(Verplichte) paragrafen

Inleiding paragrafen

Intro

Terug naar navigatie - Intro

Naast de programma’s zijn gemeenten verplicht om zeven programma-overstijgende paragrafen in de begroting op te nemen. Dat is vastgelegd in de financiële spelregels waar gemeenten zich aan moeten houden (het besluit begroting en verantwoording BBV). De onderwerpen die zijn beschreven in de paragrafen laten zich vaak niet vangen in een enkel programma. 

De paragrafen zijn belangrijk voor een verbetering van het inzicht in de financiën en het beleid van de gemeente. De paragrafen zijn om verschillende redenen opgenomen:

  • Het onderwerp heeft een grote financiële impact.
  • Het onderwerp heeft een grote politieke betekenis.
  • Het onderwerp is van belang voor de uitvoering van de programma’.

Naast de verplichte zeven programma-overstijgende paragrafen is de paragraaf duurzaamheid in deze begroting opgenomen. Dat onderwerp heeft immers grote (financiële) impact en is maatschappelijk en politiek van belang.

Lokale heffingen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Deze paragraaf geeft een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen op hoofdlijnen. Hiermee ontstaat inzicht in de lokale lastendruk, die van belang is voor de integrale afweging tussen beleidswensen enerzijds en de daarvoor te verwerven inkomsten anderzijds. Deze paragraaf bevat tevens het beleid van de gemeente over de lokale heffingen en kwijtschelding.

Overzicht van de lokale belastingen

Terug naar navigatie - Overzicht van de lokale belastingen

De geraamde opbrengsten ozb,  secretarieleges, toeristenbelasting en begrafenisrechten zijn  geïndexeerd met 3,1%.  De opbrengst rioolheffing is gebaseerd op de verwachte (toekomstige) kosten inzake riolering. De stijging van de opbrengst afvalstoffenheffing betreft uitsluitend de dekking van de geraamde hogere uitgaven 2024. In verband met de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 kent de tarieventabel van de legesverordening diverse nieuwe bepalingen en prijzen (hoofdstuk 2 van de tarieventabel). Voor zover mogelijk is voor de bepaling van de hoogte daarvan aansluiting gezocht bij de tarieven 2023 geïndexeerd met 3,1%, het advies van de RUD gevolgd of een eigen inschatting gemaakt.  

In onderstaande tabel is een specificatie opgenomen van de opbouw van de in de begroting geraamde lokale belastingen, heffingen en retributies (bedragen in duizenden euro's).

Overzicht lokale heffingen (bedragen x € 1.000) 2024 2025 2026 2027
Ozb eigenaren woningen 6.198 6.198 6.198 6.198
Ozb eigenaren niet-woningen 1.043 1.043 1.043 1.043
Ozb gebruikers niet-woningen 773 773 773 773
Afvalstoffenheffing/reinigingsrechten 5.490 5.489 5.489 5.488
Rioolrechten 5.847 6.117 6.388 6.658
Leges bestemmingsplannen en omgevingsvergunningen 386 386 386 386
Secretarieleges 634 650 753 835
Aansluiting riolering 31 31 31 31
Aanleg inritten 21 21 21 21
Grondzaken 5 5 5 5
Marktgelden 4 4 4 4
Toeristenbelasting 154 154 154 154
Begrafenisrechten 122 122 122 122
Totaal 20.708 20.993 21.367 21.718

Opbouw lokale belastingen en heffingen

Terug naar navigatie - Opbouw lokale belastingen en heffingen

Uit onderstaande tabel volgt dat het grootste deel van de inkomsten uit lokale heffingen bestaat uit de onroerendezaakbelasting (38,7%), afvalstoffenheffing (26,5%) en rioolrechten (28,2%).

Belastingsoort % bedrag x 1.000)
Onroerende zaakbelasting 38,7% 8.014
Afvalstoffenheffing 26,5% 5.490
Rioolrechten 28,2% 5.847
Bouwleges 1,9% 386
Secretarieleges 3,1% 634
Overige 1,6% 337
Totaal 100,00% 20.708

Ontwikkeling van lokale lasten

Terug naar navigatie - Ontwikkeling van lokale lasten

In onderstaande tabel worden de woonlasten van een gemiddeld huishouden in 2024 afgezet tegen de woonlasten in 2023:

Woonlasten 2023 2024
OZB 357,29 368,37
Afvalstoffenheffing 293,43 342,55
Rioolheffing 300,00 324,77
Totale woonlasten 950,72 1.035,69

In het vervolg van deze paragraaf worden de ontwikkelingen van de lokale lasten toegelicht.

Onroerendezaakbelastingen (OZB)

Terug naar navigatie - Onroerendezaakbelastingen (OZB)

De onroerendezaakbelasting is een belasting die wordt geheven over, zoals de naam al zegt, onroerende zaken. Deze belasting is van de lokale heffingen de grootste inkomstenbron. Met de opbrengst uit de OZB kan de gemeente onder andere uitgaven op het gebied van veiligheid, onderhoud openbaar groen en voorzieningen bekostigen. Zo draagt de OZB bij aan het voorzieningenniveau binnen de gemeente.

Er zijn drie groepen die een aanslag OZB krijgen:

  1. Eigenaren van woningen
  2. Eigenaren van niet-woningen (bijvoorbeeld bedrijfspand)
  3. Gebruikers niet- woningen

Gebruikers van woningen (bijvoorbeeld huurders) ontvangen geen aanslag ozb.

De te betalen ozb wordt berekend als percentage van de WOZ-waarde van de woning of niet-woning. De WOZ-waarde (waardering onroerende zaken) wordt jaarlijks opnieuw vastgesteld. Om het tarief (percentage) van de OZB voor het komende belastingjaar te bepalen, wordt de verwachte ozb-opbrengst gedeeld door de totale WOZ-waarde van alle onroerende zaken binnen de gemeente Beekdaelen. De raad kan ervoor kiezen om de opbrengst te verhogen (naast de inflatiecorrectie). Voor 2024 wordt voorgesteld om de opbrengst alleen voor de inflatie te corrigeren en verder geen verhoging toe te passen. Voor 2024 is het inflatiepercentage 3,1%.

Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Afvalstoffenheffing

De gemeente is wettelijk verantwoordelijk voor de inzameling van het afval van huishoudens. Hiervoor worden kosten gemaakt. Voor de opbrengst uit de afvalstoffenheffing geldt dat deze niet meer dan kostendekkend mag zijn; de gemeente mag dus niet meer in rekening brengen dan de kosten die zij voor het inzamelen van afval maakt.
De dienstverlening met betrekking tot afvalinzameling wordt uitgevoerd door de combinatie van de GR Rd4 en de NV RWM. 
Ook in 2024 stijgen de kosten van afvalinzameling. Deze stijging wordt onder meer veroorzaakt door CAO-effecten 2023 en de toename van de kosten van kwijtschelding . Het vaste tarief 2024 is in vergelijking met 2023 verhoogd met € 41,88 ter dekking van de kostenstijgingen 2024. Het kostendekkingspercentage bedraagt 93,2%. 

Belastingsoort tarief 2023 tarief 2024
Vastrecht 232,20 274,08
Diftar aanbieden container restafval 140 lt 6,45 7,00
Diftar aanbieden container restafval 240 lt 8,75 10,00
Diftar aanbieden container gft-afval 140 lt - -
Diftar aanbieden container gft-afval 240 lt - -

Onderstaande tabel geeft inzicht in de kostendekkendheid van afval:

Kostendekkendheid afvalstoffenheffing begroting 2024
Kosten taakvelden:
2.1 Verkeer en vervoer -55.109
6.3 Inkomensregelingen -191.000
7.3 Afval -4.603.716
Inkomsten taakveld(en), excl heffingen 145.294
Netto kosten taakvelden -4.704.531
Toe te rekenen kosten:
Overhead -331.779
BTW -855.237
Totale lasten -5.891.547
Opbrengst heffingen 5.489.701
Dekkingspercentage 93,2%

Uit bovenstaande tabel valt af te lezen dat het dekkingspercentage slechts 93,2% is. In 2023 is het uitgangspunt van 100% kostendekkendheid (tijdelijk) losgelaten. Bij de berekening van het tarief voor 2024 zijn alleen de kostenstijgingen 2024 meegenomen; het structurele tekort ontstaan in 2023 blijft dus ongedekt.   

Rioolheffing

Terug naar navigatie - Rioolheffing

De gemeente heeft bij wet een zorgplicht voor drie beleidsvelden op het gebied van water. Doel van de rioolheffing is om geld vrij te maken voor onder meer:

  • de afvoer van afvalwater;
  • de afvoer van regenwater (ook wel hemelwater genoemd);
  • het kwaliteitsbeheer van grondwater.

De rioolheffing is een bestemmingsheffing. Dit betekent dat de opbrengst niet hoger mag zijn dan de kosten. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 vervalt de verplichting om een gemeentelijk rioleringsplan (GRP) op te stellen. In de memorie van toelichting bij deze wet is echter wel aangegeven dat het opstellen van een omgevingsprogramma voor riolering en water belangrijk is. Op 31 oktober j.l is het Water- en rioleringsprogramma Beekdaelen 2024 - 2027 door de raad vastgesteld. Dit programma geeft inzicht in de kosten van de invulling van de gemeentelijke zorgplichten voor afvalwater, hemelwater en grondwater en vormt de basis voor de berekening van het tarief rioolheffing.

De belasting wordt geheven naar een vast bedrag per perceel (€ 194,86) verhoogd met een bedrag geheven naar het aantal kubieke meters water dat vanuit het perceel wordt afgevoerd. Voor het bedrag per m3 afgevoerd water geldt onderstaande staffeling:

Van 1 m3 tot en met 300m3 € 129,91
Van 301 m3 tot en met 3.000 m3 € 129,91 basistarief, vermeerderd met € 116,92 per eenheid van 300m3, waarmee de hoeveelheid van 300m3 wordt overschreden
Van 3.001 m3 tot en met 6.000 m3 € 1,182,19 basistarief, vermeerderd met € 90,93 per eenheid van 300m3, waarmee de hoeveelheid van 3.000m3 wordt overschreden
Boven de 6.000 m3 € 2.091,49 basistarief, vermeerderd met € 64,95 per eenheid van 300m3, waarmee de hoeveelheid van 6.000m3 wordt overschreden


Voor een huishouden/bedrijf met een waterverbruik tot en met 300m3 wordt de aanslag € 324,77 (vastrecht € 194,86 en op basis van waterverbruik € 129,91). 

Tarieven rioolheffing 2023 en 2024
In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de mate van kostendekkendheid rioolheffing:

Kostendekkendheid rioolheffing 2024
Kosten taakvelden:
2.1 Verkeer en vervoer -91.849
6.3 Inkomensregelingen -213.000
7.2 Rioleringen -4.725.111
7.4 Milieubeheer -14.000
Inkomsten taakveld(en), excl heffingen 603.932
Netto kosten taakvelden -4.440.028
Toe te rekenen kosten:
Overhead -725.215
BTW -682.151
Totale lasten -5.847.394
Opbrengst heffingen 5.847.394
Dekkingspercentage 100,0%

Toeristenbelasting

Terug naar navigatie - Toeristenbelasting

De tarieven toeristenbelasting zijn verhoogd met 3,1% inflatiecorrectie (naar boven afgerond) . Onderstaande tabel geeft het verloop van het tarief in de jaren 2021 t/m 2024 weer:

Soort 2021 2022 2023 2024
Campings: per persoon/per overnachting € 0,75 € 0,80 € 0,85 € 0,90
Overige accommodaties: per persoon/per overnachting € 1,30 € 1,35 € 1,40 € 1,45

Leges

Terug naar navigatie - Leges

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een groot aantal taken. Een deel van deze taken wordt in de vorm van een dienst door bewoners of bedrijven individueel afgenomen. Om gemeenten tegemoet te komen in de kosten die zijn gerelateerd aan deze taken, betalen afnemers van deze gemeentelijke diensten leges. Wie de leges betalen, is afhankelijk van het type dienst dat wordt afgenomen. In veel voorkomende gevallen zijn het inwoners die betalen voor een paspoort, een rijbewijs of een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie. Het kunnen echter ook projectontwikkelaars zijn die een aanvraag indienen voor een omgevingsvergunning.

De tarieven voor de diverse diensten zijn opgenomen in de legesverordening, welke jaarlijks door de raad wordt vastgesteld. Om de diensten van de gemeente en de bijbehorende tarieven inzichtelijk weer te geven, is de tarieventabel bij de legesverordening ingedeeld in 3 hoofdstukken, die zijn onderverdeeld in paragrafen.

Het totaal van de opbrengsten uit de leges mag niet meer dan 100% kostendekkend zijn. Het is wel mogelijk dat een opbrengst voor een dienst hoger is dan de kosten voor deze dienst, maar dat deze opbrengst een verlies op een andere dienst compenseert (waar dus de opbrengst lager is dan de kosten voor de dienst). Dit wordt kruissubsidiëring genoemd. Kruissubsidiering tussen de diverse paragrafen binnen één hoofdstuk is toegestaan. Tussen de drie hoofdstukken is dit ongewenst.

In onderstaande tabel wordt inzicht gegeven in de mate van kostendekkendheid leges:

Kostendekkendheid leges begroting 2024 kosten opbrengsten kostendekking
hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening
Burgerlijke stand 73.355 26.452 36,06%
Reisdocumenten en Nederlandse identiteitskaart 468.092 340.189 72,68%
Rijbewijzen 232.618 165.507 71,15%
Verstrekkingen uit de basisregistratie personen 16.097 12.567 78,07%
Overige publiekszaken 16.064 12.571 78,26%
Bijzondere wetten 79.845 58.387 73,13%
Diversen 4.714 8.396 178,11%
totaal titel 1 890.785 624.069 70,06%
hoofdstuk 2 Omgevingswet
voorfase 0 43.909
activiteiten met betrekking tot bouwwerken 801.593 326.657
activiteiten met betrekking tot cultureel erfgoed en werelderfgoed 1.694
aanlegactiviteiten 2.000
totaal titel 2 801.593 374.260 46,69%
hoofdstuk 3 Europese dienstenrichtlijn
Horeca 17.855 10.014 56,09%
Winkeltijdenwet 670 152 22,69%
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking 857 325 37,92%
totaal titel 3 19.382 10.491 54,13%
totaal kostendekkendheid 1.711.760 1.008.820 58,93%

Kwijtscheldingsbeleid

Terug naar navigatie - Kwijtscheldingsbeleid

Burgers die niet in staat zijn de gemeentelijke belastingen te betalen, kunnen in aanmerking komen voor kwijtschelding. De gemeenteraad bepaalt voor welke belastingen kwijtschelding mogelijk is en de voorwaarden waaronder kwijtschelding plaatsvindt. De gemeenteraad is hierbij gebonden aan wettelijk voorgeschreven regels. Op enkele onderdelen kan de raad afwijken van de landelijke regels, De raad kan bepalen:  

  1. Voor welke gemeentelijke belastingen kwijtschelding wordt verleend.
  2. Of daar geheel of gedeeltelijk kwijtschelding voor wordt verleend. Gedeeltelijke kwijtschelding houdt in dat slechts een deel voor kwijtschelding in aanmerking komt (bijvoorbeeld 50% van de aanslag).
  3. Welke kwijtscheldingsnorm wordt toegepast.
  4. Welke vermogensnorm wordt gehanteerd. 
Kwijtschelding 2024
Rioolheffing 100%
Afvalstoffenheffing (vast bedrag per perceel) 100%
Afvalstoffenheffing (diftar) max. € 55 per jaar

Bij het vaststellen van het recht op kwijtschelding worden de kosten van levensonderhoud op 100% van de bijstandsnorm gesteld. Voor de vermogensnorm geldt dat hiervoor de maximaal toegestane norm wordt gehanteerd. 

Lijkbezorgingsrechten

Terug naar navigatie - Lijkbezorgingsrechten

Voor het beheer van de gemeentelijke begraafplaatsen en de tarieven lijkbezorgingsrechten geldt sinds 2021 de geharmoniseerde verordening en tarieventabel. De tarieven 2024 zijn ten opzichte van 2023 verhoogd met 3,1% inflatiecorrectie.

Weerstandsvermogen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het weerstandsvermogen geeft antwoord op de vraag in hoeverre een gemeente in staat is om nog niet afgedekte risico’s op te vangen door het vormen van een risicobuffer (weerstandscapaciteit). 

Om een goede inschatting te kunnen maken van het weerstandsvermogen is het van belang dat een vorm van risicomanagement wordt toegepast. Risicomanagement betekent dat risico’s die spelen in de organisatie continu en systematisch worden doorlopen met als doel een balans te vinden tussen het nemen en het beheersen van risico’s. In het eerste jaar na de fusie is de gemeente gestart met risicomanagement. Het beleid is vastgesteld en vormt de basis voor de paragraaf weerstandsvermogen in de begroting en het jaarverslag.  De gemeente gaat in 2023/ 2024 aan de slag met een volledig nieuwe risico inventarisatie. De uitkomsten van die inventarisatie alsmede de nieuwe nota risicomanagement kan de raad in de vergadering van februari 2024 tegemoet zien.

Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn op te vangen c.q. de risico´s in financiële zin af te dekken. Het betreft kosten die onvoorzien, onvermijdelijk en onuitstelbaar zijn. 

In het BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) is niet voorgeschreven welke bestanddelen behoren tot de weerstandscapaciteit. De gemeente Beekdaelen hanteert de volgende bestanddelen:

Nr Bestanddeel Incidentele weerstandscapaciteit Structurele  weerstandscapaciteit
1. Algemene reserve

€ 4.197.435

0
2. Stille reserves pm 0
3. Begrotingsruimte 2024 0 0
4. Onvoorzien 0 € 50.000
5. Onbenutte belastingcapaciteit 0 € 1.569.000
  Totaal € 4.197.435 €1.619.000

In de tabel maken wij onderscheid in een structurele en een incidentele component van de weerstandscapaciteit. De structurele weerstandscapaciteit betreft het vermogen van de gemeente om onverwachte tegenvallers in de begroting op te vangen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de voortzetting van gemeentelijke taken. De incidentele weerstandscapaciteit is de ruimte die de gemeente heeft om onverwachte eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat deze invloed hebben op de voortzetting van gemeentelijke taken. 

1.    Algemene reserve
De algemene reserve is het deel van de reserves waar geen claim op ligt. De omvang van die algemene reserve bedraagt voor de gemeente Beekdaelen afgerond € 4,2 miljoen. Daarnaast beschikt de gemeente nog over een ‘reserve nog te bestemmen’. Die reserve wordt door de gemeente niet gerekend tot het weerstandsvermogen. Toch is ook die reserve ‘claimvrij’. Het bedrag in die reserve bedraagt € 3,2 miljoen euro. 

2.    Stille reserves
Als activa onder de opbrengstwaarde of niet zijn gewaardeerd is sprake van een stille reserve. Voor de bepaling van de weerstandscapaciteit is van belang dat de activa waarin een stille reserve besloten ligt direct verkoopbaar zijn. Niet direct verkoopbare activa blijven voor de berekening van de weerstandscapaciteit buiten beeld. Bij verkoop ontstaan winsten die eenmalig vrij inzetbaar zijn. Gemeenten kennen twee soorten stille reserves. Dit zijn stille reserves in financiële vaste activa (deelnemingen, aandelen) en stille reserves in de materiële vaste activa (bijv. gronden niet ingebracht in de grondexploitatie, panden etc.). 

3.    Begrotingsruimte
Als de begroting en meerjarenraming sluiten met een positief saldo, is sprake van begrotingsruimte. Die ruimte is er in deze begroting niet.

4.    De post onvoorziene uitgaven              
Het totaalbedrag van de post onvoorzien bedraagt € 50.000 en is naar rato van de lasten verdeeld over de verschillende programma´s. Gezien de geringe omvang van het bedrag draagt deze post niet substantieel bij aan de weerstandscapaciteit.

5.    Onbenutte belastingcapaciteit
Hieronder wordt verstaan de mogelijkheid die de gemeente heeft om de belastingen te verhogen. Bij tarieven waar kostendekking een rol speelt is van onbenutte belastingcapaciteit sprake voor zover nog geen volledige kostendekking wordt gerealiseerd. Aan de hoogte van de overige tarieven is theoretisch geen bovengrens gesteld. De gemeente kan deze echter niet tot in het oneindige verhogen. Bij deze heffingen zal de raad zelf een grens moeten aangeven. De gemeente beschikt, ten tijde van het opstellen van deze begroting, nog niet over de WOZ- waarden per 1 januari 2023. Die WOZ- waarden gelden als basis voor de berekening van de tarieven ozb. Om die reden kan de actuele onbenutte belastingcapaciteit voor het jaar 2024 niet worden berekend. 

Risico's

Terug naar navigatie - Risico's

Risico’s
In deze paragraaf worden de geïnventariseerde risico’s beschreven. Het betreft risico’s die als meest belangrijk worden ervaren. Van ieder risico is becijferd welk bedrag voor dat risico moet worden toegevoegd aan de weerstandscapaciteit.  Dat bedrag wordt berekend aan de hand van de formule kans * impact. Onderstaande tabel treft u een overzicht aan van de betreffende risico’s:

Tabel risicoparagraaf
Nr. Risico Risicobeschrijving Was Wordt Mutatie Formule (risico*kans)*1 = (incidenteel) (risico*kans)*3 = (structureel) Toelichting
1 Nadeelcompensatie regeling projecten Door de huidige financiële situatie n.a.v. de nasleep van de corona pandemie, de huidige oorlog en recente jurisprudentie is de kans aanwezig dat steeds meer ondernemers zich gaan melden en een beroep doen op nadeel compensatie. Zowel bij reguliere onderhoudswerken als reconstructies in de openbare ruimte. In het geval dat een aanvraag positief wordt beschikt zullen de financiële consequenties via de reguliere burap met uw raad worden gedeeld. 80.000 80.000 - (100.000*80%)*1 Wij schatten in dat de kans of de impact niet wezenlijk afwijken ten opzichte van de inschatting die is gegeven in de jaarrekening 2022.
2 Laagconjunctuur en renteontwikkeling Een daling van de conjunctuur brengt risico's mee voor Beekdaelen, doordat onder meer de bedrijvigheid afneemt, werkloosheid stijgt met als gevolg daling van inkomsten voor de gemeente dalen en grotere (financiële) druk, waardoor de gemeentelijke doelstellingen onvoldoende worden gerealiseerd. Ook speelt het risico op een stijging van de rente bij het afsluiten van leningen. 1.200.000 828.000 372.000 (345.000*80%)*3 Een stijging van 0,5% van de kapitaalmarktrente leidt tot een stijging van de rentelasten met ongeveer 345.000 euro. De kans wordt ingeschat op 80%
3 Open einderegelingen Op het gebied van de sociale zekerheid zoals bijstandsuitkeringen, bijzondere bijstand en uitkeringen als gevolg van de Wet maatschappelijke ondersteuning en Jeugdzorg loopt de gemeente Beekdaelen het risico dat in verband met de open einderegelingen de ontvangen rijksbijdragen onvoldoende zijn. Indien tekorten ontstaan zal de gemeente uit eigen middelen moeten bijpassen. Tevens toepasbaar op andere domeinen. 567.000 567.000 - (378.000*50%)*3 Het totale bedrag dat is gemoeid met de open einderegelingen bedraagt ruim 25 miljoen euro. Indien de regelingen, bovenop de reguliere index, voor de helft stijgen met 3% is daar een bedrag mee gemoeid van 378 duizend euro. Wij achten de kans dat zich dat voordoet 50%.
4 Gegevensbescherming Het risico dat de gemeente Beekdaelen de regels voor gegevensbescherming overtreedt. In dit geval kan de Autoriteit Persoonsgegevens de gemeente een last onder dwangsom opleggen. Of het risico op het verlies van gegevens, uitval van ICT, of het door onbevoegden kennisnemen of manipuleren van bepaalde informatie, welke ernstige gevolgen kan hebben voor de bedrijfsvoering, maar ook kan leiden tot imagoschade. 360.000 360.000 - (3.600.000*10%)*1 De omvang van de dwangsom die door de Autoriteit Persoonsgegevens aan gemeenten maximaal wordt opgelegd bedraagt 4% van de jaaromzet. Voor Beekdaelen betekent dat een bedrag van € 3,6 miljoen euro. De kans dat het zich voordoet is relatief klein (10%).
5 WMO Het risico op een financieel nadeel voor de gemeente met betrekking tot de eigen bijdrage. 22.500 22.500 - (15.000*50%)*1 Het totale bedrag aan geraamde eigen bijdrage is 300 duizend euro. De kans dat die eigen bijdrage 5% lager wordt dan geraamd schatten wij in op 50%.
6 Aanpassingsvermogen De vorming van de nieuwe organisatie vereist aanpassingsvermogen en veranderbereidheid. Indien deze onvoldoende aanwezig zijn loopt de gemeente risico dat doelstellingen onvoldoende worden behaald. Een logisch gevolg van de recente fusie is dat processen en systemen nog onvoldoende zijn ingericht, wat risico's kan opleveren voor de gemeente. 280.000 140.000 140.000 (2.800.000*5%)*1 De eenmalige kosten die worden gevraagd in het ontwikkelplan bedragen 2,8 miljoen euro. We schatten de kans 5% dat het bedrag wordt overschreden.
7 Inkoop en aanbesteding Het risico dat de gemeente Beekdaelen loopt op inkoop- en aanbestedingstrajecten, omdat vereiste kennis en vaardigheid op dit vlak noodzakelijk is. 100.000 100.000 - (1.000.000*10%)*1 Als de gemeente schadeclaims dient te betalen dan gaat het om grote bedragen. We schatten de impact op 1 miljoen euro. De kans is relatief klein dat een dergelijke claim dient te worden betaald. Het risico schatten wij in op 10%.
8 Burgers Het risico dat burgers zich onvoldoende gekend en minder dichtbij voelen met de gemeente en er minder aandacht is voor de burger. pm pm - n.v.t Dit risico is slechts beperkt materieel. Het betreft vooral een imagorisico.
9 Informatievoorziening Niet beschikbaar zijn en/of onvoldoende effectief gebruik van bestuurs/managementinformatie, waardoor sturing op doelstellingen wordt belemmerd (van bestuurlijk tot operationeel niveau). 90.000 90.000 - (100.000*30%)*3 We schatten in dat met het betreffende risico een bedrag is gemoeid van jaarlijks 100 duizend euro. De kans dat het zich voordoet schatten wij op 30%.
10 Vergrijzing medewerkersbestand/ arbeidsmarktkrapte Het risico op onvoldoende capaciteit (kennis en omvang) in huis voor uitvoering van de taken over 5 tot 6 jaar als gevolg van de vergrijzing van het medewerkersbestand, mede in relatie tot de arbeidsmarktkrapte. 77.700 77.700 - (111.000*70%)*1 Wij schatten in dat de kans of de impact niet wezenlijk afwijken ten opzichte van de inschatting die is gegeven in de jaarrekening 2022.
11 Verbonden partijen Het risico dat participatie in verbonden partijen niet alleen voordelen oplevert, maar ook financiële en bestuurlijke risico’s en onvoldoende grip op verbonden partijen. 166.485 166.485 - (332.970*50%)*1 De totale gemeentelijke bijdrage aan verbonden partijen bedraagt 22,2 miljoen euro. Wij schatten de kans 50% dat die bijdragen bij de helft van de verbonden partijen 3% hoger uitvalt.
12 Klimaat Het risico op een toename in diverse kosten ten gevolge van de klimaat crisis die niet inzichtelijk kunnen worden gemaakt. Bijvoorbeeld: droogtegevoelige gebieden wat leidt tot schade aan wegen, stikstofcrisis, PFAS, CO2 uitstoot. pm pm - n.v.t Zoals het risico al beschrijft zijn deze kosten niet inzichtelijk te maken.
13 Illegale dumpingen Het risico en de daarbij behorende (opruim- en sanerings-) kosten van illegaal gedumpte partijen drugs- en asbesthoudend afval. 60.750 60.750 - (22.500*90%)*3 De afgelopen jaren is sprake van een stijging van de kosten wegens afvaldumpingen. Het gemiddelde bedrag over de afgelopen jaren bedraagt 40,9 duizend euro. Wegens de stijgende tendens wordt het bedrag van de impact ingeschat op 50,0 duizend euro. In de begroting is 27,5 duizend euro geraamd waardoor nog een bedrag van 22,5 duizend euro als risico resteert. We schatten in dat de kans op dit structurele risico 90% bedraagt.
14 Ondermijning Aanpak op ondermijning kan risico's opleveren doordat dit leidt tot hogere kosten. pm pm - n.v.t Dit risico kan niet worden gekwantificeerd.
15 Taakstellingen Het risico dat taakstellingen die in de begroting zijn opgenomen niet of niet helemaal worden gerealiseerd. 138.000 138.000 - (230.000*20%)*3 In de begroting is voor een bedrag van 230 duizend euro aan taakstellingen opgenomen. Uitgaande van een kans van 20% dat die taakstellingen niet worden ingevuld bedraagt het bedrag van het risico 318 duizend euro.
16 Prijsstijgingen Het risico dat de hoge indexeringen bij structurele infrastructurele werken en op het sociale domein aanhouden en werken hoger worden aanbesteed. 200.000 580.000 -380.000 Schatting De inschatting is dat de prijsstijgingen deels kunnen worden opgevangen binnen de huidige beschikbare budgetten. Het geschatte totale restrisico bedraagt 580.000 euro.
17 Prijsstijging eenmalige projecten Het risico dat de gevormde buffer voor de prijsstijging van eenmalige infrastructurele werken (projecten) niet toereikend is. 240.000 - 240.000 nvt Voor de prijsstijgingen is een buffer gevormd van 6 miljoen euro. Hiervan resteert een bedrag van 4,1 miljoen euro. Geschat wordt dat de kans nihil is dat de buffer niet toereikend is.
18 Energiekosten Het risico dat het bedrag dat nu als eenmalig hogere energiekosten is opgenomen structureel doorzet. 240.000 120.000 120.000 ((2.000.000*10%)*20%)*3 De eenmalige meerkosten agv de stijging van de energiekosten bedraagt 2 miljoen euro. We achten de kans 20% dat deze kosten voor 10% structureel doorwerken.
19 Risico's Nuinhofwijk Het risico dat de gemeentelijke kosten voor de Nuinhofwijk hoger uitvallen dan vooraf gedacht 375.000 375.000 - (750.000*50%)*1 Ingeschat wordt dat de kans 50% is dat het tekort op het poject 750.000 of meer bedraagt.
20 Extra bijdrage zorgaanbieder Het risico dat de gemeente een financiele impuls dient te geven in de exploitatie van een zorgaanbieder pm pm pm pm Dit risico kan niet worden gekwantificeerd.
21 Risico op financiele tekorten Het risico dat tekorten in de gemeentebegroting niet tijdig worden opgelost - 300.000 -300.000 (1000.0000*30%)*1 Ingeschat wordt dat de kans 30% is op een tekort van € 1 miljoen dat niet meteen is opgelost.
22 Uitstel doordecentralisatie beschermd wonen Door de val van het kabinet is de besluitvorming omtrent de doordecentralisatie beschermd wonen doorgeschoven naar het nieuwe kabinet. - 170.600 -170.600 (853.000*20%)*1 Mocht de invoering van de nieuwe regeling per 1 januari 2025 niet haalbaar zijn (maar wel per 1 januari 2026) dan leidt dit voor onze gemeente tot een financieel nadeel van in totaal € 853.000 over de periode 2025-2027. |Ingeschat wordt dat de kans 20% bedraagt dat het risico zich voordoet.
TOTAAL 4.197.435 4.176.035 21.400
1,01

In de tabel is voor een aantal risico’s becijferd welk bedrag in de weerstandscapaciteit moet worden gestort om het risico te ondervangen. Daartoe is gebruik gemaakt van de formule ‘kans * omvang’. Hierna vindt een korte toelichting plaats op de begrippen kans en omvang.

Kans

Voor de beoordeling van de kans van optreden van het risico worden 5 klassen gebruikt. Het referentiebeeld dat erbij genoemd staat kan worden gebruikt als hulpmiddel bij het bepalen van de kans. Aan deze referentiebeelden zijn kanspercentages gekoppeld. Bijvoorbeeld als een risico zich eenmaal in de tien jaar voordoet is de kans op optreden 10%. Hetzelfde geldt als een risico zich eenmaal per jaar kan voordoen, dan wordt de kans vastgesteld op 90% (bij 100% is het immers geen risico meer).

 

Klasse Referentiebeelden Kwantitatief
1 < of 1 keer per 10 jaar 10%
2 1 keer per 5-10 jaar 30%
3 1 keer per 2-5 jaar 50%
4 1 keer per 1-2 jaar 70%
5   1 keer per jaar of >  90%

 

Risicomanagement

Terug naar navigatie - Risicomanagement

Naar de huidige inzichten is de beschikbare weerstandscapaciteit in de begroting toereikend om de risico’s te kunnen opvangen. Op basis van berekeningen die hebben plaatsgevonden bedraagt de benodigde weerstandscapaciteit afgerond € 4.176.000. De beschikbare weerstandscapaciteit bedraagt afgerond € 4.197.000. De weerstandsratio (die wordt berekend door de beschikbare weerstandscapaciteit te delen door de benodigde weerstandscapaciteit) bedraagt daarmee ruim 1,0. 

In de nota weerstandsvermogen en risicomanagement is, voor wat betreft de weerstandsratio, als beleidsuitgangspunt vermeld dat het weerstandsvermogen in ieder geval een ratio dient te hebben tussen 1,0 en 1,4 (oordeel ‘voldoende’). De ratio bedraagt op dit moment € 4.197.000/ € 4.176.000 = 1,01. Dit betekent dat de huidige weerstandscapaciteit toereikend is (afgerond 1,0). 

Kengetallen

Terug naar navigatie - Kengetallen

Geprognosticeerde balans per 31-12 ( bedragen x € 1.000)

ACTIVA 2024 2025 2026 2027 PASSIVA 2024 2025 2026 2027
VASTE ACTIVA VASTE PASSIVA
Immateriële vaste activa 881 841 801 762 Eigen vermogen 76.554 77.015 77.962 74.960
Begrote resultaat 970 148 -2.069 -1.859
Materiële vaste activa 112.736 133.870 155.513 177.522
Totaal eigen vermogen 77.524 77.163 75.893 73.101
Financiele vaste activa 6.798 6.631 6.109 5.766 Vreemd vermogen
Voorzieningen 19.392 17.908 17.264 16.314
Lange vreemd vermogen 32.120 54.682 77.906 102.968
Totaal vaste activa 120.414 141.342 162.423 184.050 Totaal vaste passiva 51.512 72.590 95.170 119.282
VLOTTENDE ACTIVA VLOTTENDE PASSIVA
Voorraden 2.485 2.464 2.444 2.432
Uitzettingen < 1jaar 8.063 8.013 8.048 7.998 Korte schulden 3.886 3.921 3.841 3.936
Liquide middelen 1.327 1.292 1.337 1.287 Overlopende passiva 7.127 7.162 7.117 7.167
Overlopende activa 7.759 7.724 7.769 7.719
Totaal vlottende activa 19.634 19.493 19.598 19.436 Totaal vlottende passiva 11.013 11.083 10.958 11.103
Totaal activa 140.049 160.836 182.021 203.486 Totaal passiva 140.049 160.836 182.021 203.486

Bij de vernieuwing van het BBV is, op basis van advies van de commissie Depla, voorgeschreven dat er in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen in de begroting. Het betreft de volgende kengetallen:

1A Netto schuldquote
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
2 Solvabiliteitsratio
3 Grondexploitatie
4 Structurele exploitatieruimte
5 Belastingcapaciteit

In de onderstaande tabel zijn de ratio’s gepresenteerd voor de jaren 2024 tot en met 2027. Vervolgens worden deze nader toegelicht.

Omschrijving rekening 2022 begroting 2024 mjr 2025 mjr 2026 mjr 2027
1A Netto schuldquote 2,14% 18,42% 40,22% 62,83% 91,75%
1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor vertrekte geldleningen 3,85% 12,67% 34,76% 57,75% 86,79%
2 Solvabilileitsratio 63,08% 55,35% 47,98% 41,69% 35,92%
3 Structurele exploitatieruimte 2,13% 5,59% 6,19% 2,02% 0,81%
4 Grondexploitatie 2,50% 0,07% 0,08% 0,07% 0,08%
5 Belastingcapaciteit 110,52% 109,84% 109,84% 109,84% 109,84%

1A Netto schuldquote
Hoe hoger de schuld, hoe hoger de netto schuldquote. De netto schuldquote weerspiegelt het niveau van de schuldenlast van ten opzichte van de eigen middelen en geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie. 

1B Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
Om inzicht te krijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote weergegeven (netto schuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. 

2 Solvabiliteitsratio 
Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente. De formule die wordt gehanteerd om deze ratio te berekenen is als volgt: eigen vermogen/ vreemd vermogen.

3 Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. Structurele baten zijn bijvoorbeeld de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerende zaakbelasting OZB. Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is, doordat wordt gekeken naar de structurele baten en structurele lasten en deze worden vergeleken met de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten (waaronder de rente en aflossing van een lening) te dekken. 

4 Grondexploitatie
De afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitatie een forse impact kan hebben op de financiële positie van een gemeente. Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) baten in de begroting.

5 Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Met belastingcapaciteit wordt bedoeld de woonlasten van een meerpersoonshuishouden in het begrotingsjaar ten opzichte van het landelijk gemiddelde in het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar uitgedrukt in een percentage. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in de gemeente.
Op basis van de cijfers van Coelo bedraagt het landelijk gemiddelde van de woonlasten in Nederland in 2023 van vergelijkbare gemeenten op basis van inwoneraantal € 1.042. De cijfers over 2024 zijn nog niet bekend. Uitgedrukt in een percentage ten opzichte van 2023 is dit 109,84 %. Dit betekent dat de woonlastendruk in de gemeente Beekdaelen ruim 10 % hoger zijn ten opzichte van het landelijk gemiddelde 2023.

Beoordeling onderlinge verhouding tussen de kengetallen
Het is niet mogelijk een individueel kengetal te gebruiken voor de beoordeling van de financiële positie. De kengetallen zullen altijd in samenhang moeten worden bezien, omdat ze alleen gezamenlijk en in hun onderlinge verhouding een goed beeld kunnen geven van de financiële positie van een gemeente. Daarom dienen ze te worden voorzien van een adequate toelichting. De waarden van de kengetallen kunnen worden ingedeeld in drie categorieën: categorie A is het minst risicovol, categorie C het meest, en categorie B is neutraal.

Op basis van onderstaand overzicht en op basis van het weerstandsvermogen kan worden geconcludeerd dat de gemeente Beekdaelen in het jaar 2024 een stabiele financiële positie heeft. Er bevinden zich 5 onderdelen in de categorie A (minst risicovol) en 1 onderdeel in de categorie C (risicovol). 

Kengetal Categorie A Categorie B Categorie C Gemeente Beekdaelen Categorie
1A Netto Schuldquote <90% 90-130% >130% 18,42% A
1B Netto Schuldquote gecorrigeerd <90% 90-130% >130% 12,67% A
2 Solvabiliteitsratio >50% 20-50% <20% 55,35% A
3 Structurele exploitatieruimte begroting >0% 0 <0% 5,59% A
4 Grondexploitatie <20% 20-35% >35% 0,07% A
5 Belastingcapaciteit <95% 95-105% >105% 109,84% C

Onderhoud kapitaalgoederen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Een groot deel van het gemeentelijk vermogen is geïnvesteerd in kapitaalgoederen. Onderhoud en beheer van deze kapitaalgoederen zijn van belang om kapitaalvernietiging te voorkomen en de veiligheid te waarborgen. Daarom gaan we uit van risico gestuurd assetmanagement. Waarbij onze focus ligt op  cyclisch en curatief onderhoud. Daar waar mogelijk nemen we steeds vaker preventieve conserverende maatregelen om de toekomstige beheerkosten te beperken.

Met het beheer en onderhoud van onze wegen, bruggen, riolering, openbaar groen, openbare verlichting en gemeentelijke gebouwen is een grote inzet van middelen gemoeid. De lasten van deze kapitaalgoederen zijn onderdeel van de diverse programma’s. Deze paragraaf geeft een integraal inzicht in de kaders, ontwikkelingen, onderhoud en kosten over de programma’s heen. 

Samenvatting

Terug naar navigatie - Samenvatting

In 2024 wordt het groen beheer en onderhoud verder vormgegeven op basis van de vastgestelde beeldkwaliteit niveaus en de pilots op het gebied van burgerparticipatie in de groencontracten.  Hiermee wordt op de in 2022 ingeslagen weg  verder gegaan.

Wegen

Terug naar navigatie - Wegen
Kengetallen Beekdaelen Totaal
Wegen algemeen (km) 378,7
Asfalt (m2) 1.515.680
Elementen (m2) 947.791
Beton (m2) 65.804
Half/onverhard (m2) 10.598
Totaal (m2) 2.539.873

•    Kwaliteit:  
Bij de harmonisatie van het beheer van de openbare ruimte is het gewenste kwaliteitsniveau van de wegen volgens de CROW-publicatie vastgesteld op onderhoudsniveau C; sober maar doelmatig en veilig. Herijking van het beleid wegen is als onderdeel van het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte verder uitgewerkt. Hierbij is een financieel plan opgesteld om het fors aanwezige achterstallig onderhoud terug te dringen. Verder is invulling gegeven aan de motie upgrading van de trottoirs en het opwaarderen van fietspaden.

Door het tijdig uitvoeren van onderhoud is de veiligheid en kwaliteit van het kapitaalgoed gegarandeerd en wordt kapitaalvernietiging voorkomen. Het onderhouden van wegen ouder dan 50 jaar wordt weinig succesvol geacht omdat vaak de gehele constructie inclusief de funderingslaag versleten is.

   Financiën: 
De kosten die nodig zijn op grond van de beleidsplannen zijn opgenomen in de gemeentebegroting. Door de komst van het Covid-19 virus en de oorlog in Oekraïne hebben zich prijsstijgingen voorgedaan. Deze ontwikkelingen hebben een negatief effect op de besteedbare budgetten.

Civieltechnische kunstwerken

Terug naar navigatie - Civieltechnische kunstwerken
Kengetallen Beekdaelen Totaal
Kunstwerken 231

•    Kwaliteit:
De uit te voeren inspectiewerkzaamheden om de kwaliteit van de civiele kunstwerken vast te stellen worden conform CUR Aanbeveling 117:2020 categorie B2 “toestandsinspectie” uitgevoerd. Voor het beheer van de kunstwerken zijn door het kennisinstituut CROW, NEN en CUR diverse richtlijnen opgesteld, die landelijk door de meeste gemeentelijke organisaties worden gebruikt.

Bij de harmonisatie van het beleid openbare ruimte is in het beheerplan Civiele Kunstwerken 2021-2025 vastgesteld dat de civiele kunstwerken sober, doelmatig en veilig onderhouden worden op kwaliteitsniveau C. Onderhoud van de civiele kunstwerken wordt meegenomen als onderdeel van het Integraal Beleidsplan Openbare Ruimte.

Op basis van de actuele kwaliteit van de civiele kunstwerken is recent een Meer Jaren Onderhoud Planning (MJOP) opgesteld voor het planbare onderhoud voor de komende 10 jaar. Middels een nog op te stellen investeringsraming over de komende 50 jaar kan een indicatie van de vervanging (het planjaar en inschatting van de kosten) worden verkregen.

•    Financiën: 
De kosten voor het planbare onderhoud zijn opgenomen in de jaarlijkse gemeentebegroting. Vervangingsinvestering(en) zijn hierin niet inbegrepen.

Riolering

Terug naar navigatie - Riolering

 

Kengetallen Beekdelen Totaal
Riolen (km) 299
Hoofdgemalen (stuks) 28
Persleidingen (km) 19
Pompunits (stuks) 128

   Kwaliteit: 
Op basis van het dagelijks beheer en onderhoud, bestaande uit reiniging en inspectie en de in het beleids- en uitvoeringskader vastgestelde doelstellingen wordt de kwaliteit van het rioleringssysteem in beeld gebracht. Aan de hand van de kwaliteitsbeoordeling wordt bepaald of renovatie, vervanging of nader onderzoek benodigd is. Deze cyclus is momenteel verankerd in het Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP, voortaan Water- en Rioleringsprogramma). Het Wrp 2024-2027 is in oktober 2023 behandeld in de gemeenteraad.  De nieuwe omgevingswet treedt per 1 januari 2024 in werking. Onder de Omgevingswet vervalt de verplichting om een GRP op te stellen. In de memorie van toelichting van de Omgevingswet is echter wel aangegeven dat het opstellen van een omgevingsprogramma voor riolering en water belangrijk is. Gemeenten zijn onder de Omgevingswet nog steeds verplicht om invulling te geven aan hun gemeentelijke watertaken en de financiën voor de rioolheffing te verantwoorden. 

•    Financiën: 
In oktober 2023 is het Water- en rioleringsprogramma 2024-2027 ter vaststelling in de gemeenteraad behandeld.  In  het Water- en rioleringsprogramma is het kostendekkingsplan geactualiseerd.  De budgetten die volgen uit het Wrp zijn in deze gemeentebegroting opgenomen.

Openbaar groen

Terug naar navigatie - Openbaar groen

•    Kwaliteit:
De Raad heeft op 15 december 2021 de in onderstaande tabel vermelde gebiedsfuncties en kwaliteitsniveaus voor het groenbeheer vastgesteld. 

Gebeidsfunctie Beeldkwaliteitsniveau
Centrum winkelgebied A
Gemeentelijke begraafplaatsen A
Vijver en waterpartijen B
Sportaccommodaties (excl. speelvelden) B
Woonkernen B
Bedrijventerreinen B
Hoofdwegen buitengebied C
Recreatieve wandelpaden/Beekdaelenroute C
Buitengebied C

 

Het beheer van de bomen wordt uitgevoerd op basis van de voorschriften die zijn opgenomen in het Handboek Bomen 2018. In 2024 wordt gestart met het 3-jaarlijks cyclisch beheer van de bomen in de kernen Schinveld, Jabeek, Doenrade, Bingelrade, Merkelbeek, Sweikhuizen en Puth.

De kwaliteit van de kleine landschapselementen staat door het gebruik en weersinvloeden onder druk. Voor het behoud van deze waardevolle en karakteristieke landschapselementen wordt gestart met het opstellen van een beheersplan op basis van het in Q1-2024 vast te stellen beleid (groenstructuurplan).

In het kader van openbaar groen worden de volgende onderwerpen opgepakt onder programma 3:

  • Holle wegen
  • Ecologische gazons
  • Bomenvervangingsplan
  • Groot onderhoud beplanting

 

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

 

Kengetallen Beekdaelen Totaal
Aantal armaturen 8.812

•   Kwaliteit: 
In Q4 2022 is het ombouwen van het areaal naar LED verlichting binnen het beschikbare investeringsbudget voor het overgrote deel afgerond. Maatwerktoepassingen, denk hierbij aan afwijkende armaturen en aanstraalverlichting van gebouwen, worden in het derde kwartaal van 2023 uitgevoerd.
Met het het ombouwen van het gehele areaal naar LED verlichting wordt voor de komende 5 jaar slechts beperkte vervanging van masten en armaturen verwacht.

2023 is voorts het jaar waarin de bestaande en deels verlopen onderhoudscontracten voor de openbare verlichting worden vernieuwd. Het verLEDden van de openbare verlichting zorgt hierbij voor een financieel voordeel omdat, onder andere, geen jaarlijkse inspectieronden meer nodig zijn.

•    Financiën: 
De kosten voor het energieverbruik en het beheer en onderhoud zijn opgenomen in de gemeentebegroting. Ditzelfde geldt ook voor fondsvorming van de toekomstige vervangingen na het bereiken van het einde van de ontwerplevensduur van masten en armaturen.

Gemeentelijke gebouwen

Terug naar navigatie - Gemeentelijke gebouwen

 

Kengetallen Beekdaelen Totaal
Aantal gemeentelijke gebouwen waarvoor de gemeente verantwoordelijk is voor het onderhoud 63
  • Beleid/Beheer:Het beleid voor beheer en onderhoud is gericht op de bouwkundige en technische instandhouding van het in eigendom zijnde vastgoed gedurende de reële levensduur. In de raadsvergadering van 8 oktober 2019 is een nieuw Meerjaren onderhoudsprogramma (MJOP) 2020-2029 vastgesteld door de raad. Dit onderhoudsprogramma voorziet in een planning van het technische en preventieve onderhoud plus de vertaling ervan in benodigde middelen. De gemeente actualiseert iedere 4 jaar dit MJOP. De werkzaamheden die voor 2024 zijn opgenomen in het huidige MJOP worden uitgevoerd. Van de 63 gebouwen zijn 15 gebouwen niet opgenomen in dit MJOP. Het gaat hierbij om gebouwen die op de nominatie staan om te worden verkocht of gesloopt. Maar ook gebouwen waarbij de toekomstige bestemming nog niet duidelijk is. Bij deze gebouwen wordt alleen het klachtenonderhoud uitgevoerd en de eventuele wettelijke verplichtingen. Momenteel is een nieuw MJOP opgesteld voor het onderhoud van de gemeentelijke gebouwen over de periode 2024 - 2033. Dit wordt ter besluitvorming aan uw raad voorgelegd eind 2023.

    In relatie tot dit MJOP wordt ook inzichtelijk gemaakt wat de kosten zijn voor de verduurzaming van ons gemeentelijk vastgoed; het zgn. DMJOP (duurzaamheidsmeerjaren onderhoudsplan). De verduurzamingsopgave komt voort uit de wettelijke verplichting om in 2040 energieneutraal en in 2050 gasloos te zijn. Door inzicht te verschaffen in deze totale kostensom kunnen gedegen keuzes gemaakt worden in het kader van het strategisch accommodatiebeleid. Momenteel wordt namelijk gewerkt aan een voorstel accommodatiebeleid van de gemeente Beekdaelen. 

  • Kwaliteit:  Het huidige beleid voor bouwkundig en technisch beheer en onderhoud is gebaseerd op de systematiek van NEN 2767 minimaal onderhoudsniveau 3. Deze systematiek betreft een landelijk erkende normering voor bouwkundig en technisch onderhoud. Het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Beekdaelen voldoet aan de bovenstaande norm. Er is geen sprake van achterstallig onderhoud.

  • Financiën: De kosten voor groot, dagelijks en klachten onderhoud worden gedekt uit de Voorziening onderhoud gebouwen MOP.  Tot en met 2029 wordt nu jaarlijks een bedrag opgenomen van € 878.000 hetgeen niet meer toereikend is gezien het nieuw opgestelde MJOP.  Gezien deze beginstand en de daaruit volgende doorrekening blijkt dat een storting in de voorziening stijgt.  De kosten voor het klachten onderhoud en wettelijke verplichtingen bij de gebouwen die niet zijn opgenomen in het MJOP worden gedekt uit de Voorziening onderhoud gebouwen. Het komend jaar wordt hiervoor een bedrag van €125.000 opgenomen hetgeen vooralsnog toereikend is.
    Indien de gemeente om wat voor reden dan ook besluit gebouwen die niet zijn meegenomen in het MJOP niet af te stoten blijft de onderhoudsplicht op deze gebouwen bestaan. Maar ook door diverse toekomstige ontwikkelingen zullen enkel gebouwen weer in het nieuwe MJOP 2024-2033 moet worden opgenomen waardoor deze voorzieningen moet wordt bijgesteld. 

Financiering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De financieringsparagraaf is een belangrijk instrument voor het transparant maken en daarmee voor het sturen, beheersen en controleren van de financieringsfunctie. Daarnaast is het doel van deze paragraaf om de financiële positie van de gemeente op basis van het Treasurystatuut te evalueren. De centrale doelstelling van het treasurybeleid is het beheren van de financiële geldstromen en het beperken van de financiële risico’s voor de gemeente. De uitvoering van treasury wordt wettelijk geregeld in de Wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO). Deze wet regelt, dat de uitvoering van de treasuryfunctie binnen de gemeente uitsluitend de publieke taak dient en geschiedt binnen de financiële kaders van de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. In deze paragraaf zullen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde komen:

  1. Risicobeheer
  2. Gemeentefinanciering
  3. EMU-saldo

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

 

1. Risicobeheer

Een belangrijk onderdeel van de treasury functie is het beschermen van gemeentelijke vermogens- en renteresultaten tegen ongewenste financiële risico’s.
In het Treasurystatuut wordt onderscheid gemaakt in de volgende financiële risico’s:
•    renterisico
•    kredietrisico
•    intern liquiditeitsrisico
•    valutarisico

In dit hoofdstuk worden bovenstaande risico’s nader toegelicht met de bijbehorende beheersingsmaatregelen.

1.1    Renterisico 
De gemeente kan zowel op de kortlopende als op de langlopende schulden renterisico lopen. Renterisico ontstaat door fluctuaties in de rentelasten (bijvoorbeeld door renteherziening of herfinanciering). De overheid heeft in de wet Financiering Decentrale Overheden (wet FIDO) twee instrumenten gedefinieerd om de renterisico’s die de gemeente loopt te beperken, namelijk de kasgeldlimiet en de renterisiconorm. De kasgeldlimiet heeft tot doel beperking van renterisico op de kortlopende schuld en de renterisiconorm beperkt de renterisico’s op de langlopende schulden.

Kasgeldlimiet (renterisico kortlopende schuld)

Het is voor gemeenten aantrekkelijk om financieringsbehoefte op te vangen met het aantrekken van kort geld, omdat de rente op kort geld lager is dan op langlopende leningen. Echter veel kort geld aantrekken, brengt hogere (rente)risico’s met zich mee, omdat in de regel de rente op kort geld sterker aan fluctuaties onderhevig is. De kasgeldlimiet is een door de wet FIDO voorgeschreven sturings- en verantwoordingsinstrument ter beperking van dit renterisico op de korte schuld. De kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal van het jaar 2024.

De kasgeldlimiet ziet er voor het jaar 2024 als volgt uit:

Overzicht liquiditeitspositie (bedragen x € 1.000)
Ultimo (1) Vlottende schuld (2) Vlottende middelen (3) Netto vlottend (+) of overschot middelen (-) Begrotingstotaal Perc. Regeling 8,5% Ruimte KGL
K3-2022 8.629 7.485 1.144 127.387 10.828 -9.684
K4-2022 9.974 4.905 5.069 127.387 10.828 -5.759
K1-2023 5.438 8.670 -3.232 127.387 10.828 -14.060
K2-2023 2.822 23.649 -20.827 127.387 10.828 -31.655
Gemiddelde -4.462
Kasgeldlimiet (KGL) 10.828
Ruimte onder de KGL 15.289
Onderschrijding van de KGL -15.289
Begrotingstotaal 2024 127.387
Percentage regeling 8,5%
Kasgeldlimiet (KGL) 10.828

Renterisiconorm (renterisico van de vaste schuld)

In de wet FIDO is de renterisiconorm opgenomen als instrument om het (rente)risico op de langlopende leningenportefeuille te beperken. Met de renterisiconorm wordt getracht een optimale opbouw van de langlopende leningenportefeuille te bereiken door spreiding van de looptijden en renteherzieningen. In de volgende tabel wordt het renterisico voor 4 jaren (2024-2027) in kaart gebracht en wordt berekend als percentage (20%) van het begrotingstotaal van het jaar 2024. 

Tabel Renterisiconorm en renterisico's van de vaste schuld (bedragen * € 1.000)
Stap Variabelen 2024 2025 2026 2027
1 Renteherzieningen 0 0 0 0
2 Aflossingen 2.073 2.477 2.648 2.078
3 Renterisico (1+2) 2.073 2.477 2.648 2.078
4 Renterisico 25.477 25.477 25.477 25.477
5a = 4 > 3 Ruimte onder renterisiconorm 23.404 23.000 22.829 23.399
5b = 3 > 4 Overschrijding renterisiconorm 0 0 0 0
Berekening renterisiconorm
4a Begrotingstotaal 2024 127.387 - - -
4b Percentage ministeriële regeling 20%
4 = (4a x 4b/100) Renterisiconorm 25.477

1.2    Kredietrisico
Het kredietrisico is het risico, dat een geldnemer niet of niet-tijdig aan zijn financiële verplichtingen kan voldoen.  Bij het verstrekken van leningen, uit hoofde van de publieke taak, worden zekerheden of garanties geëist.

1.3    Intern liquiditeitsrisico 
Het intern liquiditeitsrisico is het risico, dat de gemeente loopt naar aanleiding van wijzigingen in de liquiditeitenplanning en meerjarig investeringsplanning, waardoor financiële resultaten kunnen afwijken van de verwachtingen. Het intern liquiditeitsrisico wordt beperkt door monitoring en planning van de treasury activiteiten op de korte en lange termijn in de P&C-cyclus (begroting, burap en jaarrekening). 

1.4    Valutarisico
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in euro’s.

Gemeentefinanciering

Terug naar navigatie - Gemeentefinanciering

Financieringsbehoefte
De gemeente Beekdaelen maakt gebruikt van de zogenaamde totaalfinanciering. In deze begroting is uitgegaan van een financieringsbehoefte over de jaren 2024 t/m 2027 van in totaliteit € 69  miljoen. Volgens opgave van de BNG per 20 september 2023 bedraagt het rentepercentage 3,80 % voor een langlopende geldlening met een looptijd van 20 jaren. 
In deze (meer)jaren begroting is rekening gehouden met de rentelasten voor de benodigde financiering. Afhankelijk van de voorgang van de realisatie van de investeringen zal in het jaar 2025 of later een lening worden aangetrokken om in de financieringsbehoefte te voorzien. Een bijstelling van de rentelasten zal middels de tussentijdse rapportages plaatsvinden. 

Leningenportefeuille
In 2023 zijn 3 langlopende geldleningen aangetrokken met een totaalbedrag van € 25 miljoen en stortingsdata in 2024 en 2025. Een overzicht van de leningportefeuille treft u op de volgende pagina aan. De laatste lening in het overzicht is een doorgeleende lening aan een woningstichting.

 

Leningportefeuille Oorspr. Ingang Afloop Rente Schuld Weging
T.b.v. gemeente:
NWB 3.000 01-10-2004 01-10-2024 1,19 150 0,4%
NWB 3.176 15-11-1999 15-11-2024 5,74 141 0,4%
NWB 3.000 01-02-2005 03-02-2025 3,88 300 0,7%
BNG 3.000 02-01-2006 02-01-2026 3,62 450 1,1%
BNG 3.000 23-06-2006 23-06-2026 0,56 450 1,1%
BNG 4.538 26-09-2001 26-09-2026 5,45 544 1,4%
BNG 2.269 18-12-2001 26-09-2026 5,16 272 0,7%
BNG 3.000 11-12-2002 01-06-2027 4,84 520 1,3%
BNG 3.000 01-11-2007 01-11-2027 3,98 600 1,5%
BNG 3.000 08-12-2003 08-12-2028 4,87 600 1,5%
BNG 3.000 23-02-2006 23-02-2031 3,79 960 2,4%
BNG 4.000 16-05-2022 16-05-2037 1,69 3.733 9,3%
BNG 3.000 16-05-2022 16-05-2042 1,82 2.850 7,1%
BNG 3.000 16-05-2022 16-05-2047 1,86 2.880 7,2%
BNG 9.000 02-01-2024 02-01-2049 3,27 9.000 22,4%
BNG 8.000 01-07-2024 01-07-2049 3,235 8.000 19,9%
BNG 8.000 02-01-2025 02-01-2050 3,21 8.000 19,9%
Subtotaal t.b.v. gemeente 68.983 39.450
T.b.v. woningstichting:
BNG 935 03-05-2010 01-05-2040 4,45 670 1,7%
Subtotaal t.b.v. woningstichting 935 670
Totaal 69.918 40.120 100,0%

Rente begroting 2024
De gemeente trekt zowel kortlopende als langlopende leningen aan om te voldoen aan haar financieringsbehoefte. Er zijn hierbij twee soorten financiering te onderscheiden:
1.    Projectfinanciering: er wordt een externe lening aangetrokken ten behoeve van de financiering van één specifiek project, één specifieke activiteit.
2.    Totaalfinanciering: er wordt een lening aangetrokken om aan de financieringsbehoefte te voldoen, maar er staat geen specifieke activiteit tegenover. De lening maakt deel uit van de totaalfinanciering van de gemeente.

Om een volledig beeld te krijgen van de exploitatie van de verschillende taakvelden, dienen alle baten en lasten, voor zover mogelijk, toegerekend te worden aan de activiteiten binnen een taakveld (projecten, investeringen, etc.). Hieronder vallen ook de kosten (rentelasten) van de leningen. Deze kosten zijn immers aangetrokken om de verschillende activiteiten (al dan niet direct) te financieren. 
 
De rentelasten van projectfinanciering kunnen redelijk eenvoudig toegerekend worden aan het taakveld, waarop de activiteit betrekking heeft. Bij de totaalfinanciering is er geen direct verband tussen de lening en de activiteit. Om de rentelasten van de leningen toch evenredig toe te kunnen rekenen aan de diverse activiteiten, is een verdeelsleutel opgesteld: het omslagrentepercentage. Op basis van dit percentage wordt de rente van de totaalfinanciering doorbelast aan taakvelden, waaronder de diverse activiteiten vallen.
Dit percentage is bij de begroting berekend en komt voor de jaren 2024, 2025, 2026 en 2027 uit op resp. 0% , 1,1%, 1,6% en 1,6%.

EMU-saldo

Terug naar navigatie - EMU-saldo

In de volgende tabel is het EMU-saldo voor de jaren 2024-2027 weergegeven. 
In het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art. 19) is de verplichting vastgesteld, dat de gemeenten ramingen van het EMU-saldo dienen te verstrekken.

De begroting van de gemeente Beekdaelen is opgesteld conform een stelsel van baten en lasten. Het EMU saldo gaat niet uit van baten en lasten, maar gaat uit van ontvangsten en uitgaven van de gemeente, berekend op transactiebasis en overeenkomstig de voorschriften van het Europese systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie.
Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Aan dit maximale tekort van 3% hebben, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel.

Tabel EMU-saldo (bedragen * € 1000)
Omschrijving 2024 2025 2026 2027
Exploitatiesaldo vóór toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves -2.066 609 -1.392 -4.591
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie 2.857 2.986 3.448 3.415
Dotaties aan voorziengen ten laste van de exploitatie minus vrijval van voorzieninggen ten bate van de exploitatie 799 731 654 657
Bruto investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden geactiveerd 26.914 26.259 28.405 26.921
Lasten op balanspost voorzieningen voor zover deze transacties met derden betreffen 1.175 1.942 1.025 1.333
Verwachte boekwinst bij verkoop effecten 0 0 0 0
Berekend EMU-saldo -26.500 -23.874 -26.719 -28.774

Verbonden partijen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De gemeente Beekdaelen heeft een deel van de uitvoering van het gemeentelijk beleid en taken ondergebracht bij zogenaamde verbonden partijen. Deze partijen spelen dan ook een belangrijke rol bij de realisatie van de gemeentelijke doelstellingen. De gemeente blijft daarbij wel verantwoordelijk voor de uitvoering en het realiseren van het beleid en het behalen van de gemeentelijke doelstellingen. In deze paragraaf besteden wij aandacht aan deze verbonden partijen. 

Wat zijn verbonden partijen

Terug naar navigatie - Wat zijn verbonden partijen

Verbonden partijen zijn privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisaties waarin de gemeente een bestuurlijk én financieel belang heeft.

  • Van een bestuurlijk belang is sprake indien de gemeente rechtstreeks invloed heeft op de besluitvorming binnen de verbonden partij, bijvoorbeeld door een zetel in het bestuur en/of door stemrecht.
  • Van een financieel belang is sprake als de gemeentemiddelen aan de verbonden partij ter beschikking heeft gesteld die ze kwijt is in geval van faillissement van die partij of wanneer financiële problemen bij de verbonden partij kunnen worden verhaald op de gemeente.

Wanneer aan beide voorwaarden is voldaan, is er conform de regels van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) sprake van een verbonden partij. Voorbeelden zijn BV-en, NV-en, corporaties, gemeenschappelijke regelingen, stichtingen en verenigingen.

Waarom samenwerkingsverbanden

Terug naar navigatie - Waarom samenwerkingsverbanden

De gemeente kan diverse redenen hebben om samen te werken. Zo kan een gemeente samenwerken om bijvoorbeeld schaal- en efficiencyvoordelen te bereiken, kennis te delen, complexe en specialistische taken te laten uitvoeren, risico's te spreiden of om een maatschappelijk initiatief te ondersteunen. Ook uitbreiding van het aantal taken en de complexiteit ervan zijn overwegingen om samenwerking te zoeken en verbanden aan te gaan. Op een groot aantal terreinen, zoals sociale zaken, gezondheidszorg, brandweer en veiligheid, het sociaal domein (WMO, jeugdzorg en participatie), hebben gemeenten nadrukkelijk de samenwerking gezocht. Dit is vaak in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.

Aan de andere kant brengt samenwerken ook risico's met zich mee. Ondanks dat de gemeente een deel van de uitvoering van haar beleid bij een partner heeft ondergebracht, blijft zij wel verantwoordelijk voor het uitgevoerde beleid. Daardoor kan de gemeente aanzienlijke maatschappelijke, financiële en fiscale risico's lopen wanneer een partij in financiële problemen komt of zijn taken niet goed uitvoert. Het is daarom van belang dat deze verbonden partijen goed functioneren en de doelstellingen binnen de gegeven financiële én beleidsinhoudelijke kaders realiseren. Vanuit gemeentelijk perspectief is de noodzaak om de verbonden partijen goed te monitoren en zo nodig bij te sturen dan ook groot. Voor de gemeenteraad is informatie over de verbonden partijen om twee redenen van belang: 
•    De partijen voeren taken uit die in het verlengde van de gemeentelijke doelstellingen liggen; 
•    Het functioneren van de partijen heeft consequenties voor de gemeentelijke begroting.

Grip op verbonden partijen

Terug naar navigatie - Grip op verbonden partijen

Meer dan in het verleden werken gemeenten zoals Beekdaelen regionaal samen in verbonden partijen zoals gemeenschappelijke regelingen. Duidelijk is dat het aangaan van dergelijke regionale samenwerkingen ook betekent dat directe invloed en zeggenschap minder wordt. De behoefte om grip op deze verbonden partijen te hebben én te houden neemt daardoor steeds meer toe. Dat geldt ook voor het versterken van de onderlinge samenwerking.  Om meer grip te krijgen op de monitoring en sturing van verbonden partijen wordt door Beekdaelen en bijna alle andere gemeenten in Zuid-Limburg sinds 2021 de ambtelijke werkwijze ‘Samen Grip Op Verbonden Partijen’ gehanteerd. Centrale rol hierin is weggelegd voor het zogenaamde ‘adoptiemodel’. Dit model houdt in dat een SGOVP-gemeente een bepaalde gemeenschappelijke regeling waaraan zij deelneemt ‘adopteert’ en voor wat betreft het streven naar meer de grip op die verbonden partij optreedt als kartrekkende ‘primus inter pares’ namens de andere aan die verbonden partij deelnemende SGOVP-gemeenten. Zo kan meer gebruik worden gemaakt van de bij bepaalde SGOVP-gemeenten aanwezige specifieke kennis t.a.v. die verbonden partij, zodat de andere deelnemers wat dat betreft niet opnieuw het wiel hoeven uit te vinden. Door deze ambtelijke werkwijze worden reeds aan de voorkant ambtelijk de krachten zoveel als mogelijk gebundeld om meer invloed en grip op de eventuele risico’s van verbonden partijen te krijgen. Los van deze ambtelijke SGOVP-werkwijze is het in dit kader van belang te wijzen op de per 1 juli 2022 gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen. Deze wijziging heeft als doel om de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen én de kaderstellende- en controlerende rol van gemeenteraden te versterken, waardoor voor de gemeenteraden meer mogelijkheden worden gecreëerd om zelf invloed uit te gaan oefenen op verbonden partijen zijnde gemeenschappelijke regelingen.  Deze wetswijziging kan in drie categorieën worden onderverdeeld:

1. Wijzigingen die de positie van gemeenteraden bij besluitvorming in gemeenschappelijke regelingen versterken;
2. Wijzigingen die zien op de introductie van aanvullende controle-instrumenten voor gemeenteraden t.a.v. gemeenschappelijke regelingen, en 
3. Wijzigingen die zien op het verbeteren van de positie van gemeenteraden met betrekking tot het functioneren van een gemeenschappelijke regelingen.

Als gevolg van ons huidige dualistische bestel ligt de kaderstellende en controlerende taak bij de gemeenteraad. Dat is niet anders voor wat betreft gemeenschappelijke regelingen waaraan een gemeente deelneemt. Door de wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen is het expliciet aan de gemeenteraden om hiermee aan de slag te gaan en om in samenspraak met het bestuur van een gemeenschappelijke regeling relevante keuzes te maken met betrekking tot het versterken van hun kaderstellende en controlerende rol richting diezelfde gemeenschappelijk regeling. Aangezien de implementatie van de gewijzigde Wet gemeenschappelijke regelingen op 1 juli 2024 moet zijn afgerond, is het aan de gemeenteraden ondersteund door hun griffiers om dit voor deze datum af te ronden, zodat ook langs deze formele kant meer sturing en grip op verbonden partijen zijnde gemeenschappelijke regelingen kan worden bereikt.

Overzicht van verbonden partijen

Terug naar navigatie - Overzicht van verbonden partijen
Type Naam
Gemeenschappelijke regelingen WOZL (Werkvoorzieningsschap Oostelijk Zuid Limburg)
WSP  (Werkgeverservicepunt Parkstad Limburg)
Veiligheidsregio Zuid-Limburg
GGD Zuid-Limburg
ISD-Kompas
Omnibuzz
RUD Zuid-Limburg (regionale uitvoeringsdienst)
BsGW (Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen)
Het Gegevenshuis
Reinigingsdiensten Rd4
Stadsregio Parkstad Limburg
PIT (Parkstad-IT)
Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad voor opvang en beschermd wonen i.h.k.v. de WMO 2015
Centrumregeling inkoop Jeugdzorg Regio Zuid-Limburg
GR subsidiëring anti-discriminatievoorziening Limburg
Euregio Rhein-Maas-Nord
  Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad
Vennootschappen en coöperaties N.V. Bank Nederlandse Gemeenten (BNG)
Enexis Holding NV
CSV Amsterdam B.V.
Publiekbelang Elektriciteitsproductie B.V.
RWM NV 
Rd4 NV
Watermaatschappij Limburg N.V.
Nazorg Limburg B.V.
IBA-Parkstad B.V.
WoonWijzerWinkel Zuid Limburg B.V.

In onderstaande tabel wordt de gemeentelijke bijdragen 2023-2026 per verbonden partij weergegeven (bedragen in euro's)

 

Naam GR  2024 2025  2026  2027 
WOZL 3.925.000 3.653.000 3.357.000 3.108.000
WSP Parkstad 226.000 184.000 155.000 137.000
Veiligheidsregio Zuid-Limburg 2.763.000 2.763.000 2.763.000 2.763.000
GGD 2.339.000 2.308.000 2.308.000 2.308.000
Kompas 11.562.000 11.562.000 11.562.000 11.562.000
Omnibuzz 828.000 828.000 828.000 828.000
RUD 707.000 707.000 707.000 707.000
BsGW 621.000 624.000 624.000 624.000
Gegevenshuis 493.000 493.000 493.000 493.000
Rd4 3.088.000 3.088.000 3.088.000 3.088.000
Parkstad Limburg 475.000 492.000 510.000 532.000
PIT (Parkstad-IT) 904.000 904.000 904.000 904.000
Centrumregeling regionale samenwerking Parkstad voor opvang en beschermd wonen i.h.k.v. de WMO 2015 0 0 0 0
Centrumregeling inkoop Jeugdzorg Regio Zuid-Limburg 214.000 214.000 214.000 214.000
GR subsidiëring antidiscriminatievoorziening Limburg 20.000 20.000 20.000 20.000
Euregio Rhein-Maas-Nord 9.000 9.000 9.000 9.000
Zorg- en Veiligheidshuis Parkstad 203.000 203.000 203.000 203.000
RWM N.V. 1.200.000 1.200.000 1.200.000 1.200.000

Detailinformatie per verbonden partij

Terug naar navigatie - Detailinformatie per verbonden partij

Voor een actueel overzicht van het openbaar belang, de gemeentelijke visie op de verbonden partij, de actuele beleidsvoornemens omtrent de partij, de verwachte ontwikkelingen ten aanzien van het gemeentelijke belang en de financiële positie verwijzen wij naar de bijlage “Toelichting op de verbonden partijen”.

Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Grondbeleid
De gemeente Beekdaelen heeft nog geen (uniform) vastgesteld grondbeleid. Om deze reden, de ruimtelijke opgaven en de aankomende Omgevingswet, bestaat het voornemen om actueel grondbeleid vast te stellen, welke op alle ontwikkelingen (voor de komende vier jaar) anticipeert. De nota grondbeleid wordt momenteel opgesteld, waarbij het streven is om deze eind 2023 voor te leggen aan de gemeenteraad zodat inwerkingtreding gelijktijdig met de Omgevingswet plaatsvindt. Tot aan het moment van vaststelling zet de gemeente haar huidige werkwijze voort. In zijn algemeenheid hanteert de gemeente een passief/faciliterend grondbeleid.  

Beschouwing actuele stand van zaken grondexploitatiecomplexen

Het gaat hier onder meer om de grondexploitaties in ontwikkeling . Een grondexploitatie is het financiële en inhoudelijke kader –vastgesteld door de Raad- waarbinnen (haalbaar gebleken) plannen en projecten worden uitgevoerd. Als gevolg van de krimp en vergrijzing/ontgroening ligt er een gewijzigde vraag. Er is een grotere behoefte te bespeuren aan eenpersoonshuishoudens/kleine huishoudens en senioren- en levensloopbestendige woningen. De gemeente Beekdaelen wil daarop inspelen. De ontwikkeling van woningbouw en bedrijventerreinen is van belang. Het is niet eenvoudig om te kwantificeren wat de financiële consequenties voor de gemeenten zijn.

Gewijzigde richtlijnen Commissie BBV
De Commissie Besluit Begroting en Verantwoording (verder: BBV) heeft in 2019 gewijzigde richtlijnen opgesteld, waarbij de bestaande notities over grondexploitatie en faciliterend grondbeleid zijn samengevoegd en geactualiseerd. De notitie is met ingang van 2019 van toepassing. Ingevolge de richtlijnen van de Commissie BBV, Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken 2019, blijft de richttermijn voor de looptijd van grondexploitaties in beginsel maximaal 10 jaar. Een langere looptijd dan 10 jaar was en is onder voorwaarden toegestaan. In het kader van de herindeling is besloten om de looptijd van de langlopende projecten in de grondexploitatie te verlengen. In het kader van de nota Grondbeleid zal de raad ook beleid vast te stellen over de grondexploitatie van de gemeente.  

Korte beschouwing actuele stand van zaken grondexploitaties

Terug naar navigatie - Korte beschouwing actuele stand van zaken grondexploitaties

Centrum Schimmert  
De initiële ontwikkeling betrof het realiseren van 89 woningen met de daarbij behorende infrastructuur. In het college uitvoeringsprogramma 2019-2023 is een integrale, Beekdaelen brede benadering en verfijning van de woningmarktprogrammering c.q. transformatieopgave aan de orde. Daarvoor is door Stec in 2020 een woonbehoefte-onderzoek per kern uitgevoerd. In 2021 is voor de inbreidingslocaties Schimmert III en IV is een actualisatie van de plannen en een marktverkenning opgestart om te komen tot een versnelde planontwikkeling, waarbij diverse woningtypologieën zullen worden gerealiseerd, zowel voor de huur als de koop. Door het Didam-arrest van 26 november 2021 moet het plan van aanpak worden herzien.  In 2022 wordt de verkaveling geoptimaliseerd, een bestemmingsplanherziening opgesteld en is er gestart met de procedure om de woningen van Centrumplan IV op de markt te brengen. In 2023 wordt gestart met het op de markt brengen van de woningen van Centrumplan III.

 

Niet in exploitatie genomen bouwgronden (NIEGG)

Terug naar navigatie - Niet in exploitatie genomen bouwgronden (NIEGG)

Tijdelijke woningen Amstenrade
De voormalige gemeente Schinnen heeft eind 2018 besloten een perceel ( kadastraal bekend gemeente Schinnen sectie H nummer 304) nabij de Hommerter Allee aan te kopen met als doel hier tijdelijke woningbouw mogelijk te maken, met name gericht op de woningnood onder starters en/of alleenstaanden. In 2023 zal deze locatie tot ontwikkeling worden gebracht, waarbij een goede stedenbouwkundige inpassing en een goede balans van doelgroepen sleutelbegrippen zijn.

Bedrijventerrein Rode Beek
Het concept-bestemmingsplan resp. gebied waarbinnen dit bedrijventerrein is gelegen valt onder het door de rijksplanvormer opgenomen gebied waar ook de zogenoemde invliegfunnel in verband met de aanwezigheid van de NAVO-vliegbasis Geilenkirchen is voorzien. Uw raad heeft enkele malen het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld om deze ontwikkeling mogelijk te maken, waarbij, met gewijzigde planregels, alsnog aan de gestelde verplichting zou worden gedaan (ondanks het niet-intekenen van een invliegfunnel).  Hiertegen heeft de minister van defensie steeds beroep tegen ingesteld bij de Raad van State, afdeling bestuursrechtspraak. Destijds, op 13 september 2021 heeft u besloten om de procedure niet langer door te zetten omdat de aanleiding waarvoor dit bestemmingsplan dient, niet meer actueel is. 

De minister is ook tegen dit laatste  besluit van september 2021 in beroep gegaan en op 15 juni 2022 heeft de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State wederom uitspraak gedaan.  Door de afdeling is geoordeeld dat de gemeente  aan zet is.  Het besluit inhoudende dat de gemeenten nu geen planologische actie meer hoeft te ondernemen is daarmee door het hoogste  rechtsorgaan ter zijde geschoven. Bij RIB van 28 juni (Z/21/166947, nr.. 308496) bent u hierover ingelicht. Op 4 oktober 2022 heeft uw raad in dit traject vervolgens besloten om geen besluit te nemen en daarmee ook geen invliegfunnel in te tekenen in het plan. 

Als onderdeel van de gesprekken die bestuurlijk sinds een jaar worden gevoerd met defensie is afgesproken dat juridische procedures met betrekking tot dit bedrijventerrein nu niet aan de orde hoeven te zijn.  Als onderdeel van de revitalisering van de kern Schinveld wordt wederom ingestoken op ontwikkeling van dit terrein (alsnog mogelijke verplaatsing bedrijf uit kern Schinveld). 

Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

De bedrijfsvoeringsparagraaf van deze begroting geeft inzicht in de beleidsvoornemens omtrent onze bedrijfsvoering, die gericht is op het adequaat uitvoeren van de programma’s uit deze begroting en de continuïteit van de gemeentelijke organisatie. Hoe beter de gemeentelijke organisatie op orde is, des te beter de organisatie gesteld staat voor haar publieke taak.

Personeel en organisatie

Terug naar navigatie - Personeel en organisatie

 

Arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim
Ook in 2024 hebben we de veiligheid, gezondheid en het welzijn van alle mensen die bij de gemeente Beekdaelen werken hoog in ons vaandel staan. We blijven inzetten op een beleid dat ten minste voldoet aan de wettelijke eisen uit de Arbeidsomstandighedenwet, het Arbeidsomstandighedenbesluit en nadere regelgeving. Naar aanleiding van de uitgevoerde Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E) is een Plan van Aanpak opgesteld en is een aanvang gemaakt mate het oppakken van de geconstateerde knelpunten. Dit zetten we in 2024 voort. Ook het optimaliseren van verzuimgerelateerde processen gaat in 2024 onverminderd door. Zo hebben we een concreet stappenplan opgesteld met als doel ons verzuimpercentage te verlagen. Op 31 december 2023 loopt de huidige cao af. Werkgevers willen in de nieuwe cao afspraken over vitaliteitsbeleid opnemen zodat alle gemeentelijke werkgevers beleid hebben dat vitaliteit bevordert. Vooruitlopend daarop is een start gemaakt met het opstellen van een beleid dat toeziet op bevorderen van vitaliteit, duurzame inzetbaarheid en werkplezier. Dit beleid wordt in 2024 verder uitgerold.

 

Doorontwikkeling organisatie
De doorgevoerde verbeteringen en versterkingen van de ambtelijke organisatie op basis van het doorontwikkelplan (schijf van vijf) worden eind 2023 geëvalueerd. Deze ingezette koers van verbeteren en veranderen krijgt in 2024 een vervolg. We doen dit vanuit de overtuiging dat het continu investeren in de organisatie tot een versterking van de dienstverlening naar de inwoners van Beekdaelen en een steeds beter draaiende interne organisatie leidt. Dit is en blijft een continu proces. De gekozen aanpak om de ambtelijke organisatie verder vorm te geven volgens het principe van zelforganisatie blijft hierin leidend.  De Management & Organisatiefilosofie waarin de uitgangspunten en de kernwaarden van onze organisatie zijn geformuleerd wordt herijkt en aangepast aan de huidige en toekomstige ontwikkelingen waar onze organisatie voor staat.
Het proces om zelforganisatie en het zelf organiserend vermogen van teams te stimuleren krijgt in 2024 een vervolg. Het extern begeleidingstraject wordt hierbij verruild door een of meerdere interne coaches. Hiermee is deze kennis in de organisatie geborgd. Ook het cultuurtraject DNA Beekdaelen blijft een ongoing topic. Richting geven aan houding en gedrag in een organisatie in ontwikkeling gaat niet vanzelf. De werkgroep cultuur werkt hiervoor inspirerende  werk- en communicatievormen uit 

 

Informatisering en automatisering

Terug naar navigatie - Informatisering en automatisering

In 2024 bouwen we verder aan onze informatiehuishouding. De meeste actiepunten nemen meerdere jaren in beslag. De belangrijkste actiepunten in 2024 zijn:

  • Invoeren ICT-aanpassingen als gevolg van de Wet digitale overheid om ervoor te zorgen dat inwoners en ondernemers veilig en betrouwbaar kunnen inloggen en zaken kunnen doen met de overheid;
  • Optimaliseren, toegankelijk en gebruiksvriendelijker maken van website en applicaties die onze inwoners uitnodigen om snel en makkelijk hun zaken te regelen met de gemeente (project Digitoegankelijkheid);
  • Aansluiten op ‘MijnOverheid’ en hiermee bijdragen aan het creëren van één overheid waarmee onze inwoners en ondernemers hun zaken kunnen regelen;
  • Herijken van de informatievisie van de gemeente Beekdaelen;
  • Optimaliseren van het informatie- en archiefbeheer (Archiefwet, Interbestuurlijk Toezicht) en realiseren van duurzame toegankelijkheid van digitale overheidsinformatie (meer-jarentraject);
  • Invoeren ICT-aanpassingen als gevolg van de Wet open overheid (Woo) en zorgen dat overheidsinformatie beter vindbaar, uitwisselbaar, eenvoudig te ontsluiten en goed te archiveren is;
  • Moderniseren van bedrijfsapplicaties, invoeren van de verplichte maatregelen als gevolg van wet- en regelgeving en aansluiten op landelijke standaarden en voorzieningen waaronder het landelijk programma Common Ground om de informatievoorziening eenvoudiger, slimmer en flexibeler in te richten;
  • Invoeren data gedreven werken (meerjarig traject);
  • Verder verfijnen van de inrichting en werking van de ICT-systemen  t.b.v. de Omgevingswet en de Wet Kwaliteitsborging;
  • Aanbesteden en implementeren van enkele bedrijfsapplicaties waarvoor het contract expireert;
  • Bevorderen van de digitale vaardigheden van medewerkers voor een efficiënt en doelgericht gebruik van (nieuwe) ICT-systemen waaronder MS365;
  • Onderzoeken van mogelijkheden voor verbetering en doorontwikkeling van de toekomstige ICT-dienstverlening.

Planning en control

Terug naar navigatie - Planning en control

Centrale doelstelling van alle activiteiten die in het kader van de planning en control cyclus worden uitgevoerd is het ‘in control’ raken, zijn en blijven van de organisatie. We zijn als gemeente in control als we een redelijke mate van zekerheid hebben over het bereiken van:

De strategische ambities;
De programmadoelen en effecten;
Effectiviteit en efficiëntie in de bedrijfsprocessen;
Betrouwbaarheid van de financiële informatieverzorging;
Naleving van relevante wet- en regelgeving.

Wat willen we uiteindelijk bereiken?

Een planning en control waarin risicomanagement volledig is geïntegreerd.
Een planning en control die invulling geeft aan de informatiebehoefte van zowel raad, college als lijnmanagement van de organisatie.
Een planning en control die niet instrumenteel is maar primair ten dienste staat van de realisatie van de prestaties en de beoogde maatschappelijke effecten.

Om nog meer te kunnen sturen op doelstellingen worden in 2024 sessies met de gemeenteraad georganiseerd om te komen tot kritische prestatie indicatoren (KPI's). Kritische prestatie indicatoren geven inzicht in de mate waarin de gemeente erin slaagt om geformuleerde doelstellingen te halen.

 

Procesbeheersing

Terug naar navigatie - Procesbeheersing

Wij achten het van belang dat de gemeente in control is. Concreet betekent dit dat de vooraf vastgestelde doelstellingen met betrekking tot werkprocessen, projecten of beleid tijdig en met de overeengekomen kwaliteit en inzet worden gerealiseerd. 
Om als organisatie in control te zijn (en te blijven) zijn de meest risicovolle processen inclusief de risico’s in workshop verband beschreven. Ook zijn beheersmaatregelen geïnventariseerd en geïmplementeerd die de kans op risico’s verkleinen. De geformuleerde beheersmaatregelen worden doorlopend bespreekbaar gemaakt en waar nodig aangescherpt.

Rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Rechtmatigheidsverantwoording

Gemeenten en provincies moeten per verslagjaar 2023 zelf in de jaarrekening verantwoording afleggen over de rechtmatigheid van het gevoerde bestuur. De accountant beperkt zich dan tot een oordeel over de getrouwheid van de jaarrekening en er wordt geen controleverklaring omtrent de rechtmatigheid door de accountant afgegeven.

Met de rechtmatigheidsverantwoording legt het College van B&W verantwoording af over de naleving van de regels, die relevant zijn voor het financiële reilen en zeilen van de gemeente. Aangezien deze uitspraak dient plaats te vinden in de jaarrekening, controleert de accountant de uitspraak wel maar neemt deze mee in het oordeel over de getrouwheid. 

Deze rechtmatigheidsverantwoording stelt, nog meer dan voorheen, eisen aan onze interne beheersing. Daarom richten we ons in 2024 op:

  • Een verdere uitrol van onze procesgerichte aanpak, die eind 2019 is gestart, met als doel de optimalisatie van de interne beheersing in de bedrijfsprocessen.
  • Een verdere doorontwikkeling van meer control in de processen vooraf en minder controle achteraf om zo het totale controlegebied, kwalitatief en kwantitatief, in onze organisatie te borgen.
  • Regelmatig, in overleg met onze accountant, beoordelen of we op de juiste weg zijn en zo nodig bijsturen.

 

Informatiebeveiliging

Terug naar navigatie - Informatiebeveiliging

Bij al onze oplossingen gaan we uit van privacy en security by design en privacy security by default: vanaf het ontwerp tot en met borging, gebruik en beheer. Voor elk project, elke rapportage of dashboard leggen we vast wat we willen weten (doelen en stuurgegevens), welke gegevens hiervoor nodig zijn en wie deze gegevens nodig heeft. We gaan uit van dataminimalisatie en wegen het gebruik van (persoons-)gegevens zorgvuldig af. We spreken spelregels af over het gebruik van rapportages, dashboards, data en algoritmes en documenteren en archiveren deze op de juiste wijze. Ook scherpen wij onze maatregelen verder aan in lijn met de landelijke ontwikkelingen en normenkaders voor informatieveiligheid en privacy. Voor de DigiD audit voeren wij de verplichte nieuwe normen en aanvullende maatregelen in. We actualiseren het informatiebeveiligingsbeleid en maken een actueel uitvoeringsplan. We houden medewerkers op de hoogte van de permanente risico’s en gevaren op het gebied van informatieveiligheid en privacy. Wij zetten het programma informatiebewustzijn (i-Bewustzijn) voort via e-learnings en kennistesten. De contacten met de Informatiebeveiligingsdienst scherpen we  verder aan. Dit geldt ook voor de maatregelen om risico’s voor informatieveiligheid en privacy te vermijden dan wel te mitigeren. We gaan door met de verdere implementatie van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) die vanuit rijkswege continue geactualiseerd wordt. Zo blijven we ook aansluiten bij de nationale en internationale standaarden voor informatieveiligheid en privacy. We implementeren een nieuw Information Security Management System (ISMS) / Privacy Management Systeem (PMS) en richten dit zo in dat we beter grip houden op de veiligheids- en privacy-risico’s, de maatregelen hierop kunnen afstemmen en gerichter op de uitvoering van deze maatregelen kunnen sturen; en dat we vanuit één bron transparant verantwoording kunnen afleggen. 

Gegevensbescherming

Terug naar navigatie - Gegevensbescherming

Door de invoering van de EU-verordening Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna: AVG) in mei 2018 zijn organisaties steeds bewuster geworden van het belang van gegevensbescherming. De afgelopen jaren heeft de gemeente veel energie gestoken in het borgen van de AVG in de organisatie, om vertrouwelijke gegevens van burgers en bedrijven te beschermen en ook aantoonbaar te voldoen aan de privacywetgeving. In 2023 gaan wij verder met een AVG privacy volwassenheidsmeting,  het AVG evaluatie- en actualisatieplan, informeren en adviseren van de gemeentelijke afdelingen over hun AVG verplichtingen en andere unierechtelijke of lidstaatrechtelijke gegevensbeschermingsbepalingen. Daarnaast de benodigde ondersteuning bieden aan de domeinafdelingen door o.a. het privacy bewustzijn verder verhogen via workshops, e-learning en actieve voorlichting, helpen bij uitvoeren van (Pre-) DPIA’s (Data Privacy Impact Assesments) etc. Daarnaast gaat het nieuwe PMS (Privacy Management Systeem) de gemeente digitaal verder helpen om aantoonbaar te voldoen aan de vereiste AVG documentatieplicht c.q. verantwoordingsplicht in het kader van de jaarlijkse planning- en control cyclus.   

Communicatie

Terug naar navigatie - Communicatie

In het coalitieprogramma staat als ambitie verwoord om de gemeentelijke communicatie te vernieuwen. De daarbij behorende opdracht om de huidige wijzen van communiceren kritisch te bekijken is een belangrijke opgave waar we in 2024 verder vorm aan geven.  

Het communicatielandschap verandert immers voortdurend en ons speelveld wordt steeds complexer. Door de komst van sociale media heeft de inwoner online een stem en een platform gekregen. Ditzelfde speelveld biedt gelijktijdig kansen. Door digitale toepassingen als WhatsApp en Facebook kunnen we nog gemakkelijker in contact treden met inwoners. Ook kunnen inwoners zelf steeds meer online regelen.

Onze huidige samenleving vraagt meer en meer om verbinding, tussen inwoners maar ook tussen inwoners en de overheid. Gemeentelijke communicatie vervult daarbij een sleutelrol. We staan voor een gemeente waar gemeenschap en gemeente samen optrekken en onderling verbonden zijn. Als gemeente hebben we oog en oor voor onze inwoners, ondernemers en instellingen. Waar mogelijk doen we dit tijdens informatiebijeenkomsten of door actief in gesprek aan te gaan over gemeentebrede thema’s met bijvoorbeeld bewonersinitiatieven, buurtraden en dorpscoördinatoren. Hierbij werken wij op verschillende thema’s samen met andere partijen zoals buurgemeenten, het waterschap, de veiligheidsregio, woningstichtingen of de provincie. Hierbij is volop ruimte voor eigen initiatieven en zelfsturing van inwoners. De samenleving is aan zet en de gemeente faciliteert. 

Voor effectieve communicatie is het belangrijk om eenduidig herkenbaar en in samenhang vanuit één gemeente te communiceren. Vragen en behoeften van onze inwoners zijn een relevant onderdeel in onze communicatie. Evenals behoeften vanuit het gemeentebestuur om ontwikkelingen of beleid onder de aandacht te brengen. Bovendien streven we als gemeente naar verdergaande innovatie en digitalisering van onze communicatie. Hiervoor kijken we de doelmatige inzet van middelen. Als gemeente communiceren we op een open en transparante manier. Communicatie naar en met de Beekdaelense inwoners is begrijpelijk, toegankelijk en eenduidig. Daarbij is extra aandacht voor een passend taalniveau van de diverse uitingen. Tot slot zien wij een goede interne communicatie als een randvoorwaarde voor goede externe communicatie. We richten ons dan ook op het omgevingsbewust en communicatief maken van de hele organisatie.

Duurzaamheid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

In Beekdaelen werken we aan een duurzame en toekomstbestendige gemeente waar mensen gezond en veilig kunnen wonen en werken.  In 2020 heeft de gemeenteraad unaniem de Duurzaamheidsvisie ‘Beekdaelers samen aan zet!’ vastgesteld. Deze visie kwam tot stand in samenwerking én samenspraak met onze inwoners, bedrijven en maatschappelijke partners. Zoals de titel van onze visie al aangeeft, is het realiseren van deze ambities niet alleen een gemeentelijke, maar met name een brede maatschappelijke opgave. Iedereen in Beekdaelen heeft hiermee te maken en de consequenties zijn voor iedereen voelbaar.

In de visie staan de ambities van de raad op hoofdlijnen. Deze zijn:
1.    De Beekdaelers centraal te stellen (participatieve aanpak).
2.    In 2040 energieneutraal te zijn (energietransitie & warmtetransitie).
3.    Beekdaelen groen en klimaatbestendig te maken (vergroening en klimaatadaptatie).
4.    De grondstofkringlopen te sluiten (circulaire economie).

Duurzaamheid loopt als rode draad door al het gemeentelijk handelen. Dat betekent dat bij interventies afgewogen wordt in hoeverre deze bijdraagt aan een duurzaam Beekdaelen op sociaal, economisch en fysiek gebied. Duurzaamheid stopt niet bij onze gemeentegrenzen. Afhankelijk van het onderwerp werken we in regioverband samen aan een duurzamer Beekdaelen, zowel binnen regio Parkstad als  Zuid-Limburg . 

De Beekdaeler staat centraal

Terug naar navigatie - De Beekdaeler staat centraal

In Beekdaelen vinden wij het belangrijk dat iedereen mee kan doen bij het halen van onze duurzaamheidsambities. Dat geldt vóór, tijdens én na de uitvoering. Beekdaelers staan centraal op het gebied van duurzaamheid binnen onze gemeente. Door inwoners te stimuleren en te faciliteren willen we zo veel mogelijk impact creëren en innovatieve ideeën een kans geven.


Op dit moment organiseert Beekdaelen verschillende vormen van participatie om inwoners te betrekken bij de realisatie van onze ambities. De Duurzaamheidstafel is een groep inwoners die beslist over subsidieaanvragen voor duurzaamheidsinitiatieven afkomstig van inwoners en organisaties/instellingen uit Beekdaelen. Verschillende duurzaamheidsinitiatieven zijn al ondersteund door de Duurzaamheidstafel; denk aan het ondersteunen van verduurzamingsprojecten in een buurt of de potentie van bodemwarmte in een straat onderzoeken.
Via de Stimuleringslening Duurzaamheidsprojecten worden maatschappelijke organisaties en bedrijven gestimuleerd duurzame investeringen te doen. Zij kunnen een lening aangaan om de CO2-uitstoot te verminderen (bijvoorbeeld via energiebesparing door isolatiemaatregelen en het opwekken van zonne-energie), biodiversiteit te verbeteren of de bebouwde omgeving klimaatbestendiger te maken.

Tot slot stimuleren en faciliteren we inwoners, maatschappelijke organisaties en bedrijven te helpen bij vragen, mee te denken of te faciliteren. Wij als gemeente, de WoonWijzerWinkel en energiecoöperatie ImpulZ zetten zich in om iedereen in Beekdaelen te stimuleren en faciliteren op het gebied van duurzaamheid.
De Beekdaelse energiecoöperatie ImpulZ is samen met de WoonWijzerWinkel en gemeente Beekdaelen bezig met verschillende verduurzamingsprojecten binnen Beekdaelen. Zowel bij opwek van duurzame energie als energiebesparing. Door de netcongestie die momenteel speelt dienen we creatief en innovatief om te gaan met de opwek van energie.
Kortom: door op verschillende niveaus en op verschillende wijzen Beekdaelers centraal te stellen bij het thema duurzaamheid, willen we samen zo veel mogelijk impact creëren. “Samen maken we Beekdaelen”. 


Acties in 2024:
•    Verstrekken Duurzaamheidsleningen aan bedrijven en maatschappelijke organisaties
•    Promoten van de WoonWijzerWinkel
•    Het continu monitoren en verbeteren van het aanbod van de WoonWijzerWinkel
•    Faciliteren en begeleiden van de Duurzaamheidstafel
•    Samenwerken met ImpulZ Energiecoöperatie Beekdaelen
•    Meer communicatie met inwoners over verduurzamingsmogelijkheden   

Energietransitie

Terug naar navigatie - Energietransitie

Met het in Parkstadverband opgesteld uitvoeringsprogramma PALET 3.0. (PALET = Parkstad Limburg Energie Neutraal) heeft Beekdaelen zich gecommitteerd aan om in 2040 energieneutraal te zijn. Dit betekent dat alle energie die we in Beekdaelen gebruiken, op een duurzame manier opwekken. We zetten in om 33% energie te besparen ten opzichte van 2011, want wat we niet gebruiken hoeven we ook niet op te wekken. Het restant aan energieverbruik dat dan overblijft (67  %), wekken we duurzaam op. Hierin ligt voor Beekdaelen een grote uitdaging gezien haar waardevolle landschap.  
Naast de regionale doelstellingen hebben alle gemeenten in Nederland zich gecommitteerd aan het Nationaal Klimaatakkoord in 2019. Hierin zijn middels Regionale Energie Strategieën (RES) besparing- en opwekdoelstellingen afgesproken. We werken hiervoor samen met de Zuid-Limburgse gemeenten. 
Als laatst bestrijden we ook energiearmoede in opdracht van het Rijk, veroorzaakt door de hoge en fluctuerende energieprijzen. 

We zijn op weg om de verschillende doelstellingen waar te maken maar op het gebied van energiebesparing- en opwekking zal nog veel moeten gebeuren.

Klimaatadaptatie

Terug naar navigatie - Klimaatadaptatie

De klimaatverandering stelt nieuwe eisen aan het beheer van de openbare ruimte. Zo krijgen we vaker te maken met zeer intensieve regenbuien en langdurig droge periodes. Dit heeft invloed op het ontwerp en beheer van de openbare ruimte, waaronder riool- en watersysteem, de inrichting van wegen, gebouwen en groenvoorziening.  In (boven)regionaal verband wordt samengewerkt aan het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA), waarin ambities zijn opgenomen om te zorgen dat Nederland in 2050 waterrobuust en klimaatbestendig is ingericht. Met Waterschap Limburg blijven we samenwerken binnen de aanpak ‘Water in balans’. In Beekdaelen wordt specifiek gewerkt aan actualisatie van het Gemeentelijk rioleringsplan (voortaan Water- en rioleringsprogramma) en het opstellen van een hemelwaterverordening en aansluitverordening riolering.  Als onderdeel hiervan zetten we in op het afkoppelen van regenwater, het verwerken van water op eigen terrein en het verminderen van verhard oppervlak.

Circulaire economie

Terug naar navigatie - Circulaire economie

In de circulaire economie bestaat geen afval en worden grondstoffen steeds opnieuw gebruikt. Samen met het bedrijfsleven, maatschappelijke partners, kennisinstellingen en andere overheden werkt Beekdaelen aan een duurzame economie voor de toekomst. Wij maken de keuze om actief aan de slag te gaan met het optimaliseren van de bouwketen. Op dit gebied stimuleren wij initiatieven en jagen we innovatie aan.  Voor overige onderwerpen haakt de gemeente aan bij landelijke ontwikkelingen en koppelkansen in de regio.

Aankoop gronden Jabeek/ Süsterseel

Terug naar navigatie - Aankoop gronden Jabeek/ Süsterseel

College en Raad hebben zich akkoord verklaard met het plan om met buurgemeente Gangelt tot een gezamenlijke energieopwek te komen. Daartoe is een eerste aanzet gedaan middels de aankoop van 117.690 m2 aan landbouwgronden aan de Nederlandse kant van de regio Jabeek/Süsterseel, waarmee een bedrag van € 1.294.590,-  (k.k.) is gemoeid. (De aankoop zal naar verwachting in Q1 van 2024 notarieel bekrachtigd worden). Vanuit deze eigendomspositie worden de verschillende energieopwekmogelijkheden (en de wettelijke kaders daarvoor) in kaart gebracht. De verwachting is dat het nog enige tijd zal gaan duren alvorens er concreet met de aanleg en bouw van de energieopwekinstallatie(s) kan worden gestart. Tot die tijd zal de grond tijdelijk en zo renderend mogelijk worden uitgegeven.

Regionaal Energiebedrijf in Parkstadverband

Terug naar navigatie - Regionaal Energiebedrijf in Parkstadverband

In Parkstadverband wordt als uitvloeisel van het uitvoeringsprogramma Parkstad Limburg Energie Neutraal (PALET) 3.0 samen de energiecoöperaties - waaronder Energiecoöperatie ImpulZ - gewerkt aan het opzetten van een regionaal Energiebedrijf binnen Parkstad. Op dit moment heeft dit de werktitel: het Lokaal Sociaal Duurzaam Coöperatief Energiebedrijf (LSDCEB). 

Doel van dit regionale energiebedrijf is om binnen de regio zowel zo veel mogelijk opwek van duurzame energie te realiseren maar ook levering van deze energie aan inwoners, bedrijven en de Parkstadgemeenten zelf, mogelijk te maken. 

De voordelen van dit regionale Energiebedrijf zijn:
-    Revenuen van grootschalige opwek komen ten goede aan de lokale bevolking
-    Versnelling  van opwek duurzame energie (vanwege lokaal profijt: meer draagvlak)
-    Versterking van de lokale energiecoöperaties
-    Meer onafhankelijk worden van de internationale energiemarkt (bevordering autonomie)
-    In de toekomst mogelijk directe levering tegen kostprijs+