 10.447.000 10.447.000 10.447.000
Omnibuzz 723.000 723.000 723.000 723.000
RUD 635.000 635.000 635.000 635.000
BsGW 624.000 582.000 582.000 582.000
Gegevenshuis 451.000 451.000 451.000 451.000
Rd4 2.554.000 2.554.000 2.554.000 2.554.000
Parkstad Limburg 443.000 421.000 421.000 421.000
PIT (Parkstad-IT) 792.000 792.000 792.000 792.000
Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad voor opvang en beschermd wonen i.h.k.v. de WMO 2015 0 0 0 0
Centrumregeling inkoop Jeugdzorg Regio Zuid-Limburg 140.000 140.000 140.000 140.000
GR subsidiëring antidiscriminatievoorziening Limburg 16.000 16.000 16.000 16.000
Euregio Rhein-Maas-Nord 8.400 8.400 8.400 8.400
RWM N.V. 1.047.000 1.047.000 1.047.000 1.047.000

Detailinformatie per verbonden partij

Terug naar navigatie - Detailinformatie per verbonden partij

Voor een actueel overzicht van het openbaar belang, de gemeentelijke visie op de verbonden partij, de actuele beleidsvoornemens omtrent de partij, de verwachte ontwikkelingen ten aanzien van het gemeentelijke belang en de financiële positie verwijzen wij naar de bijlage “Toelichting op de verbonden partijen”.

Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Grondbeleid
De gemeente Beekdaelen heeft nog geen (uniform) vastgesteld grondbeleid. Op 1 september 2021 is de Notitie beleidsuitgangspunten grondtransacties gemeente Beekdaelen 2021 in werking getreden. Op 26 november 2021 is door de Hoge Raad het Didam-arrest uitgesproken. Om hierop te kunnen anticiperen heeft het college van B&W ingestemd met een addendum op de huidige beleidsuitgangspunten, te weten Addendum notitie beleidsuitgangspunten grondtransacties gemeente Beekdaelen 2022. Het voornemen is om zowel de notitie als het addendum op te gaan nemen in een nota grondbeleid. De opstelling van een nota grondbeleid bevindt zich in een voorbereidende fase. Het streven is om in 2023 te starten met de daadwerkelijke invulling van de opstelling van de nota. Daarnaast is het streven om de nota ten einde van 2023 voor te leggen aan de gemeenteraad. Tot het moment van vaststelling zet de gemeente haar huidige werkwijze voort. In zijn algemeenheid heeft de gemeente een passief/faciliterend grondbeleid en wordt het instrument strategische gronden incidenteel ingezet om - vooruitlopend op definitieve plannen - actief tot verwerving over te gaan.  

Beschouwing actuele stand van zaken grondexploitatiecomplexen

Het gaat hier onder meer om de grondexploitaties in ontwikkeling . Een grondexploitatie is het financiële en inhoudelijke kader –vastgesteld door de Raad- waarbinnen (haalbaar gebleken) plannen en projecten worden uitgevoerd. Als gevolg van de krimp en vergrijzing/ontgroening ligt er een gewijzigde vraag. Er is een grotere behoefte te bespeuren aan eenpersoonshuishoudens/kleine huishoudens en senioren- en levensloopbestendige woningen. De gemeente Beekdaelen wil daarop inspelen. De ontwikkeling van woningbouw en bedrijventerreinen is van belang. Het is niet eenvoudig om te kwantificeren wat de financiële consequenties voor de gemeenten zijn.

Gewijzigde richtlijnen Commissie BBV
De Commissie Besluit Begroting en Verantwoording (verder: BBV) heeft in 2019 gewijzigde richtlijnen opgesteld, waarbij de bestaande notities over grondexploitatie en faciliterend grondbeleid zijn samengevoegd en geactualiseerd. De notitie is met ingang van 2019 van toepassing. Ingevolge de richtlijnen van de Commissie BBV, Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken 2019, blijft de richttermijn voor de looptijd van grondexploitaties in beginsel maximaal 10 jaar. Een langere looptijd dan 10 jaar was en is onder voorwaarden toegestaan. In het kader van de herindeling is besloten om de looptijd van de langlopende projecten in de grondexploitatie te verlengen. In het kader van de nota Grondbeleid zal de raad  ook beleid vast te stellen over de grondexploitatie van de gemeente.  

Korte beschouwing actuele stand van zaken grondexploitaties

Terug naar navigatie - Korte beschouwing actuele stand van zaken grondexploitaties

Revitalisering De Horsel 
Het revitaliseringsproces van het bestaande bedrijfsterrein is afgerond. Als gevolg van dit proces wordt na effectuering van een planologisch besluit nog grond verkocht ter uitbreiding van een bestaande locatie, dit betreft de percelen Nuth A 2641 en 3104 waarvoor met de koper een koopovereenkomst is gesloten. Op zichtlocaties van het bedrijventerrein De Horsel worden geen gronden meer te koop aangeboden omdat er geen gegadigden zijn. Enige uitzondering in deze is dat de gemeente Beekdaelen zich nog beraad of één van deze zichtlocaties geschikt is als locatie voor het nieuwe gemeentehuis. Mocht de gemeente uiteindelijk besluiten dat de zichtlocatie niet geschikt is voor de realisatie van het nieuwe gemeentehuis en de verkoop van de percelen Nuth A 2641 en 3104 al dan niet doorgang vinden dan kan het revitaliseringsproces van het bestaande bedrijfsterrein definitief afgesloten worden.

Centrum Schimmert  
De initiële ontwikkeling betrof het realiseren van 89 woningen met de daarbij behorende infrastructuur. In het college uitvoeringsprogramma 2019-2023 is een integrale, Beekdaelen brede benadering en verfijning van de woningmarktprogrammering c.q. transformatieopgave aan de orde. Daarvoor is door Stec in 2020 een woonbehoefte-onderzoek per kern uitgevoerd. In 2021 is voor de inbreidingslocaties Schimmert III en IV is een actualisatie van de plannen en een marktverkenning opgestart om te komen tot een versnelde planontwikkeling, waarbij diverse woningtypologieën zullen worden gerealiseerd, zowel voor de huur als de koop. Door het Didam-arrest van 26 november 2021 moet het plan van aanpak worden herzien.  In 2022 wordt de verkaveling geoptimaliseerd, een bestemmingsplanherziening opgesteld en is er gestart met de procedure om de woningen van Centrumplan IV op de markt te brengen. In 2023 wordt gestart met het op de markt brengen van de woningen van Centrumplan III.

 

Niet in exploitatie genomen bouwgronden (NIEGG)

Terug naar navigatie - Niet in exploitatie genomen bouwgronden (NIEGG)

Tijdelijke woningen Amstenrade
De voormalige gemeente Schinnen heeft eind 2018 besloten een perceel ( kadastraal bekend gemeente Schinnen sectie H nummer 304) nabij de Hommerter Allee aan te kopen met als doel hier tijdelijke woningbouw mogelijk te maken, met name gericht op de woningnood onder starters en/of alleenstaanden. In 2023 zal deze locatie tot ontwikkeling worden gebracht, waarbij een goede stedenbouwkundige inpassing en een goede balans van doelgroepen sleutelbegrippen zijn.

Bedrijventerrein Rode Beek
Het concept-bestemmingsplan resp. gebied waarbinnen dit bedrijventerrein is gelegen valt onder het door de rijksplanvormer opgenomen gebied waar ook de zogenoemde invliegfunnel in verband met de aanwezigheid van de NAVO-vliegbasis Geilenkirchen is voorzien. Uw raad heeft enkele malen het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld om deze ontwikkeling mogelijk te maken, waarbij, met gewijzigde planregels, alsnog aan de gestelde verplichting zou worden gedaan (ondanks het niet-intekenen van een invliegfunnel).  Hiertegen heeft de minister van defensie steeds beroep tegen ingesteld bij de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak. Op 13 september 2021 heeft u besloten om de procedure niet langer door te zetten omdat de aanleiding waarvoor dit bestemmingsplan dient, niet meer actueel is. De twee bedrijven uit de kern Schinveld die zouden verplaatsen naar dit terrein, hebben eerder besloten niet meer over te gaan tot bedrijfsverplaatsing. Het vorenstaande betekende naar het oordeel van uw raad dat op dit moment de ontwikkeling van het bedrijventerrein niet actueel meer is en geen bestemmingsplanontwikkeling (incl. het intekenen van een invliegfunnel) meer nodig is. 

De minister is ook tegen dit laatste  besluit van september 2021 in beroep gegaan en op 15 juni 2022 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wederom uitspraak gedaan.  Door de afdeling is geoordeeld dat de gemeente  aan zet is.  Het besluit inhoudende dat de gemeenten nu geen planologische actie meer hoeft te ondernemen is daarmee door het hoogste  rechtsorgaan ter zijde geschoven. Bij RIB van 28 juni (Z/21/166947, nr.. 308496) bent u hierover ingelicht. Op 4 oktober 2022 heeft uw raad in dit traject vervolgens besloten om geen besluit te nemen en daarmee ook geen invliegfunnel in te tekenen in het plan.

Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De bedrijfsvoeringsparagraaf van deze begroting geeft inzicht in de beleidsvoornemens omtrent onze bedrijfsvoering, die gericht is op het adequaat uitvoeren van de programma’s uit deze begroting en de continuïteit van de gemeentelijke organisatie. Hoe beter de gemeentelijke organisatie op orde is, des te beter de organisatie gesteld staat voor haar publieke taak.

Personeel en organisatie

Terug naar navigatie - Personeel en organisatie

Arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim

Het proces van een intensivering van het verzuimbeleid en het optimaliseren van verzuimgerelateerde processen loopt in 2023 onverminderd door. Ook blijven we in 2023 zorgen voor een volwaardig beleid ten aanzien van zorg voor veiligheid, gezondheid en welzijn van alle mensen die bij de gemeente Beekdaelen werken. Een beleid dat ten minste voldoet aan de wettelijke eisen uit de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit en nadere regelgeving. Na de overgang van drie naar twee gemeentehuizen wordt een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) uitgevoerd. De knelpunten uit het Plan van Aanpak, dat naar aanleiding daarvan is opgesteld, pakken we in 2023 op in volgorde van prioriteit. In lijn met het regionale preventieakkoord en de lokale preventie agenda zetten we verder, in samenwerking met onze Arbodienst, in op bevorderen van vitaliteit, duurzame inzetbaarheid en werkplezier. Daartoe is het onderwerp Vitaliteitsbeleid toegevoegd aan ons Arbobeleidsplan. We hebben een jaarkalender opgesteld met concrete plannen voor wat betreft de aspecten die genoemd worden in dit Arbobeleidsplan.

Doorontwikkeling organisatie

In 2021 hebben we de ambtelijke organisatie geëvalueerd om te zien welke verbeteringen en versterkingen de komende jaren doorgevoerd kunnen worden.  Hieruit is een doorontwikkelplan opgesteld dat bestaat uit vijf onlosmakelijk met elkaar verbonden interventies (schijf van vijf). Het is een investeringsslag in zowel kwaliteit en kwantiteit van personeel als de procesmatige inzet. Deze transitie heeft een looptijd van 2 jaar waarin de verbeteringen doorgevoerd moeten worden. De uitwerking gebeurt in een tijdelijke werkstructuur waarbij voor elke interventie een werkgroep is geformeerd. De voortgang en resultaten van de werkgroepen worden periodiek terugkoppelen aan de stuurgroep. De eerste resultaten van deze aanpak zijn merkbaar en krijgen in 2023 een vervolg.
Het proces en de gekozen aanpak om de ambtelijke organisatie verder vorm te geven volgens het principe van zelforganisatie loopt in 2023 door. De inzet van een extern begeleidingstraject om het zelf organiserend vermogen van teams te stimuleren is positief ontvangen en zorgt voor een positieve flow in houding en gedrag. Dit traject wordt uitgebreid met andere teams. In het kader van ‘train- de trainer’ wordt de externe begeleiding gaandeweg vervangen door interne medewerkers op te leiden tot coach. Hiermee wordt deze kennis in de organisatie geborgd.
De verbindende schakel in dit gehele proces is het DNA van Beekdaelen. De werkgroep cultuur onderzoekt aan de hand van onze kernwaarden wie we als organisatie zijn en geven richting aan houding en gedrag. Door middel van het organiseren van personeelsbijeenkomsten en inspirerende communicatievormen wordt de identiteit van Beekdaelen levend.

 

Informatisering en automatisering

Terug naar navigatie - Informatisering en automatisering

In 2023 bouwen we verder aan onze informatiehuishouding. De meeste actiepunten nemen meerdere jaren in beslag. De belangrijkste actiepunten in 2023 zijn:

  • Invoeren ICT-aanpassingen als gevolg van de Wet digitale overheid om ervoor te zorgen dat inwoners en ondernemers veilig en betrouwbaar kunnen inloggen en zaken kunnen doen met de overheid waarbij informatieveiligheid en privacybescherming steviger worden verankerd;
  • Het optimaliseren, toegankelijk en gebruiksvriendelijker maken van website en applicaties die onze inwoners uitnodigen om snel en makkelijk hun zaken te regelen met de gemeente (project Digitoegankelijkheid);
  • Optimaliseren van het informatie- en archiefbeheer (Archiefwet, Interbestuurlijk Toezicht) en realiseren van duurzame toegankelijkheid van digitale overheidsinformatie (meerjarentraject);
  • Invoeren ICT-aanpassingen als gevolg van de Wet open overheid (Woo) en aansluiten op het Platform Open Overheidsinformatie (PLOOI) om ervoor te zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is;
  • Verder invoeren van ICT-aanpassingen t.b.v. de Omgevingswet met de nieuwe applicaties voor Vergunningen, Toezicht, Handhaving en Ruimtelijke ordening inclusief aansluiting op het Digitaal Stelsel Omgevingswet;
  • Aanbesteden en implementeren van een applicatie voor het gewaarmerkt digitaal anonimiseren van digitale documenten die gedeeld/gepubliceerd dienen te worden;
  • Aanbesteden en implementeren van enkele bedrijfsapplicaties waarvoor het contract expireert;
  • Aansluiten op ‘MijnOverheid’. Dit draagt bij aan het creëren van één overheid waarmee onze inwoners en ondernemers hun zaken kunnen regelen;
  • Invoeren van MS365 (inclusief integratie van Outlook, Office, Teams, bestandsuitwisseling en samenwerking);
  • Onderzoeken van mogelijkheden voor verbetering en doorontwikkeling van de toekomstige ICT-dienstverlening;
  • ICT-aanpassingen voor het realiseren van een toekomstgerichte gemeentelijke informatiehuishouding volgens het landelijk programma Common Ground die de flexibiliteit biedt om beter en sneller aan te passen is op ontwikkelingen en die verbetering van de gemeentelijke dienstverlening en bedrijfsvoering mogelijk maakt;
  • Moderniseren van bedrijfsapplicaties inclusief de verplichte maatregelen in het kader van o.a. de voornoemde wet- en regelgeving, en aanpassingen vanuit het landelijk programma Common Ground;
  • Vervangen telefooncentrale inclusief KCC-telefoniefunctionaliteit;
  • Invoeren data gedreven werken (meerjarig traject);
  • Herijken van de informatievisie van de gemeente Beekdaelen.

Planning en control

Terug naar navigatie - Planning en control

Centrale doelstelling van alle activiteiten die in het kader van de planning en control cyclus worden uitgevoerd is het ‘in control’ raken, zijn en blijven van de organisatie. We zijn als gemeente in control als we een redelijke mate van zekerheid hebben over het bereiken van:

De strategische ambities;
De programmadoelen en effecten;
Effectiviteit en efficiëntie in de bedrijfsprocessen;
Betrouwbaarheid van de financiële informatieverzorging;
Naleving van relevante wet- en regelgeving.

Wat willen we uiteindelijk bereiken?

Een planning en control waarin risicomanagement volledig is geïntegreerd.
Een planning en control die invulling geeft aan de informatiebehoefte van zowel raad, college als lijnmanagement van de organisatie.
Een planning en control die niet instrumenteel is maar primair ten dienste staat van de realisatie van de prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten.

Het in 2022 opgestelde coalitieprogramma 2022-2026 'Ons thuis, ons Beekdaelen' vormt de beleidsmatige kapstok voor de komende jaren. De opbouw van het document is opgebouwd van algemeen (missie) naar meer specifiek (uitvoeringsopdrachten). Op die manier kan het beleid op een natuurlijke manier landen in de planning & control documenten. De missie beschrijft datgene wat we willen bereiken terwijl de uitvoeringsopdrachten beschrijven wat we ervoor doen om de doelstellingen te halen.

In 2022 is gestart met een planning & control applicatie die ervoor zorgt dat de planning & control instrumenten gestructureerd en efficiënt tot stand komen. Bovendien is het met de applicatie mogelijk om de betreffende documenten volledig digitaal en interactief aan te bieden De voorliggende begroting 2023 is het eerste planning & control document dat volledig digitaal ter beschikking wordt gesteld. 

Zoals vermeld in de risicoparagraaf gaat de gemeente in 2023 aan de slag met een nieuwe nota risicomanagement. Daartoe vindt een volledige risico scan plaats. Uw raad kan de betreffende nota via een separaat  voorstel; tegemoet zien.

Procesbeheersing

Terug naar navigatie - Procesbeheersing

Wij achten het van belang dat de gemeente in control is. Concreet betekent dit dat de vooraf vastgestelde doelstellingen met betrekking tot werkprocessen, projecten of beleid tijdig en met de overeengekomen kwaliteit en inzet worden gerealiseerd. 
Om als organisatie in control te zijn (en te blijven) zijn de meest risicovolle processen inclusief de risico’s in workshop verband beschreven. Ook zijn beheersmaatregelen geïnventariseerd en geïmplementeerd die de kans op risico’s verkleinen. Vanaf het jaar 2023 worden de geformuleerde beheersmaatregelen doorlopend bespreekbaar gemaakt en waar nodig aangescherpt.

Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Rechtmatigheidsverantwoording

Gemeenten en provincies moeten per verslagjaar 2023 zelf in de jaarrekening verantwoording afleggen over de rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. De accountant beperkt zich dan tot een oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening en er wordt geen controleverklaring omtrent de rechtmatigheid door de accountant afgegeven.

Met de rechtmatigheidsverantwoording legt het College van B&W verantwoording af over de naleving van de regels, die relevant zijn voor het financiële reilen en zeilen van de gemeente. Aangezien deze uitspraak dient plaats te vinden in de jaarrekening, controleert de accountant de uitspraak wel maar neemt deze mee in het oordeel over de getrouwheid. 

Deze rechtmatigheidsverantwoording stelt, nog meer dan voorheen, eisen aan onze interne beheersing. Daarom richten we ons in 2023 op:

  • Een verdere uitrol van onze procesgerichte aanpak, die eind 2019 is gestart, met als doel de optimalisatie van de interne beheersing in de bedrijfsprocessen.
  • Een verdere doorontwikkeling van meer control in de processen vooraf en minder controle achteraf om zo het totale controlegebied, kwalitatief en kwantitatief, in onze organisatie te borgen.
  • Regelmatig, in overleg met onze accountant, beoordelen of we op de juiste weg zijn en zo nodig bijsturen.

 

Informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging

Onze burgers en bedrijven moeten erop kunnen vertrouwen dat onze dienstverlening op een veilige manier verloopt. Digitale veiligheid is een randvoorwaarde voor een kwalitatief goede informatievoorziening van de overheid, evenals echtheid en toegankelijkheid van informatie. Deze urgentie wordt versterkt doordat fysieke én digitale dreigingen wereldwijd een grote vlucht nemen.


Ook in 2023 moeten we zeer alert blijven.
Zo wordt in 2023 het programma i-Bewustzijn voortgezet met o.a. e-Learning en kennistesten om de medewerkers op de hoogte te houden van de permanente risico’s en gevaren op het gebied van informatieveiligheid en privacy. 
De contacten met de Internationale Beveiligingsdienst worden verder aangescherpt. Dit geldt ook voor de maatregelen om risico’s voor informatieveiligheid en privacy te vermijden dan wel te mitigeren. We gaan door met de verdere implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) die vanuit rijkswege continue geactualiseerd wordt. Zo blijven we ook aansluiten bij de nationale en internationale standaarden voor informatieveiligheid en privacy.


In 2022 is er nieuw Information Security Management System (ISMS) aangeschaft waarmee we de veiligheidsrisico’s nog beter in kaart kunnen brengen, het informatiebeveiligingsbeleid actueel kunnen houden, de taken en verantwoordelijkheden beter kunnen gaan verdelen en op de voortgang hiervan kunnen sturen. Dit nieuwe ISMS sluit ook beter aan bij de vragenlijsten die verbonden zijn aan de Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA-norm) waarmee we ons jaarlijks moeten verantwoorden dat onze informatiebeveiliging op orde is. 

Gegevensbescherming

Terug naar navigatie - Gegevensbescherming

Door de invoering van de EU-verordening Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) in mei 2018 zijn organisaties steeds bewuster geworden van het belang van gegevensbescherming. De afgelopen jaren heeft de gemeente veel energie gestoken in het borgen van de AVG in de organisatie, om vertrouwelijke gegevens van burgers en bedrijven te beschermen en ook aantoonbaar te voldoen aan de privacywetgeving. In 2023 gaan wij verder met een AVG privacy volwassenheidsmeting,  het AVG evaluatie- en actualisatieplan, informeren en adviseren van de gemeentelijke afdelingen over hun AVG verplichtingen en andere unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen. Daarnaast de benodigde ondersteuning bieden aan de domeinafdelingen door o.a. het privacy bewustzijn verder verhogen via workshops, e-learning en actieve voorlichting, helpen bij uitvoeren van (Pre-) DPIA’s (Data Privacy Impact Assesments) etc. Daarnaast gaat het nieuwe PMS (Privacy Management Systeem) de gemeente digitaal verder helpen om aantoonbaar te voldoen aan de vereiste AVG documentatieplicht c.q. verantwoordingsplicht in het kader van de jaarlijkse planning- en control cyclus.   

Communicatie

Terug naar navigatie - Communicatie

Gemeentelijke communicatie (in het verlengde van overheidscommunicatie) maakt de verbinding tussen het gemeentebestuur, de gemeentelijke organisatie en de samenleving. Goede communicatie zorgt voor een sterke binding met de Beekdaelense bevolking. Als gemeente hebben we oog en oor voor onze inwoners, bedrijven en instellingen en zoeken we actief het gesprek op over gemeentebrede thema’s en maatschappelijk relevante onderwerpen.
Waar mogelijk doen we dit door zichtbaar te zijn in de samenleving, bijvoorbeeld tijdens informatiebijeenkomsten, maatschappelijke initiatieven of door actief in gesprek te gaan met bijvoorbeeld bewonersinitiatieven, buurtraden en dorpscoördinatoren. In voorgaande jaren had deze aanpak gedeeltelijk te lijden onder de beperkende Covid-19-maatregelen waardoor fysieke ontmoetingen tot een minimum beperkt werden. We vingen dit op door meer gebruik te maken van nieuwe alternatieven (digitaal) en beproefde oude kanalen (drukwerk en print).  Bij veel projecten en op verschillende thema’s werken we ook samen met andere partijen. Daarbij valt onder andere te denken aan (buur)gemeenten, Waterschap, Veiligheidsregio, Woningstichtingen of Provincie.
Als gemeente communiceren we op een open en transparante manier. Communicatie naar en met de Beekdaelense gemeenschap is begrijpelijk, toegankelijk en eenduidig. Daarbij is voortaan extra aandacht voor een passend taalniveau van de diverse uitingen. We kiezen per thema en doelgroep een uitgebalanceerde middelenmix. Vragen en behoeften van onze inwoners zijn een relevant onderdeel in onze communicatie. Evenals behoeften vanuit het gemeentebestuur om ontwikkelingen of beleid onder de aandacht te brengen. In 2022 werd na de gemeenteraadsverkiezingen een nieuwe coalitie gevormd en trad een nieuw college aan. Zij hebben in het coalitieprogramma een aantal ambities opgenomen op het gebied van communicatie. Zo stellen zij onder andere dat binnen twee jaar de gemeentelijke communicatie vernieuwd dient te worden. De daarbij behorende opdracht om de huidige wijzen van communiceren kritisch te bekijken en niet meer als vanzelfsprekend te beschouwen is een belangrijke opgave waar we in 2023 vorm aan gaan geven.  
Als gemeente streven we dan ook het komende jaar naar verdergaande innovatie en digitalisering van onze communicatie en dienstverlening en kijken we naar nieuwe mogelijkheden. We maken plannen die voor de lange termijn de richting van de gemeentelijke communicatie bepalen. Hiervoor kijken we naar prioritering, accentverschuivingen en de doelmatige inzet van middelen. Ontwikkelingen en behoeften uit de samenleving zijn hiervoor uiteraard ook een belangrijk gegeven; waar mogelijk sluiten we daar op aan. Dit doen we onder andere door het monitoren van al onze mediakanalen en het volgen van trends en ontwikkelingen. Als gemeente nemen we onze inwoners, ondernemers en organisaties mee in de besluitvormingsprocessen, projecten en wettelijke taken. In de geest van de nieuwe omgevingswet en de omgevingsvisie krijgt participatie daarbij een steeds prominentere rol.  
Communicatie met pers en media pakken we proactief op om de regie zo veel als mogelijk in eigen hand te houden. Door de hoge doorloopsnelheid van digitale nieuwskanalen is dit een uitdaging. 
We zijn in staat om flexibel te reageren op acute communicatiebehoeften zoals gebleken tijdens de Covid-19-pandemie, rondom het besluit tot noodopvang van vluchtelingen en de opvang van een nieuwe vluchtelingenstroom uit het door oorlog geteisterde Oekraïne. Deze flexibiliteit en wendbaarheid willen wij ook voor de toekomst borgen. 

Duurzaamheid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Steeds dringender blijkt dat de kwaliteit van onze leefomgeving onder druk staat. Dit heeft vooral te maken met de gevolgen van klimaatverandering. In Beekdaelen werken we aan een groene, toekomstbestendige gemeente waar mensen ook in de toekomst gezond en veilig kunnen wonen en werken.

In 2020 heeft de gemeenteraad unaniem de Duurzaamheidsvisie ‘Beekdaelers samen aan zet!’ vastgesteld. Deze visie kwam tot stand in samenwerking én samenspraak met onze inwoners, bedrijven en maatschappelijke partners. Zoals de titel van onze visie al aangeeft, is het realiseren van deze ambities niet alleen een gemeentelijke, maar met name een brede maatschappelijke opgave. Iedereen in Beekdaelen krijgt hier de komende tijd mee te maken en de consequenties zijn voor iedereen voelbaar.

In de visie staan de ambities van de raad op hoofdlijnen. Deze zijn:
1.    De Beekdaelers centraal te stellen (participatieve aanpak).
2.    In 2040 energieneutraal te zijn (energietransitie).
3.    Beekdaelen groen en klimaatbestendig te maken (vergroening en klimaatadaptatie).
4.    De grondstofkringlopen te sluiten (circulaire economie).

Duurzaamheid loopt als rode draad door al het gemeentelijk handelen. Dat betekent dat bij interventies afgewogen wordt in hoeverre deze bijdraagt aan een duurzaam Beekdaelen op sociaal en fysiek gebied. 
Duurzaamheid stopt niet bij onze gemeentegrenzen. Afhankelijk van het onderwerp werken we in regioverband samen aan een duurzamer Beekdaelen. Met de regio Parkstad werken we bijvoorbeeld aan gebiedsgebonden opgaven en de Regionale Energiestrategie en in de regio Zuid-Limburg zijn we aan de slag met het NOVI-gebied.

De Beekdaeler staat centraal

Terug naar navigatie - De Beekdaeler staat centraal

In Beekdaelen vinden wij het belangrijk dat iedereen mee kan doen bij het halen van onze duurzaamheidsambities. Dat geldt vóór, tijdens én na de uitvoering. Dus of het nu gaat om meedenken over beleid, het organiseren van duurzaamheidsinitiatieven of het mee profiteren van projecten: Beekdaelers staan centraal op het gebied van duurzaamheid binnen onze gemeente. Door inwoners te stimuleren en te faciliteren willen we zo veel mogelijk impact creëren en innovatieve ideeën een kans geven.

Op dit moment organiseert Beekdaelen verschillende vormen van participatie om inwoners te betrekken bij de realisatie van onze ambities.
De Duurzaamheidstafel is een groep inwoners die beslist over subsidieaanvragen voor duurzaamheidsinitiatieven. Verschillende duurzaamheidsinitiatieven zijn al ondersteund door de Duurzaamheidstafel; denk aan activiteiten voor het oprichten van een energiecoöperatie of het organiseren van workshops voor scholieren.
De Denktank Duurzaam Beekdaelen is een groep inwoners die eens ongeveer per kwartaal bijeenkomt om een advies te vormen over relevant beleid op het gebied van duurzaamheid. Zo heeft de Denktank eerder geadviseerd over de Regionale Energiestrategie, de Transitievisie Warmte, het Grondstoffenplan en over de verduurzaming van gemeentelijk vastgoed. 
Via de Stimuleringslening Duurzaamheidsprojecten worden maatschappelijke organisaties en bedrijven gestimuleerd duurzame investeringen te doen. Zij kunnen een lening aangaan om CO2 te verminderen, biodiversiteit te verbeteren of de bebouwde omgeving klimaatbestendiger te maken.
Tot slot stimuleren en faciliteren we inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven door verbindingen te leggen, te helpen bij vragen of door mee te denken. Op deze manier faciliteren wij onder andere de Beekdaelense energiecoöperatie ImpulZ.

De Beekdaelse energiecoöperatie is samen met de WoonWijzerWinkel en gemeente Beekdaelen bezig met het verduurzamen van de Nieuwbuurt in Oirsbeek. Het project richt zich op een collectieve aanpak maar garandeert kosteloze individueel maatwerk aan woningeigenaren door opgeleide energiecoaches van de coöperatie. De energiecoaches gaan huis aan huis langs en geven inzicht op het energieverbruik, energiebesparende maatregelen en ondersteunen inwoners bij het nemen van de energiebesparende maatregelen. Na de Nieuwbuurt zullen ook anderen wijken benaderd worden om collectief te kunnen verduurzamen. 

Daarnaast kijkt de coöperatie ook naar energieopwekking op daken en is daarbij in gesprek met bedrijven en gemeente over de mogelijkheden.

Kortom: door op verschillende niveaus en op verschillende wijzen Beekdaelers centraal te stellen bij het thema duurzaamheid, willen we samen zo veel mogelijk impact creëren. 

“Samen maken we Beekdaelen”. 

Beekdaelen gaat actief aan de slag met het betrekken van onze inwoners bij het maken van belangrijke keuzes. Vraagstukken zoals waar gaan we grootschalige energie opwekken en hoe halen we Beekdaelen van het aardgas af lenen zich hier heel goed voor. Ook besteden we meer aandacht aan het faciliteren en etaleren van goede initiatieven van onze inwoners.

Acties in 2023:

  • Verstrekken Duurzaamheidsleningen aan bedrijven en maatschappelijke organisaties
  • Promoten van de WoonWijzerWinkel
  • Adviezen vragen aan de Denktank Duurzaam Beekdaelen
  • Beslissingen vragen aan de Duurzaamheidstafel t.a.v. subsidieaanvragen voor lokale maatschappelijke duurzame initiatieven
  • Ondersteunen van de Beekdaelense energiecoöperatie ImpulZ. 

    De Beekdaelse energiecoöperatie is samen met de WoonWijzerWinkel en gemeente Beekdaelen bezig met het verduurzamen van de Nieuwbuurt in Oirsbeek.
    Het project richt zich op een collectieve aanpak maar garandeert kosteloze individueel maatwerk aan woningeigenaren door opgeleide energiecoaches van de coöperatie.
    De energiecoaches gaan huis aan huis lang en geven inzicht op het energieverbruik, energiebesparende maatregelen en ondersteunen inwoners bij het nemen van de energiebesparende maatregelen.
    Na de Nieuwbuurt zullen ook anderen wijken benaderd worden om collectief te kunnen verduurzamen. 
    Daarnaast kijkt de coöperatie ook naar energieopwekking op daken en is daarbij in gesprek met bedrijven en gemeente over de mogelijkheden.

Energietransitie

Terug naar navigatie - Energietransitie

Het streven is dat Beekdaelen in 2040 energieneutraal is. Dit betekent dat we er naar streven om alle energie die we in Beekdaelen gebruiken, op een duurzame manier opwekken binnen de gemeente. In ons energiebeleid hanteren we de principes van “Trias Energetica”. Dit houdt in dat we in zetten op het zoveel als mogelijk besparen van het gebruik van energie. Wat we niet gebruiken hoeven we ook niet op te wekken. Het restant aan energieverbruik dat dan overblijft, wekken we duurzaam op. Hierin ligt voor Beekdaelen een grote uitdaging. Ons landschap lijkt  maar een beperkte draagkracht te hebben voor grootschalige duurzame energieopwekking. 

Uit het “Energieprofiel van Beekdaelen (PALET 2.0)” blijkt dat we jaarlijks 2.770 TJ aan energie verbruiken. Ons energieverbruik willen we graag reduceren. In 2040 willen wij ons energieverbruik terugbrengen naar 1.849 TJ. Dit is een energiereductie van 33% oftewel 1,65% per jaar. Een deel van deze doelstelling wordt ingevuld door landelijke ontwikkelingen en innovaties. Beekdaelen is samen met diverse actoren programmatisch aan de slag om deze doelstelling te realiseren onder de vlag van Parkstad Limburg Energietransitie (PALET).

Acties in 2023:

  • In Parkstadverband het evalueren van PALET 2.0. Op basis daarvan het opstellen van een uitvoeringsprogramma om de doelstellingen uit het PALET 2.0 alsmede de RES1.0 (zie ook onderstaand: Grootschalige energieopwekking) te kunnen realiseren. 
  • In Parkstadverband onderzoeken of het Zonnepanelenproject Parkstad moet worden stop gezet voor nieuwe deelnemers en eventueel moet worden doorontwikkeld naar een klimaat- / energiefonds voor bekostiging van verduurzamingsmaatregelen voor inwoners en bedrijven.

Nederland moet in 2030 35 TWh aan duurzame energie opwekken op het land. Om daar invulling aan te geven, zijn regionale afspraken gemaakt, vastgelegd in de Regionale Energie Strategie (RES). Beekdaelen is onderdeel van de RES regio Parkstad, welke deel uitmaakt van de RES-regio Zuid Limburg. In de RES 1.0 zijn voor Beekdaelen een aantal locaties (zoekgebieden) aangemerkt die potentie hebben voor grootschalige energieopwekking. De komende tijd wordt de potentie verder verkend. Ook wordt aanvullend naar andere locaties gezocht, de zonneladder van de provincie Limburg is daarin leidend. Dit alles om concrete stappen te zetten om de doelstelling voor duurzame energie opwek van 0,109 TWh  zoals juni 2021 vastgesteld in de RES 1.0 voor Beekdaelen haalbaar te maken.

Acties in 2023:

  • Uitwerken haalbaarheid zoekgebieden RES 1.0 
  • Meewerken aan de ontwikkeling van een Zonnepark op voormalige stortplaats Schinnen als onderdeel van herontwikkeling Groeve Bruls


Nederland moet in 2050 van het aardgas af, zo ook Beekdaelen. In de Transitievisie Warmte (TVW) wordt een eerste technische analyse gegeven van wijken die kansrijk zijn om voor 2030 van het aardgas te gaan.  De TVW 1.0 is op 21 december 2021 vastgesteld waarna er een verdere (technische en maatschappelijke) verdieping plaatsvindt in de TVW 2.0. Hierna wordt overgegaan op het opstellen van Wijkuitvoeringsplannen (WUP). In het WUP wordt het concreet de haalbaarheid en passende aanpak opgesteld om een wijk/buurt te verduurzamen. De TVW 2.0 met WUP('s) worden omtrent 2023/2024 verwacht. 

Acties in 2023:

  • Het opstellen van de Transitievisie Warmte Beekdaelen 2.0
  • Het opstellen van Wijkuitvoeringsplannen

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - Klimaatadaptatie

Ondanks alle inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken, zijn klimaatverandering en de gevolgen daarvan reeds merkbaar en zichtbaar. Beekdaelen moet zich voorbereiden op extremere weersomstandigheden, zoals zware regenval en periodes met langdurige droogte en hoge temperaturen. Het voorkomen en het beperken van de overlast staat hierbij voorop.  Dat doen we onder andere door in te zetten op het versterken van natuurwaarden en ruimte geven aan natuurlijke waterlopen/ -huishouding.  

De afgelopen jaren nemen de extremen in het weer toe. de komende jaren zal dit nog verder toenemen. We moeten rekening houden met extreme neerslag, toename van warme dagen en langdurige droge perioden. Willen we droge voeten en een leefbare omgeving behouden dan zullen we aanpassingen moeten doorvoeren aan het watersysteem, de waterketen en de omgeving, maar we zullen ook veranderingen moeten accepteren. In 2022 is het klimaatadaptatieplan gezamenlijk met het samenwerkingsverband regio Parkstad opgesteld. In het Gemeentelijk Rioleringplan (GRP) geeft de gemeente Beekdaelen aan welke inspanningen voor de komende periode op dit gebied gepland zijn.

Acties in 2023:

  • Verder vervolgen uitvoeren stresstesten en risicodialoog
  • Verder vervolgen uitvoeren projecten uit het Gemeentelijk Rioleringsplan

Circulaire economie

Terug naar navigatie - Circulaire economie

In de circulaire economie bestaat geen afval en worden grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. Samen met het bedrijfsleven, maatschappelijke partners, kennisinstellingen en andere overheden werkt Beekdaelen aan een duurzame economie voor de toekomst. Wij kunnen niet alles proactief oppakken en we hebben niet overal grip op. Wij maken de keuze om actief aan de slag te gaan met het optimaliseren van de bouw-keten. Op dit gebied stimuleren wij initiatieven van jagen we innovatie aan.  Voor overige onderwerpen haakt de gemeente aan bij landelijke ontwikkelingen en koppelkansen in de regio.