Begrotingsresultaat en vermogen

Inleiding

Begrotingsresultaat en vermogen

Terug naar navigatie - Begrotingsresultaat en vermogen

Algemeen
Dit hoofdstuk beschrijft de manier waarop het begrotingsresultaat tot stand komt. Daarnaast wordt inzicht gegeven in de omvang van de gespaarde middelen van de gemeente (het zogenaamde vermogen). Voordat we daar nader op ingaan hechten wij eraan allereerst in te gaan op een aantal landelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op de lokale gemeentefinanciën.

Kortingen Rijk
Zoals aangekondigd in de kadernota 2024 en is beschreven in de Voorjaarsnota 2023 van het Rijk blijkt dat gemeenten vanaf 2026 structureel € 3 miljard minder krijgen om hun taken uit te voeren. Daar hebben alle gemeente last van, dus ook de gemeente Beekdaelen. Hierdoor is er geen toereikende structurele financiering van de taken van gemeenten. Dit heeft onvermijdelijk gevolgen voor het voorzieningenniveau, de leefomgeving, de zorg en de ondersteuning die gemeenten hun inwoners kunnen bieden. Tot op heden heeft het kabinet niet gezegd dat het hier om een bezuiniging gaat, maar ook niet aangegeven welke taken niet of minder moeten worden uitgevoerd. De korting van 3 miljard is verwerkt in het resultaat dat de gemeente heeft gepresenteerd in de kadernota 2024.

Inzet VNG
De VNG maakt een vuist tegen het rijk en dringt erop aan dat het rijk gemeenten tegemoet moet komen. Concreet vraagt de VNG het volgende:
•    Ophogen van het gemeentefonds en herstel van het accres vanaf 2026 (€ 3 miljard landelijk vanaf 2026)
•    De opschalingskorting definitief te schrappen (€ 675 miljoen landelijk vanaf 2026)

Voor de jaren 2026 en 2027 zijn gemeenten landelijk voor 1 miljard gecompenseerd. Die compensatie was al verwerkt in het resultaat van de kadernota 2024. Of die compensatie in stand blijft, of dat de gemeenten juist voor een hoger bedrag worden gecompenseerd is ten tijde van het opstellen van deze begroting nog niet duidelijk. De septembercirculaire 2023 die is verwerkt in de voorliggende begroting biedt hier geen inzicht in.

Begrotingsadvies VNG
Op 14 juli jl. heeft de VNG een ledenbrief gestuurd met daarin een begrotingsadvies voor gemeenten. Dat begrotingsadvies bestaat uit twee onderdelen: 
1.    Presenteer voor de jaren 2024 en 2025 een sluitende begroting. 
2.    Breng de lasten in de meerjarenramingen voor 2026 en 2027 in beeld, in de vorm van een realistische begroting. Baseer deze op het huidige takenpakket, de noodzakelijke investeringen, de inflatie, de stijgende rente, de ambities uit uw coalitieakkoord en geschatte mee- en tegenvallers. Naar verwachting zullen de meerjarenramingen 2026 en 2027 dan duidelijk tekorten aangeven.

Achterliggende gedachte van de VNG is dat, door de gevolgen van de keuzes van het kabinet te laten zien, een helder signaal wordt afgegeven aan het demissionaire kabinet en de Tweede Kamer: de gemeentelijke financiën zijn momenteel onvoldoende voor het uitvoeren van het huidige takenpakket. In deze begroting nemen wij het advies van de VNG over. De begroting 2024 is realistisch en, mede om die reden, laten de jaren 2026 en 2027 tekorten zien.

Effect begrotingsadvies VNG voor het provinciaal toezicht
De Provincie hanteert het zogenaamde 'gemeenschappelijk financieel toezichtskader' om te beoordelen of een gemeente onder het lichte repressief (normaal) of preventief (verscherpt) toezicht valt. In dat toezichtskader is beschreven dat gemeenten een begroting dienen aan te bieden die structureel en reëel in evenwicht is. Hierbij hanteert de provincie de regel dat een begroting dat evenwicht heeft als de structurele lasten worden afgedekt door structurele baten in het begrotingsjaar zelf. In het geval van de begroting 2024 betekent dit dat het dienstjaar 2024 van de begroting 2024-2027 structureel en reëel in evenwicht dient te zijn. De voorliggende begroting voldoet aan die eis.

 

 

 

Begrotingsresultaat 2024-2027

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf leggen wij stapsgewijs uit op welke manier het resultaat van deze begroting tot stand komt. Allereerst wordt het resultaat van de kadernota 2024 gecorrigeerd waardoor een gezuiverde basis voor de begroting ontstaat (stap 1). Vervolgens wordt beschreven welke mutaties plaatsvinden in deze begroting 2024 (stap 2). Nadat de stappen 1 en 2 zijn doorlopen is sprake van tekorten in de jaren 2026 en 2027 terwijl in de jaren  2024 en 2025 sprake is van grote overschotten. Wij zullen deze overschotten voor een deel reserveren voor de toekomstige investeringen in de onderwijshuisvestingen in Nuth en Puth. Naar verwachting bedraagt het ongedekte deel van de investeringen in de onderwijsvoorzieningen, nadat de reserveringen in deze begroting hebben plaatsgevonden, nog € 4,2 miljoen.

In de onderstaande tabel is aangegeven hoe het begrotingsresultaat zich ontwikkelt. De laatste rij in de tabel laat het resultaat van deze begroting zien.

Begrotingsresultaat 2024-2027 2024 2025 2026 2027
Resultaat kadernota 2024 740,9 442,0 -2.531,4 -3.517,4
Stap 1: terug naar een gezuiverde basis voor de begroting 834,6 1.107,6 925,5 1.299,5
Stap 2: bijstelling lopende begroting 1.395,0 598,7 -462,6 358,6
Reserveren overschotten 2024 en 2025 voor onderwijshuisvesting -2.000,0 -2.000,0 0,0 0,0
Begrotingresultaat 2024-2027 970,5 148,3 -2.068,5 -1.859,3

Het resultaat laat in de jaren 2026 en 2027 rode cijfers zien. De negatieve resultaten worden de komende periode groter omdat op korte termijn een aantal voorstellen aan de raad wordt aangeboden met daarin beleidsontwikkelingen die een grote financiële impact hebben. Die beleidsontwikkelingen zijn verderop in dit hoofdstuk beschreven onder de paragraaf 'beleidsontwikkelingen via apart raadsvoorstel'.

In het vervolg van deze paragraaf worden de stappen 1 en 2 die zijn vermeld in de tabel achtereenvolgens toegelicht.

Stap 1: terug naar een gezuiverde basis voor de begroting

Terug naar navigatie - Stap 1: terug naar een gezuiverde basis voor de begroting

Als startpunt voor het meerjarig perspectief voor de begroting geldt het resultaat dat is gepresenteerd in de kadernota 2024. Zoals bekend is in die kadernota nieuw beleid opgenomen. Ook zijn in de kadernota maatregelen beschreven die leiden tot een verbetering van het resultaat voor de jaren 2024-2027.

Voor het nieuwe beleid en voor de maatregelen ter verbetering van het resultaat geldt dat deze apart ter besluitvorming aan de raad worden voorgelegd (en dus niet via de kadernota). Daarom worden de kosten en baten die daaruit voortvloeien eerst geëlimineerd. Voor het nieuwe beleid geldt dat deze later in deze begroting weer opnieuw worden opgevoerd (in stap 2). 

De onderstaande tabel laat zien welke bedragen zijn gemoeid met het elimineren van de financiële gevolgen van het nieuwe beleid en de verbetermaatregelen (bedragen x € 1.000, + is positief en – is negatief voor het resultaat van de begroting):

Bepaling basis begrotingsresultaat 2024 2024 2025 2026 2027
Elimineren nieuw beleid in kadernota 2024 1.904,6 2.177,6 2.385,5 2.759,5
Elimineren kostendekkende tarieven, WMO en stelpost -1.070,0 -1.070,0 -1.460,0 -1.460,0
Totaal teruggedraaid 834,6 1.107,6 925,5 1.299,5

Stap 2: bijstelling lopende begroting

Terug naar navigatie - Stap 2: bijstelling lopende begroting

Nu de basis voor de begroting staat kan worden bekeken welke ontwikkelingen zich hebben voorgedaan die een effect hebben op het begrotingsbeeld.

Raadsvergaderingen september 2023 en oktober 2023

Na het vaststellen van de kadernota 2024 hebben twee raadsvergaderingen plaatsgevonden die stukken bevatten die leiden tot financiële mutaties. In de vergadering van 26 september jl. waren dat de besluiten die verband houden met de Gyselaar fase 2, het gemeenschapshuis in Puth, de grondaankoop in Jabeek/ Süsterseel en de pilot straatcoaches. In de raad van 31 oktober¹ de besluiten aangaande de entree van het gemeenschapshuis in Schinnen, het speelruimtebeleid en het masterplan Schinveld 2.0. Bij elkaar leiden de besluiten uit deze vergaderingen tot een aanvullende structurele ruimtevraag van ruim € 400 duizend euro.

Nieuw beleid  aangekondigd in de kadernota

In de kadernota is aangekondigd dat een aantal beleidsinitiatieven gaat landen in de begroting 2024. Voor een aantal van deze initiatieven geldt dat de bedragen zijn veranderd ten opzichte van de bedragen die waren vermeld in de kadernota. De bedragen die nu in de begroting staan zijn nader uitgezocht en daarmee meer accuraat.  

Voor één beleidsinitiatief geldt dat deze kosten niet waren aangekondigd in de kadernota 2024 terwijl dit krediet wel in deze begroting wordt gevraagd. Het betreft het project 'aanschaf nieuw zaaksysteem'. 

Het nieuwe beleid dat in deze begroting wordt gevraagd is in de onderstaande tabel samengevat (bedragen in duizenden euro's). Per beleidsinitiatief is aangegeven of het gaat om noodzakelijk beleid (A), nuttig beleid (C) of dat sprake is van een mix van nut en noodzaak (B). Op die manier trachten wij tot enige prioritering te komen. Ook is, per beleidsinitiatief, aangegeven in welke paragraaf van deze begroting een nadere toelichting kan worden gevonden.

¹ Gezien het feit dat deze begroting is verspreid voordat de raadsvergadering van 31 oktober heeft plaatsgevonden, wordt er vanuit gegaan dat alle raadsvoorstellen die zijn geagendeerd voor de raad van 31 oktober conform voorstel door de raad worden besloten. 

Nieuw Beleid
No Inventarisatie beleid A,B of C § Eenmalig (D) Dekking (E) Netto (D-E) 2024 2025 2026 2027
Programma Inwoners, bestuur en veiligheid
1 Werkplekken A 1.3.2 0,0 0,0 0,0 18,8 67,4 115,9 164,5
2 Datagedreven werken B 1.3.2 142,8 0,0 142,8 0,0 0,0 0,0 0,0
3 Kinderraad C 1.3.2 0,0 0,0 0,0 5,0 5,0 5,0 5,0
4 Aanschaf nieuw zaaksysteem A 1.3.2 172,5 70,2 102,3 0,0 0,0 0,0 0,0
Programma Sociale leefomgeving
5 Beschermd wonen/ Skaeve Huse C 2.3.2 450,0 100,0 350,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Programma Fysieke leefomgeving
6 Geluidskaarten A 3.3.2 25,0 0,0 25,0 0,0 0,0 0,0 0,0
7 Uitvoeren boomveiligheidscontrole A 3.3.2 0,0 0,0 0,0 30,0 15,0 15,0 15,0
8 Groot onderhoud beplanting A 3.3.2 70,0 0,0 70,0 0,0 0,0 0,0 0,0
9 Aanbesteding beheer bomen en groen sportvelden A 3.3.2 30,0 0,0 30,0 0,0 0,0 0,0 0,0
10 Vertaling Nationaal Programma Landelijk Gebied C 3.3.2 700,0 350,0 350,0 pm pm pm pm
naar het Limburgs programma landelijk gebied
Rentekosten A 0,0 9,6 9,6 9,6
Rentekosten B 0,0 4,6 4,6 4,6
Rentekosten C 0,0 37,3 37,3 37,3
Totalen 1.590,3 520,2 1.070,1 53,8 138,9 187,4 236,0

Rentekosten nieuw gemeentehuis

Op 31 januari 2023 heeft de raad besloten in te stemmen met het realiseren van de gemeentelijke huisvesting op de locatie 'De Horsel'. Bij de bepaling van de omvang van de exploitatiekosten is rekening gehouden met een rentepercentage van 0%. Daarover is de raad via een raadsinformatiebrief (met als registratienummer 185957/341489) geïnformeerd. De afgelopen periode is de rente gestegen. Om die reden willen we de raad via deze begroting voorstellen om de rentekosten te verhogen tot het actuele rentepercentage van afgerond 3,2%. Dat betekent een belasting van het resultaat voor een bedrag van € 390.000 vanaf het jaar 2026.

Budgetbijstellingen

Gebleken is dat een aantal budgetten die in de begroting zijn opgenomen bijstelling behoeft. Het structurele voordeel van die bijstellingen bedraagt ruim € 600.000 euro per jaar. Hierna wordt uiteengezet waar de voordelen door worden veroorzaakt.

Herverdeling BUIG- middelen
Gemeenten ontvangen van het Rijk een gebundelde uitkering (BUIG) voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (levensonderhoud startende ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie. Deze BUIG- middelen worden vanaf het jaar 2024 op een nieuwe manier verdeeld over de gemeenten. De gemeente Beekdaelen is voordeelgemeente en ontvangt als gevolg daarvan € 360.000 per jaar meer dan begroot.

Toerekening compensabele btw aan afval- en rioolheffing
Naast het voordeel als gevolg van de herverdeling van de BUIG- gelden ontstaat ook een voordeel als gevolg van de stijging van de riooluitgaven en de kosten voor afval. Net zoals voorgaande jaren wordt er ook nu voor gekozen om compensabele btw toe te rekenen aan de heffing. Dat betekent dat de btw- component van exploitatiekosten en afschrijvingskosten als voordeel ten gunste van het begrotingsresultaat komen (btw zit niet in de lasten, maar wel in de heffing). Door de hogere kosten van afval en rioleringen stijgt de btw component en daarmee ook het voordeel voor de begroting. Dat voordeel is overigens ook nodig, omdat gemeenten op macro- niveau worden gekort voor de btw die bij het rijk wordt gecompenseerd. Het totale voordeel als gevolg van het vorenstaande bedraagt afgerond € 450.000.

Lagere legesopbrengst door Wet Kwaliteitsborging
Tegenover de hiervoor vermelde voordelen ontstaat een nadeel omdat de Wet Kwaliteitsborging die per 1 januari 2024 ingaat leidt tot een lagere opbrengst van de leges. De verwachte lagere legesopbrengsten bedragen afgerond € 150.000.

Hogere voordelen in de jaren 2024 en 2025
In de jaren 2024 en 2025 is het positieve effect nog groter dan in de jaren daarvoor. Die  voordelen komen doordat de in de begroting 2023 geraamde bijramingen op de energiebudgetten wegens de gestegen energiekosten weer kunnen worden afgeraamd. Het prijsniveau bevindt zich voor de gemeente Beekdaelen weer nagenoeg op het niveau van vóór de energiecrisis. Los van dat voordeel vallen de geraamde  rentekosten in het jaar 2024 lager uit dan eerder aangenomen. De raad heeft in de eerste burap 2023 besloten een lening af te sluiten van € 25 miljoen. De daarbij horende rentekosten zijn voor de volledige omvang geraamd vanaf het jaar 2024. Aangezien de betreffende gelden deels pas op een later moment nodig zijn, is ervoor gekozen om de lening gefaseerd in 2024 af te roepen. Dat betekent dat de geraamde rentekosten in 2024 lager uitvallen dan eerder aangenomen. 

Septembercirculaire 2023 gemeentefonds
De middelen die de gemeente krijgt gestort in het gemeentefonds zijn net genoeg om de loon- en prijsstijgingen te kunnen opvangen. Vanaf het jaar 2027 is echter sprake van een voordeel. Dat voordeel wordt veroorzaakt doordat het accres in dat jaar naar boven wordt bijgesteld. 

De onderstaande tabel laat de mutaties zien die het gevolg zijn van de in deze stap vermelde ontwikkelingen (bedragen x € 1.000, + is positief en – is negatief voor het resultaat van de begroting):

Bijstellingen lopende begroting 2024 2025 2026 2027
Raadsvergaderingen september en oktober -322,2 -398,4 -424,5 -424,5
Nieuw beleid aangekondigd in de kadernota 2024 -53,8 -138,9 -187,4 -236,0
Rentekosten nieuwe huisvesting gemeentehuis 0,0 0,0 -398,8 -398,8
Budgetbijstellingen 1.680,2 1.044,3 690,3 625,9
Septembercirculaire 2023 gemeentefonds 90,8 91,6 -142,2 792,0
Totale bijstellingen lopende begroting 2024 1.395,0 598,7 -462,6 358,6

Beleidsontwikkelingen via apart raadsvoorstel

Terug naar navigatie - Beleidsontwikkeling via apart raadsvoorstel

In de kadernota is, naast nieuw beleid dat in de begroting landt, ook aangegeven dat nieuwe beleidsinitiatieven volgen waarvan de extra kosten worden voorgelegd via aparte raadsvoorstellen. Het inzicht dat de kadernota gaf voor wat betreft die beleidsinitiatieven is achterhaald, aangezien een aantal van die raadsvoorstellen al door de raad is vastgesteld in de raadsvergaderingen van september en van oktober. 

Onderstaand treft u een geactualiseerd overzicht aan, waarin ook weer de codering is aangebracht voor noodzakelijk beleid (A), nuttig beleid (C) en een mix variant (B). Per beleidsinitiatief is aangegeven in welke paragraaf van deze begroting een nadere toelichting kan worden gevonden. Het betreffende overzicht is puur informatief. Over de betreffende beleidsinitiatieven wordt via deze begroting geen besluitvorming gevraagd (bedragen x € 1.000, + is positief en – is negatief voor het resultaat van de begroting).

Nieuw Beleid
No Inventarisatie beleid Jaar A,B of C § Eenmalig (D) Dekking (E) Netto (D-E) 2024 2025 2026 2027
Programma Sociale leefomgeving
a Onderwijshuisvesting school middengebied 2024 A 2.3.3 6.400,0 6.400,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0
b Uitrol pilot straatcoaches 2026 C 2.3.3 pm pm pm 0,0 0,0 100,0 100,0
Programma Fysieke leefomgeving
c Rehabilitaties wegen 2024 A 3.3.3 0,0 pm 0,0 0,0 184,4 455,0 785,4
d Meerjarig onderhoud culturele kunstwerken 2024 A 3.3.3 pm pm pm 0,0 18,0 18,0 18,0
e Cofinanciering centrumplan Schimmert 2024 A 3.3.3 250,0 0,0 250,0 0,0 0,0 0,0 0,0
f Meerjarig onderhoudsplan gebouwen 2024 A 3.3.3 0,0 0,0 0,0 600,0 600,0 600,0 600,0
Meerjarig onderhoudsplan gebouwen duurzaamheid 2025 C pm pm pm 0,0 1.000,0 1.000,0 1.000,0
g Uitbreiding standplaatsen woonwagens 2024 B 3.3.3 320,0 0,0 320,0 0,0 0,0 0,0 0,0
h Renovatie verduurzaming Bloemenbuurt Schinveld 2025 C 3.3.3 1.000,0 700,0 300,0 0,0 0,0 0,0 0,0
Rentekosten A 0,0 215,5 215,5 215,5
Rentekosten B 0,0 10,4 10,4 10,4
Rentekosten C 0,0 0,0 32,4 32,4
Totalen 7.970,0 7.100,0 870,0 600,0 2.028,2 2.431,2 2.761,6

Naast het beleid dat is vermeld in de tabel is ook sprake van twee andere grote ontwikkelingen die een groot beslag gaan leggen op de gemeentelijke middelen: de onderwijshuisvestingen in Puth en in Nuth. Die grote ontwikkelingen worden gepleegd in de jaren ná het meerjarig perspectief 2024-2027. Zoals het er op dit moment uitziet kunnen die investeringen niet worden uitgevoerd: het resultaat is negatief en het vermogen is ontoereikend. Zeker als de raad ook nog besluit om het nieuwe beleid dat in deze paragraaf is beschreven uit te voeren. Het spreekt voor zich dat bij ongewijzigde financiële vooruitzichten nieuwe investeringen- bovenop de hier reeds genoemde initiatieven- het financiële resultaat van onze gemeente nog meer verslechteren.

Als de beleidsvoorstellen die zijn beschreven in de bovenstaande tabel unaniem worden overgenomen dan heeft dat grote gevolgen voor het (meerjarig) begrotingsbeeld. De onderstaande tabel maakt dit inzichtelijk (bedragen x € 1.000, + is positief en – is negatief voor het resultaat van de begroting).

Nieuw beleid via aparte raadsvoorstellen 2024 2025 2026 2027
Begrotingsresultaat 2024-2027 970,5 148,3 -2.068,5 -1.859,3
Nieuw beleid via aparte raadsvoorstellen -600,0 -2.089,8 -2.492,8 -2.823,2
Toekomstig resultaat na raadsvoorstellen 370,5 -1.941,5 -4.561,3 -4.682,5

Mogelijke oplossingsrichtingen

Terug naar navigatie - Mogelijke oplossingsrichtingen

Zoals eerder in deze paragraaf beschreven stevent de gemeente vanaf het jaar 2026 af op tekorten. We moeten de komende jaren om die reden op zoek gaan naar mogelijkheden om het resultaat te verbeteren: we kunnen niet anders. Die mogelijkheden kunnen worden gezocht aan de uitgavenkant (besparingen) of aan de inkomstenkant (verhogen lokale heffingen). Onderstaand treft u enige suggesties aan.

Kostendekkend maken afvalstoffenheffing
In de begroting 2023 heeft de raad besloten om een deel van de gestegen kosten van afval niet in rekening te brengen bij de burgers. Besloten kan worden de tarieven weer terug te brengen op een kostendekkend niveau. Dat leidt tot een stijging van het vast recht van ongeveer 25 euro per gezin.  Voor de gemeentebegroting betekent dit een voordeel van € 400.000.

Kostendekkend maken leges
De leges in de gemeente zijn al sinds jaar en dag niet kostendekkend. Verhoging tot het kostendekkende tarief betekent een structurele verbetering van het resultaat van afgerond € 500.000. 

Inkomensafhankelijke bijdrage WMO
Vanaf het jaar 2026 worden gemeenten voor wat betreft de WMO in de gelegenheid gesteld af te stappen van het wettelijk vastgestelde vaste abonnementstarief. Er kan een inkomensafhankelijke bijdrage worden gevraagd die leidt tot een stijging van de baten enerzijds. Anderzijds leidt de afschaffing van het abonnementstarief mogelijk  tot een afname van de vraag en daarmee ook tot een afname van de kosten. De beheerders van het gemeentefonds hebben vanaf het jaar 2026 een korting in het gemeentefonds doorgevoerd, die gemeenten kunnen terugverdienen door het abonnementstarief af te schaffen en de inkomensafhankelijke bijdrage in te voeren. Naar verwachting leidt de invoering van de inkomensafhankelijke bijdrage tot een voordeel van jaarlijks bijna €400.000.

Besparingen
De gemeentelijke budgetten zijn in de begroting opgenomen om de gestelde doelen te bereiken. Verlaging van de budgetten heeft daarmee vanzelfsprekend gevolgen voor de mate waarin de gestelde doelstellingen worden gehaald. De besparingen leiden daarmee tot (vaak negatieve) maatschappelijke effecten. De gemeente is druk doende het besparingspotentieel in kaart te brengen alsmede de negatieve effecten die de besparingen tot gevolg hebben. Op die manier kunnen er voor de toekomst keuzes worden gemaakt.

Verhogen lokale heffingen
Naast besparingen kan ook worden gedacht aan verhoging van de lokale heffingen. Zo kan de toeristenbelasting op termijn worden verhoogd. Dat achten wij niet ondenkbaar met het oog op de investeringen die de laatste jaren hebben plaatsgevonden op het gebied van recreatie en toerisme. Daarnaast bestaat de mogelijkheid de onroerendzaakbelasting te verhogen. Een verhoging van de onroerend zaakbelasting met 1% leidt tot een inkomstenstijging van indicatief € 80.000. Zoals vermeld in het coalitieprogramma ‘Ons thuis, Ons Beekdaelen’ willen we de lastenstijging van de burger zo beperkt mogelijk houden.

Voor de vermelde oplossingsrichtingen geldt, net als voor het nieuwe beleid dat wordt gevraagd via aparte raadsvoorstellen, dat besluitvorming in deze begroting nog niet wordt gevraagd. Betreffende maatregelen willen we laten afhangen van de omvang van de toekomstige tekorten. In de toekomstige buraps, kadernota's en begrotingen wordt de raad daar actief over geïnformeerd.

In de onderstaande tabel zijn de bedragen die horen bij de oplossingsrichtingen samengevat (bedragen in duizenden euro's).

Mogelijke oplossingsrichtingen bedrag
Kostendekkend maken afvalstoffenheffing 400,0
Leges kostendekkend maken 507,0
Inkomensafhankelijke bijdrage WMO 390,0
Besparingen (afhankelijk van keuzes die nog gemaakt worden) pm
Extra verhogen lokale heffingen (afhankelijk van stijgingspercentage) pm
Totale mogelijke oplossingsrichtingen 1.297,0

Reëel en structureel evenwicht

Berekening

Terug naar navigatie - Berekening

Om vast te kunnen stellen dat er sprake is van structureel evenwicht dient het begrotingsresultaat gecorrigeerd te worden voor incidentele lasten en baten. Voor een specificatie van de incidentele lasten baten wordt verwezen naar de bijlage "Overzicht van incidentele baten en lasten".

Structureel evenwicht (bedragen x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Begrotingsresultaat 970,5 148,3 -2.068,5 -1.859,3
Correctie incidentele lasten en baten 1.790,1 3.495,3 -18,8 -31,6
Resultaat na correctie incidentele lasten en baten 2.760,6 3.643,6 -2.087,3 -1.890,9

Reserves en voorzieningen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In deze paragraaf wordt ingegaan op de reserves en voorzieningen van de gemeente Beekdaelen voor het begrotingsjaar 2024. Voor het jaar 2024 worden de mutaties beschreven van achtereenvolgens de algemene reserve, de bestemmingsreserves en de voorzieningen. Voor een meerjarig overzicht wordt verwezen naar de bijlage ‘staat van reserves en voorzieningen’.

Het deel van de reserves waar de gemeente nog vrij over kan beschikken bedraagt naar de huidige inzichten afgerond € 3,2 miljoen. Daar is de afgelopen jaren flink op ingeboet. Mede gelet op de grotere opgaven in de toekomst komt de reservepositie ernstig in gevaar. Dat in combinatie met de tekorten die eerder zijn beschreven in de paragraaf 'begrotingsresultaat en vermogen' maakt dat de gemeente nog behoedzamer dan normaal moet omgaan met nieuwe initiatieven die aanvullende middelen kosten. 

Algemene reserve

Terug naar navigatie - Algemene reserve

De algemene reserve van de gemeente bestaat uit een algemeen deel, de reserve herindeling en de reserve nog te bestemmen. De algemene reserves worden nu toegelicht.

  • Algemeen deel
    De algemene reserve is een reserve waaraan de raad geen bestemming heeft gegeven. Het is vrij besteedbaar vermogen van de gemeente met dien verstande dat het als belangrijkste functie het vormen van een buffer voor financiële tegenvallers heeft.
  • Reserve herindeling
    Deze reserve wordt aangewend om de uitgaven te dekken die voortkomen uit de herindeling (fusiebudget).
  • Reserve nog te bestemmen
    Deze reserve kent weliswaar een bufferfunctie maar hoeft bij een toereikende algemene reserve niet als zodanig te functioneren. De reserve is daarom vrij besteedbaar. 
Algemene reserve (bedragen x € 1.000) begin 2024 bij 2024 af 2024 eind 2024
Algemene reserve 4.197,4 - - 4.197,4
Reserve herindeling 52,0 - 14,8 37,2
Reserve nog te bestemmen 4.155,7 47,2 1.038,0 3.164,8
Totaal algemene reserve 8.405,1 47,2 1.052,8 7.399,5

Hierna worden de belangrijkste toevoegingen en onttrekkingen toegelicht:

Toevoegingen:
Op 8 oktober 2019 is het raadsvoorstel verduurzamen gemeentelijke gebouwen aangenomen. De toevoeging aan de reserve nog te bestemmen komt voort uit dit raadsvoorstel en betreft enerzijds lagere energielasten als gevolg van verduurzamen van gemeentelijke panden en anderzijds de terugbetaling van verstrekte duurzaamheidsleningen. 

Onttrekkingen:
De onttrekking aan de reserve herindeling ad € 15.000 betreft de compensatie van de lagere huurinkomsten voor sportaccommodaties. In de begroting 2021 is besloten dat het uitgangspunt voor het geharmoniseerde beleid in de basis budgettair neutraal is. Eventuele nadelige gevolgen worden tijdelijk overbrugd met een overgangsregeling. De kosten voor deze overgang zijn incidenteel en opgenomen in deze begroting en komen ten laste van het fusiebudget. Voor wat betreft accommodaties geldt een overgangsperiode van 4 jaren. 2024 is het laatste jaar van de overgangsperiode. 

De reserve nog te bestemmen neemt af met € 1,038 miljoen. Dit bedrag wordt toegevoegd aan de geclaimde reserve. De geclaimde reserve wordt aangewend ter dekking van kredieten die in deze begroting worden gevoteerd. 

Bestemmingsreserves

Terug naar navigatie - Bestemmingsreserves

Het totaal van de bestemmingsreserves bedraagt per 1 januari 2024 € 71,2 miljoen: 

Bestemmingsreserve (bedragen x € 1.000) begin 2024 bij 2024 af 2024 eind 2024
Bruteringsreserve 49.771,7 - 2.496,4 47.275,3
Reserve niet bestede middelen voorg.dienstjaren 2.207,7 - 318,7 1.889,0
Reserve organisatie ontwikkeling 2.054,5 - - 2.054,5
Reserve afwachting harmonisatie beleid 1.324,2 - - 1.324,2
Reserve inzet mjr 2019-2022 93,7 - - 93,7
Reserve landschapsfonds 315,8 - - 315,8
Geclaimde reserve 5.342,1 1.161,6 2.377,3 4.126,5
Reserve onderwijshuisvesting asielzoekerskinderen 632,8 - - 632,8
Reserve participatiebedrijf Vidar 42,4 - - 42,4
Reserve prijstijging projecten 4.050,4 - - 4.050,4
Reserve onderwijshuisvesting 5.350,0 2.000,0 - 7.350,0
Totaal bestemmingsreserves 71.185,3 3.161,6 5.192,4 69.154,5

Gedurende 2024 nemen de bestemmingsreserves per saldo af met € 2 miljoen. De geraamde aanwendingen zijn groter dan de geraamde toevoegingen. De belangrijkste toevoegingen en aanwendingen worden hieronder toegelicht.

Toevoegingen

Geclaimde reserve
De geclaimde reserve wordt met € 1,1 miljoen verhoogd waarvan ruim € 100.000 ten laste van de reserve niet bestede middelen voorgaande dienstjaren en ruim € 1 miljoen ten laste van de reserve nog te bestemmen ter dekking van kredieten. Ook voor de geclaimde reserve geldt dat daar een veelheid van investeringen uit worden gedekt waar de raad al eerder een besluit over heeft genomen.

Voor de periode 2023 tot en met 2027 wordt de wensbus gesubsidieerd ter hoogte van het verwachte exploitatietekort. Hiermee wordt de wensbus financieel ondersteund om de functie ter invulling van een algemeen voorliggende vervoersvoorziening in stand te houden. Binnen het beschikbare budget wordt in 2024  € 23.600 gereserveerd via een toevoeging aan de geclaimde reserve. Voor de periode 2025 tot en met 2027 vindt een aanwending plaats.

Reserve onderwijshuisvesting
Aan de reserve onderwijshuisvesting wordt in 2024 € 2 miljoen toegevoegd om de toekomstige onderwijshuisvesting te kunnen financieren.

Onttrekkingen

Bruteringsreserve
Om kapitaallasten te dekken wordt de bruteringsreserve voor € 2,5 miljoen aangewend. De reserve niet bestede middelen voorgaande dienstjaren wordt voor € 219.000 aangewend ter compensatie voor de gemiste renteopbrengsten wegens de afkoop van de belegging AGP in 2019. Een bedrag van € 100.000 wordt aangewend en toegevoegd aan de geclaimde reserve. 

Geclaimde reserve
De geclaimde reserve wordt voor € 2,4 miljoen aangewend ter dekking van uitgaven die verband houden met diverse kredietvoteringen.

Voorzieningen

Terug naar navigatie - Voorzieningen

Onderstaand treft u een overzicht aan van de voorzieningen. 

Voorzieningen (bedragen x € 1.000) begin 2024 bij 2024 af 2024 eind 2024
Voorziening pensioenen wethouders 1.256,7 - - 1.256,7
Voorziening openbare verlichting 404,8 200,0 - 604,8
Voorziening onderhoud gebouwen MOP 2.508,1 601,5 869,9 2.239,7
Voorziening onderhoud gebouwen niet in MOP 106,1 - - 106,1
Voorziening riolen 5.403,1 - 527,5 4.875,6
Voorziening onderhoud wegen 4.464,0 - 299,1 4.164,9
Voorziening civiele kunstwerken 211,9 6,0 6,0 211,9
Voorziening asbestsanering 27,2 - - 27,2
Voorziening oninbare debiteuren BsGW 313,5 125,0 - 438,5
Voorziening oninbare debiteuren privaat/publiekrechtelijk 249,9 - - 249,9
Voorziening spaarverlof 55,7 - - 55,7
Voorziening afvalverwerking 344,3 - - 344,3
Voorziening rehabilitatie wegen - 117,0 - 117,0
Voorziening masterplan 2.0 Schinveld 4.700,0 - - 4.700,0
Totaal bestemmingsreserves 20.045,3 1.049,6 1.702,5 19.392,4

Hierna worden de belangrijkste toevoegingen en onttrekkingen toegelicht:

Toevoegingen
Aan diverse voorzieningen worden bedragen toegevoegd die, op grond van onderhoudsplannen, de komende jaren nodig zijn om onderhoud te kunnen plegen aan kapitaalgoederen. Het gaat om de voorziening openbare verlichting, de voorzieningen onderhoud gebouwen, de voorziening civiele kunstwerken en de voorziening rehabilitatie wegen. Voor oninbaarbaarheid van belastingdebiteuren wordt € 125.000 toegevoegd.

Onttrekkingen
Voor onderhoud gebouwen, wegen en civiele kunstwerken wordt respectievelijk € 870.000, € 299.000 en € 6.000 aangewend. De aanwendingen stroken met de onderhoudsplannen die voor de kapitaalgoederen zijn opgesteld.

Het saldo op de exploitatiebudgetten voor riolering wordt geëgaliseerd door de voorziening riolen voor een bedrag van € 527.000 aan te wenden.