In de notitie ‘balans tussen willen en kunnen’ is beschreven dat de ambitie van de gemeente te hoog is voor enerzijds de financiën en anderzijds de beschikbare ambtelijke capaciteit voor de uitvoering van alle ambities. Indien gekozen zou worden voor uitvoering van alle ambities, dan zou de uitvoering van de basistaken ernstig in de knel komen. Keuzes kunnen ervoor zorgen dat dat willen en kunnen dichter bij elkaar komen. Om het maken van keuzes te vergemakkelijken is een prioriteringskader ontwikkeld op basis waarvan het makkelijker is om te bepalen welke projecten belangrijk zijn en welke juist wat minder.

De organisatie is continu in ontwikkeling. De recent doorgevoerde doorontwikkeling heeft daar de afgelopen periode een extra boost aan gegeven. Het verloop van het personeel is de afgelopen periode gedaald net zoals het ziekteverzuim. Teams zijn beter op elkaar ingespeeld waardoor efficiënter en effectiever wordt gewerkt. Procedures zijn veelal geharmoniseerd, het samenwerken verloopt goed en het ‘wij-gevoel’ wordt daardoor positief versterkt’. Tevens wordt extra geïnvesteerd in kennis en kunde en heeft de raad bij de begroting 2022 besloten extra capaciteit toe te voegen op de plekken waar dat noodzakelijk is.

Daarnaast is een groot aantal van de te prioriteren projecten in uitvoering genomen of maken onderdeel uit van beleid dat nog wordt geformuleerd. De stapel van beleidsvoornemens waarover is gesproken in de notitie ‘balans tussen willen en kunnen’ wordt daardoor korter. Zo wordt een aantal projecten ondergebracht in het mobiliteitsplan (bv het verbeteren van de verkeerstructuur en de fietsstructuur). Andere projecten worden meegenomen in nog te formuleren beleid zoals het project ‘transformatie voormalige sportaccommodaties’ dat wordt meegenomen in het toekomstig accommodatiebeleid. Of het onderhoud van de holle wegen dat wordt betrokken bij het beleid over het landschapskader. 
Het vorenstaande heeft er onder andere voor gezorgd dat we de lopende projecten en de projecten uit het coalitieprogramma kunnen uitvoeren binnen de beschikbare capaciteit met de kwaliteit die we graag willen leveren. 

We realiseren ons echter dat we er nog niet zijn. We zijn nu nog teveel een beheersorganisatie waarin we de dingen doen die we moeten doen. We handelen nog te reactief en willen, samen met partners en burgers, meer aan de voorkant komen. Ook willen we toe naar een organisatie waarbij we (regionaal) aanjagers zijn in de ontwikkeling op diverse beleidsterreinen. Te denken valt daarbij aan woningmarktbeleid, het stikstofbeleid en economie. Het kost tijd en energie om die omslag te realiseren. 

Om die reden is het van belang dat we ons, voordat we nieuw beleid opstarten, nog meer af moeten vragen of dat beleid ook echt bijdraagt aan datgene waar de gemeente voor staat. Het ontwikkelde prioriteringskader kan daarvoor uitstekend als basis dienen.